Begeerte

 

 

 

 

Begeerte, ik weet het niet. Er schijnt iets niet aan te deugen. Zo mag je niet je naastens vrouw begeren, noch zijn dienstmaagd of vee. Je moet er dus mee oppassen – met begeren, en begeerte.

Ik begeer veel.

En mijn begeerte kan alles omvatten. De ene dag begeer ik aanstekers van Ronson, de volgende dag vulpennen van Dupont. Ik kan ook ineens een gloeiende begeerte opvatten voor de cantates van Bach: die wil ik dan onmiddellijk bezitten, allemaal.

Ik maak van zoiets meteen werk: ik stap in de auto en rij naar het adres waar ik moet zijn. De begeerte kan ook karamel, advocaat of een moeilijk verkrijgbaar koekje betreffen. Ja, eerlijk gezegd is begeerte een straf. Wie niets wil, die heeft het pas makkelijk, die heeft in feite alles.