12
Ik heb donderdag afgesproken om ‘s-avonds bij Ellen te eten. Nadien komt ook. Ik heb nog voorgesteld om bij mij thuis af te spreken, dan kunnen ze ook zien waar ik nu woon. Maar dat wilden ze niet, dat vinden ze toch een beetje raar.
Voordat ik naar Ellen ga, moet ik eerst nog even winkelen voor komend weekend. Zodra ik de deur van La Dolce Vita opendoe, komen ze me al begroeten. Ik leg uit dat ik ga zeilen en ik krijg Simone toegewezen als mijn persoonlijke verkoopster. Zij heeft me destijds ook geholpen met de jurkjes. Ze begeleidt me naar een zitje waar ik voorzien word van thee en heerlijke bonbonnetjes. Ze gaat meteen voor mij op pad. Na een paar minuten komt ze terug met een stapel broeken, rokken, bloesjes en truien. Allemaal in mijn maat.
“Hoe gaat het met de zwangerschap?” vraagt ze beleefd. “Heel goed, dank je.”
“Deze broeken kunnen allemaal meegroeien.” Ik kijk haar verbaasd aan. “Sinds wanneer verkopen jullie ook positiekleding?”
“Wij proberen altijd op de behoefte van de klant in te spelen.”
Ik voel me gevleid. Ik weet dat het niet zo is, maar ze geeft me wel het idee dat ze speciaal voor mij positiekleding heeft ingekocht, zonder dat ik het opgelaten gevoel krijg dat ik het ook moet kopen. Na een uur passen ben ik klaar en heb ik drie complete zeilsetjes inclusief bijpassende schoenen, hoeden, jassen en handtassen.
Na het winkelen en het etentje bij Ellen, ga ik weer naar huis. Eenmaal thuis loop ik met al mijn aankopen de kamer in. Ik wil graag aan Chris laten zien wat ik gekocht heb. Lilian zit in de woonkamer en ik begrijp dat ze me met een onverwacht bezoek verrast. Chris lijkt opgelucht dat ik weer thuis ben. Lilian is minder blij. “Daar ben je dan eindelijk, waar kom jij zo laat nog vandaan? Net bij elkaar en nu al de hele avond de hort op?”
“Het is pas tien uur en als je even gebeld had, dan zou ik je gezegd hebben dat je beter een andere keer langs kunt komen,” zeg ik vinnig. Waar bemoeit ze zich mee? “Als jullie het niet erg vinden, dan ga ik naar de studeerkamer, ik moet nog wat afmaken,” zegt Chris. Zodra hij weg is, gaat Lilian door: “Als ik zo’n leuke man had, zou ik hem niet in zijn eentje op de bank laten zitten. Voor je het weet is hij weg.”
“Jij hebt een leuke man op de bank en zijn naam is Erik.”
“Zo fantastisch is hij niet. Het gaat eigenlijk helemaal niet zo goed tussen ons.” Ze klinkt een beetje down. “Ik wilde er even uit en ik dacht: ik ga Kaatje opzoeken, dan kan ik meteen je nieuwe huis bewonderen.” Nu pas zie ik de wallen onder haar ogen. Meteen bind ik in. “Je bent altijd welkom, had me even op mijn mobiel gebeld, dan was ik naar huis gekomen.”
“Nee, dat was niet nodig. Chris was zo aardig om me gezelschap te houden,” zegt Lilian vrolijk. “Toch had je me moeten bellen, Chris heeft het erg druk.”
“Hij werkt toch niet de hele avond? Hij moet zich toch ook af en toe even ontspannen.”
“Laat maar, wil je blijven slapen? Moet ik morgen vrij nemen?”
“Zou dat kunnen?”
“Natuurlijk,” zeg ik grootmoedig.
Ondertussen vraag ik me af hoe ik het moet organiseren, ik heb nog maar een paar weken om alles af te ronden. Voor de grap zeg ik: “Ik slaap met de baas, dus dat is makkelijk.”
Lilian gaat er serieus op in. “Kom je überhaupt nog wel op kantoor?”
“Ik maakte een grapje.”
“Jaja.” Ze is niet overtuigd.
Ik schenk haar nog een glaasje rosé in en voor mezelf een glas bronwater.
“Ben je wezen winkelen?”
Ze wijst naar de tassen die ik naast de bank op de grond heb gezet.
“Ja, Chris en ik gaan zaterdag met een paar vrienden van hem zeilen.”
Stiekem hoop ik dat ze het daarbij laat.
“Laat eens zien wat je gekocht hebt.”
Snel haal ik de kleren uit een van de tassen. Natuurlijk ziet ze meteen de labels en ik baal ervan dat ik niet wist dat ze kwam. Dan had ik alles in de slaapkamer neergezet.
“Wat mooi, dat moet een vermogen gekost hebben. Betaalt Chris dat allemaal?” vraagt ze jaloers.
Ik vouw de kleren weer netjes op en stop ze terug in de tassen. Ik heb helemaal geen zin om dit soort dingen met Lilian te bespreken.
“Hoe gaat het met Bart? Is hij eigenlijk al zindelijk?”
Gelukkig laat Lilian het onderwerp varen. Even babbelen we over Bart en over zwangerschappen. Lilian vertelt nog eens in geuren en kleuren over haar bevalling. Niet iets waar ik op zit te wachten, maar alles beter dan dat ze weer allerlei akelige dingen insinueert over mijn relatie met Chris. Ik ben ook wel benieuwd hoe het nu met die van haar gaat en vraag: “Wat is er nu eigenlijk met jou en Erik aan de hand?”
Lilian steekt meteen van wal. “Hij is zo saai en totaal niet ambitieus. Hij zit de hele avond suf op de bank te zappen. Kijk nou naar Chris, ik wed dat hij nauwelijks televisie kijkt.”
“Nee, hij zit de hele avond achter zijn laptop, dat is pas gezellig.”
“Ja, maar hij wil wel wat bereiken in zijn leven. Erik niet, hij vindt het prima om zijn hele leven een loonslaaf te zijn. Zolang hij elke dag een warme hap krijgt en een pilsje mag drinken, is hij tevreden.”
“Het is toch fijn dat hij zo tevreden is, en jullie hebben toch niets te klagen? Jullie hebben een eigen huis en een pracht van een kind,” houd ik haar voor. “Jij hebt makkelijk praten, jij woont in een prachtig appartement met schoonmaakster. Alles wordt voor je gedaan, en jij kunt de hele dag winkelen en jezelf verwennen. En of dat nog niet genoeg is, heb je ook nog eens een mega-leuke vent die niet de hele avond met zijn biertje op de bank zit.”
“Ik heb Erik altijd een hele knappe man gevonden,” zeg ik, en ik meen het ook. Helaas is het ook zijn enige positieve eigenschap. “Zullen we ruilen?”
Ik zie dat ze bloedserieus is, maar toch doe ik alsof ze een grapje maakt en probeer te lachen.
“Kom op, Lilian, doe niet zo gek. Misschien dat jullie nu in een klein dal zitten, dat hoort er toch bij? Praat eens met hem, doe wat leuks samen. Ik pas wel op Bart als dat nodig is.”
Chris komt de kamer in. “Ik ga naar bed.”
“Hè toe, kom er nog even bij zitten,” zegt Lilian op een drammerig toontje.
Chris voelt zich duidelijk niet op zijn gemak. “Het spijt me, ik moet morgen vroeg op. Welterusten.”
“Ga maar lekker slapen,” zeg ik. “Ik neem morgen vrij.” Ik zie dat hij zijn wenkbrauwen fronst, hij weet ook dat ik het erg druk heb. “Lilian heeft me nodig.”
“Dat moet dan maar, red je het dan nog wel?” vraagt hij bezorgd.
“Ja, hoor, maak je maar niet ongerust.” Wanneer Chris weg is, zeg ik tegen Lilian: “Zullen wij ook maar gaan slapen? Morgen praten we wel verder.”
“Weet je wat?” zegt Lilian. “Zullen we morgen naar zo’n kuuroord gaan? Ik zag laatst een advertentie. Het is hier vlakbij. Laten we ons lekker vertroetelen. Jij trakteert uiteraard.”
Ze klinkt ineens weer heel erg opgewekt. “Natuurlijk,” zeg ik.
De volgende dag gaan we naar een megaluxe kuuroord en Lilian rept met geen woord meer over Erik. Een paar keer begin ik er zelf over, maar ze kapt het telkens af door te zeggen dat ze even wil genieten zonder steeds aan Erik te moeten denken. Uiteindelijk laat ik het maar zo.
Op zaterdag gaan we al vroeg op pad. We zitten in de Porsche.
“Waarom vandaag de Porsche?”
“Omdat we gaan zeilen.” Hij laat het klinken alsof dat heel logisch is.
“De BMW is toch veel praktischer? Nu past het allemaal maar net.”
“Als ik ga zeilen, ga ik altijd met de Porsche. Moet ik terug om de auto om te wisselen?”
“Nee, dat hoeft niet, ik was gewoon nieuwsgierig. Ik begrijp dat je voor elke gelegenheid precies weet welke auto je meeneemt?”
“Ongeveer wel, ja.” Hij klinkt een beetje ongemakkelijk.
Hij wordt duidelijk niet graag geconfronteerd met zijn eigen vaste patronen.
“Welke auto neem je mee voor een bruiloft?”
“De Porsche.”
“En voor je werk?”
“De BMW.”
“De eerste keer naar je schoonouders?”
“Dat hangt ervan af.”
Nu wordt het interessant.
“Waarvan?”
“Of ik veel bagage heb, wat de achtergrond is van de ouders, dat soort dingen.”
“Bij mijn ouders nam je de BMW. Wat gaf de doorslag?”
“Beide. Je ouders zouden een stuk wantrouwiger geweest zijn wanneer ik met de Porsche was gekomen.” Hm, misschien heeft hij daar wel een beetje gelijk in. “Welke auto nam je mee naar de ouders van Stephanie?”
“Dat weet ik niet meer.”
“Welke denk je dat je meegenomen hebt?”
“Catharina, wat heeft dit voor zin?”
“Ik ben gewoon nieuwsgierig.”
“Je bent helemaal niet gewoon nieuwsgierig, maar als je het echt wilt weten, waarschijnlijk de Porsche.”
“Omdat haar ouders rijk zijn?”
“En omdat ik toen nog bij hen in de buurt woonde.” Ineens bedenk ik iets. “Na de afscheidsborrel van Pieter heb je me thuisgebracht in je Porsche, dat klopt dus niet,” zeg ik triomfantelijk.
“Natuurlijk wel, ik moest een mooie dame naar huis brengen, dan neem ik altijd de Porsche.” Hij kijkt lachend opzij.
“Erg leuk, even serieus. Waarom had je die dag de Porsche mee?”
“Werkelijk, Catharina, wat kun jij nieuwsgierig zijn. Ik heb echt geen flauw idee waarom ik die dag de Porsche bij me had. Wat denk je? Zouden we nu bij elkaar zijn wanneer ik de BMW had genomen?”
“Jij denkt dat ik helemaal onder de indruk was van je Porsche en dat ik daarom met je naar bed ben geweest?”
“Je zou niet de eerste zijn.”
“Chris, werkelijk, als iets me niet interesseert, dan zijn het wel auto’s.”
Weer kijkt hij me even snel aan. “Je weet anders nog precies in welke auto ik die avond reed.” Ik geloof dat ik nu genoeg weet.
“Vertel eens wat over je vrienden en dan specifiek de vrienden die ik dadelijk ga ontmoeten.”
“Het zijn vrienden die ik nog ken van mijn studie. Roderick ken je al. We zijn allemaal gek op zeilen. Als het mooi weer is, zijn we vaak op de boot te vinden.”
“Is de zeilboot gehuurd?” vraag ik voorzichtig.
Hij moet even lachen. “Nee, de zeilboot is niet gehuurd, maar hij is ook niet van mij.”
“Houden zij ook zo van Porsches?”
Chris moet weer lachen. “Je bedoelt of ze allemaal net zo rijk zijn als ik? Niet allemaal, maar je hoeft geen medelijden met ze te hebben, hoor. Ze gaan bijna allemaal naar dezelfde soort dure winkels als jij.”
“Bijna allemaal?”
“Tja, smaken verschillen.”
Na een uur rijden zijn we er. De boot is niet zo groot als ik had verwacht en het is echt een zeilboot. Stiekem had ik een jacht in gedachten, zo’n grote, inclusief bediening. Ik zag mezelf al zitten aan een lekkere lunch met vers gevangen vis. Nu snap ik ook waarom we die enorme picknickmand meesjouwen. Dat is niet voor de leuk, dat is bittere noodzaak, anders zouden we verhongeren. Ik kijk nog eens bedenkelijk naar de zeilen. Ze zullen toch niet verwachten dat ik mee ga sjorren? Dat kan ik niet en daar heb ik ook helemaal geen zin in. Zal ik voor één keertje misbruik maken van mijn zwangerschap? Zodra we aan boord zijn, word ik aan iedereen voorgesteld. We zijn met vier koppels. Als ik heel eerlijk ben, vind ik het maar een bekakt stelletje. De mannen zien het als hun taak om het zware werk van het zeilen op zich te nemen en dat betekent dat de vrouwen op het dek van het zonnetje kunnen genieten. Goh, dat zeilen is toch zo gek nog niet. Na het voorstelrondje gaan de mannen snel aan de slag en het duurt niet lang of we varen het IJsselmeer op. Marie-Louise en Marilène beginnen aan een glaasje wijn, terwijl het nog voor twaalven is. Die zijn straks hartstikke teut. Marianne en ik beginnen met wat fris. Zij lijkt me ook de aardigste en de meest normale van het stel. In het begin worden er allerlei nieuwtjes uitgewisseld en willen ze van alles van me horen. Ik krijg de indruk dat ze alles al weten. Dat Chris en ik samenwonen, mijn zwangerschap en zelfs dat ik supervisor ben en dat Stephanie me gaat opvolgen. Het is duidelijk dat ze Stephanie allemaal kennen en dat is voor mij weer interessant, want dan weten ze vast ook alle ins en outs van haar relatie met Chris. Na de nieuwtjes volgen de roddels. Hoewel ik nog niemand ken, houd ik wel mijn oren goed open. Mijn ervaring is dat een roddel veel zegt over degene die de roddel vertelt.
Marie-Louise begint. “Heb je het al gehoord van Fleur?” Ze wacht even, zodat de schokkende informatie die ze blijkbaar heeft, beter aankomt. “Ze gaat vreemd met haar golfpro.”
“Nee, dat meen je niet, met Ramón?” zegt Marilène geschrokken. “Werkelijk, als je het doet, doe het dan goed.”
Ze richt zich nu tot mij. “Laat je niet misleiden door zijn naam. Het is geen jonge Spaanse god. Jammer genoeg niet, dan zou ik het nog wel begrijpen.” Marie-Louise en Marilène giechelen even. “Weet je wat ze zegt? Ze kan zo goed met hem praten. Nou, dan weet ik genoeg,” zegt Marie-Louise vals. Fleur is duidelijk niet zo’n heel goede vriendin en volgens mij vinden ze het een tikje ordinair van haar. Hoe anderen reageren op een roddel, is minstens zo belangrijk. Het valt me op dat Marianne zich een beetje afzijdig houdt. Ze vindt het duidelijk niet leuk dat er geroddeld wordt over zogenaamd goede vrienden.
Na alle roddels is het tijd voor een tijdschrift en wat zonneschijn. Ik pak een Cosmo van de stapel en ga naast Marianne zitten. Ik blader een beetje, zonder iets te zien, en probeer een goede openingszin te bedenken om een praatje met haar aan te knopen.
“Heerlijk weer, hè? Ik heb van Chris begrepen dat jullie bij goed weer altijd hier op de boot afspreken.” Marianne knikt. “Dat klopt, en de mannen vinden het weer al snel goed. Alleen bij zware storm willen ze nog wel eens aan wal gaan.”
“En als het regent?” vraag ik.
“Dan gaat het meestal gewoon door.”
“Wat doen jullie dan? Je zuidwester van Chanel opzetten, je rubberlaarzen van Prada aan en hopen dat het snel droog wordt?”
Marianne moet lachen. “Nee, bij regen gaan we in de kajuit zitten. Dat is wel wat krapper. Gelukkig zijn we allemaal heel dikke vriendinnen.” Haar stem klinkt sarcastisch.
Ik kijk haar verbaasd aan.
“Je hoeft niet zo verbaasd te kijken. Ik weet zeker dat jij meteen doorhad hoe dik we hier met elkaar zijn.” Ik kijk zo onschuldig mogelijk. “Nee, echt niet, jullie lijken erg close.”
“Kom op, Catharina, de anderen hebben het misschien niet in de gaten en ook van de mannen verwacht ik niet dat ze erdoorheen prikken, maar mij houd je niet voor de gek. Jij bent slimmer dan de meeste mensen denken.” Ik weet niet of ik me gevleid moet voelen of beledigd. Ze is in ieder geval heel direct.
“Heldere analyse, jij doet vast iets wetenschappelijks?” Ze kijkt verrast. “Dat klopt. Ik ben als archeologe verbonden aan een klein museum. Het is erg leuk werk, maar je wordt er niet rijk van.”
“Dat hoeft toch ook niet?”
Marianne knikt met haar hoofd naar de anderen. “Je telt hier niet mee als je niet de juiste merken in de kast hebt hangen.”
“Wat zitten jullie te smoezen?” Het is Marie-Louise. “Kom gezellig bij ons zitten, we hebben alleen nog maar even kort gebabbeld. Wij willen echt alles van je weten.” Ze praat bekakt met lange uithalen. Ik schat haar begin dertig.
“Ik kom er zo aan.”
Aan Marianne vraag ik of ze meekomt. “Nee, laat mij nog maar even hier zitten, wel zo rustig.” Terwijl ik naar de andere twee dames loop, verbaas ik me erover dat alle vrouwen rondom Chris platinablond zijn.
Marie-Louise en Marilène namelijk ook. Zouden ze allemaal naar dezelfde kapper gaan? Marie-Louise bekijkt me nog eens van top tot teen. Ik word er zenuwachtig van. Snel ga ik zitten.
“Zo, dus jij bent de dame die onze meest begeerde vrijgezel heeft weten te schaken?”
Ik begrijp dat we daarstraks alleen nog maar de introductie hebben gehad, nu komt het echte werk. Ik zet me schrap.
“Wat maakt hem zo felbegeerd? Zijn geld?” zeg ik voor de grap.
Ze kijken me verbaasd aan.
“Ik vind het veel belangrijker dat hij lief en zorgzaam is,” voeg ik er snel aan toe.
“Ja, en wie wordt er tegenwoordig nog per ongeluk zwanger?” vraagt Marie-Louise spottend. Ik kijk een beetje geschrokken, want Marilène valt haar bij: “Schat, ik begrijp best waarom je het gedaan hebt, maar je hoeft er niet over te liegen. Tegen ons kun je wel eerlijk zijn.”
Als ik één ding zeker weet, dan is het wel dat ik deze twee dames niet kan vertrouwen. Daar heb ik geen vrouwelijke intuïtie voor nodig. Ik besluit hun opmerkingen te negeren.
“Wat zal Stephanie gebaald hebben.” Marilène klinkt alsof ze het stiekem wel leuk vindt.
“Hoezo?” zeg ik zo nonchalant mogelijk. Ik wil hen aan het praten krijgen, zonder dat ze erachter komen dat ik helemaal niets weet.
“Dat weet je toch wel?” zegt Marilène verbaasd. “Hij en Stephanie waren verloofd, alles was al in kannen en kruiken en ineens maakte Chris overal een einde aan.” Ik knik en probeer te kijken alsof dit allemaal gesneden koek is. “Ja, dat weet ik wel, maar ik heb alleen zijn kant van het verhaal gehoord. Waar twee mensen ruziemaken, hebben ook twee mensen schuld, zeg ik altijd maar. Dus ben ik ook benieuwd naar haar kant van het verhaal.”
Ziezo, dat klinkt erg volwassen.
“Zij beweert dat hij helemaal niet gezegd heeft waarom. Wat heeft Chris verteld?” vraagt Marie-Louise nieuwsgierig-Ik en mijn grote mond. Ik heb geen flauw idee waarom Chris het uitgemaakt heeft. Ik kan eigenlijk maar één reden bedenken, dus zeg ik: “Heel eenvoudig, omdat hij haar een enorme bitch vond.”
Marilène en Marie-Louise kijken geschokt bij die onelegante opmerking. Ik sta op.
“Ik ga nog wat te drinken halen, willen jullie ook?” Rustig loop ik in de richting van de provisorische bar. Terwijl ik voor mezelf en de anderen een drankje inschenk, kijk ik even naar Chris. Hij staat aan het roer aanwijzingen te schreeuwen naar de andere mannen. Heel even kijkt hij in mijn richting en lacht. Hij ziet er erg stoer uit en ik voel de vlinders in mijn buik kriebelen. Het liefst zou ik nu naar hem toe gaan en mijn armen om hem heen slaan. Daar zit hij waarschijnlijk niet op te wachten. Gedwee loop ik weer terug naar de groep. Nog een paar uurtjes en dan is dit ook weer voorbij. Marianne is erbij komen zitten. Marie-Louise en Marilène zijn in een discussie verwikkeld over de ex-vriendinnen van Chris. “Wist je dat onze Marianne hier”—Marie-Louise kijkt even vals opzij—“ook nog iets gehad heeft met Chris?” Marianne kijkt haar boos aan.
“Helaas werd het niets. Aleida was niet je beste vriendin, geloof ik.”
Ik zie dat Marianne haar lippen op elkaar perst. Marie-Louise gaat verder. “Ze had de hoofdprijs en moet het uiteindelijk doen met de troostprijs.” Marianne loopt rood aan, maar nog steeds houdt ze haar mond. Ik heb grote bewondering voor haar zelfbeheersing.
“Marie, niet zo flauw,” zegt Marilène. Iets in haar stem zegt me dat ze het niet voor Marianne gaat opnemen.
“Geld maakt toch helemaal niet gelukkig.” Ze klinkt spottend.
“Je hebt helemaal gelijk, Mar, en in een outlet kun je zo’n Pradatas echt voor de helft van de helft kopen. Je hebt dan misschien niet het laatste model, maar dat ziet toch niemand.”
Marianne staat op en loopt boos weg. Ik wil haar achter-nagaan, maar dan komt Stephanie weer ter sprake. Dit moet ik horen. Ik begrijp dat Chris, nadat hij de verloving heeft verbroken, de maanden erna helemaal los is gegaan. Ik sta met mijn oren te klapperen. Hoeveel vriendinnen kun je in zo’n korte tijd verslijten? Zo te horen heel veel. Nu begrijp ik waarom hij geen condooms bij zich had, die moeten allemaal op zijn geweest, volledig uitverkocht. Ik voel mijn wangen gloeien. Was ik een van de velen? Niet echt een leuke gedachte.
“O, sorry, schat,” zegt Marie-Louise niet erg oprecht. “We gingen ervan uit dat dit niet nieuw voor je is.”
“Nee, dat is het ook niet,” lieg ik.
“Maak je geen zorgen, hoor, ik weet zeker dat als hij thuis voldoende aan zijn trekken komt, hij geen behoefte heeft aan een ander.”
Marilène begint overdreven te giechelen. “Marie, af en toe kun jij zó ordi zijn.”
Ik heb even genoeg van beide dames en ga op zoek naar Marianne. Ik vind haar in de kajuit. Ze is een boek aan het lezen. Als ze me hoort, kijkt ze even op. Haar ogen lijken enigszins gezwollen, maar verder ziet ze er normaal uit.
“Ik wilde even alleen zijn, vrienden kunnen soms heel erg benauwend zijn,” zegt ze weer op een sarcastische toon. “Waarom laat je dat allemaal toe? Als ze zoiets tegen mij zouden zeggen, nou, dan zou ik niet voor mezelf instaan.” Ze lacht schamper. “Dat is precies wat ze willen. Ze zouden het helemaal geweldig vinden wanneer ik boos zou uitvallen. Dat plezier gun ik hun niet.” Ik ga tegenover haar aan tafel zitten.
“Heb je echt iets met Chris gehad?”
Ze knikt.
“Hij regelde altijd van die kleine verrassinkjes. Je weet wel, van die onverwachte, leuke dingen.” Ze kijkt een beetje dromerig en haar gezicht krijgt een zachte glans.
“Weet je dat hij me laatst onverwacht meegenomen heeft naar Parijs?”
Marianne knikt. “Dat heb ik gehoord, ja. Typisch iets voor hem. Trek je niets aan van wat die twee dames allemaal zeggen. Het is voornamelijk nijd. Ze zouden maar wat graag in jouw schoenen staan.”
“Hoezo? Zij hebben allebei toch een leuke vriend?” vraag ik niet-begrijpend.
“Wacht maar tot je hen wat beter leert kennen. Lief en leuk is niet wat zij in een man zoeken.”
Ik vind Marianne een verademing. Eindelijk iemand die me iets meer over Chris en zijn familie en vrienden kan vertellen.
“Hoe zit het met Aleida? Jullie konden niet zo goed met elkaar opschieten?”
“Wat heet, ze was mijn ergste vijand. Wat ik ook deed, ik deed het altijd fout. Ik weet dat zij je schoonmoeder is, maar ik vond haar echt een kreng.”
“Dat mag je best zeggen, hoor, en ik geef je nog gelijk ook. Ze is ook niet al te dol op mij.”
“Je bedoelt dat jij ook niet echt de vrouw bent die ze voor haar dierbare zoon in gedachten had?”
Weer zo’n directe opmerking waarvan ik niet weet of ik er wel zo blij mee ben.
“Nee, niet echt.”
“Hoe is het je dan toch gelukt om hem te strikken?”
“Zoveel invloed heeft ze nou ook weer niet op Chris.”
Ze kijkt me aan met een blik van ‘maak dat de kat wijs’.
“Weet je dat hij het uitgemaakt heeft?”
“Echt? Omdat Aleida het er niet mee eens was?”
“Dat heeft hij niet letterlijk zo gezegd, maar daar kwam het wel op neer, ja.”
Ik herinner me hoe hij zijn ouders verteld heeft dat we gingen samenwonen. Niet: Dit is mijn vriendin, punt uit! Nee, hij heeft mijn zwangerschap gebruikt om te voorkomen dat ze bezwaren zouden maken. Deze zeiltocht is tot nu toe erg interessant.
Marianne klapt haar boek dicht. “Genoeg herinneringen opgehaald, ik ga weer naar het dek. Ga je mee?” Ik sta op en samen lopen we naar buiten. We voegen ons weer bij de andere twee. We kletsen wat over koetjes en kalfjes.
“Zo, dames, hoe gaat het hier?” Het is Chris. Hij geeft me een kus. Zowel Marilène als Marie-Louise zijn zich duidelijk heel bewust van hem. De metamorfose had niet groter kunnen zijn. Marilène gaat snel met haar handen door haar haar en Marie-Louise zit in één keer weer helemaal rechtop, zodat haar mooie, en waarschijnlijk niet zo natuurlijke cup-C-borstjes parmantig naar voren priemen. Wat is hier aan de hand?
“Hoe komt het dat je je vriendin nu pas aan ons voorstelt? We horen dat je haar al maanden kent,” zegt Marilène pruilend. Daarna lacht ze bevallig naar hem. “Wij zijn toch je vrienden?” voegt Marie-Louise eraan toe. Chris lacht zijn charmante lach en gaat er verder niet op in. “Hebben jullie zin om straks met z’n allen een hapje te gaan eten?”
“Natuurlijk, gezellig,” roepen ze beiden in koor. Chris kijkt naar mij. “Hoe voel je je? Ben je moe?”
“Een beetje.”
“We maken het niet te laat, goed?” Ik probeer te lachen. “Prima.”
Als ik heel eerlijk ben, ga ik liever naar huis, lekker een rustig avondje op de bank. Maar ik wil geen spelbreker zijn en Chris heeft het enorm naar zijn zin. “Kom eens mee.”
Chris pakt me bij de hand en neemt me mee naar het roer. “Je hebt nog nooit gezeild, hè?” Ik schud mijn hoofd.
“Hier, neem maar over.”
Hij legt mijn handen op het roer.
“Mag dat wel?” vraag ik verschrikt. Ik ken mezelf.
Dadelijk doe ik iets fout en varen we zo tegen een andere boot aan.
“Wel als ik erbij blijf.”
Het voelt fantastisch. Niet zozeer het besturen van een zeilboot, maar meer nog dat hij zo dicht achter me staat.
Het liefst zou ik me nu omdraaien en mijn armen om hem heen slaan. Dat kan natuurlijk niet, want dan gaat het zeker mis met die zeilboot.
“Vind je het leuk?”
Ik knik. Kon ik hier maar de hele middag staan. Maar op een gegeven moment moet er weer echt gewerkt worden en ga ik terug naar de dames.
“Hoever ben je eigenlijk?” vraagt Marianne en ze wijst naar mijn buik. Ik ben haar heel dankbaar. Eindelijk iets waar ik over kan vertellen, zonder dat er allerlei valse vragen gesteld kunnen worden. Het blijkt dat ik met een stel superbitches te maken heb. Het begint onschuldig. We praten over zwangerschappen en baby’s, niets aan de hand.
Dan vraagt Marilène op een achteloze toon: “Is het nou niet vervelend voor Willemijn? Ik heb begrepen dat het bij haar maar niet wil lukken.”
Ik denk nog: wat lief dat ze zo meeleeft met Willemijn, en wil erop ingaan. Ik krijg niet de kans omdat Marie-Louise gniffelend opmerkt: “Het zou helpen wanneer Robbert niet zo vaak buiten de deur zou eten.” Zonder nadenken flap ik eruit: “En bij jou? Willen jullie geen kinderen? Wanneer je de zesendertig bent gepasseerd, wordt het allemaal een stuk lastiger.” Marie-Louise pareert mijn opmerking door boosaardig op te merken dat ze liever doordacht aan kinderen begint, dan met de eerste de beste rijke vent het bed in te duiken. Ik geloof dat ik verder maar mijn mond houd, blijkbaar is bij hen geen enkel onderwerp heilig. Ik pak de Cosmo weer en ga lezen. Stomme trutten, zonde van mijn weekend.
Het eten ‘s-avonds valt mee en is eigenlijk best gezellig. Ik zit wat meer aan de kant van de mannen en die zijn wel oké. Ze vertellen verhalen uit hun studententijd en zo leer ik Chris van een heel andere kant kennen. Ik begrijp dat hij behoorlijk vaak dronken is geweest en dat hij dan met enige regelmaat in de problemen kwam. Roderick vertelt dat Chris een keer in een dronken bui naakt over straat heeft gelopen met alleen een sok om zijn snikkel. Waarna hij er door twee agenten op gewezen werd dat het verboden is naakt de openbare ruimte te betreden. Nou, agent, heeft hij gezegd, dit doe ik uit geloofsovertuiging. En toen heeft hij die arme agenten een hele verhandeling over vrijheid van godsdienst gegeven. Uiteindelijk hebben ze hem maar laten gaan, gewoon om van het gewauwel af te zijn. Ik doe het bijna in mijn broek. “Ik geloof je niet,” zeg ik lachend.
“Roderick, Kaatje is in de veronderstelling dat ik het braafste jongetje van de klas ben, verpest dat nu niet.” We kijken elkaar even lachend aan. Ik zie dat hij het echt naar zijn zin heeft.
“Floris, leg die camera nu eens weg,” zegt Jaap, de vriend van Marianne. Daarna buigt hij zich naar mij over. “Je wilt niet weten hoeveel uren film die jongen al heeft. Niet dat we er ooit wat van terugzien.”
“Zodra het wat rustiger is op mijn werk, ga ik ermee aan de slag.” Floris-Jan klinkt heel stellig. Hij is advocaat en ik begrijp dat hij net zo’n workaholic is als Chris. “Dat roep je nu al jaren. Volgens mij zien wij pas wat je allemaal gefilmd hebt wanneer je met pensioen bent,” zegt Chris lachend. “Nee, echt, binnenkort zien jullie het resultaat.”
In de auto op weg naar huis vraagt Chris hoe ik de dag heb gevonden.
“Eerlijk?”
Hij knikt.
“Het eten vond ik erg gezellig,” begin ik enthousiast.
“Marianne is erg aardig, ook erg direct. Marie-Louise en Marilène vond ik niet zo leuk, als ik heel eerlijk mag zijn.”
“Niet? Hoezo dan?”
Ik ben verbaasd, ik had verwacht dat hij wel zou weten wat ik bedoelde.
“Het zijn twee enorme bitches.”
“Dat meen je niet, ze zijn ontzettend aardig.”
“Ze zijn heel anders wanneer jij er niet bij bent. Je zou eens moeten horen wat ze over hun zogenaamde vriendinnen vertellen. Echt vreselijk.”
“Wat dan?”
“Ach, laat maar.”
Ik heb geen zin om alles door te vertellen. Zo zitten we een tijdje zwijgend naast elkaar. Zijn vele scharrels blijven maar door mijn hoofd spoken en ik kan het niet laten om erover te beginnen.
“Ik heb begrepen dat je nogal wat vriendinnen hebt gehad, vooral na Stephanie,” begin ik voorzichtig.
Ik zie dat Chris het stuur wat steviger vastpakt. Zijn hele houding straalt daar-gaan-we-weer uit.
“Catharina, we hebben allebei een verleden. Vind je het heel erg om dat ook gewoon achter ons te laten?”
“Op het moment dat je Stephanie aangenomen hebt, heb je ook de deur van het verleden op een kier gezet.”
We rijden op een provinciale weg en passeren een oude boerderij, er brandt licht achter de vele kleine ruitjes. Het ziet er gezellig en huiselijk uit. De vraag die al de hele tijd door mijn hoofd spookt, moet eruit.
“Was ik een van de velen?”
Plots zet Chris de auto aan de kant.
Hij kijkt me aan. “Na Stephanie was ik even de kluts kwijt. Ik ben er niet trots op, maar ik kan het ook niet mooier maken dan het is.”
Waarom blijft hij te allen tijde eerlijk? Ik weet dat het naïef is, maar stiekem had ik gehoopt dat hij zou zeggen dat hij op die bewuste avond van de afscheidsborrel het licht zag en ineens wist dat ik de ware voor hem was. “Stel dat ik niet zwanger was, had Stephanie dan nog een kans gemaakt?”
Het is iets te lang stil voordat hij zegt: “Natuurlijk niet.” Hij start de auto. Beiden zijn we in gedachten verzonken. Voor de zoveelste keer vraag ik me af of hij wel echt over Stephanie heen is. Ik krijg steeds meer het gevoel dat ik zijn rebound-vriendin was en misschien is dat nog steeds wel zo. Hoelang duurt het voordat een rebound-vriendin een echte vriendin wordt? Ik heb er laatst nog een artikel over gelezen in een of ander tijdschrift. Maar daarin stonden geen richtlijnen over hoeveel maanden, als het überhaupt al mogelijk is. Het heet niet voor niets rebound. Dat zijn ex nog steeds gevaarlijk dicht om hem heen fladdert, zal de zaak ook geen goed doen.
We zijn weer thuis. Zuchtend stap ik uit de auto. Soms voel ik me zo gelukkig samen met Chris, tot hij dan weer iets doet of zegt waardoor ik weer vreselijk begin te twijfelen.
Passen we wel echt bij elkaar? En was het wel zo’n goed idee om al zo snel bij hem in te trekken?