45

‘Au!’

‘Jij mag helemaal geen “au” zeggen. Ik ben degene die gewond is.’

‘Ja, maar jij bent te koppig om het te zeggen hoewel ik kan zien dat je het voelt, dus ik zeg het voor jou.’

‘Oké, au.’

‘Zo is het beter.’

Thea was gedoucht en afgedroogd en lag op Dans kingsize bed, naakt onder zijn flanellen kamerjas. Haar wonden waren smerig, maar oppervlakkig en aangezien ze er geen op het gezicht had en het bloeden vrij gemakkelijk kon worden gestopt, hoefde ze ook niet gehecht te worden. In een hoek op de vloer lagen haar verscheurde jurkje, haar vest, haar drijfnatte ondergoed, en de Mary Jane-pumps die naar alle waarschijnlijkheid haar redding waren geweest, omdat ze ermee tegen de voorruit van haar vaders Volvo had kunnen trappen.

Ondanks het feit dat ze eruitzag alsof ze net uit een in een poel gezonken auto was geklommen, of misschien juist daardoor, was het geen enkel probleem geweest een zakenvrouw die op weg was naar een ontbijtvergadering in de stad staande te houden en haar mobieltje te lenen. Thea vertelde haar gewoonweg dat haar man politieagent was en dat ze hier langs de weg wel op Dan zou wachten. Maar de Samaritaan stond erop dat ze dat in de auto zou doen, gewikkeld in een deken, en, wat haar tot voordeel strekte, ze stelde weinig vragen.

Nadat ze in een nachtapotheek een voorraad verband en antibioticazalf hadden ingeslagen, nam Dan haar mee naar zijn huis, de eerste verdieping van een keurig en goed onderhouden duplexwoning in West-Roxbury. Zijn benedenbuur en hospita was een vrouw van in de zeventig, die vader en zoon duidelijk als familie beschouwde. Nadat Dan haar na Thea’s telefoontje had gewekt, had hij Josh bij haar gebracht en hem daar weer in bed gestopt. Later op de ochtend zou Dans ex Valerie hem komen halen.

Thea negeerde de meeste ellende van haar wonden en kneuzingen en genoot van het warme, geruststellende comfort, en was bij Dan in goede handen. Zijn vriendelijkheid, manlijkheid en geestigheid waren overal in dit eenvoudige flatje aanwezig, nog afgezien van zijn geur. En ondanks haar toestand merkte Thea dat ze zich zelfs afvroeg hoe het zou zijn om hier met hem te wonen.

‘Ik kan nog steeds niet geloven dat je levend uit dat wrak bent gekomen,’ zei hij, nadat hij antibioticazalf, verbandgaas en een rekverband op een lelijke jaap op haar linkerknie had aangebracht.

‘Het is maar goed dat ik me amper kan herinneren dat ik dat heb gedaan,’ zei ze terwijl hij heel voorzichtig het verband aanlegde.

‘En je weet heel zeker dat dokter Hartnett hiervoor verantwoordelijk was? Hij lijkt me nou niet echt het type om je te overrijden met een pick-up. Hooguit zou hij je aanrijden met zijn Vespa.’

‘Hij is de enige die wist dat ik terugging naar het ziekenhuis na het feestje bij Niko. En vergeet niet dat mijn vader mij heeft verteld dat hij bij de gebeurtenissen betrokken was. We moeten erachter zien te komen waar hij woont en nagaan of hij een zwarte pick-up heeft.’

‘Misschien kan ik zijn adres krijgen via de bestanden van het ziekenhuis. Misschien hebben we zelfs de merken en de kentekens van zijn auto’s. Als het echt nodig is kunnen mijn vrienden bij de politie daar wel voor zorgen.’

‘Maar wees voorzichtig. Je moet niets doen waardoor je in de problemen zou kunnen komen. We kunnen eerst telefoonboek.com proberen. En dan moeten we naar Wellesley om die spuit op te halen.’

‘Mijn maatje op het staatslaboratorium zal die wel laten analyseren.’

‘Daaruit komt een positief resultaat voor spierverslappers en een heel sterke tranquillizer. Dat verzeker ik je.’

‘En hoe ga je nu voor een auto zorgen?’

‘Misschien dat ik er een huur.’

‘Daar heb je wel een rijbewijs voor nodig.’

‘Ik zal dat wel even met Dimitri opnemen. Hij weet er wel iets op. Hij heeft me ooit beloofd om een visum van het ministerie van Buitenlandse Zaken te leveren als dat moest.’

‘Ik denk niet dat ik wil weten hoe.’

‘Nee, waarschijnlijk niet.’

Dan knielde naast haar en kuste haar lang en zachtjes. ‘Mond-op-mondbeademing,’ fluisterde hij terwijl hij haar vasthield.

‘Doe dat nog eens. Volgens mij zitten er nog een paar druppels slootwater in mijn longen.’

‘Weet je,’ zei hij toen de tweede kus langzaam verzwakte, ‘ik denk niet dat ik ooit een knappe vrouw heb gekust die eruitzag alsof ze net een freefight met een gorilla van vierhonderd kilo achter de rug had.’

‘Voor alles is een eerste keer. Weet je Dan, ik heb geprobeerd te bedenken hoe Hartnett níét verantwoordelijk voor dit geintje kan zijn geweest.’

‘En?’

‘En nu vraag ik me af of iemand mij misschien al die tijd kan hebben gevolgd, gewoon wachtend op het juiste moment om…’

Haar stem verstomde toen iets van de ware gruwel van de aanslag weer bovenkwam.

‘Laten we ervan uitgaan dat het mogelijk is dat iemand jou voortdurend heeft gevolgd. Wie is dat dan?’

Thea haalde haar schouders op en schudde haar hoofd.

‘Dat weet ik niet. Misschien is het die vent die mijn vader op de afdeling te grazen wilde nemen en waarschijnlijk mij op de parkeerplaats; diezelfde vent die… Hoe heette hij ook alweer?’

‘Prevoir. Gerald. Het is oké, je kunt zijn naam noemen. En je kunt ook zeggen wat hij met mij heeft gedaan. Weet je, ik krijg hem te pakken. Ik beloof je dat ik hem te pakken krijg. Ik heb die privédetective uit Manhattan ingehuurd en… nee luister. Ik wil nagaan of hij enige vooruitgang heeft geboekt en ik wil dat jij zijn secretaresse in New York belt, maar waarschijnlijk krijg je zijn antwoordapparaat. Zij is een soort karikatuur van hoe wij uit Boston vinden dat New Yorkers klinken. Mendez, zo heet die vent, is zelf ook een soort karikatuur. Maar hij is een prof en een harde. Dat kan ik je verzekeren. Dus laten we bellen. Ik zet de telefoon wel op de speaker.’

Voordat Thea hem kon vertellen dat ze eigenlijk liever nog even doorging met zoenen dan luisteren naar karikaturen over de telefoon, had hij een nummer ingetoetst uit een boekje op een bureautje onder zijn raam. De secretaresse sprak precies zoals Thea had verwacht na wat hij had verteld.

‘Downtown Detective Agency, ken ik u helpen?’

‘Hallo, dit is Dan Cotton uit Boston. Ik heb meneer Mendez onlangs ingehuurd voor een klus en ik vroeg me af of hij er is om mij verslag te doen van zijn vorderingen.’

Er volgde een lange, ongemakkelijke stilte.

‘Wie zei u dat u was?’

‘Cotton. Dan Cotton. Albert en ik hebben elkaar ontmoet toen…’

‘Meneer Cotton, ik ben bang dat ik slecht nieuws voor u heb… Meneer Mendez is dood. Een paar kinderen hebben hem in het water gevonden bij een pier in…’

‘… Delaware.’

Dan mompelde het woord eenstemmig met de vrouw.

Thea negeerde de toenemende pijnen op zo’n twaalf plekken in haar lichaam, ging rechtop zitten en trok de kamerjas om zich heen. Haar uitdrukking was grimmig.

‘Weet de politie wat er met hem gebeurd is?’ vroeg Dan de vrouw.

‘Niet dat ik weet, maar zijn vriendin Rochelle… Kent u Rochelle?’

‘Nee.’

‘O. Nou ja, Rochelle heeft me verteld dat hij vreselijk in elkaar geslagen was en dat twee vingers van hem kennelijk… u weet wel, waren afgesneden.’

‘God, wat erg,’ zei Thea nadat Dan de vrouw zijn nummer had gegeven en haar had laten beloven dat ze hem zou bellen als er verdere ontwikkelingen waren.

Lijkbleek legde hij de hoorn neer.

‘Prevoir weet dat ik hem op de hielen zit,’ zei hij. ‘Door die twee vingers weet ik zeker dat hij precies weet wie ik ben en waar ik zit. Ik ga Valerie bellen om Josh meteen in huis te nemen. En dan bel ik Dennis Lockwood om hem te vertellen wat er gaande is. Ik hoop dat hij vandaag dienst heeft.’

‘Goed idee. Denk jij dat deze Prevoir voor Hartnett zou kunnen werken?’

‘Jij?’

‘Volgens mij moeten we die spuit gaan halen en dan kijken of Hartnett een zwarte pick-up heeft die zo groot is als een tank.’