33
Het werd stil in de keuken. Rafa, Clementine en Grey staarden Marina verbaasd aan.
‘Wie dan?’ vroeg Grey. Hij dacht dat ze alle mogelijkheden al onder de loep hadden genomen.
Marina keek gegeneerd. ‘Een oude vriend.’
Grey fronste zijn wenkbrauwen. ‘Hoe bedoel je, een oude vriend?’
‘Het ligt nogal ingewikkeld. Het is iemand die ik van heel vroeger ken.’
‘En waar is diegene?’
Ze aarzelde en vlocht haar vingers in elkaar. ‘In Italië.’ Het woord werd op hen losgelaten, zodat ze er verbijsterd naar konden kijken. Maar niemand was zo verbijsterd als Marina zelf.
‘In Italië?’
‘Ja.’
‘Hoezo ken jij iemand in Italië? Laat staan iemand die in staat is je uit te kopen?’ Grey keek haar over de tafel heen aan. ‘Lieveling, hier sta ik echt van te kijken. Waarom heb je me nog nooit eerder over die man verteld?’
Marina trok geëmotioneerd met haar mondhoeken en haalde diep adem om haar zenuwen tot bedaren te brengen. ‘Je moet me vertrouwen, lieveling, en verder geen vragen meer stellen. Alsjeblieft. Het is een lang verhaal. Als ik niet ten einde raad was, had ik niet eens aan die vriend gedacht. Maar ik ben wél ten einde raad.’ In de stilte die hierop volgde voelde ze iets diep in haar hart trekken. Ze realiseerde zich dat ze al heel, heel lang ten einde raad was en dat ze pas nu, nu ze op de grens stond waar verleden en heden tegen elkaar botsten, inzag wat de ware reden achter haar plan was – en dat was niet het Polzanze. Ze moest weer denken aan de doos die boven op haar kast verstopt lag, en de tranen sprongen haar in de ogen.
Grey geloofde zijn oren niet. ‘Ik wil niet dat jij half Europa door reist om bij een man die ik nog nooit heb ontmoet om geld te bedelen.’
‘Dit ligt anders, lieveling – en ik ga niet bedelen.’
Grey trok een stoel naar achteren en ging zitten. Hij vond het maar niks dat zijn vrouw geheimen voor hem had, en al helemaal niet als het om geld ging. Hij keek haar ernstig aan. Toen zag hij iets in haar ogen waardoor hij van gedachten veranderde: hetzelfde verlangen dat hij gezien had wanneer hij haar troostte als ze een nachtmerrie had gehad, diezelfde hunkering die haar ertoe bracht om langs het strand te lopen en uren over het water uit te kijken. Op dat moment wist hij dat de bron van haar onrust in Italië lag, en dat dat de reden was waarom ze daarnaartoe moest.
‘Goed dan,’ zei hij zacht, want hij gaf zich gewonnen. Hij pakte haar hand. ‘Maar ik kan niet met je mee.’ Ze begreep dat hij het vervelend vond om een vreemde om hulp te vragen. ‘Dit is jouw bedrijf, Marina.’
‘Ik ga alleen. Ik red me wel.’
Hij glimlachte liefdevol naar haar. Ze realiseerde zich niet hoe kwetsbaar ze eruitzag. ‘Schat, het lijkt me niet verstandig om alleen te reizen. Waarom neem je Clementine niet mee, of Jake?’
‘Nee, echt, ik red me wel,’ hield ze vol.
‘Ik ga wel met je mee,’ stelde Rafa voor. Marina en Grey keken hem aan; ze waren bijna vergeten dat hij er ook bij zat. ‘Om te beginnen spreek ik de taal.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘En ik ben een goede chauffeur.’
‘Heel attent van je dat je dat aanbiedt, Rafa,’ zei Grey. Hij draaide zich om naar zijn vrouw. ‘Dat lijkt me een verstandig plan. Ik zou er veel geruster op zijn als ik wist dat er iemand bij je was.’
‘Goed, dat is dan geregeld,’ zei Marina. Ze glimlachte zwakjes, als een leeggelopen band die duizenden kilometers heeft gereden en echt niet meer verder kan. ‘Het is onze laatste kans.’
Grey knikte. ‘Als het niks oplevert, gaan we in op het bod van Charles Rueben. Dan beginnen we ergens anders opnieuw.’ Maar Marina luisterde al niet meer. Ze was al in Italië en liep door de lanen van haar verleden.
Later die avond, toen Clementine en Rafa Koekie op de top van het klif uitlieten, lieten ze de vreemde sessie in de keuken de revue nog eens passeren. ‘Waar ging dat over?’ vroeg Clementine.
‘Ik heb geen idee. Heel bizar.’
‘Wie gaat ze in Italië opzoeken? Een oude geliefde?’
‘Alles is mogelijk.’
‘Je moet me sms’en. Ik popel om het te horen.’
‘Het moet wel een heel bijzondere oude geliefde zijn als ze hoopt dat hij zo’n gigantische cheque voor haar zal uitschrijven.’
‘Wie kan er nou met dat soort bedragen strooien?’ Ze was zich ervan bewust dat hij haar vreemd aankeek. ‘Waarom belt ze hem niet gewoon? Als hij zo’n goede vriend van haar is, waarom belt ze hem dan niet om hem om een lening te vragen?’
‘Clementine, ik moet je iets vertellen,’ zei hij plotseling. Ze draaide zich om en zag dat hij helemaal bleek was, tot zijn lippen aan toe.
‘Gaat het wel met je?’
‘Nee.’
Clementine wilde zijn bekentenis niet horen. Als hij Baffles was, wilde ze het liever niet weten. Hij moest maar in het geheim verdergaan met inbreken, dan konden ze hun vriendschap ongestoord voortzetten. Ze wilde dat alles bleef zoals het was. Als hij schuld bekende, zou hij alles verpesten. ‘Ik was laatst in het stallencomplex…’ begon hij.
‘Dat weet ik. Jake heeft je daar gezien.’
‘Ik zei dat ik Koekie zocht.’
‘Maar dat was niet zo.’
‘Nee.’
‘Ik weet zeker dat Jake je verkeerd heeft beoordeeld. Maak je om hem maar geen zorgen. Hij is een beetje jaloers op je, maar dat had je waarschijnlijk al door.’
‘Jake heeft me niet verkeerd beoordeeld. Ik zocht iets anders.’
‘Ik wil het niet weten,’ barstte ze uit, en ze drukte haar handen tegen haar oren. ‘Als je een geheim hebt, hou dat dan alsjeblieft voor je.’
Hij keek haar stomverbaasd aan. ‘Maar ik wil het je juist vertellen. Ik wil het opbiechten.’
‘Waarom? Wat heeft dat voor zin? Je bekent iets heel ergs en dan kunnen wij geen vrienden meer zijn.’
‘Nee, zo is het niet.’ Hij pakte haar handen en trok die van haar oren.
‘Ja, zo is het wel. Je bent hier helemaal niet gekomen om oude dametjes te leren schilderen, hè?’
‘Nee, maar…’
‘Heb je ons met een reden uitgezocht?’
‘Ja.’
Clementine voelde een golf van emotie in haar borst omhoogkomen en trok haar handen los. ‘Vertel me alsjeblieft niet waarom. Ik kan het niet aan. Ik vertrouwde je.’ Ze was zo van slag dat ze het strand op rende.
‘Clementine, wacht! Het is niet wat je denkt! Ik bedoelde het goed.’
Ze bleef staan en draaide zich om. Ze had de wind in de rug, zodat haar haar tegen haar wangen sloeg. ‘Je begrijpt het niet, hè?’ Je begrijpt niet dat ik verliefd op je ben, riep ze hem in stilte toe. Toen zei ze er hardop achteraan: ‘Ik hoop dat je vindt waarnaar je op zoek bent.’
Hij keek haar na. Hij had achter haar aan kunnen rennen en haar alles kunnen vertellen, maar hij wist nu vrijwel zeker dat hij was waar hij wezen moest. Maar Grey wist niets over het verleden van Marina, en daar had Rafa geen rekening mee gehouden. Hoe zouden ze zich voelen als hij hun werkelijkheid plotseling op zijn kop zette en hun vertelde wie hij echt was? Hij ging op het zand zitten en nam zijn hoofd in zijn handen. Iets in hem wilde zijn koffers pakken, teruggaan naar Argentinië en de hele toestand achter zich laten. Maar ergens wist hij ook dat hij met Marina naar Italië moest gaan. Als hij nog enige hoop had om Clementine voor zich te winnen, moest hij de hele waarheid kennen.
Clementine lag in haar kussen te snikken. Ze wist dat ze beter had kunnen wachten op wat Rafa te zeggen had. Haar optreden was net zo beroerd geweest als de slechtste soap, waarin de personages al bij elkaar weglopen voor ze elkaar hebben laten uitspreken. Maar ze kon het niet aan om hem van zijn voetstuk te zien vallen. Ze durfde het risico niet aan dat ze verliefd was geworden op een luchtspiegeling, op een slim in elkaar gezet beeld. Ze wilde niet als Sylvia worden, met haar cynische kijk op de liefde. En nu? Hoe konden ze ooit de draad weer oppakken? Ze had net zo goed wel naar hem kunnen luisteren, want nu was alles tussen hen veranderd en had ze niet eens de genoegdoening dat ze wist wat of wie hij in werkelijkheid was.
Marina en Rafa vertrokken de volgende ochtend al voor zonsopgang naar het vliegveld, terwijl het Polzanze nog sliep. Ze namen de trein naar Heathrow, via Londen, en vlogen naar Rome. Er waren heel veel dingen die Rafa haar wilde vragen, maar hij hoedde zich ervoor inbreuk te maken op datgene wat Marina als haar eigen geheime avontuur beschouwde. Ze was zich er niet van bewust dat het dat ook voor Rafa was.
Marina was zenuwachtig. Ze beet op haar nagels, zat te frunniken en het lukte haar niet om het tijdschrift te lezen dat gedurende de hele vlucht op dezelfde bladzijde opengeslagen bleef liggen. Ze was voor haar doen heel stil en antwoordde met eenlettergrepige woorden op zijn opmerkingen. De croissant op haar blad bleef onaangeroerd. Op de luchthaven van Rome vroeg ze of hij een huurauto wilde regelen, hetgeen hij in vloeiend Italiaans deed, terwijl zij als een windhond die zich op een race voorbereidt liep te ijsberen. Maar eindelijk reden ze dan toch met een kaart en twee bekers koffie over het Toscaanse platteland naar een obscuur plaatsje met de naam Herba.
Rafa concentreerde zich op de weg, terwijl Marina naar buiten keek, naar de inktachtig groene cipressen, de torenhoge parasoldennen en de Italiaanse boerenhoeven met hun rode pannendaken en zandkleurige muren. Er woei een warme bries door de open ramen naar binnen, die de geuren van wilde tijm, rozemarijn en pijnbomen met zich meebracht. Ze leunde met haar elleboog in het open raam en klemde haar vinger tussen haar tanden. Ze had het gevoel alsof ze naar een reusachtige deur toe reed en dat ze maar één kans kreeg om die open te maken. Als ze daar niet in slaagde, ging die voor altijd dicht, met daarachter datgene waar ze haar hele leven al naar op zoek was. Nu ze in Italië was, leek het Polzanze heel ver weg en op de een of andere manier minder belangrijk. Haar focus lag anders, het masker gleed weg – misschien was het Polzanze al die tijd niet meer dan een scherm geweest, dat het enige wat er echt toe deed aan het zicht onttrok, het enige wat ooit echt belangrijk was geweest. Ze veegde een traan weg en probeerde zich op haar plan te concentreren.
Het was vroeg in de avond toen de auto stilhield voor de poorten van La Magdalena. Het licht was zacht geworden, de schaduwen lang. Het gele palazzo aan het eind van de oprit gluurde nieuwsgierig de laan in. Een beveiligingsmedewerker boog zich naar het raampje. ‘Marina Turner,’ zei ze. De man knikte en ging zijn hokje weer binnen om de poorten elektronisch open te doen. ‘Rij maar door,’ zei ze. Rafa deed wat hem was gezegd en reed het pad op. Hij durfde niet naar Marina te kijken; hij wist zo wel dat ze huilde.
Hij zette de auto stil voor het huis. ‘Rij jij maar terug naar Herba, dan kun je daar wat rondkijken,’ stelde ze voor. ‘Geef me een paar uur de tijd.’ Hij keek naar haar toen ze uitstapte en even de tijd nam om moed te verzamelen. Ze liet haar blik langs de voorgevel gaan, trok haar jurk recht en streek haar haar glad. Toen liep ze de trap naar de voordeur op, waar ze werd opgevangen door een butler in uniform.
Rafa reed langs de kust naar Herba, het stadje dat hij zo goed kende uit de verhalen van zijn vader. Die had het hem tijdens hun lange ritten over de pampa heel gedetailleerd beschreven, en Rafa zag nu wel dat het niet veel veranderd was sinds zijn vader een kleine jongen was geweest en met zijn broertje blootsvoets over de kasseien had gehold. Dus hier is het allemaal begonnen, dacht hij, en hij werd overspoeld door een vreemde nostalgie.
De butler heette Marina formeel welkom en ging haar toen voor de geblokte vloer over, waarna hij voor twee imposante houten deuren bleef staan. Hij klopte kordaat aan. Binnen riep een stem: ‘¡Avanti!’ Marina hield haar adem in en knipperde het waas uit haar ogen. De butler deed de deur open. Ze stak haar kin naar voren, trok haar schouders naar achteren en liep het vertrek binnen.
De man achter het bureau legde zijn pen neer en keek op. Toen hij de vrouw zag die nu voor hem stond, trok hij wit weg van schrik. ‘Lieve hemel,’ fluisterde hij, en hij kwam overeind. Heel even meende hij dat zijn ogen hem bedrogen.
‘Dante,’ zei ze zacht. Ze kon geen stap meer zetten, want het gevoel was uit haar benen verdwenen. Ze bleef bevend en als aan de grond genageld staan. De man liep langzaam om zijn bureau heen, naar haar toe, zonder zijn ogen van haar af te wenden – bang dat ze net zo plotseling weer zou verdwijnen als ze was opgedoken. Toen hij vlak voor haar stond, werden ook zijn ogen wazig. Hij pakte haar hand en leek zich er niet om te bekommeren dat er een traan was ontsnapt, die over de rimpels in zijn huid drupte.
‘Floriana.’