6
Na het eten waarschuwde Andrew ons dat het licht om tien uur uit zou gaan. Tot die tijd ging hij nog wat werk inhalen en konden wij ons ontspannen.
Het probleem was dat we ons helemaal niet wilden ontspannen. Of lekker wilden gaan slapen. We wilden ons leven terug – we wilden de Edison-groep een halt toeroepen, tante Lauren en Rae bevrijden, de vader van de jongens terugvinden en mijn vader laten weten dat ik veilig was. Aan tafel een bordspel gaan zitten spelen zou pure marteling zijn... en dat was precies wat Andrew voorstelde, aangezien er verder in het huis weinig te doen was.
Tori en ik liepen net de trap op naar onze kamer, toen Gwen de hal in kwam om ons gedag te zeggen.
‘Mag ik je een paar dingen vragen voor je weggaat?’ vroeg Tori aan Gwen, terwijl ze zich de trap af haastte. ‘Ik weet nog bijna niets van al dat heksengedoe en ik weet dat we morgen met de lessen beginnen, maar als je tijd hebt om een paar vragen te beantwoorden...’
Gwen lachte breed. ‘Natuurlijk. Meestal ben ik zelf de leerling, dus graag. Kom mee naar de woonkamer, dan maken we een babbeltje.’
Ik voelde een steek van afgunst. Ik had ook vragen. Ontzettend veel vragen. En wie had ik als lerares gekregen? Margaret, en die leek me niet bepaald het type om even gezellig een kletspraatje met je te komen maken. Om nog maar te zwijgen over het feit dat zij een van de sceptici was.
Ik sjokte de trap op en merkte pas dat de deur van de slaapkamer van de jongens openstond toen Derek zijn hand uitstak en met zijn vingers langs mijn elleboog streek.
‘Hé,’ zei ik, terwijl ik een poging deed om te glimlachen.
‘Heb je het druk?’ vroeg hij met een stem die nauwelijks boven een fluistering uitkwam.
‘Was het maar waar. Wat is er?’
Hij keek vluchtig achterom naar de deur van de badkamer. Er scheen licht onder de deur door. ‘Ik dacht, eh... als je niets te doen had, dat we dan misschien...’
De badkamerdeur zwaaide open en Derek schrok. Simon kwam naar buiten.
‘Mooi, je hebt Chloe gevonden,’ zei hij. ‘En, wat gaan we doen? Ik wil niet weer een avontuur mislopen.’
‘Al onze avonturen overkomen ons maar,’ zei ik, ‘en de meeste zouden we het liefst niet beleven.’ Ik keek op naar Derek. ‘Wat wilde je zeggen?’
‘Niets. Alleen dat we niet te veel moeten doen.’
‘Oké. Maar wat gaan we dan wel doen?’
‘Vanavond niets. Gewoon... wat jij wilt.’ Hij trok zich terug in hun kamer.
Ik keek Simon aan.
‘Ja, hij doet raar. Ik praat wel met hem. Ik zie je zo.’
Ik deed net de deur van onze slaapkamer open toen Tori naar boven kwam. We gingen samen naar binnen en voerden een ongemakkelijk gesprek, dat na een poosje gelukkig werd onderbroken toen Simon op de deur klopte.
‘Heeft iedereen zijn kleren aan?’ riep hij, en hij wilde al opendoen.
‘Pardon?’ zei Tori. ‘Zou je ons niet eerst de kans geven om te antwoorden?’
‘Het was een waarschuwing, geen vraag. Ik wilde alleen maar beleefd zijn.’
‘Beleefd zijn houdt in dat je wacht tot...’
Ik stak mijn hand op. Meer was er niet voor nodig om een eind te maken aan het gekibbel.
‘Ik heb iets ontdekt,’ zei Simon terwijl hij naar binnen liep. Hij haalde een ouderwetse sleutel uit zijn zak en grijnsde naar me. ‘Hij was met plakband aan de achterkant van mijn la geplakt. Wat denk je? Verborgen schat? Geheime gang? Afgesloten kamer waar ze gekke tante Edna gevangen houden?’
‘Waarschijnlijk is het de sleutel van een andere ladekast,’ zei Tori. ‘Eentje die ze vijftig jaar geleden al bij het grofvuil hebben gezet.’
‘Sneu, hoor, als je zonder fantasie wordt geboren. Houden ze daar weleens inzamelingsacties voor?’ Hij wendde zich weer tot mij. ‘Chloe, help me nou even.’
Ik pakte de sleutel aan. Die was zwaar en roestig. ‘Hij is in elk geval oud en hij was verstopt.’ Ik keek naar hem op. ‘Je verveelt je nogal, hè?’
‘En niet zo’n klein beetje. Nou, zin om op onderzoek uit te gaan?’
Tori rolde met haar ogen. ‘Ik denk dat ik maar eens lekker op bed ga liggen om te dromen van thuis, waar geen mensen rondlopen die het leuk vinden om op zoek te gaan naar een afgesloten deur.’
‘Hé, ik heb je gewaarschuwd dat wij niet cool zijn,’ zei Simon. ‘Hoe meer je met ons omgaat, hoe erger je ermee wordt besmet.’ Hij keek naar mij. ‘Ga je mee?’
Toen ik niet meteen antwoord gaf, zei hij: ‘Nee?’ De teleurstelling klonk duidelijk in zijn stem door, maar toen glimlachte hij geforceerd. ‘Geeft niks. Je bent moe...’
‘Dat is het niet. Alleen... we moeten erachter zien te komen wie die jongen is die ik heb gezien, en of er een verband is tussen hem en dit huis.’
‘Welke jongen?’ vroeg Tori.
Ik vertelde haar over de geest en zei: ‘Ik weet dat Derek zei dat we vanavond niet te veel moesten doen, maar...’
‘Maar kennelijk gold die waarschuwing alleen voor ons, want hij is inmiddels al op zoek naar aanwijzingen over die jongen. Hij wil niet dat we hem helpen. Volgens hem lijkt het verdacht als we allemaal tegelijk gaan rondneuzen.’
Dus Derek was zonder mij op onderzoek uitgegaan? Ik voelde een steek van... ik weet niet, teleurstelling, denk ik. Toen dacht ik aan ons eerdere gesprekje op de overloop. Had hij me toen soms willen vragen of ik meeging? De teleurstelling werd groter.
‘Wat dachten jullie van zelfverdedigingsles?’ vroeg Tori.
‘Ja, mij best...’ zei Simon. ‘Beter dan niets.’
‘Nou, ik moet eigenlijk nog iets doen,’ zei ik. ‘Maar ga vooral je gang.’
Ze keken me aan alsof ik had voorgesteld dat ze met haaien zouden gaan zwemmen. Geen slechte vergelijking, eigenlijk. Simon en Tori die samen zelfverdediging oefenden, dat moest wel op een bloedbad uitdraaien.
‘Wat ben je van plan?’ vroeg Simon.
‘Gewoon... Nou ja, mijn tante... Wat ik gisteravond heb gezien... Ik wil graag...’
‘Proberen haar op te roepen,’ maakte Tori mijn zin voor me af. ‘Om te zien of ze dood is, toch?’
Simon keek haar boos aan omdat ze het zo bot verwoordde, maar ik knikte. ‘Precies. En Liz. Ik wil proberen contact op te nemen met Liz. We kunnen haar goed gebruiken als we op zoek willen naar aanwijzingen. Het enige probleem is dat ik misschien die jongen weer oproep als ik probeer haar te ontbieden.’
‘En daarom kun je het beter niet alleen doen,’ zei Simon. ‘Ik blijf wel bij je.’
‘Ik ook,’ zei Tori. ‘Als je dat demonenjoch toch oproept, kan ik hem misschien wel aan het praten krijgen.’
Ze stak haar hand uit. Er verscheen een tollende energiebal boven haar handpalm.
‘Goed dan,’ zei ik.