DRIE

Eva Wilt ging naar beneden en zocht haar penispopje, maar niet van harte. Ten eerste wilde ze hem niet vinden, ten tweede had ze geen zin om aan zijn tepels te zuigen en ten derde wist ze dat ze niet zoveel geld had moeten uitgeven voor een regenjas en een strandpyjama die ze bij Blowdens voor minder dan de helft van de prijs had kunnen krijgen. Ze had ze niet nodig en ze zag zich nog niet door Parkview Avenue flaneren als een filmster uit de jaren twintig. Bovendien was ze een beetje misselijk.

Toch had Henry de ketel op het gas laten staan en dus moest hij in de buurt zijn. Het was niets voor hem om weg te gaan zonder het gas uit te draaien. Ze keek in de living. Tot aan de lunch was het de zitkamer geweest, maar toen had Sally haar eigen zitkamer een living genoemd. Ze keek in de eetkamer, nu de eethoek, en zelfs in de tuin, maar Henry was nergens te bekennen. Hij had de auto meegenomen, plus haar hoop dat tepelzuigen nieuwe inhoud aan haar huwelijk zou geven en een eind zou maken aan haar aanrakingsarmoede. Uiteindelijk staakte ze haar zoektocht, maakte een lekkere pot thee en vroeg zich in de keuken af waarom ze in vredesnaam getrouwd was met een mannelijk chauvinistisch zwijn als Henry Wilt, die nog niet zou weten wat lekker neuken was als het hem op een bord werd aangereikt en wiens idee van een duur avondje uit bestond uit kip met kerrie bij de plaatselijke Indiër en een voorstelling van King Lear in het wijkgebouw. Waarom was ze niet met iemand als Gaskell Pringsheim getrouwd, die Zweedse professoren in de watten legde bij Ma Tante en begreep hoe belangrijk clitorale stimulatie was als cruciale dinges van een werkelijk bevredigende intermenselijke penetratie? Andere mensen vonden haar nog steeds aantrekkelijk, zoals Patrick Mottram en John Frost, haar leraar pottenbakken. Sally had zelfs gezegd dat ze beeldschoon was. Eva staarde naar de ruimte tussen het afdruiprek en de mixer die Henry haar voor Kerstmis had gegeven en dacht aan Sally en hoe vreemd ze haar had aangekeken toen ze haar citroengele pyjama aangetrokken had. Sally had in de deuropening van de slaapkamer gestaan, een sigaartje gerookt en haar bewegingen gevolgd met zo’n sensuele berekening dat Eva had moeten blozen.

“Schatje, je hebt een beeldschoon lichaam,” had ze gezegd toen Eva zich haastig omdraaide en haar gele pyjamabroek aantrok om het gat in haar panty te verbergen. “Dat moet je niet verloren laten gaan.”

“Vind je echt dat het me staat?”

Maar Sally had strak naar haar borsten gestaard. “Boezembaby,” had ze gemompeld. Eva had omvangrijke borsten en Henry had tijdens een van zijn vele sombere momenten ooit iets gezegd als de uiers van de hel gaan tingelingeling, voor u maar niet voor mij. Sally had er meer waardering voor en wilde per se dat Eva haar bh uit zou trekken en hem zou verbranden. Ze waren naar de keuken gegaan, hadden tequila gedronken en de bh op een schaal gelegd met een takje hulst erop, waarna Sally er cognac over had gegoten en hem had aangestoken. Ze moesten de schaal in de tuin zetten omdat hij zo’n afschuwelijke geur verspreidde en zo rookte en ze hadden lachend in het gras gelegen terwijl hij nasmeulde. Nu ze eraan terugdacht, had Eva spijt van haar daad. Het was een goede bh geweest, met dubbelelastische cups die speciaal ontworpen waren om een vrouw vertrouwen te geven waar ze het nodig had, zoals de tv-reclame beweerde. Maar Sally had gezegd dat ze dat als bevrijde vrouw aan zichzelf verschuldigd was, en met twee borrels achter haar kiezen was Eva niet in de stemming om te discussiëren.

“Je moet je vrij voelen,” zei Sally. “Vrij om te zijn.”

“Vrij om wat te zijn?” zei Eva.

“Jezelf, schat,” fluisterde Sally, “je geheime zelf,” en ze raakte Eva teder aan, op een plaats waarvan ze zelfs het bestaan hardnekkig ontkend zou hebben als ze nuchterder en minder uitgelaten was geweest. Ze waren weer naar binnen gegaan voor de lunch, een mengsel van nog meer tequila, salade en knackebröd met kwark. Eva, wier eetlust bijna even groot was als haar enthousiasme voor nieuwe ervaringen, had dat onbevredigend gevonden en dat ook laten doorschemeren, maar Sally had het idee van drie stevige maaltijden per dag weggewuifd.

“Calorisch beschouwd is een hoge zetmeelopname verschrikkelijk slecht,” zei ze, “en bovendien gaat het er niet om hoeveel je in je lijf stopt, maar wat. Seks en eten lijken veel op elkaar, liefje. Vaak een klein beetje is beter dan af en toe een hoop.” Ze had Eva nog een tequila ingeschonken, erop gestaan dat ze een hap citroen zou nemen voor ze hem achterover sloeg en haar toen de trap op geholpen naar de grote slaapkamer met het grote bed en de grote spiegel tegen het plafond.

“Het is tijd voor tt,” zei ze, terwijl ze de luxaflex dicht deed.

“Thee thee?” prevelde Eva. “Maar we hebben net gegeten.”

“Tasttherapie, schat,” zei Sally en ze duwde haar zachtjes op bed neer. Eva Wilt staarde omhoog naar haar spiegelbeeld: een dikke vrouw, twee dikke vrouwen in gele pyjama’s op een groot rood bed; twee dikke vrouwen zonder gele pyjama’s op een groot rood bed; vier naakte vrouwen op een groot rood bed.

“O Sally! Nee Sally!”

“Schatje,” zei Sally en smoorde haar protesten oraalsgewijs. Het was een verbijsterende nieuwe ervaring geweest, hoewel ze hem zich maar gedeeltelijk kon herinneren. Eva was in slaap gevallen voor de tasttherapie goed en wel begonnen was, en toen ze een uur later wakker werd was Sally weer aangekleed en stond ze naast het bed met een kop zwarte koffie.

“O, ik voel me verschrikkelijk,” zei Eva, die zowel op haar morele als lichamelijke toestand doelde.

“Drink dit op, dan voel je je wel beter.”

Eva had de koffie opgedronken en zich aangekleed, terwijl Sally uitlegde dat een postcontactuele depressie een natuurlijke reactie was op de eerste tasttherapie.

“Na wat meer behandelingen gaat het allemaal veel soepeler. Je zult waarschijnlijk instorten en huilen en gillen en je dan enorm bevrijd en opgelucht voelen.”

“Denk je? Ik zou het niet weten.”

Sally had haar naar huis gebracht. “Jij en Henry moeten donderdagavond naar onze barbecue komen,” zei ze. “Ik weet dat G’tje je graag zal willen ontmoeten. Je zult hem aardig vinden. Hij is een borstentype. Hij zal wild van je worden.”

“Ik zeg toch dat ze bezopen was?” zei Wilt in de keuken van de Braintrees terwijl Peter Braintree een flesje bier voor hem openmaakte. “Ze was zo dronken als een tor, droeg een gruwelijke gele pyjama en rookte een sigaret in een achterlijk pijpje.”

“Wat zei ze?”

“Nou, als je het echt moet weten: “Kom binnen…” Nee, het is te erg. Ik heb een ontzettende rotdag gehad op school. Morris heeft gezegd dat ik naar mijn vaste aanstelling kan fluiten, Williams is weer eens ziek en dus moet ik een vrij uur opofferen, ik krijg een klap voor mijn kanis van een boerenhufter in Drukkers 3 en als ik thuiskom word ik opgewacht door een dronken vrouw die me haar penispopje noemt.”

“Haar wat?” zei Peter Braintree, die hem met grote ogen aankeek.

“Je hoorde me wel.”

“Noemde Eva jou haar penispopje? Ik geloof het niet.”

“Ga jij dan maar langs en kijk hoe ze jou noemt,” zei Wilt bitter. “Maar geef mij niet de schuld als ze je tepels er oraalsgewijs afzuigt.”

“Goeie god. Dreigde ze dat te doen?”

“En nog meer,” zei Wilt.

“Het klinkt totaal niet als Eva.”

“Ze zag er verdomme ook niet uit als Eva. Ze had zich helemaal opgedirkt, in een gele strandpyjama. Je had de kleur moeten zien. Een boterbloem was er niks bij. Ze had een of andere afzichtelijke rode lippenstift rond haar mond gesmeerd en ze rookte…Ze heeft al zes jaar niet meer gerookt! En dan dat gezwets over penispopje en tepelzuigen. Oraalsgewijs, nota bene.”

Peter Braintree schudde zijn hoofd. “Het klinkt smerig,” zei hij.

“Het doen is nog veel smeriger, als je het mij vraagt,” zei Wilt.

“Heel eigenaardig allemaal,” zei Braintree. “Joost mag weten wat ik zou doen als Susan thuiskwam en per se aan mijn tepels wilde zuigen.”

“Je moet doen wat ik gedaan heb. Het huis uit lopen,” zei Wilt. “En het gaat trouwens niet alleen om tepels. We zijn verdomme twaalf jaar getrouwd. Een beetje laat dag om nu nog oraalsgewijs te gaan klooien, vind je ook niet? Nee, dit is een seksuele bevrijdingsbevlieging. Toen ze gisteravond thuiskwam, na Mavis Mottrams bloemsierklasje, leuterde ze over clitorale stimulatie en seksueel ontremde lustbeleving.”

“Seksueel ontremde wat?”

“Lustbeleving. Misschien heb ik het verkeerd, want ik sliep half, maar er was in elk geval iets seksueel ontremd.”

“Waar heeft ze dat in godsnaam allemaal vandaan?” vroeg Braintree.

“Van een of andere stomme Yank. Sally Pringsheim,” zei Wilt. “Je weet hoe Eva is. Ik bedoel, ze ruikt intellectueel gezwets van een kilometer afstand en schiet eropaf als een mestkever op een open riool. Je hebt geen idee hoeveel ‘nieuwste ideeën’ ik me al heb moeten laten welgevallen. Nou, met de meeste valt nog wel te leven. Ik laat haar gewoon kletsen en volg mijn eigen rustige weg, maar als ik oraalsgewijs moet participeren terwijl zij over emancipatie leutert, dan verdom ik dat toch.”

“Wat ik niet begrijp van seksuele vrijheid en emancipatie is waarom je terug moet naar de kleuterklas om bevrijd te worden,” zei Braintree. “Blijkbaar heerst het idiote idee dat je de hele tijd hartstochtelijk verliefd moet zijn.”

“Apen,” zei Wilt gemelijk.

“Apen? Wat is er met apen?”

“Al dat gedoe over het diermodel. Als dieren het doen, moet de mens het ook doen. Territoriumdrang en de Naakte Aap. Je zet alles op zijn kop en in plaats van vooruitgang te boeken, donder je een miljoen jaar achteruit. De orang-oetan als ideaal. De gelijkheid van de kleinste gemene deler.”

“Ik snap niet wat dat met seks te maken heeft,” zei Braintree.

“Ik ook niet,” zei Wilt. Ze gingen naar de kroeg en lieten zich vollopen.

Het was middernacht toen Wilt thuiskwam. Eva lag te slapen. Wilt klom stilletjes in bed en mijmerde over hoge oestrogeengehaltes.

In Rossiter Grove kwamen de Pringsheims verveeld en vermoeid terug van Ma Tante.

“Zweden zijn werkelijk het nulpunt,” zei Sally terwijl ze zich uitkleedde.

Gaskell trok zijn schoenen uit. “Ungstrom is een beste kerel. Zijn vrouw heeft hem net verlaten voor een kernfysicus uit Cambridge. Hij is normaliter niet zo somber.”

“Het is dat jij het zegt. En over vrouwen gesproken: ik heb de meest ongeëmancipeerde vrouw ontmoet die je ooit gezien hebt. Ze heet Eva Wilt en heeft prammen als Ardenner hammen.”

“Alsjeblieft,” zei dr. Pringsheim. “Als ik op dit moment aan één ding geen behoefte heb, is het aan ongeëmancipeerde vrouwen met borsten.” Hij stapte in bed en zette zijn bril af.

“Ze kwam vandaag hier.”

“Kwam ze?”

Sally glimlachte. “Gaskell, je hebt een slijkerige geest.”

Gaskell Pringsheim glimlachte bijziend tegen zichzelf in de spiegel boven zijn hoofd. Hij was trots op zijn geest. “Ik ken je, liefje,” zei hij. “Ik ken je kleine gewoontes. En nu we het daar toch over hebben: wat doen al die dozen in de logeerkamer? Je hebt het toch niet weer over de balk gegooid, hè? Je weet dat ons budget voor deze maand…”

Sally plofte in bed. “Budget, m’n reet,” zei ze. “Morgen stuur ik alles terug.”

“Alles?”

“Nou, niet alles, maar het meeste. Ik moest toch indruk maken op boezembaby?”

“Je hoeft geen halve winkel leeg te kopen om…”

“Gaskell, schatje, laat me nou eens uitspreken,” zei Sally. “Ze is een maniak, een prachtige, onvervalste maniak met obsessies en dwangneuroses. Ze kan nog geen halve minuut stilzitten zonder dingen op te ruimen en schoon te maken en te poetsen en af te wassen.”

“Daar hebben we nou echt behoefte aan, een manisch type met dwangneuroses. Twee is ietsje te veel van het goede.”

“Twee? Ik ben niet manisch.”

“Voor mij ben je manisch genoeg,” zei Gaskell.

“Maar deze heeft tieten, schatje, tieten. Hoe dan ook, ik heb haar donderdag uitgenodigd op de barbecue.”

“Waarom in godsnaam?”

“Nou, als jij geen vaatwasser wilt kopen, zoals ik al honderd keer gevraagd heb, dan zorg ik er zelf wel voor een. Een manische vaatwasser met dwangneuroses en tieten.”

“Jezus,” zuchtte Gaskell. “Jij bent écht een kreng.”

“Henry Wilt, je bent een lul,” zei Eva de volgende ochtend. Wilt ging overeind zitten in bed. Hij voelde zich vreselijk. Zijn neus deed nog erger zeer dan de dag tevoren, hij had hoofdpijn en hij had een groot deel van de nacht besteed aan het wegspoelen van het bleekmiddel in de toiletpot. Hij was niet in de stemming om gewekt te worden met de mededeling dat hij een lul was. Hij keek op de wekker. Het was acht uur en om negen uur had hij Metselaars 2. Hij stond op en liep naar de badkamer.

“Hoorde je me?” vroeg Eva, die zelf ook opstond.

“Ja, ja,” zei Wilt en hij zag dat ze naakt was. Een naakte Eva Wilt om acht uur ‘s-ochtends was net zo’n klap in het gezicht als een dronken, rokende Eva Wilt in een citroen-gele pyjama om zes uur ‘s-avonds, en zelfs nog minder aantrekkelijk. “Waarom loop je in godsnaam zo rond?”

“En wat is er met jouw neus aan de hand? Je bent zeker dronken op je gezicht gevallen? Hij lijkt helemaal rood en opgezwollen.”

“Hij is ook rood en opgezwollen. En ik ben niet op m’n gezicht gevallen, als je het per se weten moet. Ga nou eens opzij. Om negen uur moet ik lesgeven.”

Hij wurmde zich langs haar heen, liep naar de badkamer en bekeek zijn neus. Die zag er vreselijk uit. Eva volgde hem. “Als je niet gevallen bent, wat is er dan gebeurd?” vroeg ze.

Wilt spoot wat scheerschuim op zijn hand en smeerde dat voorzichtig op zijn kin.

“Nou?” vroeg Eva.

Wilt hield zijn scheermesje onder de warme kraan. “Een kleine aanvaring,” mompelde hij.

“Met een lantaarnpaal, zeker. Ik wist wel dat je gedronken had.”

“Met een drukker,” zei Wilt onduidelijk en hij begon zich te scheren.

“Met een drukker?”

“Ja. Ik heb een dreun gehad van een agressieve leerling-drukker.”

Eva staarde hem in de spiegel aan. “Ben je geslagen door een student?”

Wilt knikte.

“Ik hoop dat je hem ook een beuk hebt gegeven.”

Wilt sneed zich.

“Nee, dat heb ik niet gedaan,” zei hij terwijl hij zijn kin bette met zijn vinger. “Kijk, dat komt door jou.”

Eva negeerde zijn klacht. “Waarom niet? Als je een échte man was geweest, had je teruggeslagen.”

Wilt legde zijn scheermes neer. “En dan de zak krijgen? En wie weet wel voor de rechter gesleept worden wegens mishandeling? Bedankt voor je briljante ideeën.” Hij pakte de spons en waste zijn gezicht.

Eva trok zich tevreden in de slaapkamer terug. Er zou nu geen woord meer vallen over haar gele pyjama. Ze had Henry’s gedachten van haar eigen kleine uitspatting afgeleid, en voorlopig zou hij genoeg hebben aan zijn gekrenkte gevoelens. Tegen de tijd dat ze klaar was met aankleden, had Wilt zijn zemelen met yoghurt en zijn koffie op en zat hij weer vast in de verkeersopstopping bij de rotonde. Eva ging naar beneden, at haar eigen ontbijt en begon aan haar dagelijkse ronde van afwassen, zuigen, het bad schoonmaken…

“Betrokkenheid bij een geïntegreerde aanpak,” zei dr. Mayfield, “is essentieel voor het welslagen van…”

Het comité voor de ontwikkeling van de studie kunst en literatuur was bijeen. Wilt draaide op zijn stoel heen en weer en verlangde vurig naar het einde van de bijeenkomst. Dr. Mayfields verhandeling: ‘Cerebrale Capaciteit en het Niet-Academische Leerplan’ was volslagen oninteressant en door Mayfields verkrampte zinsbouw en monotone voordracht kostte het Wilt de grootste moeite om wakker te blijven. Hij staarde naar de boorkranen op het bouwterrein van het nieuwe administratiegebouw. Het werk dat daar verricht werd had een realiteit die in schril contrast stond met de onpraktische theorieën van dr. Mayfield. Als hij werkelijk dacht dat hij Gasfitters 3 meer cerebrale capaciteit kon bijbrengen – wat dat dan ook zijn mocht – was hij niet goed snik. Bovendien zou zijn stomme verhandeling vast een discussie uitlokken tijdens de rondvraag. Wilt keek door de kamer. De verschillende partijen waren er allemaal: nieuw links, links, oud links, het onverschillige midden, gematigd rechts en reactionair rechts.

Wilt rekende zichzelf tot de onverschilligen. Vroeger had hij politiek bij links en cultureel bij rechts gehoord.

Hij had de bom geband, abortus en het afschaffen van privé-onderwijs gesteund en was tegen de doodstraf geweest. Op die manier had hij een reputatie als radicaal verworven, terwijl zijn pleidooi voor terugkeer naar de eenvoudige kunst van de wagenmaker, de smid en de handwever had bijgedragen aan de ondermijning van de pogingen van de technische staf om hun leerlingen te interesseren in moderne technologie. Het verstrijken van de tijd en de onveranderlijke grofheid van Stukadoors 1 hadden dat allemaal veranderd. Wilts idealen hadden plaatsgemaakt voor de overtuiging dat de man die gezegd had dat de pen machtiger was dan het zwaard eerst eens moest proberen The Mill on the Floss voor te lezen aan Automonteurs 3 voor hij zijn grote mond opendeed. Naar Wilts mening viel er veel te zeggen voor het zwaard.

Terwijl dr. Mayfield doordreunde en de rondvraag met zijn ideologische discussies volgde, bestudeerde Wilt de funderingsput op het bouwterrein. Het zou de ideale plaats zijn om een lijk te verbergen en er zou iets heel bevredigends zijn aan de wetenschap dat Eva, die toen ze leefde zo ondraaglijk was geweest, als lijk het gewicht van een betonnen gebouw van meerdere verdiepingen droeg. Bovendien was het bijzonder onwaarschijnlijk dat ze ooit ontdekt zou worden en identificatie was al helemaal onmogelijk. Eva had een sterk gestel en een nog sterkere wil, maar zelfs zij kon onder in een heiput geen identiteit bewaren. De moeilijkheid was haar zover te krijgen dat ze in die put afdaalde. Slaappillen leken een verstandige voorbereiding, maar Eva sliep goed en geloofde niet in pillen. “Ik snap niet waarom,” dacht Wilt grimmig. “Verder gelooft ze zo’n beetje in alles.”

Zijn dagdroom werd onderbroken door meneer Morris, die de vergadering sloot. “Voor u gaat,” zei hij, “is er nog één onderwerp waarover ik iets wil zeggen. Het hoofd techniek heeft ons verzocht een reeks lessen te geven aan brandweermannen in opleiding. Het thema is dit jaar Problemen van de Moderne Maatschappij. Ik heb een lijst met onderwerpen en de docenten die ze zullen behandelen.”

Meneer Morris deelde lukraak onderwerpen uit. Majoor Millfield kreeg Media, Communicatie en Participatiedemocratie, iets waar hij geen verstand van had en wat hem nog minder interesseerde. Peter Braintree kreeg De Nieuwe Gevoelloosheid in de Architectuur, Oorzaken en Maatschappelijke Kenmerken en Wilt werd met Geweld en het Uiteenvallen van het Gezin opgezadeld. Hij vond dat hij er goed van af was gekomen. Het onderwerp paste bij zijn gedachten van dat moment. Dat vond meneer Morris blijkbaar ook.

“Misschien wil je dit eens proberen na dat voorval met Drukkers 3,” zei hij terwijl ze naar buiten gingen. Wilt glimlachte flauwtjes en ging lesgeven aan Bankwerkers en Draaiers 2. Hij gaf hen Shane te lezen en besteedde het uur aan het maken van aantekeningen. In de verte hoorde Wilt de boormachines malen en in gedachten zag hij hoe het beton gestort werd terwijl Eva op de bodem van de put lag in haar citroengele pyjama. Het was een prettige gedachte, die hem hielp bij zijn aantekeningen. Hij schreef een titel, Misdaad binnen het gezin, ondertitel (A) Moord op Echtgenotes, afname sinds echtscheidingswetten.

Ja, daar moest hij over kunnen praten met brandweermannen in opleiding.