17

Banks en Winsome zaten in de grauwe verhoorkamer met Jamie Murdoch, die gekleed was in de standaard oranje politieoverall en aan zijn vingernagels pulkte. De dienstdoende advocaat, mevrouw Olivia Melchior, zat in een hoekje. Ze had Murdoch al even kort gesproken, had hem de situatie uitgelegd en hem verteld dat het maar het best was als hij kort en eerlijk antwoordde, tenzij hij het risico liep dat hij zichzelf zou belasten of zijn rechten werden geschonden – daarover zou zij dan wel oordelen. Banks zette de cassetterecorders en de video aan, werkte de inleidende opsomming van tijd, datum en aanwezigen af, en gaf Murdoch vervolgens de gepaste waarschuwing over de nadelen die eraan kleefden om in dit gesprek zaken achterwege te laten waarop hij later in een rechtszaak mogelijk een beroep zou willen doen. Murdoch bleef naar zijn vingernagels staren.

‘Vertel eens, Jamie,’ zei Banks. ‘Waarom ging je ervandoor?’

‘U ging me er toch bij lappen?’

‘Wat bedoel je?’

‘Voor die aanklacht wegens smokkel. Sigaretten en drank. U wilde me ervoor laten opdraaien. Ik ken die verhalen heus wel.’

‘Dit gaat niet over smokkelwaar, Jamie.’

‘Niet?’

‘Nee.’

‘Waarover dan wel?’

‘Dit gaat over de verkrachting van en moord op Hayley Daniels.’

Murdoch keek weer naar zijn nagels. ‘Ik heb u al gezegd dat ik daar niets vanaf weet.’

‘Kom, Jamie, je was er vlakbij, direct om de hoek zelfs.’

‘De muren zijn dik. Je hoort binnen bijna niets van de geluiden op straat.’

‘Toch wel als de deur openstaat, niet Jamie?’ zei Winsome.

Murdoch keek haar aan. ‘Hè?’

‘Toen Hayley Daniels en haar vrienden vertrokken,’ vervolgde Winsome, ‘liet je de deur op een kier staan en heb je opgevangen wat ze zeiden. Wij denken dat je Hayley hebt horen zeggen dat ze in haar eentje de Maze inging.’

‘Nou en?’

‘Je geeft het dus toe?’ drong Winsome aan.

‘Het zou zomaar kunnen. Het is niet echt netjes om de deur meteen dicht te gooien en op slot te doen zodra je laatste gasten buiten staan. Je geeft ze meestal even de tijd. Het kan zijn dat iemand iets is vergeten. Een handtas, een jas.’

‘Dat is heel beleefd van je,’ zei Banks. ‘Ik dacht dat je juist snel alles moest afsluiten om te voorkomen dat er werd ingebroken.’

‘Dat is ook zo, maar..’

‘Hayley Daniels had het je erg lastig gemaakt, hè?’

‘Hoezo?’

‘Toen je haar vertelde dat de toiletten buiten gebruik waren en ze er niet naartoe mocht, gaf ze je een grote mond en zei ze akelige dingen tegen je. Kom, Jamie, hierover hebben we het al eens eerder gehad.’

‘Ze deed inderdaad vals,’ zei Jamie. Hij schudde traag zijn hoofd. ‘Ik heb nog nooit zulke akelige dingen te horen gekregen uit… uit…’

‘Uit zo’n fraaie mond? Ze was erg knap, hè, Jamie? Een mooi lichaam ook.’

‘Daar weet ik niets van.’

‘Ach, kom nou toch,’ zei Banks. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat dát je niet is opgevallen? Het is mij zelfs opgevallen, en toen ik haar zag, was ze dood.’

Mevrouw Melchior wierp Banks een waarschuwende blik toe. Blijkbaar was ze ervan op de hoogte dat hij nogal eens de neiging had om een bizarre, bijna onwerkelijke richting in te slaan om zo verdachten van hun vooraf bedachte verhaal af te brengen.

‘Ze leek me erg fit,’ zei Murdoch.

Fit but she knew it?

‘Dat is meestal zo.’

‘Wat wil je daar precies mee zeggen, Jamie?’

‘Dat weet u best. Meisjes als zij – die weten heus wel dat ze er goed uitzien.’

‘Vind je daarom dat nummer zo leuk dat je het zelfs als ringtone gebruikt?’

‘Dat was gewoon als grap bedoeld.’

‘Lopen ze met hun uiterlijk te pronken?’

‘U zou de kleren eens moeten zien die ze dragen – of eigenlijk níét dragen.’ Hij lachte – een onaangenaam, verbitterd geluid.

‘Zoals Jill?’

‘Jill?’

‘Ja, het meisje dat voor je werkt. Jill Sutherland. Dat is ook een aantrekkelijk meisje. Ze nam altijd de kortste route naar het parkeerterrein via de Maze. Ben je zo soms op het idee gekomen?’

‘Welk idee?’

‘Dat het een geschikte plek was voor een hinderlaag.’

‘Dat is belachelijk.’

‘Een béétje kerel zou er toch gek van worden,’ zei Banks, ‘van de kleding die ze dragen en de dingen die ze allemaal zeggen?’

‘Geen antwoord geven, Jamie,’ zei mevrouw Melchior. ‘Hij probeert je te manipuleren.’ Ze keek streng naar Banks. ‘U moet daarmee ophouden. Beperk u tot relevante vragen.’

‘Jazeker, mevrouw,’ zei Banks.

Mevrouw Melchior keek hem nijdig aan.

‘Hoe lang kende je Hayley al?’ vroeg Winsome.

‘Ik kende haar niet,’ zei Murdoch. ‘Ik had haar alleen af en toe gezien wanneer ze met vrienden in de pub kwam.’

‘Volgens onze gegevens zaten jullie anders samen in het eerste jaar op de hogeschool, voordat jij je studie eraan gaf,’ zei Winsome. Ze zette haar leesbril recht en tikte op het dossier dat voor haar op tafel lag.

‘Het is best mogelijk dat ik haar een paar keer ben tegengekomen. Het is een grote hogeschool.’

‘Heb je haar weleens mee uit gevraagd?’

‘Dat zou zomaar kunnen. Wat dan nog?’

‘Dat zou betekenen dat jullie een gezamenlijk verleden hebben.’ Winsome zette haar bril af en leunde achterover in haar stoel.

‘Je had van begin af aan al een oogje op haar, hè?’ zei Banks.

‘Mag dat dan niet?’

‘Maar zij wilde niets met jou te maken hebben. Ze was kieskeurig en ging niet zomaar met de eerste de beste op stap. Haar voorkeur ging uit naar oudere mannen – docenten, mannen met een beetje levenservaring, geld en hersens.’

Murdoch sloeg met een vuist op de tafel.

‘Rustig aan, Jamie,’ zei mevrouw Melchior. ‘Gaat dit nog ergens naartoe of hoe zit het?’ vroeg ze aan Banks.

‘Jazeker,’ zei hij. ‘Zo is het toch, Jamie? Je weet heel goed waar dit naartoe gaat, nietwaar? Zaterdag 17 maart. St. Patrick’s Day. Wat was er zo bijzonder aan die dag?’

‘Niets. Ik zou het u niet kunnen zeggen.’

‘Een stel vandalen vernielde op die dag toch de wc’s?’

‘Ja.’

‘Wat was er gebeurd? Hadden ze soms jouw kijkgat van de voorraadkamer naar de dames-wc’s ontdekt?’

Murdoch verstijfde. ‘Watte?’

Het was een gok van Banks geweest – niemand had het ooit over die mogelijkheid gehad –, maar het bleek een schot in de roos te zijn. Het was typisch iets wat hij van iemand als Murdoch zou verwachten. ‘Daar komen we straks wel op terug,’ zei hij. ‘Hayley zag er die avond extra goed uit, hè? Dat korte rokje, haar laag uitgesneden topje. Eigenlijk zelfs een beetje ordinair.’

‘Inspecteur Banks,’ kwam mevrouw Melchior tussenbeide, ‘misschien kunt u dergelijke opmerkingen in het vervolg achterwege laten?’

‘Sorry,’ zei Banks. ‘Je vond haar toch zeker wel een lekker ding, Jamie?’

‘Ze was erg aantrekkelijk.’

‘Je verlangde al een hele tijd naar haar.’

‘Ik mocht haar graag, dat klopt.’

‘Wist ze dat?’

‘Dat denk ik wel.’

‘Toen kwam dat gedoe met de toiletten.’

‘Ze had al die dingen nooit tegen me mogen zeggen.’

‘Zette ze je ten overstaan van al die mensen voor schut?’

‘Ze had me niet zo mogen uitschelden.’

‘Wat zei ze dan, Jamie?’

‘Verschrikkelijke dingen. Over mijn mannelijkheid en zo.’ Hij gluurde steels naar mevrouw Melchior, die blijkbaar geboeid zat te luisteren.

‘Ze beweerde dat je impotent was, hè? Een “slappe lul”. Je was natuurlijk woest.’

‘Hoe kon ze dat nou zeggen? Ze wist toch dat ik… dat ik haar leuk vond? Hoe kon ze dan zo wreed zijn?’

‘Ze was dronken, Jamie. Ze moest nodig piesen.’

‘Meneer Banks!’

Banks hief een hand op. ‘Sorry.’

‘Daar kon ik toch niets aan doen?’ zei Jamie. ‘Ik had die stomme plees niet gesloopt!’

Banks hoorde een klopje op de deur. Winsome deed open, kwam terug en fluisterde iets in zijn oor.

‘Dit verhoor wordt om dertien over zes in de middag opgeschort,’ zei Banks. ‘Inspecteur Banks en agent Jackman verlaten de ruimte.’ Banks wierp een blik op mevrouw Melchior. ‘Komt u ook mee?’

Ze twijfelde even tussen haar cliënt en de nieuwe onthulling die blijkbaar ophanden was. ‘Red jij je wel, Jamie?’

‘Hij zit hier goed, mevrouw,’ zei de agent.

Murdoch knikte met afgewende blik.

‘Vooruit dan maar.’ Mevrouw Melchior pakte haar papieren en aktetas, en beende nuffig achter Banks en Winsome aan over het plein naar The Fountain. Het was flink gaan waaien en ze moest tijdens het lopen voortdurend met een hand haar lila rok omlaaghouden. Voor de pub had zich al een menigte verzameld en twee agenten in uniform kweten zich uitstekend van de taak om de plaats delict vrij te houden. Nadat ze de presentielijst hadden getekend, werden Banks en de anderen toegelaten in The Fountain, die geheel legaal en volgens de regels aan een grondig onderzoek was ontworpen zodra ze met Jamie Murdoch naar het bureau waren vertrokken. De mensen van de technische recherche waren gekleed in beschermende kleding en droegen maskers met een filter tegen het stof, en een assistent overhandigde dezelfde spullen aan Banks, Winsome en mevrouw Melchior, die zich in haar helm, overall en masker zichtbaar slecht op haar gemak voelde.

In de pub was het een gigantische bende. Overal lag stof en kapotgeslagen pleisterwerk. De eigenaar zou wel helemaal door het lint gaan wanneer hij dit hoorde, vermoedde Banks, hoewel het met een beetje geluk nog het minst erge van zijn problemen zou vormen. Ze liepen achter brigadier Stefan Nowak aan naar boven naar een van de voorraadkamers boven de bar die grensden aan Taylor’s Yard en de Maze. Iemand had de oude betimmering weggebroken en een gat blootgelegd dat zo groot was dat er met gemak een man doorheen kon kruipen. Banks hoorde stemmen en zag aan de andere kant de lichtbundel van een zaklamp heen en weer zwaaien.

‘Er is geen lichtknop,’ zei Nowak, terwijl hij zaklampen uitdeelde, ‘en ook geen raam.’ Hij bukte zich en stapte door het gat. Banks volgde zijn voorbeeld. Mevrouw Melchior leek even te aarzelen, maar Winsome bleef staan om haar voor te laten en sloot vervolgens de rij. Door het schijnsel van hun zaklampen was de kamer waarin ze zich nu bevonden licht genoeg. Het rook er muf en bedompt, en tegen één muur stonden dozen met bier en sloffen sigaretten gestapeld.

‘Is dit alles?’ zei Banks teleurgesteld. ‘Geen deur die naar de Maze leidt?’

‘Niet zo ongeduldig,’ zei Nowak. Hij liep naar de andere kant van de ruimte en zwaaide daar een paneel op scharnieren naar binnen open. ‘Kom maar mee.’

De volgende kamer was net zo benauwd en stoffig als de eerste, maar deze bevatte een steile houten trap die naar de begane grond voerde, waar een deur met goed geoliede scharnieren en een recentelijk geïnstalleerd yaleslot uitkwam op het naamloze steegje dat achter Taylor’s Yard liep en door geen enkele cctv -lens werd opgemerkt.

‘Bingo,’ zei Banks.

‘Het lijkt verdorie wel iets uit het Spook van de opera ,’ merkte Nowak op. ‘Met al die geheime doorgangen en god weet wat nog meer.’

‘Ze waren alleen een geheim voor ons,’ zei Banks. ‘Huizen en loodsen die zo dicht op elkaar staan als deze zijn vaak met elkaar verbonden door een kruipruimte. Murdoch hoefde alleen maar een manier te bedenken om de houten panelen te verwijderen en terug te plaatsen, zodat hij kon komen en gaan wanneer hij wilde. Eerst was het gewoon een uitstekende plek om smokkelwaar op te slaan, maar toen hij door toedoen van Hayley Daniels helemaal radeloos was, was dit een ideale manier voor hem om haar terug te pakken. Hij wist waar ze naartoe ging en dat hij daar binnen enkele seconden ongezien kon komen. Hoe lang zou hij ervoor nodig hebben gehad om via deze route van de voordeur in de Maze te komen?’

‘Nog geen vijf minuten,’ zei Nowak.

‘Inspecteur?’ Een van de leden van de technische recherche kwam naar hen toe en scheen met zijn zaklamp in een hoek.

‘Wat is dat?’ vroeg Banks.

‘Een plastic zak of zoiets,’ zei Nowak. Hij maakte een aantal foto’s en in de kleine ruimte verblindde de flits hen tijdelijk. Toen tilde hij de tas voorzichtig met gehandschoende handen op en maakte hij hem open. ‘Alstublieft,’ zei hij. Hij liet Banks de inhoud zien. ‘Kleding. Condooms. Borstel. Lappen. Flesje water.’

‘Dat is zijn uitrusting,’ zei Banks. ‘Templeton had gelijk: die klootzak genoot er zo van dat hij van plan was het nog een keer te doen.’

‘Misschien was hij dat van begin af aan wel van plan,’ voegde Nowak eraan toe. ‘Of misschien wel allebei.’

‘Daar kunt u niet zomaar van uitgaan,’ merkte mevrouw Melchior met een bleek gezicht op; ze had duidelijk haar rol als advocaat weer opgepakt en probeerde zich nu ondanks de toenemende afschuw die ze ongetwijfeld voelde jegens haar cliënt van haar taak te kwijten.

‘We zullen moeten afwachten wat het lab ons hierover kan vertellen,’ zei Banks. ‘Uitstekend werk, Stefan, heren. Kom, laten we maar teruggaan naar de verhoorkamer. We willen meneer Murdoch natuurlijk niet al te lang laten wachten.’

Na haar lunch met Ginger ging Annie terug naar het politiebureau om te kijken of er nog iets nieuws was binnengekomen. Ze hoopte eigenlijk op meer goede berichten van de forensische dienst, maar had door de jaren heen wel geleerd dat ze geduld moest hebben. Intussen hield ze zichzelf bezig met het opsporen van dokter Laura Henderson, die, zo bleek, nog steeds een praktijk had in Bath. Nadat ze een paar keer de ingesprektoon had gekregen, werd er eindelijk opgenomen. Annie stelde zichzelf voor. Dokter Henderson reageerde uiteraard achterdochtig en stond erop Annies nummer te noteren, waarna ze haar via de geautomatiseerde telefooncentrale van het bureau terugbelde.

‘Mijn excuses daarvoor,’ zei dokter Henderson, toen de verbinding was hersteld, ‘maar in mijn vak kun je niet voorzichtig genoeg zijn.’

‘Dat geldt voor het mijne ook,’ zei Annie. ‘Het geeft niet.’

‘Goed, waarmee kan ik u van dienst zijn?’

‘Herinnert u zich nog een patiënt van u die Kirsten Farrow heette? Ze moet in 1988 of begin 1989 bij u zijn gekomen. Ik weet dat het erg lang geleden is.’

‘Natuurlijk herinner ik me Kirsten nog,’ zei dokter Henderson. ‘Sommige patiënten vergeet je nooit. Hoezo? Is er iets met haar gebeurd?’

‘Niet dat ik weet,’ zei Annie. ‘Dat is nu juist het probleem. Niemand heeft haar de afgelopen zestien jaar gezien of gesproken. Heeft ze nog contact met u gezocht?’

‘Nee, niet één keer.’

‘Wanneer hebt u haar voor het laatst gezien?’

‘Hebt u een momentje? Dan pak ik het dossier er even bij. Ik vrees dat zo’n oude zaak niet in de computer staat.’ Annie wachtte en trommelde intussen met haar potlood op het bureau. Na een tijdje kwam dokter Henderson terug. ‘Onze laatste afspraak dateert van 9 januari 1989,’ zei ze. ‘Daarna heb ik Kirsten niet meer gezien.’

Dat was niet helemaal waarop Annie had gehoopt. ‘Waarom is ze gestopt met de therapie?’

Het bleef lang stil aan de andere kant. ‘Ik weet eigenlijk niet of ik dit wel met u mag bespreken,’ zei dokter Henderson toen.

‘Ik probeer haar op te sporen,’ zei Annie. ‘Alles wat u me kunt vertellen, zou daarbij kunnen helpen. Ik verwacht echt niet van u dat u vertrouwelijke informatie prijsgeeft.’

‘Waarom zoekt u haar?’

‘Ze weet wellicht iets over een zaak waaraan ik werk.’

‘Welke zaak?’

Even overwoog Annie om te zeggen dat ze dergelijke informatie niet openbaar mocht maken, maar dan zou ze hetzelfde dwaze spelletje spelen. Geef wat weg en misschien krijg je er iets voor terug. ‘Er is een vrouw vermoord op een plek waar Kirsten volgens ons vaak kwam,’ zei ze.

‘O, mijn god!’ zei dokter Henderson. ‘Denkt u dat hij terug is? De moordenaar?’

Dat was niet wat Annie bedoelde, maar ze maakte gretig gebruik van de opening die dit haar bood. ‘Die kans bestaat inderdaad,’ zei ze. ‘Ze hebben hem nooit te pakken gekregen.’

‘Toch begrijp ik nog steeds niet hoe ik u kan helpen.’

‘Waarom zette Kirsten de behandeling bij u stop?’

Er viel weer een stilte en Annie kon de strijd die in dokter Hendersons hoofd woedde bijna horen. Ten slotte bleek de beslissing in haar voordeel uit te vallen. ‘De reden die ze mij gaf was dat de sessies bij mij te pijnlijk voor haar werden,’ zei ze.

‘In welk opzicht?’

‘U moet goed begrijpen dat Kirsten de gebeurtenissen van de avond waarop ze was aangevallen volledig had verdrongen en dat dat allerlei problemen veroorzaakte: depressiviteit, nachtmerries, paniekaanvallen. Naast alle andere problemen die ze al had…’

‘Het feit dat ze geen seks meer kon hebben of kinderen kon krijgen?’

‘Daar weet u van?’ Dokter Henderson klonk verbaasd.

‘Inderdaad,’ zei Annie.

‘Tja, dat klopt… naast alle andere problemen dus… Nu ja, zoals u waarschijnlijk ook al weet, heeft ze geprobeerd zelfmoord te plegen. Dat staat ongetwijfeld ook in het politiedossier.’

‘Jazeker,’ loog Annie. Het was nergens voor nodig om dokter Henderson te laten denken dat ze te veel had prijsgegeven. Dan klapte ze waarschijnlijk meteen dicht.

‘Ik stelde een behandeling met hypnotherapie voor en Kirsten stemde daarmee in.’

‘Wat was daar het doel van?’

‘Genezing, uiteraard. Soms moet je je demonen onder ogen komen om ze te kunnen verdrijven, en dat kan niet wanneer je geheugen alles verdringt.’

Annie had het idee dat ze daar wel over kon meepraten. ‘Is het haar gelukt?’

‘Nee. Zoals ik al zei, werd het te pijnlijk voor haar. Ze zat er dicht tegenaan. In het begin ging ze heel langzaam vooruit, maar toen kwamen de herinneringen te snel terug. Ik denk dat ze het gevoel had dat ze de controle over alles kwijt was en in paniek raakte.’

‘En de confrontatie met haar demonen?’

‘Dat vergt tijd,’ zei dokter Henderson. ‘Soms is er veel voorbereiding voor nodig. Je moet er klaar voor zijn. Volgens mij was Kirsten dat niet. Het moet hebben aangevoeld alsof ze op een drukke snelweg reed voordat ze had leren autorijden.’

‘Hoe ver was ze gekomen?’ vroeg Annie. ‘Had ze zich iets belangrijks herinnerd over de man die haar had aangevallen?’

‘Dat was niet het doel van de behandeling.’

‘Dat snap ik, dokter, maar als bijkomstigheid?’

‘Ik durf het niet met zekerheid te zeggen,’ zei dokter Henderson.

‘Wat bedoelt u daar precies mee?’

‘Tijdens de laatste sessie was Kirstens stem moeilijk te horen en waren de woorden bijna niet te verstaan. Na afloop reageerde ze overdonderd op alles wat ze zich weer herinnerde. Erger dan anders.’

‘Wat had ze zich dan herinnerd?’

‘Dat weet ik niet. Begrijpt u dan niet wat ik u probeer duidelijk te maken? Ik weet het niet. Ze vertrok vrijwel onmiddellijk en kwam niet meer terug, behalve dan om mijn secretaresse te laten weten dat ze niet meer zou komen.’

‘Wat denkt u zelf dat het was? Waardoor was ze volgens u zo overstuur?’

Dokter Henderson zweeg even. Toen hoorde Annie haar met een stem die amper boven fluistertoon uitkwam zeggen: ‘Ik denk dat ze zich had herinnerd hoe hij eruitzag.’

‘Waar zijn jullie geweest?’ vroeg Murdoch. ‘Ik begin dit spuugzat te worden. Ik wil naar huis.’

‘Je zult nog even geduld moeten hebben, Jamie,’ zei Banks. ‘Ik heb nog een paar vragen voor je. De belangrijkste vraag eerst maar even. Misschien kunnen we het kort houden. Heb jij Hayley Daniels verkracht en vermoord?’

‘Nee! Hoe had ik dat dan moeten doen? Dan hadden jullie me toch gezien? Je komt de pub niet uit zonder door een cctv -camera te worden gefilmd.’

Banks keek zijdelings naar mevrouw Melchior, die bleek was en slecht op haar gemak leek. Ze zei niets. Banks boog zich voorover en legde zijn handen gevouwen op tafel. ‘Ik zal je vertellen wat er volgens mij is gebeurd, Jamie, en dan kun jij me vertellen of ik het goed of fout heb. Oké?’

Murdoch knikte zonder zijn gezicht op te heffen.

‘Je had geen leuke dag gehad. Geen leuk leven zelfs, als we eerlijk zijn. Die ellendige pub waar je altijd overal in je eentje voor staat, terwijl de eigenaar in Florida in de zon ligt. Jill die zich voortdurend ziek meldde. Ze was natuurlijk niet alleen maar een hulpje achter de bar, maar ook nog eens een lekker ding om te zien. Alleen moest ze niets van je weten. Dat gold voor zovéél meisjes. Ik vermoed dat je er misschien over fantaseerde dat je met Jill alleen was in de Maze. Je wist dat ze die route gebruikte. Misschien had je dat wel gepland voor zaterdagavond. Je had eindelijk al je moed bij elkaar geraapt. Toen meldde Jill zich weer eens ziek, waardoor je plannetje in duigen viel. Totdat Hayley Daniels binnenkwam. Je kende haar al jaren van gezicht en had haar op de hogeschool zelfs een keer mee uit gevraagd, voordat je dat eerste jaar voor de helft van je tentamens zakte en de studie eraan gaf. Klopt dat, Jamie?’

Murdoch zei niets. Mevrouw Melchior krabbelde verwoed op haar schijfblok en Winsome staarde naar een plek hoog op de muur boven hen.

‘Nadat ze je op die zaterdagavond had uitgescholden en je in je mannelijkheid had aangetast, zette je hen er snel uit en toen hoorde je ze voor de pub praten. Hayley had een harde, schrille stem, helemaal wanneer ze dronken en geagiteerd was, en dat was ze die avond. Je hoorde haar opnieuw tegen haar vrienden zeggen wat een nutteloze kwal je was, een “slappe lul”, en nog midden op het plein ook, waar iedereen haar kon horen; je liet de deur op een kier staan, zodat je hen kon afluisteren. Hoe doe ik het tot nu toe, Jamie?’

Murdoch bleef aan zijn nagels peuteren.

‘Je hoorde Hayley zeggen dat ze de Maze in zou gaan om haar behoefte te doen, hoewel ik betwijfel of ze het letterlijk zo heeft gezegd. Ze had vreselijke, smerige dingen gezegd, is het niet zo, Jamie?’

Murdoch keek even op. ‘Ze was erg grof en onbeschoft,’ zei hij.

‘Dat zie je zeker niet graag in een vrouw?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Goed, haar vrienden gaan ergens anders naartoe en Hayley loopt dus in haar eentje de Maze in. Tja, je had er niet lang voor nodig om te bedenken hoe je buiten kon komen en het haar betaald kon zetten, denk ik.’

‘Ik heb u al verteld,’ zei Murdoch op verveelde toon, ‘dat ik daar nooit ongezien had kunnen komen.’

‘Jamie,’ zei Banks, ‘weet jij iets over de voorraadkamer die achter de houten betimmering op de eerste verdieping aan The Fountain grenst?’

De korte stilte voor Murdochs ‘Nee’ vertelde Banks alles wat hij wilde weten.

‘We hebben die ruimte gevonden, Jamie,’ zei Banks. ‘Het heeft geen enkele zin meer om die leugen nog langer vol te houden. De kamer, de weg naar buiten, de kleding die je daar klaar hebt liggen, je “uitrusting” met condooms, haarborstel en noem maar op: we hebben alles gevonden. Was je soms van plan een nieuwe carrière te beginnen?’

Murdoch werd krijtwit en liet zijn nagels verder met rust, maar zei niets.

‘Je droomde er zeker al heel lang van, hè?’ vervolgde Banks. ‘Je fantaseerde er natuurlijk over. Je had zelfs wat spullen bij elkaar gezocht om sporen die als bewijs konden dienen van haar lichaam te verwijderen en al je schaamhaar weg te halen. Heel slim, Jamie. Maar je had nooit verwacht dat Hayley de eerste zou zijn, of wel? Je dacht dat het Jill zou zijn. Misschien slenterde je na sluitingstijd van de pub wel door de Maze in de hoop dat er iemand, wie dan ook, zou langskomen, maar dit was natuurlijk een buitenkans die je niet aan je voorbij kon laten gaan, hè? Wat een begin van een illustere carrière. Die vuilbekkende, sexy, verleidelijke trut van een Hayley Daniels.’

‘Meneer Banks, zou het iets beschaafder kunnen?’ zei mevrouw Melchior, maar ze klonk niet echt overtuigend.

‘Sorry,’ zei Banks. ‘Misschien hebt u liever dat ik eufemismen gebruik? Dat ik het allemaal iets prettiger laat klinken?’ Hij keek weer naar Murdoch. ‘Je ging op de gebruikelijke manier naar buiten en zag Hayley daar als een ordinaire hoer in de steeg bezig. Ik neem aan dat het je opwond, net als het gegluur door dat kijkgat in de damestoiletten. Waarschijnlijk kon je niet eens wachten tot ze klaar was. Je wist van die leeropslagplaats en het zwakke slot af, en waarschijnlijk zat ze daar precies voor de deur gehurkt. We hebben haar urinesporen daar aangetroffen. Ze had ook overgegeven. Je greep haar vast voordat ze haar slipje kon optrekken, sleepte haar het pakhuis in en gooide haar op de stapel zachte leerresten. Heel romantisch. Alleen ging er iets mis. In alle opwinding was je vergeten je gsm uit te zetten en die heeft een bijzonder opvallende ringtone die vrij hard klinkt, een nummer van The Streets, Fit But You Know It , die je had gedownload van internet. Heel toepasselijk, vind je ook niet? Iemand hoorde dat, Jamie. Hij herkende de muziek niet meteen, maar een week later, toen je uit The Fountain kwam, hoorde iemand anders het ook. Wie was het, Jamie? Je baas die vanuit Florida belde, zoals hij altijd aan het eind van de avond doet? Hij kon je op de telefoon in The Fountain niet bereiken, dus belde hij je mobieltje. Is het zo gegaan? Het was daar natuurlijk een uur of zeven in de avond en waarschijnlijk zat hij net met een of andere snol in bikini met zijn eerste marguerita naar de zonsondergang te kijken, in afwachting van het diner, en wilde hij zoals altijd weten hoe het met de zaak ging. Wat heb je hem verteld, Jamie? Dat het niet zo goed ging? Ik kan me zo voorstellen dat je daar waarschijnlijk net zo glashard over liegt als over andere dingen. Maar dat is een heel ander probleem. Je had een nieuwe ringtone moeten nemen nadat je Hayley had vermoord.

Hoe is het precies gegaan? Ik vermoed dat je een hand op Hayleys mond hebt gedrukt, er wat stukken leer in heb gepropt, hebt gedreigd haar te vermoorden als ze zich verzette of het aan iemand vertelde, en haar vervolgens hebt verkracht. Mijn god, je hebt haar verkracht. Vaginaal en anaal. Gaf dat je een goed gevoel? Een machtig gevoel? Hoe zat het toen je klaar was? Volgens mij voelde je je wel een beetje schuldig toen je eenmaal doorkreeg wat je had gedaan. Fantaseren is één ding, maar de werkelijkheid… Ik neem aan dat het behoorlijk schrikken was. Je kon niet meer terug. Ze wist wie je was. Ze wist wat je had gedaan. Op de een of andere manier zou het op een dag bekend worden. Dat wil zeggen: als ze lang genoeg bleef leven om het na te vertellen. Dus wurgde je haar. Misschien vond je dat niet prettig. Dat kan ik niet zeggen. Ze zag er zo ellendig uit zoals ze daar lag met haar benen gespreid en haar topje omhooggeschoven. Je kon duidelijk zien wat je had gedaan, bijna alsof je in een spiegel keek, dus draaide je haar voorzichtig op haar zij en legde je haar benen bij elkaar, alsof ze in haar slaap hardliep. Dat zag er veel beter uit. Niet zo akelig. Klopt dat, Jamie?’

Murdoch zweeg.

‘Het doet er ook niet toe,’ zei Banks. Hij stond op en beëindigde het verhoor. ‘We hebben al het bewijs dat we nodig hebben, en zodra de forensische dienst daarmee klaar is, zetten we jou achter slot en grendel en gooien we de sleutel weg.’

Murdoch bleef roerloos zitten. Toen Banks iets beter keek, zag hij tranen op het versleten, bekraste tafelblad vallen. ‘Jamie?’

‘Ze was heel mooi,’ zei Murdoch, ‘maar ook heel gemeen. Ze zei dat ze alles voor me zou doen. Toen ik… Toen we… Ze zei dat ze echt álles zou doen als ik haar maar liet gaan.’

‘Maar dat deed je niet?’

Murdoch keek met rode ogen van het huilen naar Banks. ‘Ik wilde het wel, echt waar, maar ik kon het niet. Hoe kon dat nou? U snapt toch wel dat ik haar niet kon laten gaan? Het was immers al gebeurd. Ze zou haar belofte nooit nakomen. Zo’n griet als zij. Zo’n slét als zij. Ik wist dat ze haar belofte niet zou nakomen. Ik moest haar wel doden.’

Banks keek naar mevrouw Melchior. ‘Hebt u dat gehoord?’ vroeg hij. Toen verliet hij de ruimte.

Toen Annie bij The Queen’s Arms aankwam, was de dodenwake voor Templeton al in volle gang, en binnen kwam ze tot de ontdekking dat er tegelijkertijd werd gevierd dat de moordenaar van Hayley Daniels was opgepakt, waardoor het een beetje vreemd aanvoelde. Banks, Hatchley, Gervaise en de anderen zaten rond een lange tafel bier te drinken en anekdotes over Templeton te vertellen, zoals dat bij een dodenwake gebruikelijk was; sommige waren grappig, andere bitterzoet. Annie wilde niet hypocriet zijn en eraan meedoen, maar ze was evenmin van plan om de stemming te bederven door een paar van haar eigen Templeton-anekdotes te vertellen. De arme donder was dood; dat had hij niet verdiend. Ze gunde hem een fatsoenlijk afscheid.

Om de een of andere reden was Annie die avond in een opmerkelijk goede bui. Het had natuurlijk niets te maken met de aanleiding voor de bijeenkomst, maar wel met het feit dat ze terug was in Eastvale, in The Queen’s Arms, bij haar oude korpsgenoten. De oostelijke divisie was oké, maar hier hoorde ze thuis. Zo te zien had Winsome, die tegen de bar geleund met dokter Wallace stond te praten, het ook naar haar zin. Annie liep naar hen toe en ging bij hen staan. Winsome verstrakte enigszins, maar ontspande zich snel weer en bood Annie iets te drinken aan.

‘Een pint Black Sheep bitter graag,’ zei Annie.

‘Weet je,’ bood Winsome aan, ‘je kunt best bij mij blijven slapen als… je weet wel…’

Het was deels een verontschuldiging en deels een waarschuwing dat ze niet moest drinken als ze nog wilde rijden. ‘Dank je, Winsome,’ zei Annie. Ze klonken met hun glazen. ‘Laten we even aankijken hoe het vanavond gaat. Ik weet niet zeker of ik veel wil drinken. Hoe gaat het met u, dokter Wallace? Ik ben inspecteur Annie Cabbot. We hebben elkaar een paar keer ontmoet voordat ik tijdelijk naar de oostelijke divisie werd overgeplaatst.’

Dokter Wallace stak haar hand uit. ‘Dat weet ik nog wel,’ zei ze. ‘Met mij gaat alles prima. Zeg trouwens maar Liz.’

‘Goed, Liz.’

‘Ik heb begrepen dat ze je daar flink aan het werk zetten?’

‘Dat doen ze zeker.’ Annies drankje werd gebracht en ze nam een flinke teug. ‘Ha, dat is beter,’ zei ze.

Hatchley had net een grap over Templeton gemaakt en de hele tafel gierde van het lachen. Zelfs hoofdinspecteur Gervaise deed mee. Ze zag een beetje rood en was aangeschoten, zag Annie.

‘Hoe loopt het onderzoek?’ vroeg dokter Wallace.

‘Lucy Payne? Ach, je kent dat wel, we ploeteren gestaag voort. Zeg...’ Annie raakte even haar arm aan. Het contact was licht en kort, maar ze voelde dat Liz in elkaar kromp. ‘We moeten echt eens iets afspreken om alles een keer door te nemen.’ Ze gebaarde om zich heen naar de pub. ‘Niet hier en niet nu, uiteraard. Niet tijdens zo’n gelegenheid. Maar er zijn een paar overeenkomsten met de moord op Kevin Templeton.’

‘Ja, dat had ik al begrepen,’ zei dokter Wallace. ‘Ik heb dokter Clarke, jullie patholoog, gesproken. Het lemmet dat in beide gevallen is gebruikt, lijkt bijvoorbeeld veel op elkaar.’

‘Jij dacht toch dat het een scheermes was?’

‘Inderdaad. Dat is tenminste de meest voor de hand liggende optie.’

‘Of een scalpel?’

‘Dat zou ook heel goed kunnen. Bij een dergelijke wond is het vaak onmogelijk om het precies te achterhalen. Iets heel scherps, in elk geval. Scalpels zijn lastiger te verkrijgen voor de gewone man.’

‘Of vrouw?’

‘Natuurlijk. Zoals je net al zei, is dit niet de juiste plek of tijd voor een gesprek. Waarom kom je niet een keertje langs in het mortuarium? Daar ben ik meestal wel te vinden.’ Ze glimlachte. ‘Als je me nu wilt excuseren. Ik moet even met hoofdinspecteur Gervaise praten, voordat ze omvalt.’

‘Dan zou ik maar opschieten,’ zei Annie. Ze hief haar glas op. ‘Ad fundum.’

Dokter Wallace glimlachte, liep weg en nam plaats op de lege stoel naast Gervaise.

‘Spelbreker,’ zei Winsome.

Annie keek haar aan. ‘Fijn om te zien dat je je vermaakt, Winsome. Laat me iets voor je bestellen. Wat zeg je van een blauw of roze goedje met een parasolletje erin?’

‘O, ik weet het niet, hoor,’ zei Winsome. Ze klemde haar halve pint Guinness tegen haar borst.

‘Toe. Doe eens gek.’ Annie knipoogde. ‘Je weet maar nooit wat er allemaal kan gebeuren.’ Ze boog zich over de bar en vroeg Cyril om een van zijn specials. Hij zei dat die er zo aankwam.

‘Zeg, nog even over laatst…’ begon Winsome.

‘Het geeft n…’

‘Jawel, het geeft wél. Het spijt me. Het was helemaal niet mijn bedoeling om preuts over te komen. Wat jij doet, zijn jouw zaken en ik heb het recht niet om over jou te oordelen. Ik had niet eens het recht om zo hard over Kev te oordelen als ik deed.’

‘Wat bedoel je?’

‘Nou, ik ben zelf ook geen lieverdje. Ik heb een kerel in zijn blootje vastgebonden op een bed laten liggen, terwijl ik hem eigenlijk hoorde te vertellen dat zijn dochter dood was.’

‘Winsome, ben je dronken?’ vroeg Annie. ‘Waar heb je het in vredesnaam over?’

Winsome vertelde haar over Geoff Daniels en Martina Redfern in het Faversham Hotel. Annie begon keihard te lachen. ‘Daar zou ik me echt geen zorgen over maken,’ zei ze. ‘Zo te horen was het zijn verdiende loon. Wat een schoft. Die durfde, met zijn “zwarte teringtrut”.’

‘Vind je dat echt?’

‘Jazeker. Je had me net alleen even op het verkeerde been gezet. Ik zag al voor me dat jíj een blote man aan een bed in een hotelkamer vastbond.’

‘Ik had hem daar niet vastgebonden!’

‘Nee, dat begrijp ik nu ook. Het was alleen wel een grappige gedachte. Laat ook maar.’ Annie nam een grote slok bier. Winsomes drankje werd voor haar neergezet. Het was blauw én roze. Aan de tafel zongen ze ‘Why Was He Born so Beautiful?’ Ze hoorde Banks’ onmelodieuze tenor tussen de andere stemmen. ‘Wat een kattengejank, hè?’ zei ze.

Winsome lachte. ‘Ik meen het echt,’ zei ze. ‘Van laatst. Het spijt me. Het was erg hard van me.’

‘Moet je eens horen,’ zei Annie, ‘onder ons gezegd en gezwegen, ik heb het echt verkloot. Je had volkomen gelijk toen je dat zei. Het was een vergissing. Een enorme vergissing. Maar dat is nu allemaal achter de rug. Verleden tijd. Opgelost.’

‘Je vergeeft het me dus?’

‘Ik vergeef het je. Volgens mij moet ik je trouwens feliciteren. Niemand wist dat je zo’n fantastische rugbytackle in je had. Voordat je het weet, zit je in het nationale team.’

Winsome lachte. ‘Erger dan het team dat ze nu hebben kan het in elk geval niet worden.’

‘Kom.’ Annie sloeg een arm om Winsomes schouders. Ze pakten hun drankjes en liepen samen naar de tafel, waar ze uit volle borst meezongen: ‘He’s no bloody use to anyone, he’s no bloody use at all.’