EENENTWINTIG
De rector zat achter zijn bureau en keek Wilt ongelovig aan.
“Promotie?” zei hij. “Hoorde ik het woord ‘promotie’?”
“Inderdaad,” zei Wilt. “En ook ‘hoofd kunst en literatuur’.”
“Na alles wat je gedaan hebt durf je te eisen dat je bevorderd wordt tot hoofd kunst en literatuur?”
“Ja,”zei Wilt.
De rector probeerde woorden te vinden die recht zouden doen aan zijn gevoelens. Dat was niet gemakkelijk. Tegenover hem zat de man die verantwoordelijk was voor de reeks rampen die zijn vurigste wensen de grond in hadden geboord. De school zou nu nooit een hogeschool worden. Daar had de afwijzing van de nieuwe studie wel voor gezorgd. En dan had je nog de ongunstige publiciteit, de korting op het budget, zijn conflicten met de schoolraad, het vernederende feit dat hij nu bekendstond als de rector van de poppenneukersschool…
“Je bent ontslagen!” schreeuwde hij.
Wilt glimlachte. “Dat dacht ik niet,” zei hij. “Dit zijn mijn voorwaarden…”
“Je wat?”
“Mijn voorwaarden,” zei Wilt. “Als tegenprestatie voor mijn aanstelling tot hoofd kunst en literatuur zal ik geen rechtszaak tegen u beginnen wegens onrechtmatig ontslag, met alle publiciteit die dat inhoudt. Ik zal mijn proces tegen de politie wegens onwettige arrestatie afblazen. Mijn contract met de Sunday Post voor een reeks artikelen over de ware aard van kunst en literatuur – ik was van plan ze Blootstelling aan Barbarisme te noemen – wordt niet getekend. Ik zeg de serie lezingen af die ik zou geven voor de Vereniging voor Seksuele Hervorming. Ik verschijn aanstaande maandag niet op tv in Panorama. Kortom, ik zie af van de genoegens en beloningen van de publieke onthulling…”
De rector stak een trillende hand op. “Genoeg,” zei hij. “Ik zal kijken wat ik kan doen.”
Wilt stond op. “Laat het me tegen lunchtijd weten,” zei hij. “U kunt me vinden op mijn kantoor.”
“Je kantoor?” zei de rector.
“Het was vroeger van meneer Morris,” zei Wilt en hij deed de deur dicht. Achter hem pakte de rector de telefoon. Er viel niet te twijfelen aan de ernst van Wilts dreigementen. Hij moest zich haasten.
Wilt wandelde de gang uit naar de afdeling kunst en literatuur en keek naar de boeken op de planken. Hij zou dingen veranderen. The Lord of the Flies zou verdwijnen, net als Shane, Women in Love, Orwells Essays en Catcher in the Rye, al die symptomen van intellectuele neerbuigendheid, die symbolen van goede smaak. Voortaan zouden Gasfitters 2 en Vlees 1 leren hoe en niet waarom. Hoe ze moesten lezen en schrijven. Hoe ze bier moesten maken. Hoe ze met hun belastingaangifte konden sjoemelen. Hoe ze de politie moesten aanpakken als ze werden gearresteerd. Hoe ze toch tot een goed huwelijk konden komen als twee mensen niet bij elkaar pasten. Die laatste lessen zou Wilt zelf geven. De docenten zouden bezwaar maken en misschien zelfs met ontslag dreigen, maar het zou geen verschil maken. Het was heel goed mogelijk dat hij het ontslag zou aanvaarden van degenen die zich tegen zijn ideeën bleven verzetten. Je hoefde tenslotte geen Engelse literatuur gestudeerd te hebben om gasfitters ergens het hoe van te leren. Nu hij erover nadacht, had hij meer van hen geleerd dan zij van hem. Veel meer. Hij liep naar het lege kantoor van meneer Morris, ging aan het bureau zitten en stelde een memorandum op voor de docenten kunst en literatuur. Aantekeningen over een Systeem van Zelfonderwijs voor Leerplichtige Werkende Jongeren, stond erboven. Hij had net voor de vijfde keer non-hiërarchisch geschreven toen de telefoon ging. Het was de rector.
“Dank u,” zei het nieuwe hoofd kunst en literatuur.
Eva liep vrolijk door Parkview Avenue na een bezoek aan de dokter. Ze had ontbijt gemaakt voor Henry en de voorkamer gezogen, de hal geschrobd, de ramen gezeemd en bleekmiddel in de wc gedaan. Ze was naar buurthuis de Harmonie geweest en had geholpen met het kopiëren van een oproep om een nieuwe toneelgroep op te richten en ze had boodschappen gedaan en de melkboer betaald en was naar de dokter geweest om te vragen of het zin had een vruchtbaarheidskuur te volgen. Ja, had de dokter gezegd. “We moeten natuurlijk nog tests doen,” had hij eraan toegevoegd, “maar er is geen reden om te denken dat die negatief uit zullen vallen. Het enige bezwaar is dat u een zesling zou kunnen krijgen.” Dat vond Eva geen bezwaar. Het was wat ze altijd al gewild had, een huis vol kinderen. En allemaal in één keer. Henry zou in de wolken zijn. En dus scheen de zon helderder, was de lucht blauwer, de bloemen in de tuintjes fleuriger en zag zelfs Parkview Avenue er nieuw en fris uit. Het was een van Eva Wilts betere dagen.
EOF