Hoofdstuk 2

 

 

 

Ultieme wraak was lastig te verwezenlijken, besefte Russell toen hij op weg was naar het huis van zijn vijand in Belleview Hill. Zestien jaar lang had de gedachte aan wraak hem op de been gehouden, en hij had gezwoegd om de middelen bij elkaar te krijgen om de man die verantwoordelijk was voor zijn vaders dood, onderuit te halen. Om Power de prijs te laten betalen voor wat hij niet alleen zijn vader, maar duizenden andere wanhopige mensen had aangedaan.

Eindelijk deed de kans zich voor, dankzij het instorten van de grootste hypotheekmarkt in de VS. Genadeloos had Russell alle aandelen Power Mortgages die hij in de loop der jaren stiekem had gekocht, van de hand gedaan. In nog geen week tijd had hij die amorele schurk miljoenen armer gemaakt.

Toen hij via via had gehoord dat Power flinke leningen had afgesloten om zijn decadente levensstijl te kunnen volhouden, en dat de bank zijn miljoenenpand in beslag had genomen, had Russell direct een bod op het huis inclusief de inboedel gedaan, zonder het te hebben gezien. Maar zolang het contract nog niet getekend was, had hij het vertikt er een voet binnen te zetten.

En nu reed hij ernaartoe, met de sleutels op zak. Hij zou in een jubelstemming moeten zijn, maar dat was hij niet. Waarom niet?

Omdat de schurk was ontsnapt. Hij was het land uit gevlucht, naar een geheime bestemming gevlogen, waar hij waarschijnlijk miljoenen naartoe had gesluisd zodat hij zijn vele schuldeisers in Australië niet hoefde te betalen.

De gedachte dat Power nu lui op een of ander strand op de Bahama’s lag, was onverteerbaar. Mannen zoals hij hadden het recht niet om te leven, laat staan om te leven in luxe. Toch schonk het hem wel enige voldoening dat Powers reputatie naar de knoppen was. Hij werd niet langer gefêteerd door presidenten en premiers. Bovendien verscheen die flikflooiende glimlach van hem niet meer op televisie nadat hij weer een of andere glamourparty had gegeven.

De locatie van die feesten kwam in zicht. Eindelijk zag Russell het eindresultaat van het in aanbouw zijnde huis dat hij op die noodlottige dag zestien jaar eerder had bezocht. Een uur geleden was de bankmedewerker die de verkoop had afgehandeld lyrisch geworden toen hij vertelde dat het huis zo was ontworpen dat de hoge locatie in Belleview Hill ten volle werd benut, dat elke verdieping volop terrassen en balkons had met uitzicht op de stad en de haven, en dat de bovenste verdieping zeer geschikt was voor het geven van feesten. Geen enkele beschrijving kon echter recht doen aan het visuele effect van het gebouw, met zijn duizelingwekkend witte muren en het rijke koninklijk blauwe lijstwerk rond de vele ramen en deuren.

Russell stopte voor een hek.

Zestien jaar geleden was er niets geweest om hem tegen te houden. Hij zuchtte. Ergens had hij er spijt van dat hij het toen bij woorden had gelaten. Had hij toen echter toegegeven aan zijn drift, dan zou hij nu door de tralies van een cel hebben gekeken in plaats van door de smeedijzeren tralies van dit hek. Hij zou beslist niet in een duur pak in een dure auto hebben rondgereden.

Met de afstandsbediening opende hij het hek, en langzaam reed hij over de oprit, die rond een schitterende marmeren Italiaanse fontein liep. Hij passeerde de driedubbele garage en parkeerde zijn racegroene Aston Martin voor het bordes, nu voorzien van imposante zuilen. Met de huissleutels in zijn hand liep hij de treden op, maar voordat hij de deur opendeed, draaide hij zich om, zodat hij het uitzicht kon bewonderen.

De tuin was al even prachtig als de fontein en zou niet hebben misstaan bij een paleis, met uitgestrekte gazons met keurig gesnoeide heggen en op precies de juiste plekken bomen die schaduw verschaften. De achtertuin scheen nog indrukwekkender te zijn, met een groot terras, een zonverwarmd zwembad en een tennisbaan.

‘Bij het zwembad staat een apart huis,’ had de bankmedewerker verder gerateld, ‘met een keuken, badkamer, twee logeerkamers en een ruime woonkamer, en groter dan menig appartement in Sydney.’

Waarschijnlijk groter dan mijn eigen woning, dacht Russell. Hij woonde vrij bescheiden in een appartement met twee slaapkamers en had nooit de behoefte gehad aan iets groters of weelderigers. Hij at en sliep er alleen maar. In tegenstelling tot veel andere succesvolle makelaars gaf hij bijna nooit een feest, en al helemaal niet bij hem thuis.

Powers woning was echter geen huis om alleen maar in te slapen. Het was gebouwd om mee te pronken, als monument van het materiële succes van de eigenaar.

En nu was alles van hem. Het heerlijke triomfantelijke gevoel waar hij steeds naar had uitgekeken, bleef echter uit. Kwam het doordat de reis mooier was geweest dan de bestemming? Of kwam het doordat hij niemand had om zijn wraak mee te delen?

Zijn moeder had zich nooit overgegeven aan de woede en bitterheid die Russell na de zelfmoord van zijn vader verteerde. Ze had Power Mortgages absoluut niet de schuld gegeven en had tot Russells verbazing gezegd dat zijn vader enige tijd aan depressies had geleden en dat die ertoe hadden geleid dat hun boerderij in beslag werd genomen. Het feit dat Power Mortgages zich specialiseerde in leningen voor mensen van wie eigenlijk al duidelijk was dat ze die niet konden aflossen, wuifde ze weg. Na een paar jaar van rouw om haar geliefde echtgenoot was Frieda McClain opnieuw met een boer getrouwd.

Russell had zijn moeders houding nooit begrepen. Eerlijk gezegd voelde hij zich bijna verraden door haar korte rouwperiode. Hij was kapot geweest van zijn vaders zelfmoord, en zijn verdriet was alleen maar groter geworden door een zekere mate van schuldgevoel. Een van de redenen waarom zijn vader zoveel had geleend, dacht Russell, was om hem te laten studeren, een kans die zijn vader zelf nooit had gehad. Russell had dan wel een beurs verkregen voor een van de beste kostscholen van Sydney, maar er kwam natuurlijk veel meer bij kijken dan alleen schoolgeld. Zijn vader had erop gestaan dat hij na de middelbare school naar de universiteit zou gaan en had de huur van de flat betaald die hij met zijn veel rijkere vrienden deelde. Hij had zelfs een oude auto voor zijn zoon gekocht.

Russell had moeten weten dat zijn vader zich dat allemaal niet had kunnen veroorloven. Hij had die leugentjes om bestwil moeten doorzien.

Op de dag dat zijn vader zelfmoord pleegde, had Russell bijna hetzelfde gedaan. Alleen de gedachte aan wraak had hem op de been gehouden en hem een reden gegeven om verder te leven. Na zijn bezoekje aan Power was hij meteen met zijn rechtenstudie gestopt en had hij een baan aangenomen als makelaar bij een groot kantoor in een chique buitenwijk in het oosten van Sydney. De jaren erna had hij weinig tijd doorgebracht met zijn vrienden – nog minder met meisjes – en al zijn energie gebruikt om zo rijk te worden dat hij Alistair Power te gronde kon richten.

Op zesendertigjarige leeftijd was hij Sydneys succesvolste makelaar en had hij diverse kantoren in de mooiste buitenwijken, plus een portfolio dat nu een van de meest gefotografeerde huizen van de stad bevatte.

Terwijl hij onder de begroeide portiek door liep, besefte hij dat de media er vast achter zouden komen dat hij dit huis had gekocht. Dit soort aankopen waren nieuws. Even overwoog hij te doen wat hij nog nooit had gedaan: een interview aan een krant geven in de ijdele hoop dat Power het zou lezen en uiteindelijk de Russell McClain van McClain Real Estate in verband zou brengen met die langharige jongeman die al die jaren geleden wraak had gezworen.

Zonde van de tijd, besloot hij, de sleutel in het bronzen slot van de dubbele voordeur stekend. Power zou dat verband niet leggen. Ze hadden elkaar naderhand immers al eens ontmoet tijdens een onroerendgoedtransactie, en bij Power was geen greintje herkenning te bespeuren geweest. Gewetenloze mannen herinnerden zich hun slachtoffers blijkbaar maar kort, waarschijnlijk omdat er zoveel waren. Koelbloedige schurk!

Toen Russell de zware voordeuren openduwde en de holle donkere hal binnen stapte, hoorde hij tot zijn verbazing iemand zingen. Stokstijf bleef hij staan luisteren. Ja. Boven was iemand aan het zingen. Een vrouw.

Hij fronste zijn wenkbrauwen. Volgens de bank waren hier gisteren schoonmakers bezig geweest. Waren ze misschien vergeten de radio uit te zetten?

Nee, het was geen radio, het was een stem zonder begeleiding. Er was iemand in zijn huis, iemand die hier niet hoorde. Vast een kraker, daar had hij vaak mee te maken, zelfs in luxehuizen zoals dit. Hoe goed een huis ook beveiligd was, die gewiekste profiteurs wisten altijd binnen te komen.

Terwijl hij stilletjes naar boven liep, bedacht hij hoe hij de situatie zou aanpakken. Vaak waren ze met een hele groep, meestal junkies. Soms was het echter gewoon iemand die van huis was weggelopen en een slaapplek nodig had. Of wilde douchen. Hij vermoedde het laatste.

Op de overloop aanbeland hoorde hij behalve gezang het zachte gespetter van water. Het klonk inderdaad alsof ze onder de douche stond. Hij liep over de brede, met tapijt beklede overloop naar de deur recht tegenover hem. Heel voorzichtig deed hij de klink naar beneden en stak zijn hoofd om de hoek. Nee, hier was ze niet.

Hoofdschuddend keek hij rond in wat vermoedelijk de grootste slaapkamer was. Power had duidelijk niet op de inrichting bezuinigd. Zelfs als het Franse meubilair namaak was, moest het nog een vermogen hebben gekost. Net als het levensgrote televisiescherm dat in de muur tegenover het bed was ingebouwd. Russell trok zijn wenkbrauwen op. Misschien was twintig miljoen wel een koopje geweest. De inboedel alleen al was een fortuin waard. Het moest Power wel pijn hebben gedaan om dit alles achter te laten. Hij hoopte het vurig.

Toch kon hij het niet verkroppen dat Power waarschijnlijk nooit zou weten wie zijn huis had gekocht. Wat hij nog erger vond, was dat hij zich nooit op een persoonlijke manier op de man zou kunnen wreken. Misschien zou het hem meer voldoening schenken als hij het huis betrok, wat hij de volgende dag beslist zou doen.

Maar eerst moest hij die onwelkome gast eruit knikkeren. Hij sloot de deur, liep verder en wierp een blik in de volgende slaapkamer. Die was heel mooi en zeer vrouwelijk. Het grote bed was duidelijk beslapen. De goudkleurige satijnen beddensprei was teruggeslagen en het kussen verfrommeld. Het watergespetter klonk hier beslist luider, hoewel het zingen plotseling opgehouden was. Russell glipte naar binnen en liep stil de kamer door, het hoopje goedkoop uitziende kleren opmerkend dat achteloos op de grond naast het bed was gegooid.

Toen hij bij de deur stond waarvan hij aannam dat die van de badkamer was, overwoog hij om eerst te kloppen, maar besloot dat hij de brutale indringster wilde overrompelen.

Jammer voor haar als ze poedelnaakt was, dacht hij kwaad toen hij de klink vastpakte. Krakers verdienden geen voorkomendheid of respect. Zonder aan de mogelijke gevolgen te denken, duwde hij de deur open.