10

Ik ga ‘s-ochtends met het zweet in mijn handpalmen naar Guus. Chris en ik hebben besloten om samen te gaan. Guus reageert niet eens zo heel erg verbaasd. Hij had wel een vermoeden. Wel vindt hij het erg jammer dat ik wegga. Nadat ik het mijn afdeling verteld heb, gaat het nieuws als een lopend vuurtje door het gebouw. Binnen een uur weet iedereen het, waarschijnlijk een nieuw record. Het gebeurt natuurlijk niet elke dag dat een roddel werkelijkheid wordt. Ineens worden alle kleine voorvallen onder de loep gelegd. Gebeurtenissen die er niets mee te maken hebben, worden nu aan dit nieuwtje gekoppeld. Het is gek om de hoofdrol te spelen in dit geheel.

De rest van de dag is heel raar. Ik word door iedereen gefeliciteerd, ook door mensen die ik heel vaag of helemaal niet ken. Ik vermoed dat het voornamelijk nieuwsgierigheid is. De meesten zijn verbaasd. Sommigen vragen waarom ik moet vertrekken. “Het hogere management mag altijd blijven zitten, hè?” zeggen ze dan. Of: “Het zijn altijd de vrouwen die ervoor moeten opdraaien.” Anderen vinden dat ik mijn carrière door de plee spoel, alsof ik na mijn zwangerschap nooit meer aan de bak kom. Ik laat de meeste opmerkingen gelaten over me heen gaan. Ik heb geen zin in een discussie. Dat levert toch niets op. Behalve bij Alex, want hij maakt het wel heel erg bont. Ik kom hem tegen op de gang.

“Zo,” zegt hij, “ik geloof dat ik je mag feliciteren?”

“Inderdaad.”

“Dat heb je mooi voor elkaar.”

“Hoe bedoel je?” vraag ik verbaasd.

“Die afscheidsborrel van Pieter was toch juist voor je sollicitatie? Dat was wel heel toevallig. En dat tweede gesprek van Nadien. Dat hebben jullie zeker ook in bed besproken?”

Ik weet niet wat ik hoor, hij durft! Ik zie, achter Alex, dat Chris onze kant op komt. Hij is nog net buiten gehoors-afstand. Daarom zeg ik zachtjes: “Je denkt toch niet dat ik met hem aangepapt heb, zodat ik hem voor mijn wagentje kon spannen?”

“Catharina, ik ken jou langer dan vandaag. Doe dus maar niet zo onschuldig, het staat je niet. Goh, ik wou dat er een keer een vrouwelijk afdelingshoofd kwam.”

“Is dat zo?” Chris staat nu achter Alex. Alex kijkt verschrikt om.

“Zijn er klachten?” gaat Chris verder. “Nee, absoluut niet,” zegt Alex met zijn meest slijmerige stem.

Ik ben benieuwd hoe diep Alex door de knieën gaat om dit weer goed te maken.

“Ik feliciteerde Catharina juist met het heugelijke nieuws. Jij natuurlijk ook gefeliciteerd.”

“Dank je, Alex. Waarom zou je een vrouwelijk afdelingshoofd willen?”

“Gewoon, voor de afwisseling, je weet wel.”

“Niet echt.”

Ondertussen sta ik te genieten. Die gluiperd van een Alex krijgt zijn verdiende loon.

Chris kijkt op zijn horloge. “Ik moet ervandoor, ik ben al laat. Alex, ik hoor je uitleg graag een andere keer.” Daarna loopt hij verder.

“Trut, je wist dat hij achter me liep.” Alex is woedend. “Ja, en? Mocht Chris dat dan niet horen?” vraag ik zo onschuldig mogelijk. “Loop naar de maan, bitch.” Daarna loopt hij boos weg.

Aan het einde van de dag ben ik bekaf. Chris komt de afdeling op wandelen, hij loopt naar me toe en ik zie alle hoofden niet erg subtiel mijn kant op draaien. “Zullen we ergens een hapje gaan eten?” Daarna geeft hij me een kus op mijn voorhoofd. “Ik geloof dat je een zware dag achter de rug hebt.”

Ik hoor dat iedereen zijn adem inhoudt om vooral maar niets te missen. “Ja, lekker,” zeg ik.

Snel ruim ik mijn spullen op en samen lopen we naar de gang. Weer worden we ademloos gevolgd. We zijn nog maar net van de afdeling af of ik hoor een luid geroezemoes opstijgen.

“Zo,” zegt Chris tevreden, “die zijn voorlopig nog niet klaar met werken.” We moeten allebei even grinniken. “Zullen we naar Chez Dante gaan?” stelt Chris voor. “Hmmm, lekker,” zeg ik watertandend. Chez Dante is een exclusief sterrenrestaurant.

“Kunnen we eerst bij mij langsgaan? Dan kan ik me nog even omkleden.”

Na een snelle douche trek ik voor het eerst mijn zwarte Chaneljurkje aan. Wanneer ik weer in de woonkamer kom, zit Chris een tijdschrift te lezen. Hij kijkt even op en fluit door zijn tanden. “Ziet er goed uit.” Ik voel dat ik bloos.

“Dank je,” zeg ik verlegen, “Zullen we dan maar?” Tijdens het overheerlijke vijf gangendiner bespreken we de gebeurtenissen van die dag.

“Guus baalt ervan dat je weggaat. Hij vindt je echt een prachtmeid. Wist je dat?” vraagt Chris. “Nee, leuk om te horen.”

Ik voel me helemaal warm worden. Dan denk ik weer aan vandaag, en zeg: “De opmerkingen die ik aan heb moeten horen, sommige waren ronduit grof. Of ik mijn toekomst niet vergooi, waarom ik weg moet en niet jij. Wist jij dat je niet echt populair bent op het werk?”

“Ik had niet anders verwacht. Vertel, wat heb je allemaal gehoord?” vraagt hij nieuwsgierig.

“Het kwam er voornamelijk op neer dat ze het ongelofelijk vonden dat ik, zo’n leuke meid, iets met zo’n arrogante kwal heb.”

Ik zie dat Chris moet lachen. “Dat valt me reuze mee.”

“Vind je dat niet erg?”

“Kaatje, ik ben daar niet neergezet om vrienden te maken, liever niet. Gelukkig val ik in het echt reuze mee, ja toch?”

“Hm, laten we het daar maar niet over hebben,” zeg ik met een glimlach. “Welke reacties heb jij allemaal gekregen?”

“Voornamelijk felicitaties, en van mannen kreeg ik veel schouderklopjes, zo van: goed gedaan, jongen.”

“Typisch, hoor, jij krijgt alle lof, terwijl ik al het werk moet doen,” zeg ik quasiverontwaardigd.

Genietend lepel ik iets wat ik normaal soep zou noemen, maar wat hier consommé heet, naar binnen. Bij elke gang krijgen we een uitgebreide uitleg van de ober. Zo is puree hier ook geen puree, maar geprakte opperdoes. En het vlees komt van gemasseerde koeien. “Mijn moeder belde nog voor jouw telefoonnummer. Vind je het erg wanneer ik dat aan haar geef?”

“Wat moet je moeder met mijn telefoonnummer?” vraag ik op mijn hoede.

“Misschien wil ze je wel bellen?” Daar was ik al bang voor.

“Toch niet om me nogmaals uit te leggen van wat voor kaliber jij bent?”

“Ik denk dat ze een keer met je wil afspreken om je beter te leren kennen. Dat kan toch geen kwaad?” Dat klinkt inderdaad erg onschuldig, toch gieren de zenuwen nu al door mijn keel. Iets zegt me dat Aleida en ik nooit dikke vriendinnen zullen worden. We praten nog wat door over wat er vandaag allemaal gebeurd is. Als het dessert gebracht wordt, vraagt Chris: “Wanneer ben je van plan om bij mij in te trekken?” Ik denk er even over na, terwijl ik met kleine hapjes mijn grand dessert naar binnen lepel.

“Ik zat te denken aan komend weekend. Wat denk jij?” gaat hij verder.

Ik kan alleen maar knikken. Ik moet me nu even volledig op het eten richten, het is té lekker.

“Mijn nagerecht is ook heerlijk, wil je het proeven?” biedt Chris aan.

Ik knik en open mijn mond, terwijl hij een lekker hapje naar binnen schuift. Hemels. Ik zou best een keer de hele avond alleen maar nagerechten willen eten. “Ik zal een verhuiswagen regelen voor komend weekend.”

“Een verhuiswagen?” vraag ik verbaasd. “Zoveel is het toch niet?”

“Dat is makkelijk gezegd. Jij bent zwanger, jij mag niet tillen. Met een verhuisbedrijf is het zo gebeurd. Kunnen wij andere dingen doen.”

“Wat had je in gedachten?”

“Een vriend van mij heeft een galerie en zondag is er een expositie. Zullen we daar naartoe gaan?” Met moeite kan ik een zucht onderdrukken. Een galerie, saai! Dat zeg ik niet. In Parijs heb ik bij hoog en laag volgehouden dat ik regelmatig naar een museum ga. Dus zeg ik zo enthousiast mogelijk: “Natuurlijk, lijkt me enig.” Hij kijkt naar me en ziet meteen dat ik het niet meen. “We gaan heel even en daarna gaan we iets doen dat je wél leuk vindt.”

Ik besluit de eer aan mezelf te houden en er niet op in te gaan. Ik weet al precies wat we daarna gaan doen en ik weet zeker dat hij het heel erg grappig gaat vinden.

Ik ben erg verbaasd als niet Aleida, maar Willemijn belt om een lunchafspraak te maken. Misschien dat Aleida het nummer daarom had gevraagd. Willemijn kan ik wel aan. Ze zag er zondag niet al te onaardig uit. Hooguit wat verwaand. Het is in ieder geval een goede manier om de familie van Chris beter te leren kennen. Ik weet zeker dat Willemijn heel veel weet. De vraag is of ze ook iets loslaat. Als we gaan lunchen zitten we eerst een beetje ongemakkelijk tegenover elkaar. Er volgt een vraag-en-antwoord-gesprek met de algemene vragen die je aan iemand stelt wanneer je elkaar niet kent. Na verloop van tijd zijn we gezellig aan het babbelen. Toch ben ik blij als we ons bord leeg hebben en ik weer terug kan naar kantoor.

We gaan op zondagmiddag naar de galerie waar Chris het eerder over had. Er is een expositie van een kunstenaar die Chris erg waardeert en ik ga met hem mee omdat hij beloofd heeft dat we daarna iets leuks gaan doen. Bovendien worden er lekkere hapjes geserveerd. Ik loop een beetje rond en blijf soms met een schuin hoofd voor een schilderij staan, zoals de andere gasten dat ook doen. Ik vind zelf dat ik me best goed aanpas bij de anderen. Terwijl ik weer quasigeïnteresseerd naar een schilderij kijk, observeer ik ondertussen een stelletje dat naast me staat. Ik hoor ze discussiëren over de diepere betekenis van het schilderij.

“Het is er duidelijk een uit zijn meer positieve tijd.”

“Vind je? Ik vind het erg melancholiek.”

“Ja, dat bedoel ik ook. Erg melancholiek.” Ik kijk nog eens naar het schilderij en vraag me af wat hij schildert wanneer hij echt depressief is. Het schilderij is pikzwart met een paar oranje strepen erop. Ik word er niet echt vrolijk van. De mensen naast me zijn doorgelopen naar het volgende schilderij. Chris komt naar me toe. “Vermaak jij je een beetje?”

“Ja, hoor. Wat vind je van dit schilderij?”

“Een beetje te donker naar mijn smaak.”

“Ja, inderdaad. Erg melancholiek, hè?” Ik zie dat Chris me verbaasd aankijkt. Ineens hoor ik achter me een bekende stem.

“Catharina, wat énig om je weer te zien. Ik wist helemaal niet dat je van kunst hield. Hoe gaat het met je?” Het is Wim en hij geeft me drie smakzoenen in de lucht. Dan ziet hij dat ik niet alleen ben. “Catharina, stel je me niet voor aan deze schoonheid?”

“Natuurlijk, dit is Chris, mijn nieuwe vriend.”

“Jeetje, meid, ziet er goed üït.”

Wim praat met lange uithalen, sinds wanneer doet hij dat? Chris geeft Wim een hand. “Chris, dit is Wim, een oude vriend van mij.” Ik zie dat Chris meteen doorheeft wie dit is. Mijn moeder heeft hem daar laatst uitgebreid over bijgepraat. We babbelen een beetje, dan kijkt Wim ineens verrukt naar mijn schoenen.

“Nee, ga weg, zijn die van Prada? Heb je een bank beroofd?”

Ik voel dat ik rood word. Chris redt me door nonchalant te vragen: “Zeg, Wim, wat doe jij eigenlijk voor werk?”

“Ik? Ik werk nog steeds als sportinstructeur bij een fitness-club.”

“Dat dacht ik al.”

Wim begint helemaal te gloeien en maakt zichzelf nog breder. Dan kijkt hij over mijn schouder. “O, mijn mannetje roept me, ik moet gaan. Het was leuk om je weer even gezien te hebben.”

Ik krijg weer drie luchtzoenen van hem en daarna loopt hij heupwiegend naar een kale man in een leren jasje. Zodra hij buiten gehoorsafstand is, zegt Chris: “Je zou niet zeggen dat hij homo is,” en daarna moet hij heel hard lachen om zijn eigen grapje.

Na de galerie mag ik bepalen wat we gaan doen. Ik besluit naar zo’n wokparadijs te gaan. Ik weet zeker dat Chris daar nog nooit geweest is en hij zal het fantastisch vinden. Je kunt nergens zo leuk mensen kijken als in een restaurant met een all-you-can-eat buffet. Als Chris ziet wat ik heb uitgekozen, komt hij niet meer bij. Het restaurant is een enorme zaal met heel veel vierkante en ronde gedekte tafels. Het is nog vroeg, toch is de halve zaal al gevuld met een heleboel gezinnen met kinderen. Chris kijkt belangstellend om zich heen.

“Wat een vreetschuur is dit.”

“Dat is weer eens wat anders dan Chez Dante,” zeg ik vrolijk.

Chris kijkt naar het roestvrijstalen bordje dat ik in zijn handen druk.

“Het is de bedoeling dat je daar alles oplegt wat je lekker vindt. Vervolgens breng je het naar de kok en die wokt het dan voor je,” leg ik aan hem uit. Chris kijkt nog eens naar het bordje. “Het lijkt wel iets uit een gaarkeuken,” zegt hij verbaasd. “Wees maar niet bang, na het wokken wordt alles op servies uitgeserveerd,” stel ik hem gerust. Aan tafel pakt Chris de houten stokjes naast zijn bord, trekt ze uit elkaar en begint te eten. “Die wegwerpstokjes doen me wel een beetje aan China denken, daar had je ook van die goedkope houten dingen. Als je niet uitkeek, zat je mond vol met splinters.” Hij legt me uit hoe het werkt. Het is niet eens zo heel moeilijk en al snel eet ik met mijn stokjes alsof ik nooit anders gedaan heb.

We vermaken ons prima met de mensen om ons heen. Van elke tafel proberen we te raden wat de gezinssituatie is. Zo is er een dikke gedrongen man met een zwaar brilmon-tuur. Op zijn hoofd staan nog een paar haren die hij met een dikke klodder gel op zijn voorhoofd heeft vastgeplakt. Tegenover hem zit een jonge Aziatische vrouw. We zijn er allebei van overtuigd dat hij haar uit Thailand heeft meegelokt, iedere nitwit kan zien dat dit geen liefde op het eerste gezicht was.

Aan de andere tafel zit een jong stel met twee krijsende kinderen. Ze willen niet eten en niet drinken. Elke keer dat de moeder een poging doet om de jongste een hap eten te geven, slaat hij tegen de lepel zodat de hele tafel onder de smurrie zit. Vader zit er een beetje sullig bij te lachen. Wij nemen ons heilig voor dat wij het heel anders gaan doen, beter. We praten over kinderen en fantaseren over ons eigen kindje. Het is een heerlijke avond.

Maandagmiddag heb ik samen met Chris sollicitatiegesprekken om een vervanger voor mij te selecteren. Er komen twee kandidaten: Ellen en een zekere mevrouw Van Dafthuijzen. Als eerste is Ellen aan de beurt. Aangezien we nog zeer recentelijk een gesprek met haar gevoerd hebben, stel ik voor dat we een deel overslaan. Chris is het er niet mee eens.

“Het gaat hier om een andere functie, dus wil ik alle onderdelen doorlopen.”

En dus zagen we haar een uur door over wie ze is, waarom ze deze functie wil en meer van dat soort HR-geleuter. Het gaat erg goed en wat mij betreft is de zaak rond. Dan komt de tweede sollicitante binnen. Het is een lange, slanke, platinablonde vrouw. Ze is elegant gekleed in een duur mantelpakje. Naast haar voel ik me een slons. Eerst loopt ze naar Chris en in plaats van zich voor te stellen, zegt ze: “Dag Chris, hoe gaat het ermee? Ik hoorde van je moeder dat je een nieuwe vriendin hebt en gaat samenwonen. Dat is snel gegaan.”

“Dag Stephanie, hoe gaat het met jou?” Chris klinkt een beetje gespannen. Blijkbaar kennen ze elkaar en dat zet me aan het denken. Stephanie, die naam komt me heel bekend voor. Dan weet ik het weer. Dit is de vrouw over wie Aleida het had, toen ik daar op bezoek was om kennis te maken. Ik moet toegeven dat ze er erg goed uitziet. De meeste mannen aan wie mijn moeder me probeerde te koppelen, waren al een beetje kalend met een beginnend buikje. Ze zei steevast: “Wel met een hart van goud.” Het ziet ernaar uit dat Aleida het tegenovergestelde in gedachten had voor haar zoon. Wat een bitch, dat zie ik meteen. Ze doet me aan iemand denken. “Dit is Catharina.”

Ik krijg een stevige handdruk en doe mijn best haar ook een krachtige handdruk terug te geven. Blijkbaar knijp ik te hard, want ik zie haar subtiel over haar hand wrijven.

“Zo, zullen we maar beginnen?” Chris beschrijft eerst de organisatie en mijn afdeling. Daarna vraagt hij Stephanie iets over zichzelf te vertellen. Natuurlijk komt er een perfect verhaal en ook alle andere vragen weet ze elegant te beantwoorden. Op een gegeven moment komt mijn leiderschapsstijl ter sprake.

“Chris, je vertelde me door de telefoon dat deze afdeling op dit moment op een vrij eigenzinnige manier wordt geleid. Wat bedoel je daar precies mee?” Ik zit meteen recht overeind. Hè, wat? Inderdaad, wat bedoelt Chris daarmee? Chris vertelt doodleuk dat ik een soort vriendin ben van mijn medewerkers en dat ik niet boven hen sta, maar er middenin. Nu ik vertrek, wil hij weer iemand hebben die boven en voor de groep gaat staan. Ik voel me behoorlijk in de kou gezet, afgedankt is een beter woord. Gelukkig wordt het gesprek daarna snel afgerond. Bij het weggaan neemt Stephanie uitgebreid afscheid van Chris, waarbij ze hem recht in de ogen kijkt en zijn hand net iets te lang vasthoudt. Het heeft iets heel intiems. Ik moet het doen met een hooghartig knikje en een koele blik. Ineens weet ik aan wie ze me doet denken, ze lijkt op Aleida.

“Zo,” zegt Chris, wanneer ze de deur achter zich heeft dichtgetrokken. “Zo,” zeg ik.

“Wat vond je ervan?” Chris klinkt neutraal. “Voor mij is het duidelijk. Ik kies voor Ellen. Ze is bekend met de afdeling en ze heeft alle kwaliteiten van een goede supervisor. Ik geef toe, ze zal nog een beetje moeten groeien in haar rol, maar dat is niet erg, dat was bij mij ook het geval.”

“Catharina, er staan allerlei veranderingen voor de deur. Dat betekent dat we iemand nodig hebben die het kunstje al kent, iemand die meteen aan de slag kan. Zoals je zelf al zegt, is Ellen nog niet zover.” Hij ziet mijn blik en gaat meteen verder. “Ik ben het met je eens dat ze wel de potentie heeft om, op de lange termijn, een goede supervisor te worden, maar nu nog niet. Stephanie is geschikt, zelfs meer dan dat.”

“Waarom heb je niet meteen gezegd dat je een doorgewinterde bitch wilde hebben, dan had Ellen zich de moeite kunnen besparen.”

“Catharina, alsjeblieft, stel je niet zo aan.” Ik ben niet meer te stuiten. “Ik ben het bovendien niet eens met wat je zegt. Ik denk niet dat Stephanie boven de groep zal staan, maar meer ertussenin.”

Chris zucht. “Ik dacht al dat je daarover zou vallen. Af en toe zijn jouw tenen wel erg lang.”

“Vind je? Ik vind jou af en toe wel erg bot. Waarom heb je me niet verteld dat Stephanie zou komen? Als ik dat had geweten, dan had ik me daarop voor kunnen bereiden.”

“Catharina, daar heb ik helemaal niet aan gedacht en eerlijk gezegd wil ik daar ook niet aan denken. Ze belde zelf dat ze interesse had en daar was ik heel erg blij om, aangezien dit eigenlijk beneden haar niveau is. Ik moet hier een afdeling runnen, dat kan ik niet als ik steeds op eieren moet lopen. Laat eens een keer zien dat je een professional bent en stap eroverheen.”

Ik voel een felle woede vanuit mijn tenen naar boven kruipen. Verschillende boze opmerkingen strijden om voorrang. Op ijzige toon zeg ik: “Prima, neem haar. Nu moet ik rennen, het theekransje begint zo en dat zou ik voor geen goud willen missen.” Ik sta op. “Dit bedoel ik nou: één opmerking en je bent meteen boos.”

“Nou, dan ben je zeker blij dat je bijna van me af bent. Ik vond jouw gedrag twee maanden geleden ook niet erg professioneel, maar dat zal wel aan mij liggen. Wacht maar niet op mij vanavond, het theekransje wordt in het café gehouden.”

Ik loop de deur uit en sla hem hard achter me dicht. Terug op mijn afdeling zeg ik: “Ellen, Nadien, pak je jas. We gaan.”

“Maar,” sputtert Ellen tegen, “het is pas halfvijf.”

“Ik ben je baas, dus doe wat ik zeg.”

Nadien heeft allang haar jas aan. “Wat zeur je nou? Het is duidelijk dat ze ons nodig heeft.”

Nadien is nooit zo werklustig. Ik kijk even naar de grijze muizen die verlangend mijn kant op kijken. Ik kan ze niet laten zitten, maar om ze nu een halfuur eerder vrij te geven, kan ik ook niet verantwoorden.

“Zodra jullie klaar zijn, mogen jullie ook gaan,” beloof ik hun. Ik zie meteen een heleboel blije gezichten. Tja, een kinderhand is snel gevuld. Ze gaan nu ongetwijfeld heel hard werken en wat ze normaal oprekken tot een halfuur zullen ze nu in een kwartier proppen. Een win-winsituatie noemen we dat.

Onze stamkroeg is gelukkig niet al te ver van kantoor. We gaan snel aan een tafeltje zitten en bestellen een drankje. “Zo, vertel het maar. Wat is er aan de hand? Begint het prille geluk nu al barsten te vertonen?” vraagt Ellen sarcastisch.

Het zint me niet, zoals ze over mijn relatie praat. We zijn nog maar net bij elkaar. Het zou prettig zijn wanneer ze ons een kans zou geven. Ik heb helemaal geen zin meer om te vertellen wat er is gebeurd. Hun beeld van Chris is al zo slecht en hierdoor zal het ook niet echt verbeteren. Zeker niet wanneer ik vertel dat hij Stephanie verkiest boven Ellen. Nu pas realiseer ik me dat ik nu ook het slechte nieuws aan Ellen moet vertellen. In mijn woede heb ik daar helemaal niet aan gedacht. Het café is niet de juiste plek om haar uit te leggen waarom, maar het zou wreed zijn om tot morgen te wachten.

“Ellen, het spijt me dat ik je dit hier moet vertellen, maar je bent het niet geworden. Er is een andere kandidate met meer ervaring. Vind je het goed als we er morgen wat uitgebreider over praten?”

Ellen kijkt teleurgesteld. Ik besluit er toch maar iets dieper op in te gaan. “Chris en ik zijn allebei van mening dat je het zeker in je hebt, maar op dit moment hebben we iemand nodig die meteen aan de slag kan. Jij moet nog in deze rol groeien.” Ellen slikt even, dan vraagt ze: “Als jullie het allebei zo met elkaar eens zijn, waarom hebben jullie dan ruzie?”

“De andere kandidate is een oude bekende van Chris. Ik heb jullie toch verteld dat zijn moeder het tijdens onze kennismaking over een andere vrouw had?” Ellen en Nadien knikken.

“Nou, die vrouw is vandaag langs geweest. Ze is heel erg knap en superslim, echt zo’n carrièrebitch. En haar haalt Chris binnen als mijn opvolgster.” Ik voel dat ik weer ontzettend boos word. “Hij heeft me niet eens verteld dat ze langs zou komen.”

“Wat een ongevoelige klootzak is hij toch.” Ellen klinkt ook erg boos en dat doet me nu toch wel goed. Natuurlijk zou ik willen dat Ellen en Nadien mijn vriend helemaal het einde zouden vinden. Dat ze zouden zeggen: Meid, wat heb jij toch een fijne vent. Maar dan moet hij dat wel verdienen.

Ik ga terug naar mijn oude huisje. Er is niemand en dat verbaast me. We hadden toch afgesproken dat we nog een laatste nacht hier zouden slapen? Zou hij niet komen vanwege onze ruzie? Verdrietig eet ik iets en ga dan ftaar boven. Al snel val ik in slaap, want ik ben erg moe. Ik word een paar keer wakker, maar niet van Chris. Een mooi begin van ons samenwoon-avontuur, denk ik sarcastisch.