23

Zaak nr 3 1979

Alles uit plicht, niets uit liefde

Michelle dacht dat ze wel eerder kwaad was geweest, maar nog nooit zoals nu. Het was alsof ze een vulkaan was, dichtgestopt en afgesloten, waardoor ze de ziedende massa in zich niet kwijt kon. Dat heette – hoe? Magma? Lava, verdomme, ze kon zich de simpelste woorden niet eens meer herinneren. ‘Moederlijk geheugenverlies’, stond in de boeken, maar als het geheugenverlies was, was het zeer selectief, want het liet haar niet vergeten hoe intens ellendig en diepongelukkig ze was, hè? En vandaag was het tot dit moment allemaal heel goed gegaan: ze had alles in de hand, alles onder controle gehad, en toen was hij zonder een ogenblik na te denken het huis in komen banjeren en had hij de baby wakker gemaakt.

Michelle rukte aan de bijl, maar die zat in het blok hout vast als een verdomde Excalibur en ze ging zo op in haar razernij dat ze Shirley niet hoorde en ze schrok zich dood toen ze zich omdraaide en haar zag staan, en ze zei: ‘Jezus, je joeg me de stuipen op het lijf,’ en gedurende een nanoseconde in de tijd vergat ze hoe kwaad ze was, maar toen hoorde ze de baby in huis krijsen – half East-Anglia moest die rotbaby kunnen horen – en begon alles weer te zieden en ze wist dat het deze keer tot een uitbarsting zou komen en dat het een puinhoop zou worden. Krakatau. Zie je wel, sommige dingen kon ze zich toch nog herinneren. ‘Je ziet eruit alsof je iemand met die bijl gaat vermoorden,’ lachte Shirley, en Michelle zei: ‘Dat klopt.’

Ze stormde als een razende viking door de achterdeur naar binnen en toen Keith haar zag, lachte hij ook, ze stonden haar verdomme allemaal uit te lachen alsof het er niet toe deed wat ze zei, alsof ze niet meende wat ze zei, en ze hief de bijl op, hoewel dat onhandig gebeurde doordat ze niet echt begreep waar het zwaartepunt lag, en ze smeet hem naar Keith, maar het was een meisjesachtige worp en de bijl stuiterde log en belandde op de vloer zonder enige schade te hebben aangericht.

Hij was woedend, nog bozer dan zij was, en eerst dacht ze dat het alleen vanwege de bijl was, hoewel die míjlen bij hem vandaan lag, maar toen besefte ze dat hij over Tanya stond te schreeuwen. ‘Je had haar wel kunnen raken, je had haar wel echt kunnen bezeren,’ en ze zei: ‘Doe niet zo belachelijk, hij is niet eens bij haar in de buurt gekomen,’ en hij brulde: ‘Krankzinnig rotkreng, daar gaat het niet om,’ en ze was ineens bang, omdat ze zag dat Keith nu door het dolle heen was, hij zag er zelfs anders uit, en hij maakte een beweging alsof hij de bijl wilde oppakken, maar even later lag die in Shirleys handen en zij gooide er niet op een meisjesachtige manier mee, maar hief het volle gewicht van de bijl gewoon op en liet het blad neerkomen op Keiths hoofd en toen was iedereen stil, zelfs het monster.

Shirley zat bij de ehbo maar er was geen medische training voor nodig om te zien dat niemand meer iets voor hem kon doen. Michelle zat op de grond, met haar armen om zich heen geslagen alsof ze in een dwangbuis zat, wiegde heen en weer en hoorde een eigenaardig weeklagend geluid waarvan ze besefte dat het uit haar kwam, en Shirley zei met een koude stem: ‘Laat dat,’ maar ze kon het geluid niet beëindigen, dus greep Shirley haar beet en trok haar overeind en schreeuwde: ‘Houd je mond, Michelle, houd je mond!’ maar dat kon ze niet, dus gaf Shirley haar een harde stomp in haar gezicht.

De schok was zo groot dat ze dacht dat haar ademhaling wel eens een seconde kon zijn gestokt en ze wilde zich alleen maar oprollen tot een bal en vergetelheid vinden. Shirley zei: ‘Je hebt zojuist verdomme het leven van ons allebei verwoest, om nog maar te zwijgen van dat van Tanya,’ en Michelle dacht: Om nog maar te zwijgen van dat van Keith, maar ze wist dat Shirley gelijk had, want als puntje bij paaltje kwam, was het haar schuld.

Dus stond ze van de grond op – ze was stijf als een oude vrouw – en pakte de bijl, die tenminste niet in zijn hoofd vastzat, wat in elk geval iets was om dankbaar voor te zijn, en toen veegde ze het handvat van de bijl langs haar spijkerbroek af en greep het zelf beet en zei tegen Shirley: ‘Ga weg.’

Tanya stond, hing aan de rand van haar box, en ze begon weer te krijsen, alsof ze zojuist door een speld was geprikt. Shirley pakte haar op en probeerde haar stil te krijgen, maar het kind zag er niet uit alsof het ooit weer stil zou worden. ‘Ga nou maar,’ zei Michelle. ‘Ga alsjeblieft, Shirley.’ Shirley zette de baby weer neer en zei: ‘Ik beloof dat ik namens jou voor haar zal zorgen,’ en Michelle zei: ‘Dat weet ik. Haal haar hier weg, geef haar een nieuw begin, wees voor haar de moeder die ik niet kan zijn,’ want als er één mens op aarde was die ze kon vertrouwen was het Shirley.

‘Goed,’ zei Shirley, en je zou denken dat ze dit al eerder had gedaan, zo goed had ze alles in de hand. ‘Goed, ik zal de politie bellen en ik zal zeggen dat ik je zo heb aangetroffen. Goed? Góéd, Michelle?’

‘Goed.’

En vervolgens nam Shirley de hoorn van de haak en draaide het alarmnummer en zodra er werd opgenomen begon ze hysterisch te gillen, je zou denken dat ze de beste actrice ter wereld was, en toen ze eindelijk ophield en de hoorn op de haak legde, wachtten ze samen zwijgend tot de politie kwam. Het monster was op de grond in slaap gevallen. Het was heel koud en Michelle had graag wat willen schoonmaken voor de politiek kwam, maar daar had ze geen fut voor. Eindelijk hoorden ze het geluid van een sirene, en toen van nog een, en het geluid van de politieauto’s die hobbelend het landweggetje op kwamen, en Michelle zei tegen Shirley: ‘Je hebt helemaal geen chocoladecake gehad.’