16
‘Wat loopt u vandaag kwiek, inspecteur Banks,’ merkte hoofdinspecteur Gervaise op toen Banks aan het eind van dinsdagochtend op haar deur klopte en haar kantoor binnenkwam. ‘Wat is er? Een doorbraak?’
‘Dat kunt u wel zeggen,’ zei Banks.
‘Doe de deur even dicht,’ zei Gervaise.
‘Ik wil u graag eerst iets laten zien. Als u even wilt meekomen?’
Gervaise kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Ik hoop dat het belangrijk is. Ik wilde net aan de misdaadcijfers van vorige maand beginnen.’
‘Ik ben vanochtend gebeld door de technische dienst,’ vertelde Banks toen ze over de trap naar de televisiekamer op de begane grond liepen. ‘Ik had hun gevraagd een paar cctv -banden voor me schoon te maken.’
‘De banden van Hayley Daniels?’
‘Inderdaad.’ Banks hield de deur voor haar open. De kamer was in halfduister gehuld en Don Munro van de technische dienst stond al op hen te wachten. Gervaise ging zitten en streek haar rok glad. ‘Ik ben er klaar voor,’ zei ze. ‘Laat maar lopen die handel.’
‘Technisch gezien lóópt het niet echt, mevrouw,’ legde Munro uit. ‘Hoewel het natuurlijk wel…’
‘Och, zet dat ding toch gewoon aan, man,’ zei Gervaise.
Munro drukte op wat knoppen en de beelden van Hayley en haar vrienden die uit The Fountain kwamen en samen op het plein stonden te overleggen, verschenen op het scherm.
‘Dat bedoel ik,’ zei Banks. Hij wees naar een flikkerende strook licht.
‘Wat is het?’ vroeg Gervaise.
‘Nou, mevrouw,’ zei Munro, ‘inspecteur Banks heeft ons gevraagd of we die gloed daar konden weghalen.’
‘Ik snap wat jullie bedoelen,’ zei Gervaise. ‘Het doet me denken aan de laatste keer dat ik Casablanca heb gezien.’
Munro wierp haar een bewonderende blik toe. ‘Een van mijn lievelingsfilms, mevrouw.’
Gervaise schonk hem een glimlach. ‘Schiet nu maar op.’
‘Toen ik het probleem wilde verhelpen, kwam ik tot de ontdekking dat het geen beschadiging of lichtflits was, maar een onderdeel van het beeld zelf.’
‘Een onderdeel van het beeld zelf?’ Gervaise keek zijdelings naar Banks. ‘Wat bedoelt hij?’
‘Nou, als u goed kijkt,’ zei Banks, ‘dan ziet u dat het echt een lichtstraal is, weliswaar een die flikkert en blinkt vanwege de scherpte en gevoeligheid van de videoband, maar dat het alleen maar een beschadiging líjkt.’
‘Wat is het dan wel?’
Banks keek even naar Munro. ‘Het is het schijnsel van een lamp dat door een gedeeltelijk openstaande deur naar buiten valt,’ zei de technicus.
‘Wat houdt dat in?’
‘Dat houdt in,’ zei Banks, ‘dat de deur van The Fountain nog steeds een stukje openstond toen Hayley en haar vrienden buiten bespraken wat ze gingen doen – en wat belangrijker is: toen Hayley aankondigde dat ze de Maze in zou gaan om te… nou ja, om…’
‘Om te plassen,’ zei Gervaise. ‘Ja, dat weet ik. Dus?’
‘Jamie Murdoch heeft ons verteld dat hij de deur direct na hun vertrek had dichtgedaan en dat hij echt geen flauw idee had waar Hayley naartoe ging, maar dit’ – Banks wees naar het scherm – ‘toont aan dat hij meeluisterde en hen waarschijnlijk ook begluurde toen ze buiten voor de deur stonden. Jamie Murdoch heeft dus gelogen. Hij wist heel goed waar Hayley Daniels naartoe ging en wat ze daar in haar eentje deed.’
‘Ik begrijp nog steeds niet wat we hiermee opschieten,’ zei Gervaise. ‘Er is vanuit de pub geen enkele uitgang naar de Maze die niet door de cctv wordt opgenomen, en Jamie Murdoch is op geen van de beelden te zien.’
‘Dat klopt,’ zei Banks, ‘maar het heeft me wel aan het denken gezet.’
Munro zette de televisie uit en deed het licht weer aan. ‘Hebt u me verder nog nodig?’ vroeg hij.
‘Nee,’ zei Banks. ‘Ontzettend bedankt, Don, je hebt ons enorm geholpen.’
Munro knikte even naar Gervaise en vertrok. ‘“Dit is het begin van een prachtige vriendschap,”’ mompelde Gervaise achter hem. Hij lachte zo hard dat zijn schouders schokten. ‘Goed, inspecteur Banks, wat wilde u zo-even zeggen?’
‘Ik heb een theorie die ik u graag wil voorleggen.’
Ze nam een iets comfortabeler zithouding aan. ‘Ik luister.’
‘Zoals ik net al zei, heeft Jamie Murdoch ons verteld dat hij na het vertrek van de laatste klanten – Hayley en haar vrienden – de pub afsloot en in de vernielde toiletten aan het werk ging.’
‘Nou ja, misschien duurde het iets langer voordat hij de deur dichtdeed, maar dat hoeft niet per se iets te betekenen.’
‘Het gaat om ruim een minuut,’ zei Banks, ‘en dat is vrij lang. Bovendien kondigt Hayley precies op dat moment aan wat ze van plan is en voert ze haar voornemen uit; de anderen, die eerst nog hebben geprobeerd haar op andere gedachten te brengen, vertrekken naar de Bar None. We weten dat Stuart Kinsey door een achterdeur is weggeglipt en vermoedelijk gehoord heeft dat Hayley werd aangevallen.’
‘Waar wilt u nu naartoe? Of is dat een domme vraag?’
‘Nee, hoofdinspecteur. Het heeft even geduurd voordat ik eruit was.’
‘O, nou, daardoor voel ik me al een stuk beter. Ik begrijp nog steeds niet hoe Jamie Murdoch volgens u ongezien in de Maze is gekomen, daar Hayley Daniels heeft verkracht en vermoord, en toen weer naar binnen is gegaan om de toiletten op te ruimen.’
‘Met dat probleem zat ik aanvankelijk ook,’ zei Banks. ‘Maar toen besefte ik dat niemand The Fountain echt grondig had doorzocht. Het is een minidoolhof op zich. Er zijn allerlei kamertjes – boven, in de kelder, noem maar op – en het is een oud gebouw. Achttiende-eeuws. Wanneer je er even over nadenkt, ligt het voor de hand dat er best nóg een in- of uitgang zou kunnen zijn.’
‘Een geheime doorgang? U maakt toch hopelijk een grapje?’
‘Het zou niet de eerste keer zijn in deze contreien,’ zei Banks. ‘Een manier om snel te kunnen ontsnappen wanneer er ongenode gasten arriveren misschien?’
‘Ja, ja. Ik weet het een en ander van de lokale geschiedenis af. Priest holes en dergelijke. Van die gaten in de muur waarin rooms-katholieke priesters zich konden verbergen in de tijd dat het leger op hen joeg. Misschien hebt u wel gelijk.’
‘Het deed me ook aan iets anders denken.’
Gervaise trok een wenkbrauw op. ‘Vertel.’
‘Toen Winsome met Jill Sutherland sprak, dat meisje dat in The Fountain werkt, vertelde Jill haar dat een van de redenen waarom ze er niet graag werkte was dat Jamie in gesmokkelde drank en sigaretten handelde, en dat hij zelfs had geprobeerd haar over te halen om spullen voor hem mee te nemen toen ze naar het buitenland ging.’
‘Dat doet iedereen,’ zei Gervaise. ‘Ik weet dat het een misdrijf is, maar proberen het tegen te gaan zou hetzelfde zijn als je vinger in een dijk stoppen.’
‘Daar gaat het me niet om,’ zei Banks. ‘Het gaat mij erom dat Kev Templeton helemaal niets heeft zien staan toen hij een kijkje nam in The Fountain, en Winsome en ik al evenmin.’
‘“Uit niets kan ook niets komen.” Wie zei dat ook alweer?’
‘Shakespeare.’
‘Slimmerik.’
‘Het was een gokje. Meestal heb je minstens negenenveertig procent kans dat je het bij het juiste eind hebt wanneer je “Shakespeare” roept bij een citaat, misschien zelfs wel meer.’
‘En de andere eenenvijftig procent?’
‘Negenenveertig uit de Bijbel en de rest… Nu ja, doet u maar een gok. Voornamelijk Oscar Wilde, zou ik zeggen.’
‘Interessante theorie. Ga verder.’
‘Eerst dacht ik dat al dat gesnuffel van de politie Jamie er misschien toe had aangezet om het spul te laten verdwijnen of ergens anders op te slaan, maar toen bedacht ik dat als hij vanaf het begin een goede bergplaats had gehad en de spullen had opgeslagen op een plek…’
‘… die Templeton niet had bekeken, zijn voorraad ergens anders moest zijn verstopt. Een berghok, bijvoorbeeld?’
‘Precies,’ zei Banks, ‘en zo’n berghok zou best weleens toegang kunnen geven tot de Maze.’
‘Dit berust grotendeels op speculatie,’ zei Gervaise. ‘Ik weet niet zeker of dat me wel bevalt.’
‘We kunnen het toch uitzoeken?’ zei Banks. ‘Als u een huiszoekingsbevel kunt regelen voor Murdochs huis, zodat we ons ervan kunnen vergewissen dat hij de smokkelwaar niet daar heeft opgeslagen, en een tweede bevel voor een grondig onderzoek in The Fountain, inclusief muren, vloeren et cetera, dan hebben we hem.’
‘Ik ben er niet van overtuigd dat we voldoende bewijs hebben voor een huiszoekingsbevel.’
‘We kunnen het toch proberen?’
Gervaise stond op. ‘We kunnen het in elk geval proberen,’ zei ze.
‘Ik heb vanochtend ook nog het een en ander uitgezocht, en er is nog één ding dat ik graag eerst met uw toestemming wil uitproberen. Wie weet? Misschien voegt het iets toe aan de bewijslast.’
‘Op dit moment zou een veer al voldoende zijn om de balans te laten doorslaan,’ zei Gervaise. ‘Wat had u precies in gedachten?’
‘Maggie Forrest heeft het echt ontzettend zwaar gehad,’ zei Annie tijdens een late lunch in een pub aan Flowergate tegen Ginger. ‘Dat heeft haar ongetwijfeld beïnvloed.’
‘Dat krijg je ervan wanneer je vriendschap sluit met seksmoordenaars,’ zei Ginger. Ze prikte in haar friet. ‘Als Liam de uitslag van die haarvergelijking binnen heeft, is zij toch niet langer in beeld?’
‘Niet per se. Misschien moeten we alle opties nog maar even openhouden,’ zei Annie. ‘Bovendien bestond er enige twijfel over de rol van Lucy Payne als seksmoordenaar.’
‘Je wilt me toch niet wijsmaken dat ze het niet heeft gedaan, hè?’
Annie at nog een vork vol van haar salade en schoof haar bord toen opzij. ‘We hebben nooit geloofd dat zij de slachtoffers had vermoord,’ zei ze, ‘maar ze deed wel degelijk uit eigen vrije wil mee aan hun vernedering en marteling. Terence Payne vermoordde hen – dat wees het bewijsmateriaal tenminste uit –, maar zij hielp hem hen te ontvoeren. In mijn ogen zijn ze daardoor allebei schuldig, aan alles.’
‘Mensen zijn minder op hun hoede wanneer ze worden benaderd door een vrouw of een stel.’
‘Dat is maar al te waar,’ zei Annie instemmend. ‘Vier handen op één buik, dat zijn wij.’
Ginger vertrok haar gezicht en veegde het schuim van haar bier van haar bovenlip. Het was druk in de pub en de meeste tafeltjes werden in beslag genomen door het personeel van plaatselijke winkels en kantoren die er hun lunch gebruikten. ‘Hoe dan ook,’ ging ze verder, ‘je hebt gelijk wat betreft dat openhouden van alle opties. Die haaranalyse is niet doorslaggevend. Dat we die op de deken hebben gevonden en dat hij misschien overeenkomt met die van Kirsten Farrow wil toch nog niet zeggen dat Maggie Forrest Lucy Payne níét heeft vermoord?’
‘Inderdaad,’ beaamde Annie. ‘Om te beginnen heeft Maggie Forrest geen alibi.’
‘Misschien moeten we eens gaan praten met die zielenknijper van haar?’
‘Psychiaters laten nooit iets los,’ zei Annie. ‘Die zijn nog erger dan priesters en advocaten. We kunnen het natuurlijk wel proberen. Ik wil ook met de psychiater van Kirsten Farrow gaan praten. Degene die haar heeft gehypnotiseerd. Ik ben in het dossier een naam tegengekomen: Laura Henderson. Ik zal kijken of ik haar vanmiddag kan bellen. Maar hoe zit het met Templeton? Hoe past hij eigenlijk in het plaatje?’
‘Die vriend van je?’
‘Geen vriend van me, en een afgrijselijk slechte politieman, als ik heel eerlijk ben. Ach, die arme donder. Wat een manier om te sterven.’
‘Het was tenminste wel snel.’
‘Dat wel,’ zei Annie. Ze dacht een beetje triest aan Templeton met zijn flitsende pakken, zijn met gel bewerkte haar en de overtuiging dat hij voor iedere vrouw een buitenkansje was. Die arme drommel had vanaf de eerste dag dat Winsome het team kwam versterken met een erectie rondgelopen vanwege haar, maar ze had hem nooit een kans gegeven. Niet dat Winsome dat had moeten doen; Annie zou dat ook niet hebben gedaan als hij iets met haar had geprobeerd. Toch was het soms bijzonder pijnlijk geweest om hem zo overduidelijk te zien lijden. Ze durfde te wedden dat er avonden waren geweest dat hij amper naar huis had kunnen lopen.
‘Wat valt er te lachen?’ vroeg Ginger.
‘Niets. Ik moest even aan Kev denken. Herinneringen. Ze houden vanavond een dodenwake voor hem in The Queen’s Arms.’
‘Ga je erheen?’
‘Misschien.’
‘Dat is uiteindelijke het enige wat er overblijft. Herinneringen.’
‘Een akelig deprimerende gedachte,’ zei Annie. ‘Wat heb je tot dusver ontdekt? Zijn we het lek al op het spoor?’
Ginger werkte haar laatste frietjes weg en schudde met volle mond haar hoofd. Toen klopte ze een paar keer op haar borstkas en nam ze een slokje bier. Heel even brak er zonlicht door de wolken heen, dat door de gebrandschilderde ramen naar binnen viel. ‘Helemaal niets,’ zei ze. ‘Ik mag die Julia Ford trouwens nog steeds niet en die andere ook niet – die vrouw die we als eerste hebben gesproken.’
‘Constance Wells?’
‘Die bedoel ik, ja. Nog zo’n aalgladde trut.’
‘Kom, kom, Ginger. Niet zo kattig.’
‘Ach, nou ja…’
‘Ze geven dus geen van beiden toe dat ze iemand over de echte identiteit van Karen Drew hebben verteld?’
‘Natuurlijk niet. Hun monden zitten net zo potdicht als de sluitspier van een Schot, als ik het even zo mag zeggen.’
‘Al iets interessants gevonden in hun verleden?’
‘Nog niets. De gebruikelijke universitaire gegevens. Volgens mij was Con-stance Wells tijdens haar studie trouwens lid van de marxisten. Ik durf te wedden dat ze niet wil dat dát op het kantoor bekend wordt.’
Annie glimlachte. ‘Dat doe je toch niet, hè?’
Ginger grijnsde ondeugend. ‘Zou zomaar kunnen. Je weet het maar nooit.’ Ze dronk haar bier op. ‘Zo, ik ben blij dat daar helemaal geen calorieën in zaten.’
‘Verder nog iets? Een toetje misschien?’
Ginger streek over haar buik. ‘Nee, ik zit echt vol, inspecteur. Tijdens mijn speurtocht ben ik trouwens op één ding gestuit dat wel interessant was. Niet direct relevant, hoor, maar wel interessant.’
‘O ja?’ zei Annie. ‘Wat was dat dan?’
‘Nou, Julia Ford was een laatbloeier. Ze was al begin twintig toen ze naar de universiteit ging.’
‘Ja, en?’
‘De meeste mensen stromen direct na de middelbare school door. Rechten, medicijnen, noem maar op. Ze willen hun opleiding afronden, zodat ze veel geld kunnen verdienen en hun studieschuld zo snel mogelijk kunnen afbetalen.’
‘Oké,’ zei Annie. ‘Dat klinkt logisch. Alleen werkten ze volgens mij in die tijd met beurzen, niet met leningen. Toch is het interessante informatie. Als er een kans bestaat dat Maggie Forrest echt Kirsten Farrow is, dan geldt hetzelfde eigenlijk voor Julia Ford, denk je ook niet?’
Ginger keek verrast op. ‘Dat was niet waar ik naartoe…’
‘Wacht eens even,’ ging Annie verder. ‘Die kans bestaat inderdaad. Ze heeft er de juiste leeftijd voor, ze is ook tenger gebouwd en als ze haar haren onder een hoed verstopt en iets minder dure kleding en make-up gebruikt… Ze zou het nog echt kunnen zijn ook.’
‘Julia Ford? Allemachtig! Zij was toch de advocaat van Lucy Payne?’
‘Ze was op de hoogte van haar ware identiteit en haar verblijfplaats. Oké, het motief kan een beetje een probleem worden. Dat lijkt een beetje tegenstrijdig. Misschien was daar wel een goede reden voor. Iets wat wij niet weten.’
‘Je kunt best eens gelijk hebben,’ zei Ginger. ‘Zal ik nog wat dieper in haar verleden spitten?’
Annie knikte. ‘Ja. Kijk of je kunt achterhalen waar ze was tussen 1985, het jaar waarin Kirsten aan haar studie begon, en 1991 of 1992, toen ze zo’n beetje voor het laatst is gezien. Wees wel voorzichtig.’
‘Hoe pakken we het alibi aan?’
‘Het wordt natuurlijk lastig om uit te zoeken waar ze uithing op de tijdstippen waarop Lucy en Templeton zijn vermoord zonder dat zij het te weten komt, maar we zouden er enorm mee geholpen zijn.’
‘Ik zal kijken wat ik kan doen. Wat ik je trouwens eigenlijk wilde vertellen…’
‘Ja?’
‘Voordat Julia Ford rechten ging studeren, heeft ze eerst iets anders gedaan. Geen Engelse literatuur, maar psychologie. Aan de universiteit van Liverpool.’
‘Dat is nog steeds geen reden om haar buiten beschouwing te laten. En die rechtenstudie?’
‘Bristol.’
‘Kirsten Farrow kwam uit Bath. Dat ligt daar heel dichtbij.’
‘Onze mevrouw Ford deelde in die tijd een flat met iemand. In het eerste en tweede jaar.’
‘Dat doen studenten wel vaker.’
‘Heel toevallig raakte ik aan de praat met een erg spraakzame, behulpzame jonge vrouw van Studentenhuisvesting die alle gegevens van jaren terug nog had. Julia Ford deelde de flat met Elizabeth Wallace, die toen medicijnen studeerde. Als ik me niet vergis, is Elizabeth Wallace toch de patholoog bij jullie in de westelijke divisie?’
‘Dat klopt inderdaad,’ zei Annie. ‘Dokter Elizabeth Wallace.’
‘Puur een interessant feitje, meer niet, hoor,’ zei Ginger. ‘Ze waren goede vriendinnen, Julia Ford en zij. Verder…’
‘Wat?’
‘Ik heb nog iets verder gezocht en ze wonen tegenwoordig allebei in Harrogate.’
‘Dat is een grote plaats.’
‘Ze zijn ook allebei lid van de plaatselijke golfclub.’
‘Hoogopgeleide vrouwen. Het lijkt me vrij logisch. Maar je hebt wel gelijk, Ginger, het is inderdaad interessant. Dus jij denkt nu dat Julia Ford het misschien aan dokter Wallace heeft verteld…’
‘En dat dokter Wallace misschien ergens anders ook haar mond voorbij heeft gepraat? Nou ja, dat zou toch kunnen? Dat wil zeggen: als Julia Ford tenminste niet degene is die we zoeken.’
‘Ik vraag me af of dokter Wallace ons iets kan vertellen.’
‘Die zal ongetwijfeld net zomin iets prijsgeven als Julia Ford,’ zei Ginger. ‘Ze is tenslotte arts. Als er al iets prijs te geven valt, uiteraard.’
‘Misschien niet,’ zei Annie. ‘Graaf toch nog maar even verder in Julia Fords verleden wanneer we weer op het bureau zijn. Discreet, dat spreekt voor zich. Ga nog eens terug naar die vriendin van je in Bristol en kijk of zij meer namen voor je heeft uit die periode. Anderen die misschien die flat hebben gedeeld of lid waren van dezelfde clubs en dergelijke. Als je nog iets vindt, is het misschien de moeite waard dat ik straks eens een babbeltje ga maken met dokter Wallace. Ik heb haar een paar keer ontmoet. Ze lijkt me best aardig.’
‘Waaraan zit je nu te denken?’
Annie pakte haar aktetas en stond op. Ze liepen naar buiten, Flowergate in, en voegden zich bij de stroom mensen. ‘Ach, je kent dat wel: een paar glazen bij de negentiende hole – het weer is de laatste tijd best goed geweest om te golfen – en de tong wordt wat losser. “Raad eens wie onze cliënt is en wat we met haar hebben gedaan?” zegt Julia. “O ja?” zegt dokter Wallace. Nu ja, vul zelf maar aan.’
‘Vrouwen onder elkaar?’
‘Zoiets. Vervolgens laat dokter Wallace zich iets ontvallen bij iemand anders, een studievriendin of… Wie weet? Hoe heet de psychiater van Maggie Forrest?’
‘Simms. Dokter Susan Simms.’
‘Waar heeft zij gestudeerd?’
‘Geen idee.’
‘Zoek het uit. Heeft zij weleens iets in de forensische psychiatrie gedaan?’
‘Ik ga er meteen achteraan.’
‘Mooi. Via de rechtszaal zou er een connectie kunnen bestaan tussen Julia Ford en haar. Misschien heeft ze ooit als getuige opgetreden in een zaak waarbij Julia als advocaat betrokken was. Er is al een link tussen dokter Simms en Maggie Forrest. Er zijn mogelijkheden genoeg.’
‘Precies, inspecteur,’ zei Ginger.
‘Ik weet niet waar dit allemaal toe leidt,’ zei Annie, ‘maar wellicht zijn we iets op het spoor.’ Ze haalde haar gsm tevoorschijn. ‘Ik moet het Alan ook laten weten.’
‘Ja, inspecteur.’
‘Ginger?’
‘Ja?’
‘Ga alsjeblieft heel voorzichtig te werk. Niet alleen snuffelen we rond bij het soort mensen dat de hoofdinspecteur graag ziet – artsen en advocaten –, maar er loopt ook nog ergens een moordenaar rond, en het laatste wat je wilt, is op haar staart gaan staan en haar storen zonder te merken dat je dat doet.’
Aan het eind van de middag liep Banks van het hoofdbureau van politie van de westelijke divisie naar The Fountain. Tijdens het lopen dacht hij peinzend na over wat hij zojuist via zijn mobieltje van Annie had gehoord. Julia Ford en Elizabeth Wallace: voormalige flatgenoten en tegenwoordig golfmaatjes. Tja, het was ook wel logisch. Als ze elkaar uit hun studietijd kenden en allebei als hoogopgeleide, alleenstaande vrouw in Harrogate woonden, lag het voor de hand dat ze bevriend waren en lid van dezelfde golfclub.
De link met Maggie Forrest had echter pas goed zijn belangstelling gewekt. Volgens Annie liet ze Constance Wells van het kantoor van Julia Ford haar juridische kwesties afhandelen en kende ze Julia Ford ook, dus kon ze tijdens een bezoek aan het pand gemakkelijk iets over Karen Drew hebben opgevangen of een document hebben gezien. Julia Ford was de advocaat van Lucy Payne geweest, en Maggie haar beschermer en marionet. Het was natuurlijk allemaal faliekant misgelopen, maar er bestond wel degelijk een connectie.
Dan was er nog het haar. Annie had hem verteld dat hun expert, Famke Larsen, duidelijke overeenkomsten had gevonden tussen de haren van Kirsten Farrow, die in 1989 waren aangetroffen in het huis van Greg Eastcote, en een haar op de deken die om Lucy Payne heen had gelegen toen ze werd vermoord. Het was uiteraard niet doorslaggevend, maar wel voldoende om hun vermoeden te bevestigen dat Kirsten op de een of andere manier weer was opgedoken en iets te maken had met de moord op Lucy. Wie ze was, bleef een raadsel. De haar op de deken, zo had Annie ook gezegd, zou een mitochondriaal dna -profiel opleveren dat hen verder kon helpen bij het identificeren van de moordenaar. Dat zou echter wel een paar dagen duren, en bovendien hadden ze daarvoor monsters nodig van al hun verdachten ter vergelijking. Toch boekten ze nu in elk geval vooruitgang.
Voorlopig moest hij zich echter volledig op de zaak rond Hayley Daniels richten. Hij was heel dicht bij de oplossing; dat voelde hij aan zijn water.
‘Hallo, Jamie,’ zei Banks toen hij binnenkwam. Hij bleef bij de bar staan. ‘Jill.’
Jill Sutherland glimlachte naar hem, maar Murdoch niet. Een tiener in een lange gabardine jas keek op van de fruitmachine waaraan hij stond te spelen en draaide zich onmiddellijk weer om. Banks herkende hem van de openbare scholengemeenschap van Eastvale. Een minderjarige spijbelaar. Dat interesseerde hem vandaag niet. Als hij er later nog aan dacht, zou hij de directeur wel bellen. Hij kon vrij goed overweg met Norman Lapkin en ze dronken weleens samen een biertje. Lapkin wist hoe hij moest omgaan met onhandelbare pubers.
‘Wat nou weer?’ zei Murdoch. ‘Kunnen jullie me echt geen minuut met rust laten? Ik moet wel een pub runnen, hoor.’
‘Ik zal niet in de weg lopen,’ zei Banks. ‘Weet je wat? Ik ben zelfs bereid om je omzet te verhogen. Doe mij maar een Black Sheep, als het kan.’
Murdoch wierp een blik op Jill, die een pintglas pakte en het liet vollopen. ‘Hoe gaan de zaken?’ vroeg Banks.
‘Belabberd,’ zei Murdoch. ‘Vooral na afgelopen weekend.’
‘Ja, niet erg aardig van Kev Templeton om hier vlak om de hoek zijn keel te laten doorsnijden. Eén moord heeft misschien een positief effect op de zaak en trekt natuurlijk nog wel een paar ramptoeristen, maar twee?’
Murdoch trok wit weg. ‘Zo bedoelde ik het niet. Dat weet u best. U legt me woorden in de mond. Ik vind het vreselijk wat er met meneer Templeton is gebeurd, echt waar. Hij was een goede politieman.’
‘Je moet niet overdrijven, Jamie. Bovendien had het toch niets met jou te maken, of wel?’
‘Natuurlijk niet.’
Jill glimlachte toen Banks haar een biljet van vijf pond gaf en zei dat ze zelf ook iets moest nemen. Murdoch richtte zijn aandacht weer op zijn boeken en menukaarten, en Jill ging verder met glazen schoonmaken. Die zagen eruit alsof ze allang schoon waren.
Een oud cassettebandje of satellietstation speelde Dusty Springfields ‘I Only Want to Be with You’. Banks dacht aan Sophia en vroeg zich af wat de toekomst in vredesnaam voor hen in petto had. Ze hadden die ochtend naar de cd van Thea Gilmore geluisterd en nu begreep Banks eindelijk Sophia’s eerdere verwijzing naar het enigszins ondeugende nummer ‘Sugar’. De zangeres zei tegen degene die bij haar was dat hij haar mee naar huis mocht nemen en op zijn bed neerleggen, maar haar vooral geen ‘sugar’ mocht noemen. Banks noemde Sophia geen ‘sugar’. Het liefst had hij de boel de boel gelaten en was hij ergens met haar naartoe gegaan. Nu zat ze waarschijnlijk alweer in Londen en had ze haar leven weer opgepakt met haar vrienden, werk en hectische sociale agenda. Misschien vergat ze hem wel. Misschien kwam ze wel tot de conclusie dat het een dwaze, uitzichtloze flirt was geweest die ze het best zo snel mogelijk uit haar hoofd kon zetten. Misschien was het dat ook wel. Waarom kon Banks haar dan niet uit zijn hoofd zetten, en waarom was hij plotseling ontzettend jaloers op iedereen die jonger was dan hij en ongebonden?
Hij liet zijn blik door de pub dwalen. Er waren hooguit vijf of zes mensen aanwezig, maar dat zou snel veranderen zodra de kantoren in het centrum dichtgingen. Jamie Murdoch had echter wel gelijk: na de moord op Templeton was er een sombere sfeer over Eastvale neergedaald, en die zou pas verdwijnen wanneer de moordenaar was opgepakt. Als Banks haar niet snel opspoorde, zouden er vanuit het hele land experts opdoemen die de zaak overnamen, precies zoals Scotland Yard dat vroeger had gedaan. De pers stond nu al te schuimbekken: het ene moment werd de onkunde van de politie afgekraakt en het volgende werd de agentenmoordenaar vervloekt.
Banks nam een slokje van zijn bier. Dusty maakte plaats voor The Shadows met ‘Theme for Young Lovers’, ook al zo’n nostalgisch nummer. Banks had op een prachtige zondagmiddag in de lente van 1964 bij die muziek bij de rivier zijn eerste zoen gekregen. Anita Longbottom heette ze, en hij mocht van haar niet zijn hand op haar borst leggen.
‘Kun je de muziek iets zachter zetten, Jill?’ vroeg Banks. ‘Ik kan mezelf niet eens horen denken.’
Jill zette het geluid zachter. Niemand klaagde. Banks vroeg zich af of er iemand was die de muziek echt zou missen, maar bedacht toen dat sommige mensen niet tegen stilte konden. Hij dronk zijn bier en bedacht verbaasd dat hij niet eens in moeilijkheden zou komen als hoofdinspecteur Gervaise nu binnenkwam. Ze had ingestemd met zijn voorstel en hem zelfs toestemming gegeven om zich zo gewoon mogelijk te gedragen. Dat was ongeveer het enige goede wat was voortgevloeid uit de moord op Templeton, behalve dan dat Banks zijn afspraak met zowel zijn huisarts als de tandarts wéér had moeten verzetten.
‘Je doet een beetje zenuwachtig, Jamie,’ zei Banks. ‘Zit je ergens mee?’
‘Ik heb een zuiver geweten, meneer Banks,’ zei Murdoch.
‘Zeker weten? Je hebt dus niet ergens een hok vol Spaanse cognac en Franse sigaretten? Ik dacht dat ik daarnet een Gauloise rook.’
‘Heel leuk. U maakt zeker een grapje, hè?’
‘Helemaal niet.’
‘Nou, het antwoord is: nee, dat heb ik niet.’ Murdoch staarde kwaad naar Jill, die deed alsof ze druk bezig was met de glazen.
‘Er zit me nog iets dwars,’ ging Banks verder. ‘We hebben een getuige die rond het tijdstip waarop Hayley Daniels werd vermoord een flard muziek hoorde in de Maze.’
‘Daar hebt u het al eens eerder over gehad. Ik heb niets gehoord.’
‘We wisten niet zeker waar die muziek vandaan kwam,’ zei Banks tegen hem. ‘Een voorbijrijdende auto, een deur die werd geopend en weer dichtging… Zoiets in elk geval.’
‘Sorry, ik kan u echt niet helpen.’
‘Toen kreeg ik opeens een ingeving.’
‘O ja?’
‘Ja,’ zei Banks. ‘De getuige herinnerde zich dat het uit Fit But You Know It van The Streets kwam. Ik ben online gaan kijken en ontdekte dat je die kunt kopen.’
‘Dat geloof ik graag,’ zei Murdoch.
‘Als ringtone.’
Daar wist Murdoch even niets op te zeggen, en voordat Banks kon verdergaan, hoorde hij ‘Fit But You Know It’ uit Murdochs zak klinken. Hoofdinspecteur Gervaise belde zoals afgesproken het nummer dat ze van de mobiele-telefonieprovider hadden ontvangen. Alle kleur trok weg uit Murdochs gezicht en zijn ogen vlogen naar Banks; toen sprong hij over de bar en rende hij het plein op.
Banks holde achter hem aan. ‘Jamie, doe niet zo stom!’ brulde hij naar Murdoch, die een kluitje toeristen op leeftijd die vlak bij het marktkruis uit een touringcar stapten uit elkaar joeg. ‘Je kunt toch niet ontsnappen.’
Murdoch rende het plein over. De agenten in uniform die buiten voor het politiebureau klaarstonden voor het geval hij daartoe een poging zou wagen kwamen nu in actie, en toen Murdoch doorkreeg dat zijn vluchtroute was afgesneden, veranderde hij van richting en liep hij door naar het overdekte winkelcentrum Swainsdale. Daar rende hij met een hijgende Banks op zijn hielen de roltrap op en verdween hij tussen de rijen winkels op de eerste verdieping.
Pakjes en mensen vlogen alle kanten op, en vrouwen klemden gillend hun kinderen tegen zich aan. Banks merkte dat er een paar agenten in uniform achter hem liepen en plotseling zag hij aan zijn linkerkant Winsome in sneltreinvaart komen aanlopen. Ze vormde een ontzagwekkende aanblik met haar hoofd in haar nek, haar armen die als zuigers op en neer pompten en haar lange benen die als die van een atleet over de grond roffelden.
Murdoch schoot de ingang van de afdeling Etenswaren van Marks & Spencer in en sloeg tijdens zijn doortocht mensen hun mandjes uit handen. Een fles wijn smakte op de vloer en het rode vocht stroomde alle kanten uit. Iemand schreeuwde en Murdoch struikelde bijna over een klein kind, dat het op een brullen zette, maar hij wist overeind te blijven en rende door naar de afdeling Herenkleding.
Banks kon hem met geen mogelijkheid te pakken krijgen. Zijn conditie was niet goed genoeg en bovendien was hij nooit een hardloper geweest. Win-some, die marathons liep, holde echter elegant en met het grootste gemak achter hem aan, en kwam met elke stap dichterbij. Murdoch wierp een blik over zijn schouder en toen hij zag hoe dicht ze al bij hem was, duwde hij een oude vrouw uit de weg en sprintte hij naar de uitgang.
Banks kon bijna niet geloven wat hij toen zag. Toen Murdoch nog een voorsprong van anderhalf tot twee meter op Winsome had, maakte deze een sprong door de lucht in zijn richting die het midden hield tussen een duik en een rugbytackle; ze klemde haar lange, gespierde armen om zijn bovenbenen en haalde hem zo onderuit. Even later stond Banks hijgend naast hem. Winsome leunde met haar knie op Murdochs rug en gaf haar beste Christie Love-imitatie ten beste: ‘Je bent erbij, sugah ’, waarna ze als een Amerikaanse politieagent zijn rechten opsomde: ‘Je hebt het recht om te zwijgen…’
Ondanks de pijn op zijn borst glimlachte Banks. Dat was helemaal geen officiële waarschuwing en was Winsome niet veel te jong voor Get Christie Love! ? ‘Het is al goed, Winsome,’ zei hij zwaar ademend. ‘Uitstekend gedaan. Hijs die hufter maar overeind en sla hem in de boeien. De rest handelen we op het bureau wel af.’