15
“Ik weet wie Rob is,” val ik met de deur in huis zodra Chris thuiskomt. Hij kijkt me een beetje schuldbewust aan.
“Hoe ben je erachter gekomen?”
“Willemijn kwam erachter toen Nadien haar vroeg of ze een Rob van Bloemendaal kende.”
“Verdomme.”
“Hoe komt het dat bij jullie allebei hetzelfde kwartje is gevallen?”
“Van Bloemendaal is de meisjesnaam van mijn moeder.”
“Ja, en?” vraag ik verwonderd.
“Het is typisch iets voor mijn broer, ik weet het niet. Ik wist het gewoon.”
Mooi is dat, dit is duidelijk niet de eerste keer. “Waarom heb je het niet gezegd?”
“Omdat jij het dan meteen aan Willemijn zou vertellen.”
“Natuurlijk, ze heeft daar toch recht op.”
“Willemijn wil dat helemaal niet weten,” zegt Chris gedecideerd.
“Bedoel je die onzin dat, wanneer je een keer een foutje maakt, je dat beter voor je kunt houden dan dat je er je partner mee belast? Ik kan je vertellen dat dit iets meer was dan een keer in een dronken bui in het verkeerde bed belanden.”
“Ik vertel toch niets nieuws als ik zeg dat Willemijn niet hoteldebotel verliefd was op Robbert toen ze trouwden?” Een beetje nieuw is het wel. In tegenstelling tot wat Chris schijnt te denken, zijn Willemijn en ik niet zo close. Maar los daarvan had ik wel een vermoeden. “Robbert zorgt ervoor dat Willemijn een zorgeloos leventje kan leiden en Willemijn is in alle opzichten de perfectie. Ze komt van goeden huize en weet wat er moet gebeuren wanneer er bijvoorbeeld mensen komen eten of blijven slapen. Ze is de ideale gastvrouw en daarmee zijn zij dus ook een ideaal stel.”
“Maar dat geeft Robbert toch niet het recht om maar gewoon zijn gang te gaan met andere vrouwen?”
“Natuurlijk niet.”
Het komt er een beetje plichtmatig uit. Het klinkt alsof hij vreemdgaan niet eens zo heel erg vindt, zolang de ander er maar niets vanaf weet. Meteen denk ik aan Stephanie. Wat weet zij dat ik niet weet?
“Hoe reageerde Willemijn?” vraagt Chris en hij klinkt oprecht bezorgd.
“Wat denk je? Ze was woest. Ze wist Nadien te vertellen dat ze het snoepje van de maand was en dat hij haar nu waarschijnlijk alweer vergeten is. En ze is bovendien een slet, of misschien bedoelde ze mij daarmee. Dat was niet helemaal duidelijk.”
“Vervelend, maar ik zou me er niet te druk om maken. Ze trekt wel weer bij.”
Ik vind het onbegrijpelijk dat hij zo rustig blijft. “En Nadien?”
“Met alle respect, maar Nadien wist vanaf het begin dat hij getrouwd was. Ik kan me niet voorstellen dat Robbert daar enig misverstand over heeft laten bestaan.”
“Ik begrijp het al, eigen schuld, dikke bult. Soms vraag ik me af of er wel een greintje gevoel bij jou in de familie zit.”
“Waar slaat dit nou ineens op?”
“Het lijkt wel of je dit normaal vindt. Hij gaat vreemd, slaapt met een andere vrouw, geeft haar dure cadeaus. Dat klopt gewoon niet.”
“Natuurlijk vind ik dit niet normaal, maar het is iets tussen Robbert en Willemijn.”
Ik word steeds bozer. Hoe kan hij doodleuk het slechte gedrag van zijn broer goedpraten? Het lijkt wel of we allebei van een andere planeet komen en dan bedoel ik niet Mars en Venus. Een gevoel dat ik al een tijdje probeer weg te drukken komt in alle hevigheid boven. Het gevoel dat ik ook ooit als snoepje van de maand begonnen ben. Ik ben nu niet bepaald perfect en dat weet hij ook. Ik begin me af te vragen of we nu nog wel bij elkaar zouden zijn als ik niet zwanger was? Het helpt ook niet echt dat Stephanie, het toppunt van perfectie, de hele dag om hem heen hangt met maar één doel: Chris terugkrijgen. Ik durf het hem niet te vragen. In plaats daarvan sta ik op.
“Laat maar. Ik ben moe. Ik ga in bad en dan naar bed.”
“Je hebt nog nauwelijks gegeten.”
“Ik heb geen honger,” zeg ik een beetje lusteloos.
“We zullen het rustig aan doen dit weekend, oké?” Chris klinkt bezorgd.
“We hebben morgenavond bij je ouders afgesproken. Vind je het erg als ik niet meega?”
“Toch niet vanwege Willemijn? Heus, ze bedoelde het niet zo, dat weet ik zeker.”
“Nee, dat is het niet. Ik ben gewoon erg moe. Laat me maar even.”
Daarna loop ik de kamer uit.
Chris was erg lief het afgelopen weekend. Misschien reageerde ik wat overgevoelig. Heb ik de laatste tijd wel vaker last van. Ik heb in ieder geval een etentje met de ouders van Chris gemist, nou ja, gemist. Net als kiespijn, blij wanneer het weer voorbij is. Ik sta op het punt om Lilian te bellen. Ik ben erg benieuwd hoe haar weekend is geweest.
“Hoi Lilian, hoe gaat het?” vraag ik door de telefoon. “Ach, het gaat wel.”
“Nog iets leuks gedaan afgelopen weekend?” vraag ik nonchalant.
“Dat valt wel mee. Erik had een verrassing voor me gepland.”
“Wat leuk!”
“Ik houd helemaal niet van verrassingen. Hij heeft me meegenomen naar Londen. Het mocht natuurlijk niks kosten, dus heeft hij via via een klein rotvliegtuigje gere-geld.”
“Het is toch leuk dat Erik zoveel moeite voor je doet?”
“Ik vind het veel leuker om via Schiphol te gaan, dan kan ik nog leuk shoppen in de taxfree winkeltjes. We landden natuurlijk ook ver buiten de stad, zodat we ook nog eens eindeloos in een taxi hebben gezeten.” Ik kan nog maar net een zucht onderdrukken. Lilian is nog niet uitgeklaagd. “Eenmaal in Londen regende het pijpenstelen.”
“Daar kan Erik toch niets aan doen?”
“Hij had me toch ook mee kunnen nemen naar een andere stad? Barcelona bijvoorbeeld, daar is het nu wel warm.”
Ik begin te geloven dat Chris gelijk heeft. Ik wist niet dat Lilian zo erg was.
Lilian gaat verder. “Vervolgens zitten we in een of ander bed and break⁄ast. Niet eens een leuk hotelletje midden in de stad. Nee, gewoon bij mensen in huis. Vreselijke mensen overigens.”
Dat was mijn idee, op internet zag het er erg knus en romantisch uit. De kamer had een Laura Ashley-inrichting en een heus hemelbed.
“Hebben jullie in Londen nog iets leuks gedaan?” vraag ik voorzichtig.
“Niet echt, we zijn naar een musical geweest, niks aan. Geef mij maar een mooie film, of een avondje stappen.” Nu val ik bijna van mijn stoel. Weet ze wel hoeveel moeite het me heeft gekost om balkonkaartjes te krijgen voor die voorstelling?
“Eerlijk, Lilian, ik vind je een beetje ondankbaar. Erik heeft volgens mij heel veel moeite gedaan om jou een leuk weekend te bezorgen, maar het enige wat jij doet is klagen en zeuren. Ik krijg steeds meer bewondering voor hem. Dat hij het nog zo lang met je uithoudt, werkelijk.” Ik begin me steeds meer op te winden. “Chris heeft laatst ook een verrassingsweekendje geregeld en ik vond het heel erg lief van hem.”
“Ja, dat heb ik gehoord. Jullie zaten in een vijfsterrenhotel in Parijs en reisden eersteklas. Dat is ook leuk.”
“Hoe weet jij dat nu weer?” vraag ik verbaasd. “Dat vertelde mama me.”
Ik kan me niet herinneren dat ik dat allemaal aan mijn moeder verteld heb. Dat zal ik wel in mijn enthousiasme gedaan hebben. Een beetje sip hang ik op. Chris heeft al een vermoeden. “Lilian was niet zo enthousiast als je gehoopt had?” Hij kan nauwelijks zijn lachen inhouden. “Ja, ja, wrijf het er maar in. Je had me al gewaarschuwd dat Lilian niet zo snel tevreden is.”
“Je hebt het in ieder geval geprobeerd. Daar heb ik grote bewondering voor. Ik zou het na het eerste telefoontje met Erik al opgegeven hebben.” Chris klinkt alsof hij het meent. “Echt?”
“Ja, ik vraag me af of ik überhaupt op het idee gekomen zou zijn om hen te helpen.”
“Ik wou dat ik er nooit aan begonnen was,” zeg ik teleurgesteld.
“Dat moet je niet zeggen. Ieder ander zou heel erg blij geweest zijn. Lilian is gewoon moeilijk tevreden te stellen. Soms sta ik er versteld van dat jullie zussen zijn. Ik zie eigenlijk helemaal geen overeenkomsten.”
“Grappig, ik vraag me ook wel eens af of ik niet van de melkboer ben, hihi,” zeg ik vrolijk en ik merk dat ik me alweer een beetje beter voel. “We zijn eigenlijk alle drie heel anders,” zeg ik peinzend. Ineens bedenk ik me iets.
“Weet je wie het wel zou waarderen?” Ik wacht niet op zijn antwoord. “Monique, zij zou het helemaal fantastisch gevonden hebben.” Chris begint al te fronsen.
“Nee, echt, Monique is heel anders. Als ik Fred nou eens bel…” begin ik enthousiast.
“Lieve schat, je draaft door. Een andere keer weer. Oké?”
“Misschien wel, ik zal haar in ieder geval een keer uitnodigen om samen naar een kuuroord te gaan. Dat heb ik met Lilian ook gedaan, dus dat is niet meer dan eerlijk.”
“Neem dan ook meteen je moeder mee,” zegt Chris. “Goed idee! En Lilian laat ik lekker thuis.”
Donderdag is mijn laatste werkdag aangebroken. Na het werk geef ik een borrel. Ik zie er erg tegenop om van iedereen afscheid te nemen. Natuurlijk heeft mijn afdeling een leuke sketch bedacht en Stephanie verzorgt de speech, sprankelend maar onpersoonlijk. De borrel is bijna voorbij en ik neem van de laatste mensen afscheid. Chris komt bij me staan. “Ben je zover?”
Ik knik, ik ben moe en wil nu wel naar huis. We lopen in de richting van de auto en botsen bijna tegen Alex en Stephanie op, die samen giechelend uit een steegje komen. Alex’ haren zitten door elkaar en ook Stephanie ziet er verfomfaaid uit. Ze wankelt een beetje. Wanneer ze ons ziet, blijft ze stokstijf staan. Chris blijft ook stilstaan, hij lijkt gespannen. De arm die hij nonchalant om mijn schouders had geslagen, trekt hij snel terug. “Zullen we verdergaan?” zeg ik zachtjes tegen hem, maar hij hoort me niet.
Alex wil zijn arm bezitterig om Stephanie slaan, maar ze duwt hem weg. “Nu niet.”
“Maar Stephanie?” Alex klinkt dweperig. “Zo, lieve Chris, zoals je ziet ben jij niet de enige man op aarde. Ik vermaak me prima,” zegt Stephanie met onvaste stem.
“Je bent dronken.” Chris klinkt anders dan anders, teleurgesteld?
“Ja, en wat dan nog? Ik heb begrepen dat jij daar wel van houdt.”
“Moet ik je even thuisbrengen?” vraagt hij bezorgd. Hallo, wat gebeurt hier? En ik dan? Ik houd mijn mond. Ik kan niet geloven dat Chris me zomaar in de steek laat. “Ik breng haar naar huis,” roept Alex onverschrokken. Chris negeert hem en pakt zijn mobiel. Wat is hij van plan?
Ondertussen kijkt Stephanie me vals aan. Ze gaat wat dichterbij staan en fluistert: “Jij denkt misschien dat hij nu van jou is, maar hij is van mij en zal altijd van mij blijven. Hij houdt niet van sloeries.”
Ik weet niet wat ik hoor. Hulpzoekend kijk ik naar Chris, maar die is aan de telefoon. Het lijkt wel of hij een taxi aan het bestellen is. Even ben ik opgelucht. Natuurlijk, hij is een nette vent, hij wil gewoon dat Stephanie veilig thuiskomt.
Als hij opgehangen heeft, neemt hij me even apart. “Vind je het heel erg wanneer ik Stephanie even thuisbreng? Ze is nooit dronken en ik maak me een beetje zorgen.”
Ik weet niet wat ik hoor.
“Ik heb een taxi gebeld, die brengt je veilig naar huis, oké?” Nee, niet oké, hoe kan hij dat nu doen? Het liefst zou ik dat ook tegen hem zeggen, maar ik ben bang dat we dan ruzie krijgen. Ik moet er niet aan denken om dat hier, midden op straat, voor de neus van Stephanie, uit te vechten. Stel je voor dat hij voor haar kiest? Ik voel de tranen in mijn ogen prikken, maar ik pieker er niet over om die toe te laten. Ik heb ook mijn trots. Stephanie heeft intussen Alex geloosd. Hij loopt mokkend terug naar het café. In no time staat er een taxi voor onze neus en ik stap in, met rechte schouders en een onnatuurlijke glimlach op mijn gezicht geplakt. Zodra ik uit het zicht van Stephanie ben, laat ik mijn tranen de vrije loop. De schoft, de eikel, ik heb me nog nooit zo in de steek gelaten gevoeld.
De taxichauffeur draait zich even om.
“Alles goed, mevrouw?”
Ik knik. “Ja, hoor,” zeg ik met een beverige stem.
Gelukkig laat hij me verder met rust.
Als ik thuis ben, weet ik niet wat ik moet doen. Rusteloos loop ik door de kamer. Waar blijft hij nou? Ik ben boos en verdrietig en vraag me voor het eerst af of dit ooit nog goed komt. Alle twijfels van de afgelopen tijd komen in alle hevigheid naar boven. Hoe kan hij zo openlijk voor Stephanie kiezen?
Na een uur is hij er nog niet. Zo lang kan het toch niet duren? Ik voel een zware steen in mijn buik. Ik denk aan wat Marilène tijdens het feestje van Floris-Jan tegen Marie-Louise zei. Dat Chris niet trouw zou blijven aan een tijdelijke flirt. Het lijkt erop dat ze gelijk krijgt. De steen in mijn buik wordt zwaarder.
Iets in mij heeft het altijd wel geweten. Dit kan niet goed gaan. Ik heb de gedachte lang weggedrukt, maar nu is er geen ontkomen meer aan. We passen niet bij elkaar. Hij heeft een Stephanie nodig. Iemand die er altijd even perfect uitziet en altijd precies weet wat ze moet zeggen en hoe ze zich moet gedragen. Niet zo’n flapuit als ik, die nog geen kopje koffie van A naar B kan brengen zonder te knoeien.
Ik hoor de voordeur opengaan en zet me schrap. Mijn keel is droog en mijn hart gaat als een razende tekeer. Ik schrik van de blik in zijn ogen.
“Niemand geloofde dat het een ongelukje was.” Zijn stem klinkt toonloos.
“Wat heeft ze je allemaal wijsgemaakt?” vraag ik boos.
“Klopt het, dat je de week voor de afscheidsborrel van Pieter met wat collega’s iets bent gaan drinken?”
Ik moet even nadenken, dat is al zo lang geleden. Het zou best kunnen, we gaan wel vaker op vrijdagavond even het café in. Dat is toch ook niet zo raar? “Ik heb geen idee,” zeg ik op mijn hoede. “Ik zal je geheugen even opfrissen. Je bent gaan stappen met Ellen, Nadien, Alex en nog wat lui en na afloop ben je er met Barry vandoor gegaan.”
Ik ben zo verbaasd, dat ik een moment niet weet wat ik moet zeggen. Hij weet toch dat Barry een oude vlam is? Voor mij staat het als een paal boven water dat Stephanie aan het stoken is in een goed huwelijk. Nou ja, goed…dat valt nog te bezien. Hij zal toch niet alles klakkeloos van haar aannemen?
Chris vat mijn zwijgen op als instemming, want hij vraagt: “Weet je wel zeker dat ik de vader ben?”
“Hoe kun je daaraan twijfelen?” vraag ik ontzet. Chris gaat meteen verder.
“Klopt het dat je de morning-afterpil in huis had, maar hem heel bewust niet geslikt hebt?”
Even ben ik van mijn stuk gebracht. Hoe kan Stephanie dat weten? Willemijn is de enige die dat wist. Langzaam dringt het tot me door. Zij moet het aan Stephanie doorverteld hebben. Dat betekent dat zij net zo vals is als de rest, dat had ik niet verwacht. Wat ik veel erger vind, is dat hij me niet eens de kans geeft om het rustig uit te leggen.
“Als jij nog steeds niet doorhebt wat hier gebeurt, dan ben je stommer dan ik dacht,” zeg ik boos. “Jij laat mij in de steek, zodat je Stephanie naar huis kunt brengen. Vervolgens kom je uren later thuis. God mag weten wat je allemaal met haar hebt uitgespookt. Maar dat is allemaal niet zo erg. Vertrouwen in en trouw aan zijn duidelijk onbekende begrippen voor jou en jouw familie. Misschien ben ik niet zo perfect als Stephanie of Willemijn of een van die andere bitches. Maar ik ben in ieder geval echt en dat betekent dat ik inderdaad weleens een fout maak. Volgens mij maakt me dat alleen maar menselijk.”
Ik ben buiten adem, omdat ik alles er in één keer uitgegooid heb.
Hij kijkt me even geringschattend aan. “Het spijt me dat mijn familie en vrienden je niet bevallen. Ik hoop dat de jurkjes van Chanel het leed een beetje verzachten.”
Ik moet even naar adem happen. Ik kan niet geloven dat hij dat werkelijk gezegd heeft. Als hij me nu nog niet kent, dan gaat dat ook niet meer gebeuren. Zeker niet omdat ik nu mijn koffers ga pakken. Hij bekijkt het maar. “Ik ga naar Ellen toe. Ik heb jou niet nodig. Ik kan prima op eigen benen staan.”
Boos draai ik me om en loop naar de deur van de kamer. Zal hij me tegenhouden? Ondanks mijn grote woorden hoop ik van wel. Maar Chris blijft staan en zwijgt in alle toonaarden. Duidelijker had hij niet kunnen zijn.
Wanneer ik met een trolleykoffertje en mijn beautycase in de hal sta, is hij nog steeds in de kamer. Ik wil een taxi bellen, maar heb dat nummer natuurlijk niet voorgeprogrammeerd in mijn mobiel staan. Wat nu? Naar de kamer gaan, op zoek naar de Gouden Gids? Dan komt Chris de hal in.
“Ik begrijp dat je besluit vaststaat. Zal ik een taxi bellen?” Hij klinkt heel zakelijk en dat maakt me woest. Het kan hem werkelijk niet schelen. Beteken ik dan helemaal niets voor hem? Met moeite kan ik me inhouden. Zo koel mogelijk zeg ik. “Doe dat. Ik ga vast naar beneden.” En dat was het dan. De taxi is er erg snel en voor ik het weet sta ik bij Ellen voor de deur. Zodra ze opendoet kan ik me niet meer inhouden en laat ik mijn tranen de vrije loop.
“Wat is er gebeurd?” vraagt Ellen bezorgd. Ik ben zo overstuur dat ik niets kan zeggen. Ellen begeleidt me naar haar bank in de woonkamer. Even later geeft ze me een glas water en een zakdoek en gaat dan naast me zitten. Met horten en stoten vertel ik wat er gebeurd is.
“De klootzak!” zegt Ellen uit de grond van haar hart.
“Kaatje, dit wil je nu vast niet horen, maar misschien is het wel beter zo.”
Dat wil ik inderdaad niet horen. “Hij is nog steeds de vader van mijn kind,” zeg ik zachtjes.
“Ja, en wat voor vader? Als je het mij vraagt, kun jij het ook prima zonder.”
Ik kijk haar verdrietig aan.
Meteen voegt ze eraan toe: “Maar je vraagt niets aan mij. Ik zal erover ophouden.” Ze wijst naar mijn beautycase, die ik nog steeds in mijn handen geklemd heb. “Ik begrijp dat je een tijdje blijft logeren?”
“Ja, graag, zoals je weet, is mijn oude huis onderverhuurd. Het duurt nog wel even voordat dat weer vrijkomt.”
“Blijf zo lang je maar wilt. Gezellig, net als vroeger.”
Ik kijk even op mijn horloge en zie dat het al laat is.
“Zullen we maar gaan slapen? Jij moet morgen vroeg op.”
“Wil je dat ik thuisblijf?”
“Nee, natuurlijk niet. Ik ben een grote meid. Ik red me wel,” zeg ik dapper. “Bovendien wil ik weten welke roddels er morgen allemaal op kantoor rondgaan.”
“Ik zal op tijd naar huis komen en Nadien meenemen. Maken we er een gezellige meidenavond van.”
Ik bied aan om te koken, maar Ellen kijkt een beetje bedenkelijk. Ik ben niet bepaald een keukenprinses.
“Laat maar, ik zal wel iets bestellen,” zeg ik meteen.
“Je hebt wat gemist, hoor,” roept Nadien zodra ze me ziet.
Haar ogen glinsteren. Dit was duidelijk een topdag voor het roddelcircuit. Meteen daarna bedenkt ze dat het voor mij waarschijnlijk niet zo’n topdag was.
“Sorry,” zegt ze schuldbewust. “Ik vergeet helemaal dat het voor jou natuurlijk niet zo leuk is. Hoe gaat het nu met je?”
“Het gaat wel,” zeg ik zielig.
“Dat hij je zomaar op straat heeft gezet,” zegt Nadien meelevend. “Wat zeg je?”
“Dat is wat ik gehoord heb.” Boos kijk ik naar Ellen. “Je weet toch dat ïk bij hém ben weggegaan?”
“Dat heeft ze ook niet van mij,” roept Ellen opgewonden. “Je denkt toch niet dat ik ga rondbazuinen wat jij me gisteravond verteld hebt?”
“Nee, natuurlijk niet.” Ze heeft helemaal gelijk, toch baal ik er nu van dat ze zo correct heeft gehandeld. “Wat heb je nog meer gehoord?”
“Dat Alex en Stephanie samen van de borrel vertrokken zijn. Vervolgens werd Chris jaloers en heeft haar naar huis gebracht. Hij zou jou met een taxi naar huis gestuurd hebben met de boodschap dat je kunt vertrekken.” Ik ben witheet. Het is wel duidelijk dat Stephanie de werkelijkheid een klein beetje verdraaid heeft ten gunste van zichzelf.
Snel vertel ik Nadien mijn versie van het verhaal. Misschien kan zij maandag nog wat schade herstellen. Gelukkig is zij de onbetwiste roddelkoningin. Zeker nu Elsje haar biezen heeft gepakt.
“Jeetje, wat is het toch een vreselijke vent. Je kunt wel zien dat hij een broer is van Rob.”
Sinds Robbert haar heeft gedumpt, is hij van droomprins gedegradeerd naar superklootzak. Het zou me goed moeten doen dat zij Chris net zo haten als ik. Maar de werkelijkheid is dat ik hem niet haat. Sterker nog, ik mis hem meer dan ik ooit gedacht had. Ik vraag me steeds af wat hij nu doet en of hij mij ook een beetje mist.
De dagen slepen zich voort. Ik kan me nergens op concentreren en baal ervan dat ik nu geen werk heb. Nooit gedacht dat ik het nog eens zou missen. Ik heb behoefte aan afleiding. Ellen en Nadien zijn erg lief voor me. Ze houden me op de hoogte van wat er zich allemaal op kantoor afspeelt. Ik word er niet echt vrolijker van. Chris en Stephanie werken veel samen en gaan vaak laat door. Ik weet dat Ellen en Nadien het goed bedoelen en dat ze me duidelijk willen maken wat ze al die tijd al hebben gezegd, namelijk dat Chris niet de ware is, toch wil ik het niet horen.
Toen ik bij Chris wegging, heb ik alleen het hoogstnood-zakelijke in mijn koffer gestopt. Ik wil graag de rest van mijn spullen ophalen. Ik heb nog steeds de sleutel van het appartement, maar ik wil niet stiekem naar binnen sluipen. Dus verzamel ik al mijn moed en bel Chris. De telefoon gaat een paar keer over en even hoop ik dat ik zijn voicemail krijg. Dan wordt er opgenomen. Het is Stephanie. Ik ben verstijfd van schrik en verbreek snel de verbinding. Ik voel een scherpe pijn door mijn hele lijf gaan. Het is zaterdag. Waarom neemt Stephanie de telefoon op? De tranen stromen weer over mijn wangen. Heel langzaam begint het tot me door te dringen dat het echt voorbij is.
Als ik nog eens plotseling mijn biezen pak, hoop ik dat ik wat scherper ben. Waarom ik wel mijn föhn ingepakt heb maar niet mijn tandenborstel, is mij niet helemaal duidelijk. Het flesje water naast mijn bed kan van levensbelang zijn, maar toch zou ik nu liever mijn pyjama willen hebben. En ik heb welgeteld één string en één beha in mijn koffer gegooid. Natuurlijk kan ik veel van Ellen lenen, maar zij is lekker slank en niet zo zwanger als ik. De nood is inmiddels zo hoog dat ik een week later opnieuw al mijn moed verzamel en nog een keer bel. Deze keer krijg ik Chris wel aan de lijn. Ik spreek met hem af dat ik die middag langskom om al mijn spullen mee te nemen. Ellen is zo lief om met me mee te gaan. Ik hoop dat hij er niet is. Wanneer ik het appartement binnenloop en vaag de vertrouwde geur van zijn aftershave ruik, maakt mijn hart stiekem toch een sprongetje. Misschien is hij er wel. Ik roep zijn naam, maar niemand reageert. “Gelukkig, hij is er niet,” zegt Ellen opgelucht. “Ja, inderdaad.” Ik probeer ook opgelucht te klinken. “Zullen we maar snel aan de slag gaan?” Het verbaast me dat alles er nog net zo uitziet als ik het heb achtergelaten. Hij vond mijn spulletjes nou niet echt een aanvulling op zijn interieur. Daarom had ik verwacht dat hij alles al ingepakt had, klaar voor mij om mee te nemen. Niet dat ik nu alles mee kan nemen, daar is Ellens woning niet op berekend. Het belangrijkst zijn mijn kleren. Vlug loop ik naar de slaapkamer. Ellen volgt me een beetje schuchter.
“Wel raar om in zijn slaapkamer te zijn.” Voorzichtig kijkt Ellen om zich heen. “Is dat een Hastens-bed?”
“Ja, slaapt heerlijk. Probeer het maar eens.” Ellen kijkt me verbaasd aan. “Jij bent gek, ik ga niet in Chris z’n bed liggen.” Dat is inderdaad een beetje raar. Als ik hier nog zou wonen, zou ik zeggen: Stel je niet aan, dit is ook mijn bed, maar nu heeft ze gelijk. Je gaat niet zomaar in het bed van je baas liggen.
“Laten we beginnen. Ik wil hier niet te lang rondhangen.” Ik maak de kast open en zie dat ook hier niets is veranderd. Mijn kleren hangen netjes in mijn gedeelte van de kast. Ik leg alles op het bed en daarna pakt Ellen alles in. Wanneer ik de jurkjes van Chanel in mijn handen heb, zie ik Ellen kijken.
“Wauw, wat mooi. Doe ze eens aan.”
“Nee, joh, ik wil dit zo vlug mogelijk afhandelen.”
“Hè, toe. Je hebt ze toch zo even aangetrokken. Eentje maar.”
Ellen kijkt me smekend aan. “Nou, vooruit, heel snel dan.”
Ik kleed me uit en trek het jurkje aan. Ik draai een rondje en Ellen is helemaal onder de indruk.
“Ongelofelijk, wat staat hij je mooi. Hoe duur is zo’n jurkje nou?”
Wanneer ik de prijs noem, slaat ze bijna steil achterover. “Ik vind het erg mooi, maar dat zou ik er nooit voor overhebben.”
“Ik ook niet. Chris heeft ze voor me gekocht.” Nu ik toch bezig ben, kan ik net zo goed nog een jurkje showen. Ik heb de derde jurk aan als ik de deur van het appartement open hoor gaan. “Dat is Chris,” fluister ik hard tegen Ellen. Ellen heeft het ook gehoord. Wat moet ik doen? Wat zal hij wel niet denken wanneer hij me hier ziet in deze jurk? Het zal precies bevestigen wat hij al denkt. Dat ik een op geld beluste feeks ben. In paniek kijk ik naar Ellen en begin achter aan de rits te frunniken. Ik hoor Chris mijn naam roepen. Nog voordat ik heb kunnen antwoorden, doet hij de deur van de slaapkamer open. Heel even denk ik iets van blijdschap op zijn gezicht te zien, daarna kijkt hij net zo ondoorgrondelijk als toen ik hier in de hal afscheid van hem nam. “Lukt het een beetje?”
Hij kijkt de kamer rond. Een groot deel van mijn kleren ligt nog in stapels op zijn bed en over de fauteuil hangen de andere twee jurkjes. Op de grond staan de weekendtassen die ik meegenomen heb om alles in te pakken. “Ja, hoor, het lukt prima. Ik wilde even kijken of deze jurkjes nog passen. We zijn zo klaar.”
“Ze passen nog prima, zo te zien, maar dat was ook de bedoeling volgens mij.”
Het klinkt een beetje dubbel. Zou hij er iets mee bedoelen? Daarna draait hij zich om en loopt weg. Zodra de deur dicht is, zie ik dat Ellen weer durft adem te halen.
“Dat was een beetje raar. Gaat het?” Ik knik.
“Het gaat wel. Nu wil ik echt weg.” Snel prop ik alles in de twee tassen. Wanneer ik de kleren van het zeilen in mijn handen heb, leg ik ze weer terug in de kast. Ook de jurkjes hang ik terug.
“Wat doe je nu? Die zijn toch van jou?” vraagt Ellen verbaasd.
“Nee, ze zijn van Chris, ik hoef ze niet meer. Kom, we gaan.”
Ik pak een tas en loop naar de hal. Ellen volgt me met de andere tas. Chris ziet ons en komt ook. “Is dit alles? Volgens mij staat er ook nog van alles in de kamer.”
“Vind je het erg als ik dat nog even hier laat? Ik kan het niet allemaal in één keer meenemen. Moet ik het even in een andere kamer zetten?”
“Ik vind het niet erg. Zoals jij al zei, het maakt de kamer een stuk fleuriger.” Hij lacht en onwillekeurig lach ik met hem mee. Heel even lijkt het alsof er niets veranderd is. Meteen daarna voel ik weer de pijn die ik al weken voel. Terwijl hij hier voor me staat, mis ik hem meer dan ooit. Wat zou ik er veel voor overhebben wanneer hij nu zijn armen om me heen zou slaan.
“Willen jullie nog wat drinken?” vraagt hij spontaan. “Nee, we moeten ervandoor,” zeg ik vlug. Ik wil hier zo snel mogelijk weg, voordat ik dingen doe waar ik later spijt van krijg. “Ik zal even helpen met dragen.”
Hij pakt beide weekendtassen en loopt naar de deur. In de lift zwijgen we alle drie en wanneer alles in de auto ligt, stap ik meteen in. Ik zwaai nog even en daarna start Ellen haar auto en rijden we weg.
In de auto is het stil. Ik kan zien dat Ellen diep in gedachten verzonken is. Een paar keer kijkt ze me aan. Dan vraagt ze: “Gaat het?”
Ik haal mijn schouders op. “Ik heb me weleens beter gevoeld.”
“Zullen we vanavond wat leuks doen? Naar de film of zo?” vraagt Ellen. Ik vind het lief dat ze probeert me op te vrolijken.
“Ik blijf liever thuis, als je het niet erg vindt.”
“Prima. We kunnen een leuke film huren.”
“Je hoeft voor mij niet thuis te blijven, ik ben moe en ga vroeg naar bed. Misschien heeft Nadien wel zin om naar de film te gaan.”
“Ik vraag Nadien wel of ze komt eten.”
Tijdens het eten beschrijft Ellen uitgebreid aan Nadien mijn Chaneljurkjes en wat er daarna gebeurd is. “Je hebt die jurkjes daar gelaten?” vraagt Nadien met afgrijzen. “Waarom?”
“Het voelde gewoon niet goed.”
“Ik heb de cadeautjes van Rob lekker wel gehouden. Ik vind dat ik ze verdiend heb.”
“Nadien, alsjeblieft, je zit toch niet achter het raam?” zegt Ellen fel. Dan vervolgt ze tegen mij: “Ik vind het heel goed dat je dat gedaan hebt, zo laat je hem zien dat hij je helemaal verkeerd heeft ingeschat en dat hij een grote fout maakt door je te laten gaan.”
“Daarom heb ik het niet gedaan. Ik kan die jurkjes toch nooit meer dragen, zonder…”
Ik kan mijn zin niet afmaken, omdat ik de tranen alweer naar boven voel komen.
“Ach, meissie toch.” Ellen slaat een arm om me heen. “Je hebt het echt zwaar te pakken. Ik moet zeggen, nu ik jullie vandaag samen heb gezien, snap ik wel wat beter waarom je het nu zo moeilijk hebt.”