41
Eén punt opgehelderd en nog een heleboel om op te lossen.
Thea verliet de step-down unit even na middernacht en ze voelde zich zowel triest als enthousiast. Er was geen twijfel meer: Scott Hartnett, een briljant internist en jarenlang een vriend van de familie, vormde het middelpunt van een medisch schandaal waardoor honderden miljoenen dollars, door middel van schenkingen, aan de schatkist van de Beaumontkliniek werden toegevoegd. Vrijwel elk gebouw van het ziekenhuis en de meeste verdiepingen binnen die gebouwen waren naar iemand vernoemd, om nog maar te zwijgen van de afzonderlijke zalen en zelfs bepaald materiaal, zoals sommige meubelstukken.
Koperen gedenkplaten Are Us, dacht ze grimlachend.
Ziekten scheppen en er vervolgens genezen waar er geen waren.
Hoe kom je erop?
Thea ging terug naar de tunnels, op weg naar de kamer van Hayley, en vroeg zich af hoeveel patiënten hierbij betrokken waren. Het was vrijwel zeker dat Hayley een van hen was. Zij en Jack Kalishar behoorden tot de rijkste patiënten van het ziekenhuis. Hoeveel anderen waren er? En hoeveel verschillende ziekten?
En dan waren daar natuurlijk de artsen.
Verondersteld dat er een ingewikkelde, wijdverspreide fraude in het Beaumont gaande was, wie behalve Hartnett, zaten daar dan allemaal in? Waren de internisten, de oncologen en de diverse andere specialisten zich bewust van hetgeen ze onder handen hadden? Het antwoord moest voor de meesten onder hen nee zijn. Als dit complot al zo lang bestond als het nu leek, was er vrijwel zeker iemand die zat te popelen om zijn mond open te doen, zoals Petros kennelijk had gedaan.
Toen ze de lift in ging in de kelder van het gebouw dat naar haar vader was vernoemd, kon Thea niet anders dan zich afvragen of haar vader er nu wel of niet medeplichtig aan was. Ze vond het bijna onmogelijk te geloven dat zo’n beginselvaste man, met meer geld dan hij waarschijnlijk de rest van zijn leven nog zou kunnen uitgeven en een wereldwijde reputatie, zijn erfgoed – of eigenlijk alles – op het spel zou zetten om donaties en koperen platen zijn ziekenhuis binnen te halen. Was hij erbij betrokken geweest en had hij uiteindelijk besloten om er een punt achter te zetten? Zou hij het haar ooit vertellen als dat het geval was geweest?
‘Jouw vader heeft zijn uiterste best gedaan de filosofie van fondsenwerving tegen te gaan, waarmee ons hoofdziekenhuis en de dependances prijs na prijs hebben gewonnen vanwege de kwaliteit van onze verpleging.’
De exacte woorden van Musgrave. Ze had zo zeker van zichzelf geklonken, zo hartstochtelijk. Het was hoog tijd voor een kop thee met Hayley, en daarna met Dan, om hun meningen te horen. Wat ze momenteel meer dan wat dan ook nodig had, waren bondgenoten; bondgenoten en ideeën. Eén ding leek zeker: Petros was even kwetsbaar voor Hartnett en eventuele andere betrokkenen, als voor de gevolgen van zijn ongeluk.
Hayley was niet op haar kamer.
De boeken, haar kleren, een stapel papieren op haar nachtkastje en een halfvolle karaf water, dat was alles. Kennelijk was ze door het ziekenhuis gaan zwerven, zoals ze soms deed. Misschien was ze zelfs Petros gaan opzoeken, wat ze ook al eens gedaan had. Thea’s onthullingen over de MRI’s in Thibideaus dossiers moesten voor haar moeilijk te verwerken zijn geweest. Het was dus logisch dat ze aan de wandel was.
Thea, die zich vagelijk ongerust voelde, ging in Hayleys leesstoel zitten en bladerde door een saai zakentijdschrift zonder te begrijpen wat ze las. Vijf minuten later was haar gevoel van onrust gegroeid en na tien minuten zat ze op de verpleegsterspost. Er waren vier vrouwen – twee hulpverpleegsters en twee gediplomeerden – in de nachtploeg op PS-4, zoals de afdeling heette. Geen van hen had Hayley zien vertrekken en het was hun beleid iedere patiënt die de afdeling om wat voor reden dan ook verliet, uit te schrijven. Thea keek in het boek. Niets.
‘Er is iets aan de hand,’ zei ze, nog voordat ze probeerde te beredeneren waar haar vriendin naartoe kon zijn gegaan.
De dienstdoende verpleegster belde onmiddellijk haar superieur.
‘Piep haar op,’ drong Thea aan. ‘Piep Hayley op in het hele ziekenhuis.’
‘Dat gaat niet,’ zei het hoofd van de ploeg. ‘Het is absoluut tegen de regels om de naam van iemand om te roepen.’
Ze belde de beveiliging.
Op dit moment geloofde Thea niet dat er iets ongebruikelijks met Hayley was gebeurd, hoewel ze zich wel zorgen maakte. Ze raakte er steeds meer van overtuigd dat haar vriendin er anders over was gaan denken vanwege haar gesprek over de MRI’s en dat ze haar relaties had gebruikt om gewoon uit het Beaumont te vertrekken.
Thea herinnerde zich een zondagochtend tijdens haar opleiding in het ouderwetse ziekenhuis aan de andere kant van de stad, toen een boze jurist uit de buitenwijk een van de drukke, onderbezette vrouwenafdelingen binnenstormde. Hij was op weg naar zijn moeder, die daar was opgenomen met een progressieve dementie en talloze andere problemen. Anderhalve kilometer van het ziekenhuis had hij zijn auto geparkeerd. En daar, zonder bijzondere haast, aan de overkant van de straat, in haar ondergoed dat nog openstond ook, liep zijn moeder. Dodelijk geschrokken had hij haar onmiddelijk in zijn auto getrokken en teruggebracht naar het ziekenhuis, naar haar bed, om daar te merken dat niemand op de afdeling haar nog had gemist.
Dat was meteen legendarisch geworden.
Het was helemaal niets voor het Beaumont om een patiënt kwijt te raken zonder te weten waar die naartoe was. Maar het complex was gigantisch en het personeel van de vele particuliere medische en chirurgische afdelingen had veel vrijheid en autonomie. De verpleegsters van Amy Musgrave moesten weten welke patiënten te vertrouwen waren en welke niet. Er was bovendien geen enkele reden om aan te nemen dat Hayley problemen zou kunnen opleveren.
Tegen kwart over een hadden noch verpleegsters, noch beveiliging resultaat. Ze waren zelfs gezwicht voor Thea’s wens om ook het huishoudelijke personeel en alle andere beschikbare verpleegsters en hulpverplegers in te zetten om elk openbaar toilet – dames en heren – te onderzoeken voor het geval Hayley een reactie op haar medicijnen had gehad en wellicht flauw was gevallen.
‘Ze zit vast thuis in Georgia,’ zei ze tegen de hoofdverpleegster, toen het laatste negatieve rapport was binnengekomen. ‘We moeten haar man maar bellen.’
‘En hoe heeft ze op zo’n laat uur dan nog een vlucht kunnen krijgen?’
‘Dan gebruikt ze haar eigen vliegtuig. Of haar eigen limousine. Of zelfs haar eigen helikopter. Zijn er nog helikopters vanhier opgestegen sinds ze voor het laatst is gezien?’
‘Niet dat ik weet. En waarom zou ze weggaan en alles in haar kamer gewoon zo achterlaten?’
‘Ze is multimiljardair. Ze is eraan gewend te doen wat in haar opkomt. Kun je mij het telefoonnummer van haar man geven?’
‘Sorry, maar dat is…’
‘Dat weet ik, dat weet ik. Tegen de regels. En ik weet zo goed als zeker dat dit niet iets is waartegen de mensen van de ziekenfondswet de patiënten proberen te beschermen toen ze die wet schreven. Als ik haar man niet mag bellen, dan bel jij hem maar.’
De verpleegster raakte een beetje van de wijs en maakte zich zorgen.
‘Dan denk ik dat ik Amy maar eerst bel. Zij wil misschien de advocaten van het ziekenhuis erbij hebben.’
Thea kon alleen maar kreunen. ‘Ga je gang en zorg dat ze hier komt.’
Eén telefoontje naar Atlanta en de hele zaak was misschien opgelost.
Maar dat ene telefoontje, toen het uiteindelijk werd gepleegd, maakte de verwarring alleen maar groter, tot Thea’s bezorgdheid. Hayleys man had die avond twee keer met haar gesproken: de eerste keer toen Thea bij haar was, de tweede keer ongeveer een uur later. Aanvankelijk hadden Hayley en hij besloten dat ze zou doorgaan met haar chemotherapie. Maar na enig nadenken was Hayley totaal van mening veranderd en had besloten met haar behandeling te stoppen tot er een tweede MRI kon worden gemaakt. Als de scan geen enkel restant van een tumor liet zien, was ze van plan een second opinion te gaan inwinnen bij een oncoloog in Atlanta, met de vraag of ze haar therapie al dan niet moest voortzetten. Wat haar verblijfplaats betrof, kon haar man niets aan de situatie toevoegen behalve zijn eigen bezorgdheid.
Musgrave, die het telefoongesprek had gevoerd, leek gepast gealarmeerd. Ze sprak tegen haar verpleegsters alsof zij degene was die met de zoektocht was begonnen en negeerde Thea min of meer. Ze stond op het punt een tweede, nog verder gaande zoektocht door het ziekenhuis te bevelen, samen met de uitgifte van een persbericht – hetgeen totaal tegen het beleid inging -, toen Thea er genoeg van had. Ze wenkte Musgrave, die te midden van de samengedromde groep bij de verpleegsterspost stond.
‘Bel de politie, Amy,’ eiste ze met schor gefluister en ze keek de verpleegster woest aan. ‘Hayley heeft zich ofwel ergens verborgen waar we haar nooit zullen vinden, ofwel ze is ontvoerd.’
‘En waarom zou ze zich dan verstoppen?’ vroeg Musgrave.
‘Jij schijnt op de hoogte te zijn van het meeste wat hier in het ziekenhuis plaatsvindt. Ik hoopte dat jij het antwoord op die vraag zou weten.’
‘Ik weet niet waar je het over hebt.’
Maar dat wist ze donders goed.
Thea, die zich als een zwakkeling beschouwde als het erop aankwam de gezichtsuitdrukking en de intonatie van mensen te interpreteren, kon angst en onzekerheid op het gezicht van de hoofdverpleegster lezen. Het leek even alsof ze op het punt stond zich iets te laten ontvallen in de trant van: ‘Hoe ben je daarachter gekomen?’ Maar Musgrave draaide zich om en keerde terug naar de dienstdoende beveiligingsbeambte.
‘Bel de politie,’ zei ze. ‘Ik zoek dokter Karsten op. En ik zal dokter Thibideau ook bellen. Misschien weet zij waarom mevrouw Long besloten heeft haar behandeling te staken toen die zo goed leek te gaan.’
Goeie zet, Amy, juichte Thea bij zichzelf en ze bad dat Hayley zich om wat voor reden dan ook verstopt had, maar in haar hart wist ze dat dat niet zo was.