17

“We gaan vanavond uit eten,” zegt Ellen gedecideerd. Het is donderdagochtend en we zitten aan het ontbijt. Tenminste, ik zit in mijn badjas een boterham te eten en de krant te lezen, terwijl Ellen druk in de weer is om haar spullen te pakken. Ze eet tussendoor een paar happen van de yoghurt met cruesli die ik voor haar heb klaargezet. “Toch niet vanavond?”

“Hoezo? Heb je andere plannen dan?” vraagt ze belangstellend.

“Nee, hoor,” zeg ik meteen. “Waar wil je naartoe gaan?”

“Ik zat te denken aan het grand café vlak bij onze stamkroeg.”

“Ik heb er een paar keer met Chris gegeten,” zeg ik aarzelend.

“Was het lekker?” vraagt Ellen terwijl ze haar jas aantrekt. “Ja, dat wel.”

Ik weet dat Chris daar geregeld komt. Ik wil hem liever niet spontaan tegen het lijf lopen. Dan weet ik zeker dat het één grote puinhoop wordt.

“Nou, dan gaan we daar eten,” zegt Ellen. Ze loopt naar de deur. “Zie ik je vanavond. Doei.” En weg is ze. Ik had eigenlijk vandaag Chris willen bellen om iets voor vanavond af te spreken. Maar ik wil Ellen ook niet teleurstellen. Stiekem ben ik ook wel blij, dan hoef ik vandaag niet te bellen. Dat kan morgen ook nog wel. Een streng stemmetje in mijn hoofd zegt dat ik het alleen maar aan het uitstellen ben, maar ik negeer het. Morgen is er weer een dag. Bovendien is het dan bijna weekend. Dan is hij vast gunstiger gestemd.

‘s-Avonds zit ik samen met Ellen en Nadien in een hoekje van het grand café. We hebben zojuist de kaart gekregen en iets te drinken besteld.

“Heb je Chris nog gebeld?” vraagt Ellen langs haar neus weg.

“Nee, nog niet. Ik doe het morgen.”

De deur van het grand café gaat open. Ik hoor een bekende stem roepen: “Hé, daar zit Catharina!” Verschrikt kijk ik op. Het is Floris-Jan. Hij is niet alleen. Achter hem zie ik ook Roderick en Chris. Wat doen zij hier? Nadien en Ellen hebben zich ook omgedraaid. Even kijken Chris en ik elkaar recht aan, dan draait hij zich abrupt om. Ik zie dat hij iets tegen de anderen zegt. Aan zijn gebaren kan ik zien dat hij weer weg wil gaan, maar Floris-Jan en Roderick houden hem tegen. Uiteindelijk loopt hij zonder te groeten naar een tafel, helemaal aan de andere kant van het grand café.

“Dat is toevallig,” zegt Nadien zachtjes. “Van alle restaurantjes hier in de stad kiezen ze precies dit grand café.” Ik vraag me af hoe toevallig dit is. Chris komt hier regelmatig, maar dat kan Ellen niet weten. Of toch wel? Ik kijk haar wantrouwend aan. Die kijkt alsof haar neus bloedt en neemt een slokje van haar wijn, die de ober zojuist voor haar heeft neergezet. Voorzichtig kijk ik even naar het andere tafeltje. Chris zit met zijn rug naar me toe. “Zijn we klaar om te bestellen?” vraagt Ellen opgewekt. Ik snap niet waarom ze zo vrolijk doet. Dit is nu precies wat ik niet wilde. Ik hoop van harte dat het geen doorgestoken kaart is. Ik wil mijn gesprek met Chris graag goed voorbereiden. De juiste kleren, parfum, make–up en niet te vergeten mijn horoscoop. Ik heb helemaal niet gekeken of dit astrologisch gezien de juiste dag is om met hem te praten.

“Vinden jullie het heel erg als we weggaan? Dit café is niet de juiste plek voor een goed gesprek. Ik voel me ook niet zo lekker,” zeg ik zachtjes.

“Onzin,” zegt Ellen ferm. “Als we moeten wachten tot jij er helemaal klaar voor bent, ben je al lang en breed oma.”

“Ellen, nee, je kunt me toch niet zomaar voor het blok zetten? Ik heb dit helemaal niet voorbereid.”

“Ik stel voor dat je daar dan maar heel snel mee begint.”

“Ellen, dit is zo ontzettend kinderachtig. We zitten niet meer op school.”

Ik zie dat Ellen even afgeleid is.

“Kom, we gaan,” zeg ik resoluut.

Ik wil juist opstaan, maar Ellen is me voor.

“We hebben het hier dadelijk nog wel even over. Ik moet nu even naar het toilet. Ik ben zo terug.”

Boos kijk ik naar Nadien. “Weet jij hier ook van?”

Nadien haalt haar schouders op. “Natuurlijk niet. Ellen weet toch dat ik geen geheimen kan bewaren.”

Het duurt allemaal eindeloos. Nadien babbelt wat over een nieuw vriendje, die blijkbaar ook alweer verleden tijd is. Ik kan me niet goed concentreren op wat ze zegt. Weer kijk ik stiekem naar Chris. Of liever gezegd: naar zijn rug.

Wat zou ik graag naar hem toe gaan en mijn armen om hem heen slaan. Ik zou hem willen smeken om me terug te nemen. Natuurlijk blijf ik zitten waar ik zit. Smeken heeft geen zin. Ik zal met iets beters moeten komen.

Eindelijk komt Ellen terug van de wc.

“Waarom duurde het zo lang? Zo druk kan het er niet zijn. Wij zijn de enige gasten.”

“Sorry, ik ben ineens zwaar ongesteld geworden, vandaar.”

Nadien wil protesteren, maar Ellen geeft haar een stevige por. Ellen voert iets in haar schild, ik voel het gewoon.

Ineens zie ik dat er aan het tafeltje van Chris wat gebeurt.

Ik hoor Chris boos zeggen: “Niet doen.” Daarna zie ik dat Floris-Jan naar ons tafeltje komt.

“Hoi, Catharina, dag dames.” Hij knikt even naar Ellen en Nadien. “Wat zijn we onbeleefd, hè? We hebben je nog helemaal niet begroet. Om het goed te maken dachten wij”

—hij wijst vaag naar zijn vrienden achter hem—“dat het misschien wel een leuk idee is om met z’n allen aan één grote tafel te gaan zitten. Dan leren we elkaar ook een beetje kennen.” Hij kijkt nu naar Ellen en Nadien. “Wat vinden jullie ervan?”

Nadien zit al enthousiast ja te knikken. Dat is ook niet zo verwonderlijk, want Roderick en Floris-Jan zien er allebei erg goed uit. Maar ook Ellen stemt in. “Ik denk niet dat Chris het zo zal waarderen,” zeg ik voorzichtig.

“Natuurlijk wel,” zegt Floris-Jan vol overtuiging. Voordat ik er verder op in kan gaan, zie ik dat Ellen al met de ober overlegt wat een geschikte tafel is. En Nadien is al naar Roderick gelopen om zich voor te stellen. Chris staat nog steeds aan de andere kant van de zaal. Hij staat met zijn handen in zijn zakken en kijkt erg boos. Zie je wel. Nu komt het echt niet meer goed. Zodra ik de kans krijg, ga ik Ellen villen.

De tafel is geregeld en wordt nu opnieuw gedekt voor zes personen. Ellen, efficiënt als altijd, is al bezig met de tafel-schikking. Ze wijst iedereen een nieuwe plek aan en—hoe verrassend—ik word naast Chris neergezet. Wanneer we allemaal weer zitten, beginnen de anderen meteen te kletsen. Er is duidelijk een klik tussen zijn vrienden en mijn vriendinnen. Zal ik Nadien en Ellen nog even waarschuwen dat beide heren een vriendin hebben? Misschien moet ik het maar eens subtiel te berde brengen. “Zeg, Roderick, hoe gaat het met Marie-Louise?” vraag ik nonchalant.

“O, wel goed, denk ik. We zijn uit elkaar.” Roderick lijkt er niet al te rouwig om. Niet zo verwonderlijk, Marie-Louise is een vals loeder, maar dat kan ik moeilijk tegen hem zeggen.

“Dat meen je niet.” Ik probeer verbaasd te klinken. “Ja, en Floris-Jan is ook weer op vrije voeten. Vandaar dat we vanavond een hengstenbal georganiseerd hebben. We zijn allemaal weer vrij. Au!”

Blijkbaar trapt er iemand heel hard tegen zijn schenen. Er valt een ongemakkelijke stilte aan tafel. “Dus jullie hebben liefdesverdriet?” vraagt Ellen, in een poging om het gesprek weer vlot te trekken. “Ik ook,” roept Nadien er hard overheen. “Misschien kunnen we elkaar wel helpen?” zegt ze, terwijl ze flirterig met haar hand door haar haar gaat. Roderick moet lachen.

“Is dat zo? Welke idioot heeft jou laten gaan?”

“Je hoeft met haar geen medelijden te hebben, hoor,” zegt Ellen plagend. “Mannenharten breken is haar hobby.” Terwijl de anderen vrolijk verdergaan, kijk ik voorzichtig naar links. Chris heeft nog geen woord gezegd. Hij staart alleen maar nors voor zich uit. Wanneer hij ziet dat ik kijk, vraagt hij doodleuk: “Heb jij dit geregeld?”

“Hoe kom je daarbij?” vraag ik verbouwereerd. “Als je me wilt spreken, kun je me ook gewoon bellen.” Over arrogant gesproken.

“En waarom heb je je jurkjes bij mij in de kast laten hangen?”

“Ik heb ze niet meer nodig. Ik was niet van plan om nog vaak bij je moeder op bezoek te gaan,” zeg ik vinnig. Dit gaat duidelijk niet de goede kant op. En dan, alsof er een wonder gebeurt, breekt er spontaan een lach bij hem door.

“En ga je ook nooit meer zeilen?” vraagt hij lachend. Hij springt van zijn stoel. Ik kijk hem verbaasd aan. “Kom. We moeten praten.” Hij pakt me bij mijn arm. “Daar kunnen we niet vier luistervinken bij gebruiken.” Het valt me nu pas op dat de anderen stilgevallen zijn en nieuwsgierig naar ons kijken. Ellen kijkt voldaan en Nadien teleurgesteld. Zij had graag live meegemaakt wat er nu gaat gebeuren. Ik volg hem naar de garderobe. We pakken onze jas en gaan naar buiten. Zwijgend lopen we naast elkaar. De ondergaande zon geeft een oranjeroze gloed, die weerspiegeld wordt in de ruiten van de etalages. “Zullen we naar mijn appartement gaan?” Ik knik.

In zijn appartement doen we allebei onze jas uit. We lopen naar de woonkamer. Ik ga op de bank zitten en frunnik een beetje aan mijn rok. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Ik ben zenuwachtig en opgewonden tegelijk. “Heb je honger? We hebben nog niets gegeten. Zal ik iets bestellen? Pizza, chinees, iets anders?” vraagt Chris onrustig.

“Nee, ik heb geen honger,” zeg ik nerveus. Ik ben niet gewend dat hij zo druk is.

“Ik denk dat ik toch maar een pizza bestel. Je moet wel wat eten.”

Chris pakt zijn mobiel en belt de pizzeria. Daarna gaat hij tegenover me zitten. We kijken elkaar even aan. “Ik heb je gemist,” zegt hij plompverloren. Mijn hart maakt een sprongetje. Hij heeft me gemist! “Het kan me inmiddels niet meer zo heel veel schelen of je wel of niet op mijn geld uit bent. Het maakt me zelfs niet uit of ik wel of niet de vader ben.”

Dat is een beetje een domper, mijn hart houdt meteen op met dansen.

“Mij wel,” zeg ik zachtjes. “Ik vind het heel belangrijk dat je de waarheid weet. Dat van Barry is een absolute leugen. Barry is al zo lang geleden, dan was ik nu inmiddels al bevallen. En ik ben echt nooit op je geld uit geweest. Ik heb helemaal niet om een rijke vent gevraagd. Het maakt het allemaal nodeloos complex.”

“Waarom heb je de morning-afterpil niet geslikt?”

“Achteraf is dat stom, maar op het moment dat ik een keuze moest maken, leek de kans dat ik zwanger zou worden van één keer onveilig vrijen zo klein. Ik weet niet of je het nog weet, maar de dag erna had ik mijn sollicitatiegesprek en ik weet hoe ziek je kunt worden van zo’n stom pilletje.”

Ik zie hem fronsen.

“Niet uit eigen ervaring, maar tijdens mijn studententijd heeft een van mijn vriendinnen ooit zo’n pil geslikt.”

“Nadien zeker?”

“Ik noem geen namen,” zeg ik verontwaardigd. “Anyway, ze is er een dag zo ziek van geweest, dat zal ik nooit meer vergeten. Hoe zou jij gereageerd hebben, als ik me die dag ziek gemeld had?” Ik zie dat hij iets wil zeggen.

“Laat maar, daar kun jij nu toch geen goed antwoord op geven. Achteraf is alles anders en als ik toen geweten had wat ik nu weet, geloof me, dan had ik dat stomme pilletje echt wel geslikt.”

“Weet je, bij ieder ander zou ik het een onzinnig verhaal vinden. Maar bij jou zou het zomaar kunnen dat het waar is. Waarom heb je het niet eerder verteld?”

“Jij ging er meteen van uit dat ik er niet aan gedacht had en dat heb ik maar zo gelaten.” Even kijkt hij me peinzend aan.

Dan zegt hij: “Het valt niet mee om een vrouw te vinden die er niet op uit is om via mij het grote schip met goud binnen te halen. Je wordt dan vanzelf wantrouwend.” Ik knik. Dat kan ik me voorstellen. Chris wil nog iets kwijt.

“In tegenstelling tot wat jij schijnt te denken, vind ik vertrouwen wel degelijk heel belangrijk. Ik ben anders dan Robbert. Ik heb nog nooit iemand bedrogen. Ik keur het ook beslist niet goed wat hij allemaal met Nadien heeft uitgespookt, maar het blijft wel mijn broer. Snap je dat?”

Natuurlijk snap ik dat. Buiten hoor ik het geroezemoes van mensen die op weg zijn naar bioscoop en kroeg. “Sinds ik je ken, krijg ik je niet meer uit mijn hoofd.” Verbaasd kijk ik hem aan. “Toch niet sinds de allereerste dag?”

“Vanaf de eerste keer dat ik bij je ben blijven slapen, ben ik al verliefd,” bekent hij. “Je was ontzettend boos die ochtend.”

“Denk je echt dat ik was blijven hangen als het iets een-maligs was? Ik was boos om jouw reactie. Natuurlijk baalde ik ook. Ik maak er doorgaans geen gewoonte van om met een collega het bed in te duiken. Dat geeft alleen maar gedoe.”

“Ik dacht dat je me niet uit kon staan en dat je daarom zo boos was.”

“Waarom denk je dat ik aan Guus heb voorgesteld om jou bij het project te betrekken?”

“Dat was jouw idee?”

“Waarom ben je zo verbaasd? Ik heb toch al vaker gezegd dat je een heel goede supervisor bent?”

“Ja,” zeg ik aarzelend, “maar dat was later. Ik kan me mijn sollicitatiegesprek nog prima herinneren en ik had niet de illusie dat je erg onder de indruk was van mij. Je was ontzettend bot.”

“Ik was kritisch en dan alleen nog maar op een specifiek aspect, namelijk je loyaliteit naar je medewerkers toe. Op dat punt had ik trouwens gelijk, dat bleek wel na dat gesprek met Nadien.”

“Helemaal niet. Nadien doet het heel erg goed,” zeg ik boos.

Chris heft afwerend zijn handen op. “Laten we die discussie alsjeblieft niet nog een keer voeren.” Ik moet het allemaal even laten bezinken. Dat hij al na onze eerste nacht samen verliefd op me was, vind ik moeilijk te geloven.

“Ik was er echt van overtuigd dat je nog steeds verliefd was op Stephanie.”

“Waarom?” Chris klinkt oprecht verbaasd. “Er waren een hoop rare dingen,” zeg ik verdedigend. “Wat dan?”

Ik heb er de laatste tijd zo vaak over liggen piekeren dat ik nu moeiteloos een meer dan volledige analyse kan geven.

“Het begon al tijdens haar sollicitatiegesprek. Ik zag meteen dat je erg gespannen was, toen ze je een hand gaf. Daarna ging je met haar naar Chez Dante, jullie lunchten voortdurend met elkaar. En die keer na het zeilen, toen ik vroeg of het zonder mij ooit nog goed was gekomen, twijfelde je even. Dat leek mij geen goed teken.” Naarmate ik verder kom met mijn opsomming, zie ik dat het hem moeite kost om zijn lachen in te houden. “Vind jij dit grappig?” vraag ik boos. “Nee, natuurlijk niet. Ga verder.”

Het kost hem steeds meer moeite om zijn gezicht in de plooi te houden en ik kijk hem nog eens dreigend aan, terwijl ik verderga.

Dan zegt hij: “Eerlijk, Catharina. Als je echt elk dingetje wat ik ooit heb gezegd of wat Marilène—die mij natuurlijk van haver tot gort kent—ooit heeft gezegd, onder jouw loep legt, dan zou ik zelf bijna geloven dat Stephanie en ik nog steeds een stel zijn.”

“Zo gek was het niet,” zeg ik koppig. “Elke man op kantoor begint al te kwijlen wanneer ze alleen maar langsloopt. Ze lijken niet te zien dat er achter dat mooie gezichtje een überbitch schuilgaat.”

“Overdrijf je niet een beetje?”

“Jij kent haar niet zoals ik haar ken.”

“Klopt, ik ken haar beter. Ze was namelijk in een grijs verleden mijn verloofde.” Hij legt de nadruk op het woord ‘verleden’. “Wat mij betreft is dat voltooid verleden tijd.”

“Waarom deed je er dan zo geheimzinnig over?”

“Dat deed ik helemaal niet. Het was voor mij afgerond en dus niet meer van belang, maar ik begrijp nu dat het voor jou wel belangrijk was. Sorry.”

“Waarom heb je de verloving verbroken?”

“Ik denk omdat het even duurde voordat haar ware aard kwam bovendrijven en die beviel me niet echt.” Ik kijk hem aan met mijn beste zie-je-wel-blik. “Je bedoelt dat de überbitch naar buiten kwam?” Nu moet Chris weer even lachen. “Stephanie is geen lie-verdje, daar weet ik alles van, maar dat überbitch vind ik wat overdreven. Zou het kunnen dat jouw oordeel een beetje gekleurd is, omdat je misschien een ietsepietsje jaloers bent?”

“Helemaal niet. Nadien en Ellen zijn het volledig met me eens.”

“Nadien en Ellen, twee gerenommeerde vriendinnen van jou? Zij zijn natuurlijk wel objectief,” zegt hij spottend. “Was je echt zo onzeker over onze relatie?” vraagt hij daarna weer serieus.

“Ik was bang dat ik je rebound-vriendin was,” beken ik kleintjes. Hij kijkt me niet-begrijpend aan. “Je weet toch wel wat dat is? Lees jij geen tijdschriften? Een rebound- vriendin is leuk genoeg voor een paar weken lol om je over je vorige vriendin heen te helpen, of juist om je eraan te herinneren dat ze toch zo gek nog niet was. Dan blijk ik ineens zwanger te zijn en heb je de keus niet meer. Ik wil niet dat je noodgedwongen bij mij blijft omdat ik zwanger ben. Ik wil dat je voor de volle honderd procent voor mij kiest.” Ik kijk hem even recht aan. Eindelijk is het hoge woord eruit en nu wacht ik gespannen zijn reactie af. “Je hebt gelijk, we zullen nooit weten hoe het gelopen zou zijn als je niet zwanger was geworden. Maar ik weet wel dat, vanaf het moment dat ik je heb leren kennen, ik me nog nooit zo goed gevoeld heb. De afgelopen weken waren vreselijk. Ik geloof niet dat ik iemand ooit zo gemist heb als jou. Ik heb zelfs de beproefde methode geprobeerd om jou met heel veel vrouwen te vergeten.” Even ben ik op mijn hoede, wil hij nog iets bekennen? “Maar het lukte niet. Zodra ik in gesprek raakte met een andere vrouw, was ik alleen nog maar aan het vergelijken en er was er niet één die kon tippen aan jou.”

“Echt waar? Vind je het dan niet erg dat ik niet van musea en galeries houd? Ik heb altijd het gevoel dat je me daarom heel oppervlakkig vindt en ik vind het typisch iets voor Stephanie om dat allemaal wel heel leuk te vinden. Met haar wilde je trouwen. Dan is het toch niet zo raar dat ik een beetje onzeker ben of jij wel de rest van je leven met mij wilt slijten?”

“Lieve Kaatje, hoe kom je er toch bij dat ik Stephanie slimmer en knapper vind dan jou? Het klopt dat ze heel anders is, gelukkig wel. Is het nooit in je opgekomen dat ik juist op zoek was naar iemand die anders was dan al die andere perfecte bitches, zoals jij ze noemt? Stephanie, Marie-Louise, Marilène en Willemijn: allemaal één pot nat. Ik vind het juist leuk dat je zo spontaan bent en dat je niet altijd nadenkt voordat je wat zegt. Waarom heb je het niet gewoon aan mij gevraagd? Dan had ik je kunnen vertellen dat het allemaal hersenspinsels zijn.”

“Alsof jij altijd antwoord geeft als ik wat vraag,” zeg ik verontwaardigd. “Ik heb meerdere keren gevraagd naar jouw vorige vriendinnen, maar daar wilde jij nooit op ingaan.”

“Omdat ik er niet bepaald trots op was, het leek me geen aanbeveling als je wist hoeveel vriendinnen ik heb gehad.”

“Volgens mij heb ik ook weleens gezegd dat ik vond dat je te veel tijd met Stephanie doorbracht. Dan snap jij toch ook wel wat ik bedoel?”

“Nee, dan denk ik dat je bedoelt dat ik te veel tijd met haar doorbreng. Meer niet. Ik ben een vent, ik lees niet tussen de regels door. Heb ik je dan niet voldoende duidelijk gemaakt dat ik van je houd?”

“Dat heb je nooit gezegd,” zeg ik zacht. “Wat niet?” Hij kijkt mij niet-begrijpend aan. “Dat je van me houdt.”

“Het gaat er toch niet alleen om dat ik het zeg?”

“Ik ben een vrouw, vrouwen zoeken naar bevestiging. Dat las ik laatst nog in een glossy.”

“Begrijp ik het nu goed dat, doordat ik nooit van die vrouwenbladen lees, ik bijna mijn relatie met jou om zeep geholpen heb? Om nog maar niet te spreken van al mijn vorige relaties. Misschien moet ik toch nog eens gaan praten met Steph…”

Hij kan zijn zin niet afmaken omdat ik heel hard een kussen naar zijn hoofd gooi.

“Rustig maar. Ik maak maar een grapje. Voordat je over dit laatste weer eindeloos na gaat denken, zal ik je het meteen nogmaals heel duidelijk zeggen. Ik houd van jou en jij bent de enige vrouw in mijn leven.” Hij gaat naast me zitten en neemt me in zijn armen. “Heb jij eigenlijk weleens gezegd dat je van mij houdt?”

“Natuurlijk niet, jij zei het toch ook niet?” Chris rolt even met zijn ogen.

“Het is toch logisch dat ik daar voorzichtig mee ben?” verdedig ik mezelf. “Ik wist toch niet zeker of ik niet het snoepje van de maand was? Bovendien had je al een keer een verloving verbroken. Dat kan duiden op bindingsangst. Wanneer je dan gaat zeggen dat je van hem houdt, dan weet je zeker dat hij er als een haas vandoor gaat.”

“Ik geloof dat ik maar eens een paar van die bladen ga kopen.”

“Koop dan ook meteen Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus. Is ook erg verhelderend,” zeg ik behulpzaam.

De deurbel gaat.

“Dat zal de pizza zijn,” zegt Chris en hij staat op. Als we allebei voorzien zijn van een groot stuk pizza zeg ik: “Als je Stephanie zo verschrikkelijk vond, waarom heb je haar dan binnengehaald als mijn plaatsvervanger?”

“Dat was puur zakelijk, ze is echt een kei in haar werk. Ik ging ervan uit dat zij zakelijk en privé ook prima kon scheiden.”

Ik moet even lachen. “En dan vind je mij naïef.”

“Genoeg over Stephanie. Ik weet wel een leuker onderwerp.”

“Wil je nog meer weten over wat vrouwen denken?” vraag ik plagend.

“Als ik het me goed herinner, ging jij ervan uit dat ik dat allemaal al wist. Ik had volgens jou toch prima contacten met het andere geslacht?”

“Blijkbaar heb ik dat verkeerd ingeschat.”

“Ik weet wel heel goed wat vrouwen lekker vinden,” zegt hij dan met een zwoele stem. “Is dat zo? Ik zou zeggen: kom maar op.” Ik heb mijn ogen al dicht en mijn lippen getuit, wanneer ik merk dat Chris opstaat. “Waar ga jij naartoe?” vraag ik verbaasd.

“Chocola halen,” zegt hij en ik zie dat hij erg moet lachen om zijn eigen grapje.

“Haha, erg leuk.”

Gelukkig komt hij meteen terug. Als we elkaar kussen voel ik mij de gelukkigste vrouw op aarde.