52

‘Hoe laat moeten we weg?’ vroeg Thea.

‘We hebben nog even.’

Weer voelde ze dat haar broer wilde praten.

Dimitri, met zijn pistool op zijn schoot, wreef in zijn ogen.

Zij zat naast Dan tegenover hem en vroeg zich af wanneer hij voor het laatst goed had geslapen. Het kon vermoeidheid zijn geweest of wat ze tegen hem had gezegd over zijn kwetsbaarheid in verband met de stress van het vertrekken, maar het leek alsof iets van zijn typerende drukte – iets van zijn bravoure – was verdwenen. Zoals bevolen had Dan zijn pistool aan de voet van de grote eik gegooid, zo’n drie meter verderop, en toch leek Dimitri nog gespannen.

‘Weet je,’ zei Dan, ‘afgezien van dat vriendje van je, Prevoir, heb jij voor zover ik weet nog nooit iemand vermoord en Prevoir was er al behoorlijk slecht aan toe. Trouwens, het had ook heel goed iemand van ons kunnen zijn die uit zelfverdediging heeft geschoten. Ik heb vriendjes bij de politie en…’

‘Genoeg! De enige onvergeeflijke zonde die je hier kunt begaan is tegen mij praten alsof ik een uilskuiken ben. In het ergste geval kunnen mijn hersenen zich nog altijd rond de jouwe plooien en ze droog wringen. Weet je, Thea, het gaat mij niks aan, maar volgens mij kun je toch wel wat beters krijgen dan die vent hier.’

‘Om je de waarheid te zeggen vind ik hem hartstikke steengoed.’ Ze kneep in Dans hand en gaf haar broer de tijd voor een reactie, maar hij ging gewoon in hun vaders favoriete stoel zitten, schopte tegen een eikel en zag er gek genoeg ook net zo uit als zijn vader. ‘Hoe is dit gekomen, Dimitri?’ vroeg ze ten slotte. ‘Hoe ben jij met Hartnett betrokken geraakt bij dit schandaal?’

Er was duidelijk minder arrogantie in Dimitri’s toon toen hij antwoordde. In feite klonk hij opener, menselijker dan ze zich kon herinneren; behalve dan toen hij tegenover Dan een opmerking had gemaakt over zijn zoon, die hij moest vertellen dat hij van hem hield voordat hij de jongen beperkingen zou opleggen in verband met computerspelletjes. Het was alsof hij iets te zeggen had en er zeker van wilde zijn serieus te worden genomen.

‘In feite had ik niks met Hartnett te maken,’ begon hij. ‘Hartnett had iets met mij te maken. Toen ze Thor begonnen te ontwikkelen, het systeem in het Beaumont van elektronische medische dossiers, kende Hartnett mij en nam mij in dienst als troubleshooter. En geloof me, trouble was er genoeg. Het duurde niet lang of een paar mensen van informatica hadden hem al verteld dat het hele programma zou zijn vastgelopen als ik er niet was geweest. Hij verhoogde dus mijn uren en liet mij sommige van de particuliere artsen in actie zien. Dat was veelzeggend.’

‘Volgens mij weet ik wat er nou komt,’ zei Thea.

‘En door wat ik zag, nadat ik arts na arts had bekeken die daar aan zijn computerscherm zat gekleefd en vrijwel geen direct contact met zijn patiënten maakte, kwam ik op een idee.’

‘Ga alsjeblieft door. Afgezien van het weinige oogcontact dat zij met hun patiënten maakten, communiceerden die artsen met elkaar uitsluitend via hun computers, klopt dat?’

‘Consultaties, pathologische verslagen, chirurgische aantekeningen, laboratoriumresultaten. Doordat ze zo onder druk stonden, met name door de verzekeringsmaatschappijen, had niemand de tijd persoonlijk met iemand anders te communiceren. Dat was toch wel heel wat anders dan met paard en wagen langs de patiënt te gaan.’

‘En met jouw vaardigheden is alles wat in een computer database wordt gestopt…’

‘Een soort schilderspalet voor een artiest of een rauwe kip voor een topkok. Je hebt het begrepen.’

‘Hartnett zorgde voor de geneeskunde, jij zorgde voor de informatica.’

‘Om je de waarheid te zeggen, zusje, ik wil jouw vak niet kleineren, maar zo moeilijk is het niet. Ik heb het boek over interne geneeskunde van Harrison gelezen en heb nog wat verder gestudeerd. De meeste geneeskunde is vrij routineus.’

‘Dat ben ik met je eens. Natuurlijk helpt het wel als je bijvoorbeeld een IQ van honderdtachtig hebt.’

‘Ach, je vleit me. Hoor je dat, Cotton? Honderdtachtig. Hoeveel heb jij?’

‘Geen idee. Ik heb altijd gemeend dat het hoog genoeg was. Maar ik weet het nummer op mijn rugbyshirt, negenentachtig. Heb jij ooit rugby gespeeld, Dimitri?’

‘Zit me niet te ergeren. Ik heb je er al voor gewaarschuwd. Twee keer is genoeg. Bij de derde keer schiet ik. En vraag je vriendin Thea hier maar wat dat betekent.’

‘Laat hem met rust, Dan. Ik was altijd doodsbenauwd als hij boos werd. En bovendien waren er ook een hoop mensen die bang werden als ik boos werd. Dimitri, Prevoir heeft ons verteld van de andere patiënten… degenen voor wie jij werd betaald om…’

‘Weet je, toen ik boven aan de trap stond daar in het ziekenhuis, dacht ik al dat hij daarover lag te kletsen, maar ik wist het niet zeker. Stoute Gerald. Ik neem aan dat je hem hebt geloofd.’

‘Ja zeker. Zijn er redenen om dat niet te doen?’

‘Nou, waarschijnlijk niet. Hartnett en ik hielden een percentage in van de donaties die mensen als Jack Kalishar aan het ziekenhuis deden, maar zoals ik al zei, Hartnett was geldgeil. Oké, oké, dat ben ik ook. Toen ik mijn kleine variatie op het thema aan hem voorlegde, sprong hij erop, dus hebben we Prevoir ingehuurd als bemiddelaar.’

Bij deze bekentenis van haar broer voelde Thea hoe een grote triestheid zich meester van haar maakte. Toen zij gezamenlijk in dit huis opgroeiden, was er een afstand tussen de tweeling en haar die in de loop van de jaren groeide. Op school waren ze populair, omdat ze aantrekkelijk waren en een tweeling. Dat ze intelligent waren en knap verhoogde hun roem slechts, en vergrootte hun ergernis jegens hun rare zusje. Ze hadden succes, maar ze waren niet interessant. Ze hadden talent, maar ze keken alleen naar zichzelf. Ze wonnen altijd, maar ze waren geen sympathieke winnaars.

Dimitri was anders.

Voor zover zij zich kon herinneren was hij zijn hele leven al een beetje raar en onvoorspelbaar geweest, koppig en onopvoedbaar. Maar hij was ook open en grappig, vol zelfkritiek en egomaniakaal. En ondanks de bijna twaalf jaar verschil in leeftijd, kon hij haar dingen leren en deelde geheimen met haar op vrijwel elk niveau van haar leven.

‘Waarom deed je dat, Dimitri?’ vroeg zij, hoewel ze het antwoord wellicht al wist en waarschijnlijk ook beter dan hijzelf. ‘Hoe kon je dat doen?’

‘Verveling,’ antwoordde Dimitri luchtig. ‘Het is net als de eeuwenoude vraag: “Waarom likt een hond zijn lul?” Antwoord: omdat hij dat kan. Het was een uitdaging onze slachtoffers na te trekken en vijanden te kiezen die bereid zouden zijn een grote dot duiten te delen in ruil voor jaloezie of wraak of meer macht of zuiver hebzucht of… of omdat ze dat konden. Als ik het langer had volgehouden op die middelbare school dan de maand dat ik het volhield, zou ik een verdomd goeie psycholoog geworden zijn. Ik ben trots dat ik kan zeggen dat vrijwel honderd procent van de mensen die ik heb nagetrokken en uiteindelijk heb benaderd, meteen hebben ingestemd in een overeenkomst met mij. Twee miljoen, drie, vijf… We werkten met een staffeltarief.’

‘En hoe lukte het je dan om die MRI-resultaten te verwisselen?’

‘Ik heb niet gezegd dat onze operatie niet wat werk en geduld vergde. We kregen onze patiënten meestal van het gezondheidsprogramma voor het kader in het Beaumont. Ze denken dat ze hun klanten een dienst bewijzen met hun gedetailleerde historie en al die onderzoeken. Degene die zij een dienst bewijzen ben ik. Informatie. In mijn wereld draait alles om informatie. Vervolgens was het gewoon een kwestie van de elektronische dossiers van hun behandelend arts bekijken en dan de zaak te verwisselen als ik een bruikbaar onderzoekresultaat zag. Alles wat op het scherm van een arts verschijnt is heilig. Het is net zoiets als die leuke kleine computer. Zou die ooit tegen mij liegen?’

‘En Hayley dan?’ Thea was trots op zichzelf dat ze haar zo naadloos in het gesprek te berde had kunnen brengen. Hoe meer zij over haar zouden spreken hoe groter de kans was dat Dimitri zich iets zou laten ontvallen. ‘Zij liet haar onderzoek in Atlanta verrichten.’

‘Ze had het kunnen laten verrichten in Zuid-Afrika of Bora Bora. Internet is internet. Dokter Stephen Bibby, Rhoads Terrace Professional Building, Atlanta. Ik heb zijn systeem gewoon gehackt, fluitje van een cent trouwens, en elk onderzoek gevolgd dat hij mevrouw Long liet ondergaan, in afwachting van iets wat zou passen bij wat wij in de bibliotheek hadden. Het duurde in feite bijna een jaar voordat ik erachter kwam dat er een mri van de buikholte werd besteld en die ben ik gaan onderscheppen. Een achtenveertigjarige vrouw, vijfenzestig tot tachtig kilo, nog nooit onder het mes geweest, geen breuken gehad. Het vinden van een overeenkomstig onderzoek in mijn enorme voorraad scans was niet zo moeilijk. mri’s lijken een soort anatomisch verslag. Ik ben uiteindelijk vrij goed geworden in het interpreteren ervan.’

‘Dat heb je me laten zien. De vrouw die jij hebt gekozen om Hayley te vervangen had verkalkingen in een van haar lymfeknopen in de buik en die had Hayley niet.’

‘Mooi gedaan. De volgende keer zal ik daaraan denken.’

‘Ik kan niet geloven dat niemand dit in de gaten heeft gehad.’

‘We zien wat we graag willen zien, lieve zus. Lydia Thibideau is veel te gehaast bij het opbouwen van haar pancreaskankerimperium. Ze ziet die kanker en huppekee, stopt de patiënt in een van haar studies, en trippelt dan weer terug naar haar dure kantoor om de volgende onderzoekssubsidie aan te vragen.’

Volkomen verbijsterd schudde Thea haar hoofd. Dit was niet haar rare buitenissige labiele broer. Dit was een vioolvirtuoos, een slagman die een homerun kon slaan telkens als hij aan slag was. Dit was een man die de wereld had kunnen veranderen. Als hij maar…

‘Jij bent een meester, Dimitri,’ zei Dan. ‘Ik ben werkelijk diep onder de indruk.’ Er was geen spoor van cynisme in zijn stem.

‘Dankjewel,’ antwoordde Dimitri. ‘Ik ben zelf ook vrij aardig onder de indruk.’

‘Dimitri,’ zei Thea, ‘verveling kan wellicht een factor zijn geweest bij wat je hebt gedaan, maar volgens mij weet ik nu wat jouw ware drijfveer was, en ik denk niet dat je helemaal eerlijk bent over wat jouw eigenlijke bedoeling was.’

Bijna een minuut lang was het enige geluid het zingen van de ochtendlijke vogels in de dichte bossen van New England.

‘Ik haatte hem,’ zei Dimitri opeens.