5

De volgende ochtend fiets ik vrolijk naar mijn werk. Chris heeft gelijk: het scheelt me zeker een kwartier. Konden we vanochtend mooi wat langer in bed blijven liggen. Ik zet mijn fiets in de fietsenstalling en ga naar binnen. John zit op zijn gebruikelijke plek achter de balie. “Zo, Kaatje, ik zie dat je fiets gemaakt is. Heeft je vriendje dat gedaan?”

Ik wil hem al quasiverontwaardigd aankijken, wanneer ik zie dat hij naar een monitor voor hem wijst. Ik kijk over zijn schouder mee en zie dat Chris juist zijn auto in de parkeergarage heeft geparkeerd en nu uitstapt. Ik voel dat ik rood word. De beveiligingscamera’s, daar hebben we helemaal niet aan gedacht! Ik probeer me te herinneren wat John en zijn collega’s allemaal gezien kunnen hebben. “Maak je maar geen zorgen, hoor. We zijn heel discreet,” stelt John me meteen gerust. “We hebben wel ergere dingen gezien.”

Dat zal best en normaal zou ik meteen nieuwsgierig aan hem vragen wat dan allemaal wel niet. Maar nu lijkt het me beter om er maar zo snel mogelijk vandoor te gaan. “Ik moet aan het werk,” zeg ik dus en loop in de richting van de lift.

“Dat geloof ik graag.” John knipoogt even amicaal. “Zeg, is dat niet ook je baas, degene die iedereen eruit knikkert? Ik heb begrepen dat hij niet echt een lieverdje is. Is hij wel wat voor jou?”

John klinkt oprecht bezorgd. Ik vind het erg lief van hem en snap het ook wel. Ik wil hem geruststellen, zonder meteen tot in detail mijn liefdesleven met hem te bespreken.

“Je moet niet alles geloven wat er in de wandelgangen verteld wordt.”

“Helemaal waar. Ik geloof het pas wanneer ik het met eigen ogen zie en dat zag er allemaal wel goed uit.” John lacht erg hard en ik ben heel blij dat juist op dat moment de lift zijn deuren voor me opent. Snel stap ik naar binnen. Het toeval wil dat Chris vanuit de parkeergarage precies dezelfde lift heeft genomen. Zodra de deuren gesloten zijn, wil hij me vastpakken. Snel maak ik me los en wijs naar het kleine oog van de camera. Ik zwaai even naar John. Chris snapt meteen wat ik bedoel en doet een stap opzij, zodat hij op een gepaste afstand van mij staat. Big brother is watching you, of liever gezegd: Big John. Hierdoor valt het helemaal niet mee om een prille liefde op kantoor verborgen te houden.

Ondanks een kwartier extra slaap ben ik nu al doodop en ik heb alleen nog maar mijn computer aangezet. Gelukkig is het vrijdag en het einde van een drukke periode is bijna in zicht. Nog een dag en dan zijn alle gesprekken afgerond. Ik verheug me op een weekend rust. Nou ja, relatieve rust, want ik hoop dat Chris langs zal komen voor heel veel lekkere seks.

Ineens bedenk ik iets. Ik pak mijn agenda en begin te bladeren. Wanneer ben ik eigenlijk voor het laatst ongesteld geweest? Gespannen kijk ik steeds van week tot week. Niet dat ik zogenaamd onopvallende kruisjes zet, maar ik hoop dat ik aan de hand van wat ik gedaan heb kan destilleren wanneer het ongeveer geweest moet zijn. Dat was in ieder geval voor de afscheidsborrel. Oei, dat is lang geleden! Ik ben niet erg regelmatig, maar hier zit zelfs voor mij te veel tijd tussen. In de pauze maar even naar de drogist.

Die gedachte maakt me zenuwachtig en ik probeer mezelf gerust te stellen. Het komt vast door de drukke tijd die ik achter de rug heb. Dat zal ook de vermoeidheid verklaren die ik de laatste tijd steeds meer voel.

‘s-Avonds zit ik met de test in mijn handen. Ik heb de instructies zorgvuldig gelezen en besluit het maar meteen te doen, dan ben ik er maar vanaf. Ik dwing mezelf vijf minuten niet naar de test te kijken, een minuut langer dan nodig is. Daarna kijk ik.

O, mijn God, dit kan niet waar zijn. Twee blauwe streepjes vertellen me dat ik zwanger ben. Duizenden paren hebben maandenlang elke dag seks, en denk maar niet dat ze zwanger worden. Ik heb één keer in mijn leven onveilige seks en dan is het meteen raak. Het kan gewoon niet. Ik moet iets fout gedaan hebben. Misschien heb ik net een test gekocht die het niet goed doet. Ik had ook nooit het huismerk moeten kopen. Ik kijk op mijn horloge, de winkels zijn nu dicht. Morgen koop ik een nieuwe en dan doe ik het nog een keer.

Die nacht slaap ik erg slecht en de volgende dag ben ik al vroeg bij de drogist. De nieuwe test bevestigt wat de eerste test al beweerde. Ik ben zwanger. Ik kan het gewoon niet geloven. Wat moet ik nu doen? Ik ben blij dat het weekend is. Chris heb ik al afgewimpeld met de smoes dat ik met Ellen en Nadien had afgesproken. En tegen Ellen en Nadien heb ik gezegd dat ik moe was van de afgelopen weken en rust nodig had. Nu kan ik rustig nadenken over wat ik zelf wil zonder goedbedoelde maar ongewilde adviezen van anderen.

De zon schijnt, maar ik heb geen zin om naar buiten te gaan. Ik kruip weer in bed en probeer nog wat te slapen. Alsof dat gaat lukken. Het maalt steeds maar door mijn hoofd: zwanger, en wat nu? Ik ben tweeëndertig jaar met een relatie die vooralsnog alleen in onze beiden hoofden bestaat. Als je het al een relatie kunt noemen, het is nog zo pril. Ik heb er geen idee van hoe het zich verder gaat ontwikkelen, zeker niet nu ik zwanger ben. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij er meteen vandoor gaat, zodra hij het hoort. Aan de andere kant is dit misschien wel mijn enige kans op een kind. De hele dag blijf ik zo piekeren. Ik heb altijd graag kinderen gewild, maar dan wel met een vaste partner. Ook al weet ik niet precies wat ik aan hem heb, van alle vriendjes die ik ooit gehad heb, komt Chris nog het dichtst bij mijn ideaal. Knap, ambitieus en hij kan ook nog eens een fietsband plakken. Ondanks alles moet ik even glimlachen. Hij is ook best wel heel erg lief.

‘s-Avonds ga ik over tot het laatste redmiddel om mezelf een beetje op te vrolijken. Ik ga samen met een grote reep chocolade voor de televisie zitten en stop The Sound of Music in de dvd-speler. Bijna drie uur lang blèr ik mee met alle liedjes en als de eindtune inzet, voel ik me toch een beetje beter. Ik doe de televisie uit en ga vroeg naar bed. Als ik eindelijk in slaap val, droom ik dat ik een non ben die bevalt van zeven kinderen. Ik blijf maar roepen: “Seven children? Seven children!

Op zondag besluit ik dat ik het voorlopig nog even voor mezelf houd. Eerst maar eens kijken hoe het verdergaat met Chris en mij. Wie weet hebben we elkaar niets meer te vertellen, nu we klaar zijn met ons ‘gezamenlijke project’. Ik ben nog maar net zwanger. Eerst maar eens uitzoeken of er toekomst in onze relatie zit. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat aan niemand iets vertellen voorlopig de beste methode is om erachter te komen wat ik wil.

Nu ik dat besloten heb, voel ik me iets rustiger en het lukt me zowaar om nog even te slapen. Ik word wakker van de telefoon. Het is Chris.

“Heb ik je wakker gemaakt? Dan was het gisteravond zeker wel gezellig?”

Gisteravond was bepaald geen feest, waarom denkt hij dat? Dan weet ik het weer. Hij denkt dat ik samen met Ellen en Nadien ben doorgezakt in de kroeg. Hij moest eens weten.

“Ja, inderdaad, het was erg gezellig.”

“Dan zal ik het kort houden. Morgen hebben we dat overleg met Guus en ik wilde nog wat dingen met je doornemen. Het mag ook vanmiddag, dan ben je misschien wat helderder.”

Even wil ik hem afwimpelen. Ach, waarom? Ik heb mijn besluit genomen, dus waarom zou ik niet met hem afspreken? Des te eerder weet ik hoe het zit tussen ons en kan ik een definitief besluit nemen. “Vanmiddag is prima. Ik zie je wel verschijnen.” Ik heb nog niet opgehangen of de telefoon gaat alweer. Het is Ellen. Ze maakt zich zorgen en wil graag weten hoe het met me gaat. Ik vind het vervelend dat ik tegen haar gelogen heb, ze is mijn beste vriendin en ik heb haar al heel lang niet meer echt gesproken. “Ik voel me alweer een stuk beter. Heb je misschien zin om een kopje thee te komen drinken?”

“Leuk. Vanmiddag?”

“Nee,” zeg ik snel. “Ik zat meer te denken aan nu.”

“Waarom niet vanmiddag? Heb je nog een andere afspraak?”

Ik hoor aan haar stem dat ze een beetje boos is. “Ja, Chris komt nog even langs. We nebben morgen een belangrijke afspraak met Guus.”

“Je hebt op zondagmiddag met Chris afgesproken?” Ellen is heel verbaasd, zij weet niet dat we al meerdere ‘werkbesprekingen’ in het weekend hebben gehouden. Ik vind het al bijna normaal, maar hoor aan de reactie van Ellen dat zij er heel anders over denkt. Ik heb alweer spijt van mijn eerlijkheid.

“Wanneer moeten we dat anders doen? De afgelopen weken zaten onze agenda’s tot laat in de avond vol.” Ellen klinkt nog steeds gepikeerd als ze zegt: “Ik heb nu geen tijd, ik zie je morgen wel op kantoor.” Ik vind het vervelend dat ze zo reageert, en ik baal ervan dat ik haar niets kan vertellen over mijn relatie met Chris. Normaal hebben we nooit geheimen. Toch weet ik zeker dat ze het uiteindelijk wel zal begrijpen. Slapen lukt niet meer. Eten ook niet echt, maar dat heeft een andere oorzaak. Sinds ik weet dat ik zwanger ben, voel ik me ook erg misselijk. Ik heb altijd al vermoed dat ik een hypochonder ben en nu weet ik het zeker.

“Kom binnen,” zeg ik. “Al een beetje bekomen van gisteravond?”

“Gaat wel. Zullen we maar meteen beginnen? Ik wil vroeg naar bed.” Ik zie dat hij daar ook wel zin in heeft en voeg eraan toe: “Alleen!”

Hij haalt zijn schouders op. “Dan niet.” Dat gaat ook makkelijk, denk ik. Zie je wel dat we niet echt een relatie hebben? Ik ben blij dat ik besloten heb om nog even niets te zeggen.

We gaan aan de slag en na een dik uur zijn we klaar. Hij pakt zijn spullen bij elkaar en maakt aanstalten om te gaan.

“Waar kan ik dit laten?”

Hij houdt een stapel papier op die hij klaarblijkelijk weg wil gooien.

“In de gangkast staat een mand met oud papier. Leg het daar maar bij.”

Ik ruim mijn spullen ook op, en schrik dan van zijn dreigende stem: “Wanneer was je van plan om mij hierover in te lichten?”

Hij houdt het doosje van de zwangerschapstest omhoog. Ik slik, waarom heb ik het niet gewoon in de vuilnisbak gegooid? Of, beter nog, verbrand? Dat stomme milieu ook. Ik kan natuurlijk zeggen dat de test negatief was, maar dan heb ik over een paar weken een nog veel groter probleem.

“Wanneer ik daaraan toe was.”

“Hoe lang weet je het al?”

“Sinds vrijdagavond,” zeg ik zachtjes, want ik zie de blik in zijn ogen donkerder worden. “Wat was de uitslag?”

“Wat denk je?”

“Ik heb geen idee, bij mijn weten doen we het altijd veilig.”

“Niet de eerste keer.”

“Maar je bent toch wel aan de pil?” Ik schud mijn hoofd.

“Niet? Elke moderne vrouw is toch aan de pil?”

“Ten eerste heb ik geen zin om jarenlang hormonen te slikken en dat is ook niet nodig wanneer je niet met Jan en alleman het bed in duikt. Dit is bovendien niet alleen mijn verantwoordelijkheid,” zeg ik boos. “Klopt, daarom was het misschien wel handig geweest wanneer je het tegen mij gezegd had, dan hadden we samen een oplossing kunnen bedenken. Je hebt toch ook zoiets als de morning-afterpil?”

Alsof ik daar zelf niet aan gedacht heb, maar ik durf niet te zeggen dat ik die rotdingen wel in huis gehaald heb, maar ze niet geslikt heb. “Ik begrijp dat jij dit vaker gedaan hebt?”

“Gaan we op die toer? Echt iets voor jou om nu kattig naar mij uit te halen.”

“Ja, en het is typisch iets voor jou om het allemaal beter te weten,” gooi ik eruit.

“Nou, vertel me maar hoe jij dit probleem op wilt lossen.” Ik wist het wel. Ik wist dat het geen goed idee was om hem te informeren voordat ik het zelf helemaal uitgedokterd had, en ik wist dat we een relatie hadden, gebaseerd op niks. Het is wel duidelijk hoe hij dit ‘probleem’ op wil lossen. Ik voel de tranen in mijn ogen komen. “Volgens mij kun je nu beter gaan.”

Hij maakt geen aanstalten om te vertrekken, dus draai ik me om en wil naar de deur lopen.

“Prima, loop er maar voor weg. Catharina ten voeten uit.” Nu is het genoeg. Ik recht mijn schouders en zeg zo rustig mogelijk: “Ik wilde alleen de deur voor je opendoen, zodat je kunt vertrekken. Wij zijn uitgepraat. Ik wou dat ik je nooit ontmoet had en als ik ergens spijt van heb, dan is het wel dat je me op die bewuste avond naar huis hebt gebracht!”

“Eindelijk iets waarmee ik het volmondig eens ben.”

Daarna beent hij met grote passen de kamer uit. Zodra de voordeur met een knal dichtslaat, ga ik op de bank zitten.

De tranen stromen over mijn wangen. Ik heb me nog nooit zo beroerd gevoeld. Het ergste is dat ik niemand kan bellen. Ik sta op het punt om toch mijn hart uit te storten bij Ellen, wanneer de deurbel gaat. Het is Chris.

“Het spijt me. Ik had niet zo tekeer moeten gaan. Mag ik even binnenkomen?”

Ik haal mijn schouders op en doe de deur wat verder open, daarna draai ik me om en loop terug naar de kamer. Ik ga met opgetrokken knieën op de bank zitten. Chris neemt naast me plaats.

“Het overviel me nogal. Zwanger zijn, een kind krijgen, dat is nogal wat.”

“Ik weet het. Ik heb tijd nodig om te bedenken wat ik wil, daarom heb ik het nog even voor me gehouden.”

“En ik dan? Denk je dat ik geen tijd nodig heb?”

“Voor jou is het makkelijker. Als het je niet aanstaat, ben jij snel klaar.”

“Denk je echt dat ik je zomaar in de steek laat? Zo zit ik niet in elkaar.”

“Hoe moet ik dat weten? Ik ken je nog maar net.”

We zwijgen even.

“Hoe voel je je?” vraagt hij dan.

“Moe.”

“Dat heeft natuurlijk ook met het stappen van gisteren te maken.”

“Ik ben niet wezen stappen.”

“Maar je zei…”

“Weet ik, dat was een smoes.” Ik heb geen puf meer om eromheen te draaien.

“Als je niet wilt afspreken, kun je dat ook gewoon zeggen,” zegt hij een beetje verongelijkt.

“Sorry.”

Ik voel ineens de tranen weer komen.

“Heb je honger?”

“Niet echt.”

“Maar je moet toch wat eten? Zal ik wat bestellen?” Het is lief bedoeld, maar ik wil eigenlijk dat hij gewoon weggaat.

“Ik denk dat ik maar mijn bed in duik.”

“Ik bestel een pizza en dan kijk je maar wat je lust en de rest eet ik op,” zegt hij, terwijl hij zijn mobiel pakt. Voordat ik kan protesteren, heeft hij het al geregeld. “Kom, ga maar lekker liggen. Heb je ergens een deken of een plaid?”

Gehoorzaam wijs ik naar een kast en nestel me op de bank. Ergens vind ik het wel lief dat hij voor me wil zorgen. Misschien dat onze relatie toch iets meer is dan werk en seks.

“Nu alle sollicitatiegesprekken gevoerd zijn, is het tijd om de balans op te maken. We hebben van een aantal mensen afscheid genomen, ofwel vrijwillig ofwel gedwongen. Bij de vergaderstukken zit een overzicht met aantallen per team. Dit is…”

Chris kijkt verstoord op, omdat Alex zijn hand opgestoken heeft. “Wat is er, Alex?”

“Waarom is er bij het team van Catharina niemand afgevallen? Ik kan me niet voorstellen dat in haar kneuzenclub iedereen bovengemiddeld is.”

Voordat Chris kan reageren, neemt Miranda het over. “Ik heb gehoord dat er mensen in haar team een tweede gesprek hebben gehad, waarom Elsje niet?” vraagt Miranda. Elsje zat in haar team.

“Nadien heeft inderdaad een tweede gesprek gekregen. Tijdens het eerste gesprek kreeg zij een black-out. Catharina heeft op een tweede gesprek aangedrongen, omdat zij weet wat Nadien in huis heeft. Ik heb haar oordeel als supervisor gevolgd en het tweede gesprek ging heel goed. Was dat niet het geval geweest, dan had Nadien er zeker uit gelegen. Bij Elsje was dat anders, daar hebben we het al een keer uitgebreid over gehad,” zegt Chris kalm. “Iedereen weet dat Nadien en Catharina dikke vriendinnen zijn. Dat riekt naar vriendjespolitiek,” zegt George. “Dat is toch niet goed uit te leggen aan je medewerkers.” Ik voel me in de rug aangevallen. Dit zijn mijn directe collega’s, mijn teamgenoten. Maar ze zijn nog niet klaar. Alex heeft nog iets op zijn lever.

“Nog afgezien van het feit dat Nadien haar beste vriendin is, zijn er ook nog andere geruchten. Ik zal niet de enige zijn die zich afvraagt hoe een en ander tot stand is gekomen.”

Ik zit in één keer rechtop.

Chris antwoordt en ik kan zien dat hij woest is. “Het is al erg genoeg dat jullie de integriteit van Catharina in twijfel trekken, terwijl zij niet eens de beslissing heeft genomen. Dat heb ïk gedaan. We hebben het uitgebreid besproken met Guus en Jan. Juist Catharina is daar heel zorgvuldig in. Wat ik misschien nog wel erger vind, is dat jullie iemand die nog niet eens een voldoende scoort, binnenboord willen houden. Ik begin bijna te twijfelen aan jullie eigen competentie. Nadien is misschien niet perfect, maar ze doet haar werk naar behoren, dit in tegenstelling tot Elsje.”

“Miranda,” hij kijkt Miranda recht in de ogen, “Elsje presteert al meer dan een jaar ver onder de maat. Hoe kun je haar in vredesnaam de hand boven het hoofd houden?” Miranda blijft dapper terugkijken, maar wendt uiteindelijk toch haar ogen af. Ze zwijgt. “Genoeg over dit onderwerp. We gaan verder.” Ondanks dat het een vreselijke vergadering was, zweef ik na afloop terug naar mijn werkplek. De manier waarop Chris het voor me opgenomen heeft, was fantastisch.

‘s-Avonds hebben we bij mij thuis afgesproken. Dat doen we nu bijna elke avond, alsof het de normaalste zaak van de wereld is en zo voelt het ook.

Chris is nog steeds erg boos over het overleg. “Dat ze zo iemand als Elsje jaren gedogen is al erg genoeg, maar dat ze vervolgens jou voor de voeten gooien dat ze ten onrechte ontslagen is, slaat werkelijk alles,” foetert hij. “Wat een incompetent zootje ongeregeld is het ook.” Heel even heb ik de neiging om het voor mijn collega supervisors op te nemen. Heel even maar. Ze hebben me vandaag een rotstreek geleverd, dus nu even niet. “Ik vond het lief dat je het zo voor me opnam,” is het enige wat ik zeg.

“Daarom deed ik het niet.”

“Weet ik, toch vind ik het lief.” Ik sta op en ga bij hem op schoot zitten. “We zijn nog niet klaar,” zegt hij, terwijl hij naar onze halfvolle borden wijst.

“Dat klopt,” zeg ik en begin hem zachtjes te kussen. Hij lacht en zoent me gretig terug.

Vanuit mijn handtas klinkt het jolige “Heb je even voor mij?”. Het is de ringtone die ik aan het nummer van Ellen gekoppeld heb. Even wil ik het negeren. Maar Frans Bauer is niet echt bevorderlijk voor datgene waar we nu mee bezig zijn. Chris laat me los.

“Neem maar op, we hebben alle tijd,” zegt hij glimlachend.

“Hallo, met mij.”

“Hoi, met Ellen. Ik hoorde dat je een zware vergadering achter de rug hebt. Hoe gaat het nu?”

“Hoe weet jij dat nou?” vraag ik verbaasd.

“Ik heb zo mijn bronnen,” zegt Ellen op geheimzinnige toon.

Het is niet moeilijk te raden waar het lek zit.

“Wat heeft Alex verteld?” vraag ik een tikkeltje geïrriteerd.

“Het doet er niet toe wie het was. Hoe gaat het nu?”

“Eigenlijk gaat het prima.”

Ik duw ondertussen Chris’ hand weg.

“Prima? Zeker weten?”

“Vanmiddag was niet leuk, maar dat hoort erbij. Ik sta nog steeds achter het besluit. Uiteindelijk is het beter voor iedereen.”

“Blij te horen dat je het zo goed opneemt.”

Ellen klinkt een beetje verbaasd en dat is ook niet zo raar.

Normaal zou ik behoorlijk van slag zijn na zo’n overleg.

“Erg lief dat je even belt. Zullen we binnenkort weer een keer afspreken? Wat dacht je van komend weekend?” stel ik voor.

Ik zie Chris ineens hard nee schudden.

“Zaterdag?” vraagt Ellen.

“Sorry, Ellen, ik pak net mijn agenda en dit weekend komt niet zo goed uit. Wat dacht je van aanstaande maandag?”

Ondertussen kijk ik naar Chris en hij knikt ja.

“Wat heb je komend weekend?” vraagt Ellen nieuwsgierig.

“Dan ga ik naar mijn ouders,” improviseer ik. “Dat is al zo lang geleden.”

“Natuurlijk. Dan gaan we maandag gezellig wat drinken, oké?”

“Doen we.”

Zodra ik opgehangen heb, wil Chris meteen verdergaan.

“Hoho, niet zo snel. Waarom kan ik komend weekend niet met Ellen afspreken?”

Ik leun iets naar achteren zodat ik hem aan kan kijken.

“Omdat je dan met mij afgesproken hebt.”

“Ik weet van niks. Het hele weekend?”

“Yep.”

“Wat gaan we doen?”

“Dat is nog een verrassing.”

Ik voel me helemaal blij worden.

“Waarom?”

“Moet daar een reden voor zijn? Wat dacht je van het harde werken van de afgelopen weken?”

“Is dit mijn bonus?”

“Inderdaad.” Chris begint alweer te zoenen.

“Dan zal ik Guus morgen even bedanken.”

“Doe dat.”

Chris is allang met heel andere dingen bezig, maar ik ben veel te opgewonden over wat we in het weekend gaan doen.

“Moet ik spullen pakken? Kom je me ophalen? Wat moet ik aan?”

Zuchtend kijkt Chris me aan.

“Ik wou dat ik het nog even voor me gehouden had.”

“Ik niet. Wat leuk,” zeg ik enthousiast.

“Dat weet je nog helemaal niet,” zegt Chris droog.

“Ga je me echt niets vertellen?”

“Nee,” zegt hij gedecideerd. “Leuke ringtone trouwens. Heb je voor iedereen een eigen geluid?”

“Alleen voor goede vrienden.”

“Heb je voor mij ook een speciale ringtone?”

“Eh, ja, toevallig wel.”

Ik voel me een beetje ongemakkelijk. Zou hij het te snel vinden?

“Welke?” vraagt hij alleen nieuwsgierig.

“Nee, dat zeg ik niet.”

Chris pakt zijn eigen mobiel en toetst mijn nummer in.

Sexbomb, sexbomb, you’re my sexbomb…” Het bekende liedje van Tom Jones komt luid en duidelijk uit mijn tas.

Chris begint hard te lachen, terwijl het schaamrood op mijn kaken verschijnt.

“Hoe lang staat dat er al in?”

“Nog niet zo lang,” zeg ik zo nonchalant mogelijk.

Ik heb het er al meteen na onze tweede nacht in gezet, maar dat hoeft hij niet te weten.

“Dus ik ben jouw seksbom? In dat geval…” en hij begint me weer hartstochtelijk te zoenen.

Wanneer we ‘s-avonds in bed liggen bedenk ik me hoe goed het tussen ons gaat. Misschien kan ik komend weekend ook gebruiken om een definitief besluit te nemen over ons kindje. Als ik heel eerlijk ben, dan weet ik het eigenlijk al.