Montblanc

 

 

 

 

Het moest er een keer van komen: ik heb een Montblanc gekocht, een balpen. Een mooie pen, ik kan niet anders zeggen. Helemaal blingbling. Hij ligt lekker in de hand, en hij schrijft goed.

Toch voelt het vreemd.

Ik ben altijd een Parker-man geweest. Misschien dat de liefde voor pennen van vader op zoon gaat; mijn vader was ook een Parker-man. Cross, Waterman, Sheaffer, het kwam er bij ons thuis niet in. Montblanc al helemaal niet – te duur.

Nu heb ik er een.

Ben ik overspelig.

De prijs viel mee, of laat ik het zo zeggen: hij was goedkoper dan de duurste Parker-pen, een of andere special edition in een gelimiteerde oplage. Een wonderlijk fenomeen overigens, in de pennenbranche: al die speciale edities, remakes van klassieke modellen en gelimiteerde edities. De pen als kleinood, verzamelobject, hebbeding.

Gek woord. Hebbeding.

Ik heb dus nu een Montblanc – schrijf ik er ook mee? Jawel, zeker. Af en toe maak ik er een aantekening mee in mijn notitieboekje. Ik zet ook wel eens ergens een handtekening, meestal in een restaurant, op een creditcardslip. Daar doet hij het overigens niet echt lekker op, het papier van die bonnetjes is glad en vet.

Verder schrijf ik nauwelijks met de Montblanc. Hij ziet er perfect uit om een gedicht mee te schrijven, ik noem maar wat, maar als me een poëtische regel te binnen schiet, gebruik ik liever de computer. De kans dat de regel tegenvalt is immers zo groot dat je hem, zodra hij voor je staat, het liefst snel wilt kunnen wissen. Niets erger dan een dichtregel die tegenvalt. Weg ermee, vergeten.

Zijn er nog mensen die met een pen schrijven? Het moet een vreemde ervaring zijn je eigen vergissingen, je eigen fouten, je eigen verkeerde ingevingen, je eigen foute dichtregels doorgestreept op papier te zien staan. Het zou me niets verbazen als er een heilzame werking van uitgaat. Schrappen is een goede zaak, maar wie niet ziet wat hij heeft geschrapt, begint altijd maar opnieuw, of kan in die illusie leven. Lijkt me gevaarlijk.

De pen ligt nu voor me. Ik kijk ernaar.

Daar is hij erg geschikt voor, om naar te kijken. Het is ook een perfecte pen om even in de hand te houden. Hij is ook bijzonder geschikt om uit de binnenzak van een colbertje te trekken. Het is zelfs lekker om even dat jasje open te slaan en te controleren of hij nog in de binnenzak zit, het witte Montblanc-logo (een sterretje) op de bovenkant van de dop staart je dan verwachtingsvol aan.

Verwachtingsvol?

Ja, verwachtingsvol – de pen wil gebruikt worden, zo lijkt het. De pen wil tevoorschijn springen uit de binnenzak en schrijven. Er schuilt ook enige tragiek in: alsof de pen nog niet weet dat pennen er allang niet meer zijn om mee te schrijven, nou ja, af en toe een krabbel, een aantekening. Maar echt woorden die ertoe doen?

Nee.

Niet te lang aan denken, anders worden we verdrietig.