HOOFDSTUK 15


... Dit contemplatieve leven is een stuk veiliger, geloof dat maar, zowel voor mezelf als voor anderen die op mijn pad komen. Ik vergeet bet verleden niet, ik weet nog boe ik was. Als ik naar hem kijk, treur ik niet om bet verlies van wat andere mannen wel hebben: de warmte van een gezin, de veiligheid van een huis en een gemeenschap, en een taak onder mensen die de wereld moeten besturen. Onze zoon is een van die mensen, ik ben dat niet meer. Hij hoeft niet bang voor me te zijn, ik zal zijn macht nooit bestrijden. Hij is nu al een beter mens dan ik ooit zou kunnen zijn en daarvoor dank ik je uit de grond van mijn hart. Ik heb je slecht behandeld, ik wist niet beter. Daarentegen heb jij me een onbetaalbaar geschenk gegeven. Ik beloof je dat ik hem als een goede vader hulp, raad en liefde zal geven. Dat is het enige waarmee ik je alles kan vergoeden. Weet dat mijn donkere weg een weg naar het licht is geworden, niet alleen door de komst van een zoon wiens bestaan me onbekend was, maar ook door de liefde en leiding van een God van Wiens bestaan ik tot het begin van deze zomer net zo weinig wist als van dat van Thorvald. Ik ben deze vreugde niet waard, ik begroet elke dag vol verwondering. Ik wens je van harte net zo'n gelukkig leven als het mijne. Voor het ter wereld brengen van deze geweldige zoon en voor de manier waarop je een man van hem hebt gemaakt, verdien je niet anders.

Deel van een brief