13

Thea staarde naar haar vader, terwijl haar verstand niet helemaal wilde accepteren wat ze net had gezien.

De beweging in Petros’ linkeroog bestond uit een minimale draaiing omhoog, waarbij het ooglid even trilde. Rechts gebeurde er niets.

‘Papa, nog eens,’ drong ze aan. ‘Probeer alsjeblieft nog eens je oog te bewegen.’

Na wat een eeuwigheid leek, herhaalde de Leeuw de beweging, niet meer en niet minder.

Beperkte plaatselijke beweging, duidelijk als reactie op een commando. Bij Thea bracht het feit dat haar vader überhaupt kon bewegen gemengde gevoelens teweeg, angstig gemengd.

Het locked-in-syndroom of pseudocoma is mogelijk de meest nachtmerrieachtige medische toestand die je je kunt voorstellen.

Neuroanatomisch gezien ontvangen de twee hersenhelften en de kleine hersenen normaal gesproken informatie van zintuiglijke receptoren in het lichaam, om ze te verwerken en vervolgens een respons terug te sturen naar de spieren. Bij het locked-in-syndroom heeft een verwonding door een hersenbloeding in de hersenstam, of zeldzamer, een verwonding van de hersenstam zelf, daadwerkelijk de banen van de hersenen naar de spieren in het lichaam doorgesneden, terwijl de binnenkomende zenuwdraden intact zijn gebleven. Pijn, ja… gevoel, ja… bewustzijn, totaal… mogelijkheid tot bewegen, geen enkele.

Een volledig functionerende, volledig alerte geest, opgesloten in een volstrekt bewegingloos lichaam dat niet reageert.

Kan er iets ergers bestaan dan dat?

Normaal gesproken zou het volslagen onmogelijk zijn geweest om uit te maken of een comateuze patiënt in feite bewust en alert was, maar ondergedompeld in het locked-in-syndroom. Echter, door een anomalie in de neuroanatomie, bleef bij een bepaald percentage van degenen die een bloeding op een specifieke plaats in de hersenstam hadden gehad, een paar spieren verbonden met de grijze massa in de hersenhelften: de spieren die een specifieke beweging van één en soms van beide ogen controleerden.

Met kloppend hart hield Thea haar vaders hand vast en vroeg hem de beweging met zijn linkeroog te herhalen. Kon dit iets anders zijn dan het locked-in-syndroom? Wellicht, begon ze te bidden, was dit de eerste stap naar algemeen herstel.

‘S’agapo, mpampa.’ Ik hou van je, papa.

Weer die beweging; heel licht maar beslist.

Thea keek om zich heen, op zoek naar iemand die binnen zou komen om getuige te zijn van wat ze zag, maar de verpleegster van haar vader en de intensivist van de afdeling waren niet op zaal voor zover ze kon zien en Thea wilde dit broze contact met hem niet verbreken.

De Leeuw zelf zag er onveranderd uit, hij lag vredig op zijn rug, met zijn ogen dicht, hoewel hij jaren ouder leek te zijn geworden door de klap.

‘Papa, kun je je oog opendoen? Kun je het een beetje openen?’

Thea had niet veel gelezen over het locked-in-syndroom, maar vatte nu het plan op om een avond lang in de grote bibliotheek van het ziekenhuis door te brengen zodra deze zich evoluerende situatie gestabiliseerd was. Ze had gehoord over het opmerkelijke geval van een redacteur van een Frans tijdschrift die, toen hij in de veertig was, plotseling een hersenstambloeding kreeg. Ze herinnerde zich dat hij een paar weken comateus met een tracheale intubatie aan de beademing had gelegen, voordat hij wakker werd en achter zijn vreselijke toestand kwam. Bij hem was communicatie alleen mogelijk door omhoog te staren. Met één oog? Allebei? Thea kon het zich niet herinneren.

Wat ze zich wel herinnerde was dat het slachtoffer met behulp van een journaliste een methode ontwikkelde om te reageren op de letters van het alfabet, als zij die aanwees. Samen waren ze er zo met veel moeite in geslaagd zijn gedachten vast te leggen, en het bitterzoete verslag van iemands reactie op dit ernstige trauma te schrijven. Dat verslag was gepubliceerd, dat wist Thea zeker. En niet lang daarna, dacht ze, was er ook een documentaire over te zien geweest. Zo snel mogelijk zou ze de memoires van die man lezen om een expert te worden op dit gebied.

‘Toe papa, een beetje maar.’

Het ooglid bewoog, ging heel langzaam omhoog en toen weer naar beneden. Thea scheidde het bovenste van het onderste ooglid en vroeg weer om een respons. Langzaam maar zeker draaiden de iris en de pupil een millimeter of twee naar boven. Thea twijfelde er niet aan of de beweging was opzettelijk geweest, als reactie op haar vraag.

‘Papa, kun jij in mijn hand knijpen?’

Niets.

Weer scheidde ze de oogleden.

‘Kijk naar boven als je mij kunt horen. Kijk naar boven.’

Weer rolde het oog naar boven, net genoeg voor haar om zeker te weten dat die beweging doelbewust was. Thea gaf zichzelf de kans zich te concentreren op het idee dat deze ontwikkeling wellicht de eerste stap op weg naar neurologisch herstel betekende. De vreugde was kort en week meteen voor het verschrikkelijk deprimerende gevoel dat Petros de pijn en de algehele frustratie voelde die bij het locked-in-syndroom hoorden. Nog één bevestiging dat wat zij zag niet alleen in haar hoofd bestond, en ze zou de verpleegster en de intensivist gaan halen en de tweeling en Dimitri op de hoogte stellen, misschien Sharon Karsten ook wel.

Was het mogelijk dat Petros wakker en alert was toen Niko en Selene naast het bed stonden te beweren dat er niets gedaan kon worden om zijn leven te verlengen? Hoeveel van de discussie die voorafging aan de reanimatie had hij gehoord? Hoeveel van die hartmassage had hij gevoeld?

‘Papa,’ zei ze, ‘laat me nog één keer zien dat je me kunt horen. Open je oog en kijk naar het plafond… Papa?’

Weer spreidde Thea zijn oogleden. Een minuut lang was er geen enkele beweging, geen enkele. Toen keek Petros naar boven, met een blik die uitgesprokener was dan de voorafgaande keer. Opgewonden snelde Thea naar de verpleegster, Tracy Gibbons, die haar had geholpen bij de reanimatie. Ze noemde het locked-in-syndroom niet, maar zei wel dat haar vader tekenen had gegeven dat hij wakker en reactief was.

‘O mijn god, wat mooi,’ riep de verpleegster uit, die met haar naar het bed rende. ‘Papa, ik ben hier met Tracy, je verpleegster. Kun jij je ogen voor haar opendoen?’

Geen respons.

‘Dokter Sperelakis, ik ben het, Tracy, ik vind het geweldig dat u bijkomt!’

Thea wachtte een minuut en werd steeds zenuwachtiger. Ze opende het ooglid van haar vader zoals ze dat eerder met succes had gedaan. Er was nog steeds geen beweging. Ze voelde het enthousiasme uit de verpleegster wegebben en kon zich voorstellen wat de vrouw dacht. Het oog van Petros staarde zonder te knipperen naar een punt ergens ver boven hen.

‘Papa?’ probeerde ze, om haar overtuiging te testen dat de beweging van zijn oog echt had plaatsgevonden. ‘Laat Tracy en mij alsjeblieft zien dat je me kunt horen. Beweeg alsjeblieft met je ogen.’

‘Misschien is hij nu te moe,’ zei Tracy, maar ze bedoelde volgens Thea: ‘Misschien wil je dit zo graag en heb je zoveel last van een jetlag en ben je zo emotioneel betrokken na de reanimatie van gisteravond dat je probeert je wens werkelijkheid te laten worden.’

‘Wie weet,’ zei Thea.

‘Nou ja… Ik moet nog het een en ander opschrijven. Geef maar een gil als hij weer wat met zijn oog beweegt.’

De verpleegster deed twee stappen achteruit, draaide zich om en verliet de glazen ruimte.

Thea stond naast het bed, met haar vaders hand in de hare, en probeerde erachter te komen wat er zojuist was gebeurd. Had zij zich alles alleen maar verbeeld? Nee, dacht ze beslist. Dat geloofde ze absoluut niet. Dat was niets voor haar. Petros had op haar gereageerd en hij had zijn oog opzettelijk bewogen. Kon hij nu uitgeput zijn, of was hij buiten bewustzijn geraakt?

Waarschijnlijk het laatste, gaf ze toe.

Misschien was het een idee om Sharon Karsten te gaan halen om met hem te communiceren. Tien jaar geleden was Eleni Sperelakis triest aan haar einde gekomen. Karsten had verteld dat zij en Petros vijf jaar samen waren geweest. Dat een Griekse vrouw na vijf jaar weduwschap weer een relatie aanging was een beetje tegen de traditie, maar zoals bij vrijwel alles wat Grieks was, hadden de mannen meer armslag. Karsten had laten doorschemeren dat hun relatie serieus was. Thea herinnerde zich dat de vrouw gescheiden was en vroeg zich af of haar huwelijk voor of na die tijd was stukgelopen.

Het was geen situatie waar Thea gemakkelijk mee om kon gaan. Ze had gezien wat ze had gezien. Haar vader had zijn oog geopend en daarmee uit. Bovendien had hij dat op haar verzoek gedaan. Was hij niet in staat of niet bereid dat gebaar te herhalen?

Meer analytisch en verward dan gefrustreerd boog ze zich nog eens over het bed en smeekte haar vader.

‘Papa, alsjeblieft. Ik weet dat je me kunt horen. Doe je ogen open, zodat ik het weet. Het is heel belangrijk voor me dat ik weet dat jij me begrijpt. Laat me zien dat je me kunt horen en ik zal je helpen om erachter te komen wat er is gebeurd.’

Dertig seconden verstreken voordat Petros’ linkeroog even een heel klein eindje openging en toen weer dicht.

‘Dank je, dankjewel,’ fluisterde ze.

Ze haastte zich naar de verpleegsterskamer en kwam met Tracy terug. Weer was er geen respons. Helemaal geen. Deze keer bedankte Thea de verpleegster alleen maar en zag haar weggaan. Het was duidelijk dat de vrouw probeerde beleefd te blijven, maar dat ook zij niet geloofde dat haar diep comateuze patiënt plotseling was begonnen te reageren op bevelen die alleen werden gegeven als hij alleen was met zijn dochter die hem dolgraag wakker wilde hebben. Hij was de onzichtbare man, die alleen zichtbaar was als er niemand in de buurt was om hem te zien.

Thea deed een stap achteruit en keek naar haar vaders gehavende gezicht. Petros was degene die haar had bijgebracht dat er bij diagnostische geneeskunde altijd een passende verklaring voor de feiten was. De plicht van een goede arts was om uit te gaan van die veronderstelling en te blijven testen en onderzoeken totdat de onderliggende verklaring duidelijk werd.

In dit geval was er het feit dat haar vader haar wel signalen wilde geven, maar de verpleegster niet. De meest voor de hand liggende uitleg, hoewel er ongetwijfeld ook andere waren, was dat zij de enige was op wie hij wilde reageren. De reden voor dat gedrag zou nog zo’n feit zijn dat om een verklaring vroeg. Momenteel was het kennelijk vereist dat de persoon op wie Petros wilde reageren, een vriend of familielid was.

Op dat moment, alsof hij was opgeroepen, klopte dokter Scott Hartnett op het glas en kwam de kamer binnen.

‘Ik heb het idee dat hij zojuist op me heeft gereageerd,’ zei Thea nadat ze Petros’ vriend en internist begroet had.

‘Gereageerd?’

‘Ik denk dat hij zijn linkeroog opendeed en omhoogkeek.’

‘Locked-in-syndroom?’

‘Ik hoop het niet,’ antwoordde ze.

Ze was blij dat ze het mogelijke effect dat deze dreigende diagnose op haar vader zou kunnen hebben kon vaststellen. Met haar asperger had ze dit tot voor kort nooit ook maar kunnen overwegen.

Hartnett, die ze altijd een vriendelijke en gevoelige arts had gevonden, knikte om te kennen te geven dat hij haar zorgen begreep en wendde zich toen tot zijn patiënt.

‘Petros, beste vriend,’ zei hij en zijn volle bas dreunde door de kamer, ‘Scott hier. Knijp in mijn hand als je me kunt horen… Kom op, ouwe jongen, je kunt het… Goed dan, kun je dan je ogen opendoen? Kijk maar omhoog… Kijk omhoog dan schrijf ik jouw donatie aan het ontwikkelingsfonds van dit jaar af… Ik weet het niet, Thea.’

‘Probeer het linkerooglid eens op te tillen.’

Hartnett deed voorzichtig wat ze vroeg en herhaalde zijn verzoek. De pupil, in het midden, bleef nietszeggend staren. Thea kon slechts haar hoofd schudden.

‘Ik wist het zo zeker,’ zei ze, nog steeds overtuigd van wat ze had gezien, maar niet van zins haar overtuiging door te drijven.

Haar experiment had een consequentie: ze moest de betekenis van haar waarneming zien te achterhalen.

Hartnett gaf haar een schouderklopje.

‘Soms willen we dingen zo graag…’ Zijn stem stierf weg.

Heel even stonden de beide artsen zwijgend bij de bedreling.

‘Heb je met de neuroloog gesproken?’ vroeg Thea ten slotte.

‘Met de neuroloog, met de neurochirurg, met de intensivist, met de orthopeed, met de uroloog, want er zat bloed in zijn urine. Afwachten. Dat is alles wat ze zeggen. Oké, ik ga mijn ronde doen. Ik kom misschien nog wel even langs voordat ik naar huis ga.’ Hij leidde Thea de deur uit en zei: ‘Het goede nieuws is dat hij in elk geval geen locked-in-syndroom lijkt te hebben.’

Thea glimlachte lusteloos en liet toe dat hij haar vaderlijk knuffelde. Toen ging ze terug naar het bed en keek naar haar vader. Ze kon bijna zien dat hij zijn kaken op elkaar klemde. Hij was wakker. Wakker en alert, maar weigerde koppig dat met iemand anders dan met haar te delen.

‘Papa, ik ben het maar,’ zei ze zachtjes. ‘Er is hier verder niemand. Doe je ogen nu open. Doe je ogen open als je mij kunt horen.’

Twintig seconden verstreken voordat het bovenste en het onderste ooglid van het linkeroog van de Leeuw een millimeter van elkaar afgingen.

Ik wist het! dacht Thea.

‘Jij wilt niet dat iemand buiten mij weet dat je wakker bent. Is dat het?’

Dertig bewegingloze seconden verstreken voordat Petros met wat een grote inspanning leek zijn oog nog eens opendeed.