13

Zondagmiddag blijven we lekker thuis. Omdat het weekend is heb ik allerlei lekkere snackjes gehaald voor bij de borrel. Ik vertel aan Chris dat Lilian donderdag niet echt happy was. Ineens krijg ik een idee. “Ik weet misschien wel iets om haar relatie met Erik een beetje op te peppen. Het kost wel geld.” Chris neemt een slok van zijn wijn en kijkt me nieuwsgierig aan.

“Wat ben je van plan?”

“Het gaat niet goed tussen haar en Erik. Misschien is een weekendje weg wel een leuk idee. Net zoals jij voor mij hebt georganiseerd.”

“Naar Parijs? Zou ze het niet vervelend vinden dat wij dat al gedaan hebben?”

“Of Rome, Barcelona, het maakt toch niet zoveel uit waar ze naartoe gaan? Het gaat erom dat Erik doet alsof het zijn idee is. Wat denk je, zou Roderick hen ook weg willen brengen?”

“Roderick?” vraagt Chris verbaasd. “Ik dacht dat je het vreselijk vond in die, ik citeer: ‘zeepkist met vleugels’.”

“Lilian is niet zwanger. Zij zou het fantastisch vinden,” zeg ik zo enthousiast mogelijk. “Ook als ze weet dat jij haar voor bent gegaan?”

“Dat hoeft ze toch niet te weten?” Het irriteert me een beetje dat hij niet net zo enthousiast is als ik. “Als jij het zegt, en wil je alles voor hen betalen?”

“Niet alles, alleen de extraatjes, de upgrade naar een duur hotel, de heenreis, dat soort dingen.”

“Als jij denkt dat het haar gelukkig maakt.” Chris is duidelijk nog niet overtuigd.

“Natuurlijk maakt het haar gelukkig. Zij en Erik worden weer opnieuw verliefd op elkaar, misschien gaan ze wel trouwen en ik ben van haar gejammer af. Eind goed, al goed.”

Ik zie Chris sceptisch kijken. “Lilian lijkt me niet iemand die snel tevreden is.”

“Natuurlijk wel. Ik bel morgen Erik. Overdag, zodat ik zeker weet dat Lilian niet mee kan luisteren.”

“Wees voorzichtig met het aanbieden van geld. Mannen hebben daar vaak een beetje moeite mee, ego en zo.”

“Het ego van Erik is niet zo groot, dat is nu juist het probleem.”

Ik zie dat Chris me niet gelooft.

“Laat het maar aan mij over,” zeg ik vol zelfvertrouwen. Weet hij nog steeds niet dat ik erg overtuigend kan zijn, wanneer ik echt wil?

De volgende dag bel ik Erik. “Dag Erik, hoe gaat het ermee?”

“Prima, en met jou?” Ik hoor aan zijn stem dat hij het een beetje raar vindt dat ik hem bel. Het is ook raar, want ik bel nooit.

“Erik, ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. Ik heb het gevoel dat het niet zo goed gaat met Lilian.” Ik merk dat ik hem overval met deze mededeling. “Ik begrijp niet wat je bedoelt,” zegt Erik ontwijkend. “Ze was hier laatst en ik vond haar erg down.”

“Nee, hoor, dat valt best mee.”

Ik snap best dat hij het een moeilijk onderwerp vindt, maar om het nu helemaal te ontkennen? “Ik denk echt dat het niet zo goed met haar gaat en nu heb ik iets bedacht om haar op te vrolijken.”

“Ik vind het lief dat je zo bezorgd bent, maar het is echt niet nodig. Het gaat prima met haar.” Waarom wil hij niet gewoon luisteren naar mijn idee? “Erik, laat me even uitpraten. Het lijkt me goed dat jullie een weekendje samen weggaan. Naar een leuke, romantische stad. Verwen haar een beetje, regel een vijfsterrenhotel. Ik weet nog wel iemand die jullie er in een klein vliegtuigje naartoe kan brengen. Dat zal ze hartstikke leuk vinden.” Ik probeer mijn idee zo snel mogelijk te vertellen, omdat ik bang ben dat hij me anders onderbreekt. “Catharina, ik zeg toch dat het niet nodig is.” Erik klinkt nu ongeduldig.

“Ik zorg wel voor Bart en natuurlijk zal ik ook financieel bijspringen. Ik snap best dat het anders te duur wordt.” Ik begin te ratelen, en dat komt omdat hij nou niet echt wil meewerken.

“Het zou met Lilian een stuk beter gaan als jij niet steeds zo overduidelijk aan haar laat zien dat je omkomt in het geld!” zegt Erik boos en daarna niets meer. Hij heeft opgehangen. Verbaasd kijk ik naar de telefoon in mijn hand. Waar komt dit nu ineens vandaan? Ik wil toch alleen maar helpen?

Later vertel ik het hele verhaal aan Chris. “Begrijp je werkelijk niet waarom hij zo reageert?” Chris is oprecht verbaasd. “Ik wil toch alleen maar helpen?”

“Ik heb je toch gezegd dat je het voorzichtig moet brengen? Mannen houden er niet van wanneer iemand anders hun gaat vertellen hoe ze het hun vrouw naar de zin moeten maken. En dan ook nog eens aanbieden om het te betalen. Had je nu werkelijk gedacht dat hij je dankbaar zou zijn?”

“Hij hoeft niet dankbaar te zijn, maar hij had best wat meer open kunnen staan voor mijn idee,” zeg ik verongelijkt. “Wat nu?” Vragend kijk ik naar Chris. “Nu niks, je hebt het geprobeerd, meer kun je niet doen.”

“Natuurlijk wel, ik ga hem gewoon nog een keer bellen. Hij heeft nu na kunnen denken over mijn idee, inweken noemen ze dat. Ik zal het nog een keer uitleggen. Wat rustiger nu. Ik weet zeker dat ik hem kan overtuigen. Ik bel hem meteen even.”

Ik draai opnieuw het nummer van Erik en zie dat Chris nog steeds niet overtuigd is.

“Hoi Erik, met mij nog een keer. Ik geloof dat ik vanochtend iets te hard van stapel liep. Kun je vrijuit spreken? Loop anders even naar de keuken. Lilian mag natuurlijk niets weten.”

“Toch niet weer over dat weekendje weg?” vraagt Erik boos. “Als wij een weekendje weg willen, dan regel ik dat zelf wel, daar heb ik jouw hulp niet bij nodig.”

“Maar…” zeg ik.

Erik is niet meer te stuiten. “Laat ons gewoon met rust. Vind je het gek dat ze niet meer tevreden is? Ze moet steeds jouw verhalen aanhoren over je enorme appartement en alle designerkleding die je nu ineens kunt kopen. Het is niet eens je eigen verdienste, weet je.” Ik ben met stomheid geslagen en merk dat ik boos begin te worden. Ik moet heel snel ophangen, voordat ik dingen ga zeggen waar ik later spijt van krijg. “Bekijk het! Ik wilde alleen maar helpen. Blijkbaar wordt dat niet op prijs gesteld.” Nu ben ik degene die de hoorn erop gooit.

“Ik begrijp dat hij het nog steeds geen goed idee vindt,” zegt Chris lachend. “Misschien moet je nog een week wachten. Zijn inweektijd is duidelijk langer.”

“Erg leuk, nou, ik kap ermee. Hij wil duidelijk niet geholpen worden.”

“Misschien moet je het op een andere manier aanpakken?”

“Wat bedoel je?” vraag ik een beetje lusteloos. Ik wil eigenlijk het hele plan maar laten varen.

“Mannen vinden het prettig wanneer ze zelf de touwtjes in handen hebben. Je kunt beter aan hem vragen hoe hij denkt dat jij Lilian het beste kunt helpen. Vervolgens stuur je hem een beetje in de goede richting.” Chris lijkt erg zeker van zijn zaak. “Hij weet precies hoe ik kan helpen.”

“O ja? Hoe dan?”

“Door wat minder opzichtig met mijn via jou binnengesleepte euro’s te zwaaien.”

“Zei hij dat?” Chris fronst zijn wenkbrauwen. Ik knik een beetje verdrietig. “Vind jij dat ik te veel opschep?”

“Nee, helemaal niet, eerlijk gezegd vind ik je nogal bescheiden. Ik controleer je creditcardrekeningen niet, maar ik zie wel de totaalbedragen en dat valt me reuze mee.”

Hij pakt nog wat nootjes en terwijl hij die opeet, zegt hij: “Zal ik Erik bellen? Misschien dat een goed gesprek van man tot man de lucht een beetje kan klaren.” Ik haal mijn schouders op. “Van mij mag je, maar ik denk niet dat het veel zin heeft.”

“Geef die telefoon eens.” Een beetje aarzelend geef ik hem de telefoon. “Weet je zeker dat dit een goed idee is?” Chris antwoordt niet. Hij heeft de herhaaltoets al ingedrukt en wacht nu geduldig tot er opgenomen wordt.

“Dag Erik, met Chris. Hoe gaat het daar?”

“…”

“Mooi. Ik bel even omdat ik van Catharina begrijp dat er een klein misverstand is.”

“…”

“Ja, ik weet het. Catharina kan in haar enthousiasme soms wat overweldigend zijn. Ze bedoelt het goed.”

Ik steek boos mijn tong naar hem uit. Chris lacht alleen maar en luistert naar het antwoord van Erik.

“…”

“Als jij zeker weet dat alles goed gaat tussen Lilian en jou, dan is dat alleen maar fijn. Dan is het juist wel leuk om samen wat te ondernemen.”

“…”

“Catharina en ik zijn laatst naar Parijs geweest. Een vriend van me heeft een klein vliegtuigje; als je wilt, kan ik wel wat regelen.”

“…”

“De prijs valt reuze mee, hij wil veel vlieguren maken, snap je?”

“…”

“Denk er maar eens over na. Bel me als ik wat voor je kan doen.”

“Fantastisch.”

“…”

“Doe ik, groetjes aan Lilian. Tot ziens.”

Triomfantelijk hangt Chris op.

“Hij vond het een erg goed idee en denkt erover na. Ik wed dat hij morgen terugbelt voor het nummer van Roderick.”

“Ik snap er helemaal niets van, waarom wordt hij bij jou niet boos? Wat een eikel is het ook,” zeg ik chagrijnig.

“Het gaat er gewoon om hoe je het brengt, dat is alles.”

“Hoe gaat het? Alles goed met de baby?” vraagt Willemijn op haar keurigemeisjestoon.

We zitten weer in een restaurant te lunchen. Tot nu toe voelt het als een verplichting en heeft het nog weinig nuttige informatie opgeleverd.

“Eh, ja, alles gaat prima,” zeg ik aarzelend. Misschien is dit wel een goed moment om wat dieper te gaan. Ik vind het lastig om het met haar over zwangerschappen te hebben, wetende dat het bij haar niet wil lukken. Ik trek de stoute schoenen aan en vraag het gewoon. “Vind je het een vervelend onderwerp?”

“Natuurlijk niet, ik vind het heel erg leuk voor je.” Het klinkt nep. “En nu eerlijk?”

“Nee, echt, ik vind het fantastisch voor je.” Snel neemt Willemijn een slokje van haar wijn, die de ober inmiddels gebracht heeft.

“Misschien vind jij het allemaal niet erg, maar ik vind het wel vervelend.”

Ze kijkt me verbaasd aan. “Meen je dat nou?”

“Ja, ik meen het. Bij alles wat ik zeg, moet ik er steeds aan denken dat het jou en Robbert maar niet lukt om zwanger te worden.”

“Dat is lief van je, maar niet nodig. Ik ben ervan overtuigd dat het ons ook gaat lukken. We hebben alleen wat meer hulp nodig dan een gemiddeld stel.”

“Natuurlijk, en wie weet gebeurt het een keer spontaan. Dat hoor je wel vaker.”

Willemijn kijkt een beetje raar, maar gaat er niet op in. “Ik hoorde dat jullie laatst zijn gaan zeilen?” vraagt Willemijn geïnteresseerd.

“Dat klopt, van wie heb je dat gehoord?” vraag ik nieuwsgierig.

“Van Marie-Louise, ik zag haar bij Diana, mijn schoonheidsspecialiste. Ze zei dat het erg gezellig was.”

“Ik heb me inderdaad prima vermaakt. Hoe goed ken je Marie-Louise?” Ik ben benieuwd hoe dik ze met elkaar zijn.

“Marie en ik kennen elkaar al heel lang. Ze heeft vroeger nog iets met Robbert gehad.”

“Je meent het.” Ik krijg het gevoel dat vriendjes worden in deze club een kwestie is van stuivertje-wisselen. “Hoe lang is dat geleden?”

“Hoezo?” Willemijn klinkt een beetje schril. Ik ben verbaasd over haar reactie. “Ik bedoelde er niets mee.”

“Natuurlijk niet, het is ook al heel lang geleden. Ik dacht alleen even dat…Nou ja, het maakt niet uit.” Wat is hier aan de hand? Wat dacht ze dat ik bedoelde? Er valt een ongemakkelijke stilte.

De ober brengt onze broodjes. Wanneer hij weer verdwenen is, zegt Willemijn: “De lunch is echt heerlijk.”

“Ja, inderdaad.”

Het gesprek kabbelt een beetje voort over leuke restaurantjes in de stad. Ondertussen vraag ik me af waarom Willemijn net zo van streek was. Ik stuur het gesprek weer in de richting van het zeilen, omdat ik ervan overtuigd ben dat daar de oorzaak van de paniek ligt. “Gaan Robbert en jij ook wel eens zeilen met vrienden?”

“Nee, dat is echt de passie van Chris. Robbert houdt meer van golf.”

Past helemaal in het plaatje. Ik babbel verder over het zeilen.

“Ik was blij dat er niet van me verwacht werd dat ik echt ging zeilen. Wij, zwakke vrouwtjes, mochten lekker in het zonnetje op het dek zitten. Het was de eerste keer dat ik kennismaakte met de vrienden van Chris.”

“En wat vond je van hen?”

Ik zou dolgraag eerlijk zijn en van haar horen wat ze van hen vindt. Maar Willemijn heeft tot nu toe nog niet laten blijken dat ik haar kan vertrouwen. Dus zeg ik ontwijkend: “We hebben ons prima vermaakt. Ik heb nog een tijdje met Marianne gesproken, erg leuke meid.” Willemijn haalt haar schouders op. “Ik ken haar niet zo goed.”

“Ze is een ex van Chris, dan moet je haar toch wel redelijk kennen?”

“Dat was voor mijn tijd.”

Ik neem net als Willemijn een muizenhapje van mijn heerlijke broodje. Volgens mij is dat het geheim van haar slanke figuur. Het vervelende is alleen dat ik graag grote happen neem van dingen die ik lekker vind. Dan proef ik het beter. Ik maak alleen een uitzondering voor toetjes. Een lekkere chocolademousse, daar moet je echt de tijd voor nemen. Terwijl Willemijn nog bezig is met dat ene kleine hapje, is mijn mond alweer leeg.

“Ik moet zeggen dat er wel flink geroddeld werd. Ook over ene Fleur. Ken je haar?”

“Ja, zij doet het toch met Ramón?” Ik ben verbaasd. “Hoe weet jij dat nou?”

“Marilène vertelde het me.” Geruchten gaan hier snel. “Marilène ken je ook?”

“Heel goed zelfs, we waren buurmeisjes. We hebben in dezelfde klas op de lagere school gezeten en…”

“Laat me raden, jij hebt nog iets met haar vriend gehad.” Willemijn schiet in de lach, voor het eerst. “Is het echt zo erg?”

Ik begin op te sommen: “Chris met Marianne, Chris met Stephanie, jou vast ook niet onbekend, Robbert met Marie-Louise…” Weer zie ik de schrik in de ogen van Willemijn. “Waar schrik je nu van? Dat is toch heel lang geleden?”

Willemijn zegt niets, haar blik zegt genoeg. Ik herinner me de hatelijke opmerking van Marie-Louise, dat Robbert mogelijk weleens buiten de deur zou eten. “Je denkt toch niet dat Robbert en Marie-Louise…” Willemijn kijkt een beetje wanhopig. “Ik ben bang dat hij een vriendin heeft,” zegt ze bijna fluisterend. “Hoe kom je daar nou bij?”

“Hij is zo vrolijk de laatste tijd. Hij fluit, komt laat thuis, zingt onder de douche, doet weer aan sport. Moet ik nog even doorgaan?”

Hm, klinkt verdacht, maar dat kan ik natuurlijk niet zeggen. In plaats daarvan probeer ik haar een beetje op te beuren. “Je ziet spoken, Willemijn. Marie-Louise en jij zijn toch vriendinnen!”

“Ja, natuurlijk, je hebt gelijk. Ik verbeeld het me vast.” Willemijn schakelt snel over op een ander onderwerp. “Marie vond je erg aardig.”

“Marie-Louise en Marilène hebben zo hun vraagtekens of ik wel per ongeluk zwanger ben geworden. Denk jij dat ook?” vraag ik plotseling.

Ze vindt het duidelijk niet leuk dat ik zo direct naar haar mening vraag.

“Wat maakt het uit wat de aanleiding is? Jij bent zwanger, jullie wonen samen, iedereen gelukkig, ja toch? Ik begrijp het best. Chris is erg rijk en nog leuk om naar te kijken bovendien.”

“Ik wist helemaal niet dat hij zo rijk was,” zeg ik naar waarheid.

“Kom op, Catharina, het geeft niet.”

“Denk je dat Chris dit ook denkt?”

“Natuurlijk, hij is zijn leven lang gewaarschuwd voor vrouwen zoals jij. Je hebt wel een risico gelopen, maar waarschijnlijk wist je dat hij je niet zou laten zitten.”

“Ik kende hem amper.”

“Waarom heb je het dan gedaan?” Ik rol even met mijn ogen.

“Dat probeer ik je duidelijk te maken. Ik heb het niet bewust gedaan. Geloof me, ik schrok me het leplazarus. Eén keer onveilig vrijen en dan meteen zwanger, dat kun je toch nauwelijks plannen noemen?”

“En de morning-afterpil dan? Heb je daar niet aan gedacht?”

“Natuurlijk wel. Ik heb hem zelfs in huis gehaald.”

“Echt?” vraagt Willemijn verwonderd. Ik vraag me af of ik niet te openhartig ben. Het is niet echt geheim. Chris nam aan dat ik er niet aan gedacht had en ik heb hem in die waan gelaten. Ik zou het heus wel verteld hebben als hij ernaar gevraagd had. Toch heb ik het gevoel dat ik mijn mond voorbij gepraat heb. Willemijn merkt dat ik me een beetje ongemakkelijk voel. “Maak je geen zorgen, jullie zijn nu een stel. Ik weet zeker dat hij het niet eens meer belangrijk vindt.”

“Nee, natuurlijk niet,” zeg ik zo zelfverzekerd mogelijk. Ze heeft gelijk. Chris en ik zijn verliefd, hij houdt van me. Niet dat hij dat ooit met zoveel woorden gezegd heeft. Maar dat is ook niet nodig. Hij is lief voor me en dat is veel belangrijker dan die vier stomme woordjes. Houd ik mezelf voor.

Sinds ik samen ben met Chris, lijkt het of ik alleen nog maar aan het lunchen ben met zijn familie. Het is zaterdag en vandaag heb ik een lunchafspraak met Aleida. Na de lunch gaan we naar de schoonheidsspecialiste. Aleida heeft al meermalen laten doorschemeren dat ze vindt dat ik dat nodig heb. Ze heeft zo vaak gebeld met steeds dezelfde vraag. Op een gegeven moment waren mijn smoezen op.

Tijdens de lunch is zij erg ‘geïnteresseerd’ in wie ik ben en hoe ik Chris heb leren kennen. Ze laat duidelijk merken dat ze het allemaal lariekoek vindt. Kribbig merk ik op dat ze het dan maar aan Chris moet vragen, als ze mij niet gelooft.

“Catharina, ik ben niet van gisteren, ik weet hoe vrouwen kunnen manipuleren. Mannen zijn daar niet tegen opgewassen.”

“Chris is echt niet zo onnozel als jij denkt.”

“Dit bedoel ik nou, mijn woorden zodanig verdraaien dat het lijkt of ik mijn zoon een domme idioot vind.”

“Aleida, alsjeblieft, wat wil je nou? Ik ben zwanger en woon samen met je zoon. Jij denkt dat dit een vooropgezet plan is, ik weet dat dat niet zo is. Je mag het van mij met Chris bespreken, maar ik ga er nu en in de toekomst niet verder met jou op in. Want dat heeft toch geen zin.”

Aleida kijkt enigszins verbaasd bij deze stellige woorden. Dan zie ik een zweem van een glimlach, een gemene glimlach. “Je hebt gelijk. Ik geloof er helemaal niets van en jij zult me ook niet wijzer maken.”

Ik probeer net te doen of er niets is gebeurd, ik heb zo’n vermoeden dat Aleida daar ook erg goed in is, en babbel verder. Zodra ik het over mijn werk heb, zie ik dat Aleida wordt getriggerd.

“Ik heb begrepen dat Stephanie je gaat opvolgen?” vraagt ze op een quasionschuldige toon. “Ja, dat klopt.”

Ik probeer te doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat mijn opvolgster de ex is van mijn vriend. “Van wie heb je dat gehoord?” vraag ik zo nonchalant mogelijk. “Van haarzelf.”

“Natuurlijk, ik was vergeten dat ze verloofd is geweest met Chris,” lieg ik. Zoiets kan ik onmogelijk vergeten. “Ja, we hebben nog steeds contact. We kunnen goed met elkaar opschieten.”

Dat verbaast me niets.

“Wanneer jij niet ten tonele was verschenen, dan weet ik zeker dat het weer goed was gekomen tussen haar en Chris.” Haar stem klinkt spijtig.

Ik krijg de neiging om sorry te zeggen, ik kan me nog net inhouden.

Aleida gaat nog een stapje verder. “Vind je het niet vervelend dat zij nu zoveel moet samenwerken met Chris?”

“Nee, hoor, ik vertrouw Chris volledig, hij is erg trouw, dat weet jij beter dan ik.”

“Dat klopt.” Er krult een gemene lach om haar mond en ik vraag me af waar ze op zinspeelt.

Na mijn afspraak met Aleida val ik uitgeput neer op de bank. Blij dat ik weer thuis ben. Nou ja, thuis. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik op bezoek ben. Ook al heb ik het appartement van Chris met mijn eigen persoonlijke spullen overspoeld, zoals hij het uitdrukte. Hij is er nog niet en ik vraag me af waar hij uithangt. Een halfuur later hoor ik hem binnenkomen. Hij laat zich naast mij op de bank neerploffen.

“Hoe ging het vandaag?” vraagt hij belangstellend. “Al met al ging het best goed. Bij de schoonheidsspecialiste heb ik je moeder nauwelijks gezien, dus dat ging fantastisch.”

“En de lunch?”

Ik twijfel even, dan zeg ik: “De lunch was heerlijk. Dat restaurant is echt heel goed, daar moeten we een keer gaan eten.”

“Doen we, dus het viel allemaal wel mee?”

“Ja.” Ik ben er zelf ook een beetje verbaasd over. Afgezien van de lunch was het best te doen. “Maar ik ga hier geen wekelijks terugkerend event van maken, hoor, niet eens maandelijks,” voeg ik er snel aan toe. “Ga nu niet doen alsof ik je heb gedwongen. Ik heb steeds gezegd dat je wat mij betreft gewoon kunt zeggen dat je er geen zin in hebt.”

“Weet ik. Hoe was jouw dag? Waar kom je eigenlijk vandaan?”

“Ik ben nog even naar kantoor geweest.” Iets in hoe hij het zegt, doet bij mij alarmbellen rinkelen. Ik kijk hem aan en hij ontwijkt mijn blik. “Op zaterdag?”

“Het gebouw is zeven dagen per week open.”

“Dat weet ik,” zeg ik scherp. “Wat moest je doen? Had je een vergadering?”

“Nee,” zegt hij, iets te snel. “Ik wilde een rapport afmaken en ik miste nog wat stukken.”

“Was het druk op kantoor?”

“Natuurlijk niet.”

Nog steeds kijk ik hem onderzoekend aan. Hij blijft mijn blik ontwijken en staat op. “Wat gaan we doen vanavond?”

Het is duidelijk dat hij iets verzwijgt, maar nu doorgaan loopt ongetwijfeld weer op ruzie uit. Dus zeg ik maar: “We hebben vanavond een feestje bij Floris-Jan, weet je nog?”

De verjaardag van Floris-Jan heeft als thema ‘Japan’. Dat betekent dat er heel veel sushi is en dat ik gekleed ga in een kimono. Om het af te maken draag ik ook stokjes in mijn haar. Chris heeft gewone kleren aan, verkleden vindt hij maar onzin. Nou vind ik een man in kimono ook niet erg sexy, dus heb ik verder niet aangedrongen. Er is een heuse karaokehoek ingericht en in het begin is het daar erg stil, totdat Floris-Jan zelf de stoute schoenen aantrekt en een waanzinnige imitatie van Prince neerzet. Vervolgens geeft hij het stokje—of liever gezegd de microfoon—door aan Chris. Ik ben verbaasd wanneer die lachend de uitnodiging accepteert.

“Welk nummer kan ik opzetten?” hoor ik Roderick vragen, die de karaokeset bedient.

Ik zie Chris even denken, dan kijkt hij naar mij, begint te lachen en roept vervolgens: “Sexbomb van Tom Jones.” Chris zingt het lied vol enthousiasme, inclusief de suggestieve heupbewegingen die erbij horen. Het publiek begint enthousiast te juichen en te klappen. Ik voel me helemaal warm worden als hij me recht aankijkt tijdens het refrein. Alle vlinders fladderen tegelijk door mijn buik. Na afloop slaat hij zijn armen om me heen en zoent me recht op mijn mond. Op de achtergrond hoor ik zijn vrienden joelen: “Die wordt vanavond zeker beloond.” Ik bloos en wil Chris loslaten, maar hij houdt me stevig vast, terwijl hij even grijnzend achteromkijkt. Gretig wordt de microfoon van hem overgenomen. Mijn twijfels van ‘s middags zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Heel even weet ik zeker dat ik de enige vrouw in zijn leven ben.

Het feestje is in een gehuurd zaaltje. Terwijl ik op het toilet zit, hoor ik Marie-Louise en Marilène binnenkomen. Ik ben klaar en wil juist de deur openmaken, als ik hoor dat ze het over mij hebben.

“Ik snap er helemaal niets van,” hoor ik Marie-Louise met die overdreven stem van haar zeggen. “Zij is toch helemaal Chris’ type niet?”

“Sinds wanneer houdt hij van rood haar?” vult Marilène aan. “Zou ze zich geen goede kapper kunnen veroorloven? Het zit altijd zo warrig. Ik weet zeker dat het niet zo gesty-led is. Volgens mij komt ze echt zo uit bed en doet ze er verder niets meer aan.”

Ze hebben gelijk. Ik ben kritisch op mijn make–up, maar mijn haar leidt een eigen leven.

“Hij heeft zich deze keer echt goed in de nesten gewerkt,” zegt Marie-Louise spijtig.

“Ik geloof ook niet dat hij van plan is trouw te blijven aan iets dat ooit als een tijdelijke flirt begonnen is,” zegt Marilène opgewekt. “Hij is nog erger dan Robbert, wat dat betreft.”

“Inderdaad, Stephanie hoeft zich echt geen zorgen te maken.”

“Dat doet ze ook niet, ze…”

Ik hoor niet meer wat Marilène over Stephanie wil zeggen, want ze zijn klaar met tutten. Het geroezemoes van een gezellig feestje stijgt op wanneer de deur wordt geopend. Daarna valt de deur terug in het slot en is het weer stil. Ik wacht nog even om zeker te weten dat ze weg zijn. Pas dan durf ik naar buiten te komen. Ik kijk verdrietig naar mijn spiegelbeeld. Ik probeer mezelf voor te houden dat het twee stomme trutten zijn. Wat kan mij het schelen hoe ze over mij denken? En wat weten zij nu van Chris? Behalve dan dat zij hem al veel langer kennen dan ik. Het heftige gevoel van eerder op de avond is helemaal verdwenen. Ik voel me lelijk en stom met die duffe stokjes in mijn haar. Ik ben moe en ik wil naar huis. Gelukkig is het al laat en als ik dat tegen Chris zeg, gaat hij meteen mee naar huis.