12

 

 

 

 

 

 

 

Clementine en Rafa stormden als een twee natte honden het hotel binnen. Rose en Jennifer zagen hen naar boven vliegen, waar hun lach het trappenhuis vulde en als vonken tegen de muren weerkaatste. Rose keek Jennifer aan en trok haar wenkbrauwen op. ‘Wat denk jij dat ze gedaan hebben?’

‘Wat het ook is, ik wou dat ik het ook had gedaan,’ antwoordde Jennifer vol verlangen.

‘Denk je dat ze in zee gezwommen hebben?’

‘Nou, als ze niet in een enorme plas zijn gevallen, zou ik zeggen dat de zee inderdaad in aanmerking komt.’

‘En dan te bedenken dat hij de hele zomer hier blijft…’

‘Er worden ongetwijfeld harten gebroken.’

‘Daar zou ik geen bezwaar tegen hebben,’ verzuchtte Rose. ‘Ik zou hem met alle plezier mijn hart laten breken.’

 

De lunch werd geserveerd in de eetzaal aan een lange tafel bij het raam. Marina had Rafa tussen haarzelf en Clementine in gezet. Het viel haar op dat ze allebei nat haar hadden en dat ze zich hadden omgekleed. Ze waren heel opgetogen en wisselden als intieme vrienden plagerijtjes uit. Clementines gezicht straalde als een Chinese lampion en de donkere wolk die anders altijd om haar heen hing straalde nu een en al licht uit. Marina verbaasde zich over die plotselinge omslag. Haar stiefdochter glimlachte zelfs naar haar en Marina schaamde zich dat ze op zo’n sneue manier dankbaar was voor dat kleine kruimeltje vriendelijkheid.

‘Wat hebben jullie uitgespookt?’ vroeg Grey.

‘We zijn in zee gaan zwemmen,’ antwoordde Clementine langs haar neus weg, alsof ze dat elke zondagochtend deed.

Rafa grijnsde schalks. ‘Dat is mijn schuld.’

‘Heel galant van je,’ merkte Jake op.

‘De zee oefent op mij een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.’

‘Nee, het was míjn voorstel,’ bekende Clementine, en haar brede glimlach maakte iedereen duidelijk dat ze daar geen greintje spijt van had.

‘Was het niet koud?’ vroeg Marina.

‘IJskoud,’ antwoordde Rafa. ‘Maar we hebben er wel trek van gekregen.’ Hij keek naar de schaal met gebakken tonijn, komkommer-norirolletjes met een dressing van geroosterd sesamzaad, honing en chili, en het water liep hem in de mond. ‘Dat ziet er heerlijk uit.’

‘We hebben een uitstekende Franse kok,’ zei Marina.

‘Verse tonijn,’ voegde Grey eraan toe terwijl hij zijn mes en vork oppakte. ‘Ik zou graag zeggen dat ik hem zelf gevangen heb, maar vanochtend heb ik op kantoor zitten werken.’

‘Waar was je mee bezig?’ vroeg Marina.

‘Jake en ik hebben plannen gemaakt voor ons eerste literaire diner.’

‘We willen William Shawcross vragen om te komen spreken,’ voegde Jake eraan toe.

‘Ik heb hem in Londen een paar keer ontmoet en heb een lezing van hem bijgewoond voor de Royal Geographic Society,’ legde Grey uit. ‘Ik denk dat we hem wel hiernaartoe kunnen krijgen. Zijn vrouw bestiert tenslotte een hotel aan de rand van Dartmoor.’

‘Dat lijkt me een prima idee,’ zei Marina enthousiast. Nu ze zo lekker in de zon zat die de eetzaal binnenviel, met haar nieuwe kunstenaar aan haar zij en het vooruitzicht van een literair diner met William Shawcross, zag ze de toekomst vol optimisme tegemoet. Er waren op dat moment maar een paar tafels met andere gasten, maar als eenmaal bekend werd dat in het Polzanze een kunstenaar zijn intrek had genomen voor de zomer, twijfelde ze er niet aan dat het hotel zou volstromen en dat het weer lekker druk zou worden.

 

‘Schat, waar is Harvey? Hij moet een paar dingen voor me doen vanmiddag,’ zei Grey.

‘Hij is weer eens op bezoek bij zijn moeder,’ antwoordde ze.

‘Wat een toegewijde zoon.’

‘Zijn moeder moet wel stokoud zijn,’ zei Jake. ‘Hij leeft zelf al in geleende tijd.’

‘Dat is niet aardig van je, Jake,’ berispte Marine hem. ‘Harvey is jong van geest.’

‘Hoe lang je leeft heeft alles te maken met hoe je denkt,’ zei Rafa met een tikje tegen zijn slaap. ‘Volgens mij zitten de meeste ziekten tussen de oren.’

‘Wat een onzin,’ wierp Jake tegen. ‘Wou je soms beweren dat mensen die sterven aan kanker alleen maar ziek zijn door hun manier van denken?’ Marina voelde zich enigszins opgelaten door Jakes agressieve antwoord, maar Rafa nam er geen aanstoot aan.

‘Volgens mij hebben onze emoties invloed op ons lichaam op manieren waar we nog lang geen duidelijkheid over hebben. Doktoren die medicijnen voorschrijven behandelen de symptomen, niet de oorzaak. Ik denk dat er een directe relatie bestaat tussen ons brein en onze gezondheid. We zouden ons allemaal stukken beter voelden als we positief zouden denken.’

Jake trok een bedenkelijk gezicht.

Rafa glimlachte en vervolgde: ‘Stel je voor dat je ’s nachts in bed ligt. Je ligt lekker warm en veilig, en je valt in slaap. Dan komt er ineens een gedachte in je op die je bang maakt, bijvoorbeeld dat er buiten iemand rondsluipt. Je hart begint te hameren, je ademhaling wordt oppervlakkig, je huid wordt koud en klam. De stress die de angst met zich meebrengt onderbeekt de energiestroom door je lichaam. Maar het is alleen maar een gedachte, meer niet.’

‘Daar heb je natuurlijk gelijk in, Rafa. De meeste ziekten zijn psychosomatisch,’ zei Grey.

‘Zo denk ik er ook over,’ voegde Clementine eraan toe.

Jake keek fronsend naar zijn zus en nam een slok wijn. ‘Vast wel, Clemmie. Weet je, Rafa, Clemmie heeft in geen… hoeveel is het… in geen twintig jaar in zee gezwommen.’

‘Wat heeft dat te maken met de invloed van het brein op de gezondheid?’ bitste Clementine.

‘Het illustreert alleen maar het verband tussen je brein en je stemming.’ Clementine keek hem vuil aan en suggestief trok hij zijn wenkbrauwen op.

‘Nou, bedankt voor het intrappen van een open deur.’

‘Mijn oude dames arriveren morgen,’ kwam Marina tussenbeide, die wel aanvoelde dat het peil van haar beschaafde lunch dreigde te dalen.

‘Clementine vertelde me dat ze heel excentriek zijn,’ zei Rafa. ‘Ik ben benieuwd.’

‘Ze zijn op en top Engels. Nou ja, behalve mevrouw Delennor dan; zij is Amerikaanse.’

‘Ik ben dol op Amerikanen,’ zei Rafa vol vuur. ‘Ik heb drie jaar in New York bij een reclamebureau gewerkt.’

‘Daarom spreek je zeker zo goed Engels?’ vroeg Grey.

‘Met een Amerikaans randje,’ voegde Jake eraan toe, omdat hij het niet kon laten een kleine steek uit te delen. ‘Met zo’n accent zou ik heel wat meer succes hebben bij de vrouwen.’

‘Daar heb je wel meer voor nodig dan een buitenlands accent, Jake,’ zei Clementine.

‘Zeg eens, Rafa, heb je een vriendin in Buenos Aires?’ Clementine keek omlaag naar haar bord in de hoop dat Rafa niet zou gaan vertellen dat hij al getrouwd was en kinderen had.

‘Nee,’ zei hij met een glimlach. ‘Ik ben een vrij man.’

‘Daar kunnen we maar beter geen ruchtbaarheid aan geven,’ vond Grey, ‘want anders willen alle jonge vrouwen uit Dawcomb plotseling op schilderles.’

‘Zolang ze mijn kamers vullen heb ik er geen bezwaar tegen,’ zei Marina.

‘Ben je met Rafa Dawcomb in geweest?’ vroeg Grey.

‘Nee,’ antwoordde Clementine. ‘Trouwens, hij kent Dawcomb al.’

‘Ik stel voor dat je hem vanmiddag iets van de omgeving laat zien. Het is belangrijk dat hij zich kan oriënteren.’

‘O, echt, pap. Wat is daar nou zo belangrijk aan?’

‘Geloof mij nou maar, schat, een man moet weten waar hij is.’

Rafa lachte en wendde zich tot Clementine. ‘Je bent me nog een scone met room schuldig,’ zei hij. ‘Dat was je toch niet vergeten, of wel?’

Clementine straalde van genoegen dat hij dat nog wist. ‘Dan gaan we naar Devil’s voor scones en jam, zodat je weet waar je bent.’ Grijnzend keek ze naar haar vader, en Grey voelde zijn hart zwellen van dankbaarheid.

 

Na de lunch vertrokken Clementine en Rafa naar Dawcomb. Grey daalde af naar de kade om wat aan zijn boot te klussen, en Marina keerde terug naar het voormalige stallencomplex. Jakes gedrag tijdens de lunch had haar verrast; hij was erg agressief geweest, en dat was niets voor hem. Voelde hij zich soms bedreigd door Rafa? Was hij jaloers op alle aandacht die de nieuwe kunstenaar ten deel viel? Niemand in het hotel kon tenslotte nog over iets anders praten. Hij was er sowieso al niet bijster enthousiast over geweest om een kunstenaar naar het hotel te halen, maar misschien voelde hij zich uit het veld geslagen door de man die overduidelijk veel succes zou hebben. Wat Jake zich echter niet realiseerde was dat ze allemáál van Rafa afhankelijk waren, wiens idee het ook was geweest om hem uit te nodigen. Dit was niet het moment voor kinderachtige jaloezietjes. Dit móést goed uitpakken.

 

Marina zat in haar keuken de kranten te lezen toen Jake binnen kwam vallen. Zijn gezicht zag roze van opwinding. ‘Baffles heeft weer toegeslagen!’ verkondigde hij. Geschrokken staarde Marina hem aan. ‘Vanochtend vroeg is er bij de Greville-Joneses ingebroken.’

‘Goeie god, weet je dat zeker?’ Het maakte haar bang dat de dief het voorzien had op mensen die ze kende. Dat bracht hem dichter naar háár toe.

‘Mijn informant bij de politie heeft me net gebeld. Hij zegt dat ze hun best doen om het stil te houden, zodat de mensen niet onnodig bang worden.’

‘Dan zullen we er morgen wel alles over lezen.’

‘Ik zeg niks.’

Marina slaakte een kommervolle zucht. ‘Die arme John en Caroline. Wat afschuwelijk!’ Jake grijnsde, want hij genoot kennelijk van het drama. ‘Je hoeft niet zo blij te kijken, Jake. Wie weet zijn wij de volgenden.’

‘Dat betwijfel ik. Het is wel duidelijk dat hij de huizen heel goed kent voordat hij er inbreekt. Hij gaat regelrecht op de buit af en komt verder nergens aan.’

‘Is er iemand gewond geraakt?’

‘John Greville-Jones hoorde iets in de hal en is met zijn geweer naar beneden gegaan. Dat bewaart hij blijkbaar onder zijn bed.’

‘Dan mag hij wel oppassen dat Caroline het niet tegen hem gebruikt.’

Jake grinnikte. ‘Ik denk niet dat ze weet hoe ze het moet ontgrendelen.’

‘Heeft hij hem gezien?’

‘Nee. Hij was heel snel. Muisstil erin en eruit.’

‘Wat heeft hij meegenomen?’

‘Al het zilver uit de eetkamer.’

‘Verder niks?’

‘Mijn informant zegt dat hij moet hebben geweten dat het er was, want hij is er regelrecht op af gegaan. Hij heeft niet de moeite genomen een van de andere kamers binnen te gaan, en je weet hoe de Greville-Joneses zijn; die hebben een hele salon vol kostbare schilderijen.’

‘Zijn er aanwijzingen?’

‘Alleen een briefje met “Bedankt” erop.’

‘Wat bizar, zeg.’

‘Ondertekend met “Raffles”.’

‘Blijkbaar geniet hij van de aandacht. Wie heeft nou ooit van een beleefde inbreker gehoord? Dat is een contradictie.’

‘Inbrekers laten wel vaker een persoonlijk merkteken achter.’

‘Die arme John en Caroline. Ik wilde Rafa net voorstellen om met mijn dames hun tuinhuisje te gaan schilderen. Vorig jaar heeft Caroline een picknick voor hen georganiseerd en toen heeft Harvey de hele middag in de keuken met hun kokkin zitten flirten.’ Ze zuchtte. ‘Ze zullen nu wel niet meer zo snel vreemden op hun terrein vragen.’

 

Rafa en Clementine zaten bij Devil’s naar een drielagige zilverkleurige etagère met scones, een grote kom room en een schaaltje jam te staren. Penny en Tamara, twee aantrekkelijke jonge serveersters, cirkelden om de tafel heen in de hoop dat de knappe buitenlander hun nog een keer een verblindende glimlach zou schenken. ‘Dus dit zijn scones,’ zei Rafa, terwijl hij de grootste uitkoos.

‘Ik zal je laten zien hoe het moet.’ Clementine sneed zijn scone open en lepelde een flinke dot room op beide helften, waarna ze er een lepeltje aardbeienjam bovenop schepte. ‘En nu aanvallen! Het is meer dan alleen smaak; het is een ervaring.’ In de wetenschap dat hij een publiek had, want inmiddels hadden niet alleen de serveersters, maar ook het tafeltje met vrouwen van middelbare leeftijd naast hen hun gesprek onderbroken om mee te luisteren, pakte hij een helft op en nam omstandig een hap. Er zat zo veel room en jam op dat er onwillekeurig iets van op zijn lippen bleef zitten. In plaats van zijn servet te gebruiken likte hij het verrukt op, waarbij de rimpeltjes bij zijn ogen dieper werden toen hij met komisch genoegen grijnsde. Penny en Tamara giechelden en de middelbare vrouwen glimlachten om zijn gretige zelfspot. Het duurde niet lang of Sugar Wilcox, die bij haar doop de veel minder swingende naam Susan had meegekregen, haar kantoor achter in het café uit kwam om te kijken wat al die commotie te betekenen had.

Sugars hart was net zo zacht als haar scones en ze wilde net zo graag verslonden worden als de jam en room. Toen ze de charismatische vreemdeling samen met Clementine Turner bij het raam zag zitten, trok ze haar sorbetroze jurk glad en maakte optimaal gebruik van haar positie als eigenaresse om het vertrek door te schrijden en zich voor te stellen. ‘Clemmie, wie is die charmante gast van je?’

Rafa veegde zijn mond af met het servet, schoot beleefd overeind en stak zijn hand uit naar het blonde vrouwtje dat nu voor hem stond. ‘Rafa Santoro,’ zei hij. Ze schrok van de kracht van zijn handdruk en trok zich haastig terug, terwijl ze met haar andere hand haar breekbare vingers omklemde.

‘Een Italiaan…’ zei Sugar op dwepende toon. ‘Ik ben dol op Italië.’

‘Argentinië,’ antwoordde hij. ‘Argentinië vindt u vast ook heel mooi.’

‘Goeie hemel, u bent me er eentje. Geniet maar van uw scones.’

Rafa ging weer zitten. ‘Dat doe ik ook. Ze zijn verrukkelijk. Als ik hier zou wonen, zou ik me er met alle plezier mijn buik kogelrond aan eten.’

‘Ik ken Argentinië wel een beetje. Ik heb mijn Eva Peron-periode gehad, toen ik mijn haar strak achterover had in een wrong, jurken uit de jaren veertig droeg en mijn lippen knalrood stiftte.’

‘Weet u zeker dat dat niet meer een Madonna-tijd was?’

‘Nou, dat zal wel ja. Ik vond het schitterend zoals ze eruitzag in de film. En, hoe lang blijft u?’

‘De hele zomer,’ mengde Clementine zich in het gesprek, alleen maar om Sugar eraan te herinneren dat zij er ook nog was. ‘Hij is de inwonend kunstenaar van mijn stiefmoeder.’

‘Echt waar? Wat heerlijk. Ik zou dolgraag leren schilderen.’

‘Daarvoor moet je hotelgast zijn, vrees ik,’ zei Clementine.

‘Telt een lunch ook mee?’

‘Nee.’

Sugar slaakte een zucht en sperde haar blauwe ogen zo ver mogelijk open. ‘Geeft u ook na zessen les?’

‘Ik ben er nog maar net, dus ik weet nog niet hoe het zal gaan.’

‘Als u maar weet dat Marina u druk bezig zal houden in het hotel.’

Zogenaamd hulpeloos haalde hij zijn schouders op. ‘Ik moet nu eenmaal mijn kost en inwoning verdienen.’

‘Bij mij stelt de huur niet zo veel eisen,’ fluisterde Sugar suggestief. ‘U kunt scones komen eten wanneer u maar wilt. Van het huis. U bent vast goed voor de omzet.’ Ze glimlachte liefjes en zweefde weg.

Clementine lachte zachtjes. ‘Komt dat door je aftershave?’

‘Hoe bedoel je?’ Maar hij wist heel goed wat ze bedoelde, want zijn mondhoeken vertrokken schalks. ‘Ze zijn hier zeker geen buitenlanders gewend?’

‘Onzin, natuurlijk wel. Alleen niet van die knappe.’

‘Daar komen ze wel overheen. Er zijn grenzen aan wat een mooi uiterlijk voor je kan doen.’

‘Jij hebt tenminste persoonlijkheid. De meeste mensen die knap zijn hebben die nooit hoeven ontwikkelen.’

Zijn bruine ogen namen haar peinzend op. ‘Ik vind minder in het oog springende schoonheid veel aantrekkelijker. Wanneer je daardoor wordt overvallen, heb je geen houvast.’

Clementine begon het warm te krijgen. Doelde hij op haar? ‘Iedereen heeft wel iets,’ zei ze tam.

‘Je stiefmoeder heeft een heel mooi gezicht.’

‘Voel je je daar dan door overvallen?’

‘Nee. Maar ze heeft mysterieuze ogen.’

‘Dan zie jij iets wat ik niet zie.’

‘Uiteraard, want ik ben niet verblind door vooroordelen. Op haar leeftijd weerspiegelt het gezicht van een vrouw wie ze is, of ze dat nou leuk vindt of niet. Ze kan haar ware aard niet verbergen. Marina heeft een zinnelijk, gulhartig gezicht, maar haar ogen hebben iets behoedzaams en verdrietigs.’

‘Mannen!’ Clementine sloeg haar ogen ten hemel. ‘Jij bent al net zo als de rest.’

‘Waarom zou je denken dat ik anders was?’

‘Ik weet niet. Ik had gehoopt…’

Hij schokschouderde en nam een slokje thee. ‘Het probleem dat jij met je stiefmoeder hebt, is jóúw probleem en niet het hare. Laat wat er in het verleden is gebeurd niet bepalen wie je nu bent.’

Clementine was uit het veld geslagen door zijn opmerking. Ze had gedacht dat hij haar begreep. Maar nu puntje bij paaltje kwam, bleek hij een man te zijn als ieder ander; hij had alleen een knapper gezicht. In één ochtend was Marina erin geslaagd haar tentakels als een Medusa om hem heen te wikkelen. Clementine was hem als bondgenoot kwijt.

 

Die avond liep Rafa na het eten de tuin in om zijn moeder te bellen. Hij ging op de grond onder de ceder zitten en haalde zijn mobiele telefoon tevoorschijn. Maria Carmela leek het te voelen wanneer haar lievelingszoon belde en nam al op bijna nog voor het toestel had kunnen overgaan.

Hijo…

‘Mama. Is alles goed met je?’

‘Jazeker, Rafa. Godzijdank ben ik goed gezond. Een beetje moe, maar op mijn leeftijd kun je ook niet anders verwachten.’

‘Zo oud ben je niet.’

‘Ik voel me oud. Ik maak me zorgen.’

‘Ik heb je gezegd dat dat niet hoeft.’

‘Leefde je vader nog maar.’

‘Dan was ik hier nu niet. En ik ben blij dat ik hier wel ben.’

‘Vertel eens: wat doe je zoal de hele dag?’

Rafa vertelde haar over zijn uitstapje naar de vergeten kerk met Clementine en over hun zwempartij in zee. ‘Ik heb vanmiddag echt op z’n Engels theegedronken in een tentje dat Devil’s heet. Ik heb scones gegeten.’

‘Wat zijn dat voor dingen?’

‘Een soort alfajores de maizena, min of meer. Ik neem er wel een paar voor je mee als ik naar huis kom.’

‘Heb je iets gezegd?’

‘Nog niet. Het was er niet het moment voor.’

‘Als je te lang je mond houdt, is het misschien te laat.’

‘Ik moet zekerheid hebben, al is dit volgens mij de goede plek. Alle aanwijzingen hebben me hiernaartoe geleid.’

‘Als je twijfelt, moet je naar huis komen en die hele dwaze onderneming maar vergeten.’

‘Ik ben al heel ver gekomen en ga het nu niet opgeven.’

‘Niemand kan zeggen dat je geen moedig man bent. Ik ben trots op je.’

‘Blijf dan maar lekker trots en maak je geen zorgen meer.’ Er viel een lange stilte en de lijn kraakte. ‘Mama, ben je daar nog?’

‘Ik voel me schuldig, Rafa.’ Haar stem klonk nu kalmer.

‘Hoezo dat?’

‘Als ik het je niet had verteld, zou je nooit aan die malle zoektocht zijn begonnen. Het is allemaal mijn schuld. Je vader en ik hadden beloofd dat we het allemaal geheim zouden houden. Toen hij nog leefde, schonk hij me de kracht om mijn mond te houden. Hij heeft het meegenomen zijn graf in, zoals hij altijd had gezegd. Maar ik… Doordat ik zo veel van je hou kon ik het niet langer voor me houden. Je had er recht op om de waarheid te weten. Maar nu ik je die heb verteld, ben ik bang voor wat je misschien naar boven weet te halen. Ik hou mijn hart vast dat ik je de sleutel heb gegeven van de doos van Pandora.’

‘Er zal heus niets gebeuren.’

‘Je kent de mensen niet met wie je te maken hebt. Ze zijn gevaarlijk.’

‘Dat was jaren geleden. De tijden zijn veranderd.’

‘Ik maak me zorgen dat ik je weer in gevaar heb gebracht.’

‘Laat mij me daar maar druk om maken.’

‘O, Rafa, je geeft me zo veel kracht. Ik zal mijn best doen om niet te piekeren.’

‘Aan het eind van de zomer kom ik weer thuis en gaat alles weer zijn oude gangetje. Vertrouw mij maar.’

‘Jou vertrouw ik wel, hijo. Ik vertrouw alleen… hén niet.’

Rafa leidde haar af met vragen over de boerderij, zijn broers en zussen, en hun kinderen. Geleidelijk aan begon haar stem ontspannener te klinken en leek ze meer de oude te worden. Toen hij ophing, voelde hij zich iets beter. De gedachte dat ze in haar eentje op de pampa over hem zat te tobben stond hem helemaal niet aan. Hij wist hoe dierbaar hij haar was, en dat hij haar sinds zijn vader was overleden nog veel dierbaarder was geworden. Hij stond op, zette zijn handen in zijn zij en staarde in gepeins verzonken voor zich uit in de eeuwige zwartheid van de nacht. Hij was er nog niet klaar voor om terug naar binnen te gaan, want in zijn hoofd had hij nog heel wat knopen te ontrafelen. Dus ging hij een eindje lopen.

De geuren van de tuin werden versterkt door de dauw en hij moest denken aan de nachtwandelingen die hij vroeger vaak over de pampa maakte. Toen hij dieper in het verleden groef, voelde hij de scherpe pijn van verlangen in zijn hart.

Toen Rafa nog een kleine jongen was geweest, was Lorenzo al een oude man van in de zestig. Zijn andere kinderen waren allemaal al volwassen en zijn vrouw was bang dat hij niet langer het geduld of de energie bezat om de veeleisendheid van een kleintje te verdragen. Maar beetje bij beetje had Rafa hem met zijn enthousiasme en nieuwsgierigheid voor zich gewonnen; als een trouw hondje liep hij overal op de boerderij achter hem aan. Toen zijn oudere kinderen nog klein waren geweest, had Lorenzo het te druk gehad om veel met hen op te trekken, maar op latere leeftijd had hij tot zijn vreugde gemerkt dat hij alle tijd van de wereld had om veel met zijn jongste samen te doen. Hij leerde hem paardrijden en nam hem mee op lange ritten over de pampa, waarbij hij hem verhalen vertelde over de geschiedenis van het land en zijn eigen jeugd in Italië. Hij leerde hem kaarten en glimlachen als hij had verloren, en ’s avonds, bij het warme licht van het vuur, zaten ze op het gras met de andere gaucho’s liedjes te zingen terwijl Lorenzo op zijn gitaar tokkelde. De oude man genoot ervan dat hij één kind had om dol op te zijn in plaats van vier, en hij verwende zijn zoon met de toegeeflijkheid van een man die verder weinig in zijn leven heeft dat hem plezier schenkt. Rafa had die momenten alleen met zijn vader heerlijk gevonden: een onbehouwen beer van een vent, met het kalme, vriendelijke karakter van een hond. Wat miste hij hem.