Sokken

 

 

 

 

Klein genot en grote ergernis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Zo vind ik het bijzonder plezierig om twee keer per jaar, in het voorjaar en in de herfst, naar The English Hatter te wandelen om nieuwe sokken te kopen. Eigenlijk moet je daar als gezonde Hollandse jongen voor naar de HEMA, maar dat doe ik lekker niet. Daar hebben ze bovendien geen Falke. Kan een man een favoriet sokkenmerk hebben? Ik wist het ook niet, maar het kan. Het is me zelf overkomen. Ik ga al jaren voor Falke.

Een Duits merk. Fabulous Falke!

Een tijdje terug hing het straatbeeld vol supersonische damesbenen die in kousen waren gestoken. Het was nog sterker. Het waren niet alleen benen, het was een complete dubbelgevouwen vrouw die op posters in de abri’s hing. Ze maakte reclame voor kousen, mooi ritselend nylon van Falke. Ik had er meteen zin in, maar ik geloof dat het niet helemaal lekker gaat met de dameskous. Dat is jammer natuurlijk. Niets mooiers dan mooie benen in kousen, en dan zo’n strakke naad die aan de achterkant over de kuitjes spant.

Maar ter zake: sokken dus, daar had ik het over. Twee maanden geleden alweer maakte ik mijn pelgrimage naar de sokkenboer. Vijf paar sokken ging ik kopen, in vrolijke kleuren: rood, roze, lichtblauw, fluorescerend groen en oranje. De Falke Colour Shadow. U denkt misschien dat ik gek ben, maar zo’n sokkengigant heeft een aanbod dat er niet om liegt. Van tevoren internet raadplegen is handig. Ik trof daar voor het nieuwe seizoen: de Airport, de Airport Plus, de Tiago, de Golf Go 2, de Ru4, de Family (een André Rouvoet-sok), de Run Casual, de Harvard, de Naturfein (Geert Wilders-zijden sok), en de unisex Homepad, niet echt een sok, maar meer een pantoffel met zachte antislipnopjes, leuk voor Wouter en zijn Barbara. En dit zijn dan alleen nog maar de sokken in effen kleuren. Ruitjes, streepjes, ballen en vierkanten zijn ook nog mogelijk.

Maar ik ging voor de Colour Shadow, en met vijf paar kwam ik thuis. Een perfect uitgevoerde operatie. Man gaat sokken kopen en komt met de sokken thuis die hij wilde hebben. Je staat maar zelden bij zoiets stil, maar echt: het is een mooi gevoel, lekker afgerond en kloppend. Keurig bevredigde behoefte. Geen impulsaankopen, geen miskopen, geen tijdverlies, gewoon recht op de winkel af, bestelling plaatsen, sokken keuren, de betaling verrichten en dan weer fluitend op huis aan, een plastic zakje ritmisch dansend in de hand. Ja, ik verheugde mij als een kind op de eerste dag dat ik het eerste paar nieuwe sokken aan zou doen.

Die dag brak aan.

En alles verliep naar wens. De dag zelf deed het goed, en ik nog beter, vanwege de nieuwe sokken. Wat dat betreft zou je eigenlijk elke dag nieuwe sokken moeten dragen. Maar dat kan Bruin dan weer niet trekken.

Na een week had ik mijn nieuwe paren ingelopen, en ze gingen op zondag in de fijne was. Alle vijf de paren kwamen ook weer uit de was, ik keek er zelf op toe, en ze gingen aan de lijn. Het was een mooie voorjaarsdag, vanuit mijn kantoor had ik schitterend zicht op mijn vijf paar nieuwe sokken. Als ze straks droog waren, ging ik ze strijken, en daarna heerlijk in bolletjes rollen. Kortom, ik had ontzettend plezier van mijn nieuwe sokken.

Dit plezier, klein en fijn, duurde tot een week of twee geleden. Toen was ik ineens een sok kwijt. Hoe een sok weg kan raken is een groot raadsel, maar het gebeurt. Ergens in de cyclus zit een zwart gat waar ze nooit met z’n tweeën, maar altijd alleen in verdwijnen. De sokken worden gedragen, je doet ze uit, ze gaan in de wasmand, daarna, en uiteindelijk in de was. Ze komen daar weer uit, ze gaan aan de lijn of in de droogtrommel, ze komen terecht in de mand schone was, met T-shirts, onderbroeken, andere sokken. En dan gebeurt het: je selecteert al die was uit, om op te vouwen, te strijken, weer in de kast te leggen en verdomd als het niet waar is: er blijft één sok eenzaam achter op de bodem van de mand.

Waar is de andere? Nergens te vinden. Ik herhaal: nergens. Dit is daarom zo’n enorme ergernis omdat ik weet dat zo meteen een andere sok verdwenen zal zijn, en over een paar weken heb ik van mijn vijf nieuwe paren alleen nog maar vijf enkele sokken over. Op het geheel der dingen, en alle verdriet van de wereld meegerekend, is het een probleem van niets, maar toch erger ik me er groen en geel aan.