HOOFDSTUK 14
‘Ik zou graag een ribeye willen, medium…’ Ik keek heen en weer tussen de serveerster en de menukaart. Mocht ik nu ik zwanger was misschien geen halfgaar eten hebben? Ik wist het niet. Ik moest maar eens wat info gaan googelen. Zuchtend sloeg ik de menukaart dicht. Veiligheid boven smaak dan maar. ‘Ik wil hem toch doorbakken.’
‘Eet je normaal altijd zo je steak?’ vroeg Nick toen de serveerster wegliep.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Normaal eet ik ’m zoals jij, medium rare, maar ik weet niet of dat nu wel verstandig is.’
Hij zat tegenover me en pakte zijn glas water. ‘Misschien hebben we een handleiding nodig of zo.’
‘Dat zou handig zijn.’ Grijnzend speelde ik met het randje van het katoenen servet dat om het bestek gewikkeld was. ‘Die is vast wel ergens te vinden.’
Na wat waarschijnlijk de ongemakkelijkste omhelzing uit de geschiedenis van de mensheid was, had Nick gevraagd of ik honger had. In plaats van uit te leggen dat ik net had gegeten, besloot ik mee te gaan met zijn voorstel, want we moesten praten. Een halfuur later zaten we in een Outback-restaurant, niet al te ver van Mona’s.
‘Je zei dat je een afspraak had bij de kliniek, toch?’ vroeg hij. ‘Deze week? Ik wil met je mee.’
Voor de honderdste keer vandaag keek ik versteld. Ik leunde achterover tegen het bankje. ‘Je hoeft niet…’
‘Ik weet dat ik niet mee hoef te gaan.’ Nick fronste, en verdorie nog aan toe, zelfs met een frons op zijn gezicht zag hij er nog steeds superknap uit. ‘Maar ik wil het.’
Ik voelde iets warm worden in mijn borstkas, maar ik negeerde het. ‘Het stelt niks voor. Ze gaan me daar vertellen dat ik zwanger ben en sturen me door naar een geboortekliniek.’
‘Waarom maak je daar dan niet meteen een afspraak mee?’ Hij keek me onderzoekend aan. ‘Als je toch al weet wat er speelt.’
Verdomme. Daar had hij een goed punt.
‘Goed punt, of niet?’
Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. ‘Kun je soms gedachten lezen?’
‘Nee.’ Hij lachte. ‘Ik denk gewoon logisch na.’
‘Ja joh,’ verzuchtte ik. ‘Oké. Ik maak morgen wel een afspraak bij de geboortekliniek. Nou ja, als ik er eentje kan vinden tenminste.’
Hij glimlachte even. ‘Ik ben altijd beschikbaar. Laat het maar weten. Ik kan je erheen brengen of dat we daar afspreken.’
‘Oké.’ Ik sloeg mijn armen over elkaar voor mijn buik, keek op en zag dat hij naar me keek. ‘Ga je… het ook aan je familie vertellen?’
Zijn kaak stond ineens strakgespannen. ‘Nee.’
Hij zei het zo snel dat het snijdend overkwam. ‘Oké.’
‘Verdomme.’ Hij leunde voorover en legde zijn armen op tafel. ‘Zo bedoelde ik dat niet. Ik heb geen naaste familie – tenminste niet iemand die daarom geeft.’
Ik hield mijn hoofd een beetje schuin. ‘Wat betekent dat?’
‘Heel veel.’ Hij steunde met zijn kin op zijn hand en hield zijn vingers voor zijn mond. ‘Ik heb geen goede band met mijn familie. Ik weet niet eens of ze hier in de buurt wonen. Ben jij van plan het aan Roxy te vertellen?’
Ik wist dat hij doelbewust van onderwerp veranderde en had er moeite mee om het vorige onderwerp te laten varen. Alles was nieuw voor ons en we liepen op onze tenen. Als hij nu die informatie niet wilde geven, prima, maar vroeg of laat moest het toch. ‘Daar had ik nog niet over nagedacht. Jij wel?’
‘Ik wilde dat aan jou overlaten, maar ik wil het niet geheimhouden voor iedereen,’ zei hij. ‘Ik moet het Jax laten weten voor als ik vrij wil of zo, maar hij kan wel een geheim bewaren.’
‘Misschien vertelt hij het wel aan Calla. Ik bedoel, ze zijn een stel, en stelletjes praten met elkaar. Als zij het dan weet, is de kans groot dat ze het een keer tussen neus en lippen doorvertelt.’ Ik beet op mijn lip. ‘Al hoeven we op dit moment nog niemand iets te vertellen.’
Hij knikte. ‘Er hoeft op het moment nog niets gezegd te worden, maar hoe breng je het dan op je werk? Hoe denk je dat ze er daar op zullen reageren?’
‘Ugh.’ Ik steunde met mijn kin op mijn handen. ‘Daar wil ik nu niet eens over nadenken. Ik heb gelukkig nog wel tijd voordat ik het op mijn werk moet vertellen.’
Nick trok een wenkbrauw op. ‘Ik denk niet dat het verstandig is om een paar maanden voordat je gaat bevallen te vertellen dat je zwanger bent.’
‘Ik weet het, maar ik ben nu amper een maand zwanger, dus ik heb nog wel wat tijd.’ Ik trok mijn neus op toen hij beide wenkbrauwen optrok. ‘De meeste vrouwen vertellen het niet al zo vroeg, toch? Het is niet alsof ik overdreven aan het uitstellen ben.’
‘Hm.’
Ik kneep mijn ogen weer tot spleetjes. ‘Wat betekent dat nou weer?’
‘Niets.’ Er viel een korte stilte. ‘Je stelt het niet overdreven uit. Je hoeft het ze nog niet te vertellen. Ik bedoel, volgens mij wachten de meeste vrouwen ermee, maar jij lijkt me niet het type dat ook maar iets uitstelt. Jij lijkt alles meteen aan te willen pakken.’
‘Je kent me duidelijk niet zo goed.’ Meteen merkte ik dat ik onvriendelijk overkwam.
Nicks vingers zakten voor zijn mond weg, er kwam een halve glimlach tevoorschijn. ‘Daar zijn we nu mee bezig, toch? Elkaar beter leren kennen.’
Het voelde voor mij tot nu toe niet echt alsof we de diepte in gingen. ‘We moeten wel,’ zei ik op toegeeflijker toon.
‘Mee eens.’ Ineens stak hij zijn lange arm over de tafel heen. Hij legde zijn hand op mijn wang en ik verstijfde en hield mijn adem in toen hij met zijn duim over mijn kin wreef. ‘Je had daar een pluisje zitten.’
Mijn hart ging tekeer. ‘O.’
‘Ja.’ Zijn wimpers gingen naar beneden en schermden zijn ogen af. ‘Nu niet meer.’
‘Dat is mooi,’ fluisterde ik, en mijn hart ging nog sneller slaan. ‘Zoek je nog meer pluisjes?’
Nick grinnikte met een laag geluid dat een fijne rilling bij me teweegbracht. ‘Misschien.’ Zijn stemgeluid was veranderd, het liep over mijn huid als warm water. ‘Pluisjes zijn geniepig. Maar volgens mij moet ik nog grondiger op zoek gaan.’ Hij grijnsde breeduit toen hij zijn hand weghaalde. ‘Gewoon om er zeker van te zijn dat je geen pluisjes hebt op plekken die ertoe doen.’
Ik grijnsde. ‘Je bent zo behulpzaam.’
‘Zeker.’ Hij hield zijn hoofd schuin en het flauwe licht weerkaatste op zijn jukbeenderen. ‘Hoe dan ook, we moeten elkaar leren kennen. We zitten nu aan elkaar vast voor zo’n beetje… altijd.’
Ik voelde een prikkelende warmte op mijn huid, maar de warmte van de sensuele aanraking van daarnet sleet weg. Er kwam een soort verbitterd gevoel dat ik niet zo goed begreep voor in de plaats, en ik wist meteen wat ik moest zeggen. ‘Volgens mij moet je betere condooms gaan kopen, of niet?’
Zijn grijns werd zuur. ‘Volgens mij moet jij beter opletten met de pil, of niet?’
Touché.
We scoorden allebei punten.
‘Luister. Het is aan ons om hier het beste van te maken.’ Hij leunde achterover op zijn bankje en keek een tikkeltje ijziger dan daarnet. ‘We schieten er weinig mee op als we elkaar beschuldigen. We moeten nog veel uitzoeken, belangrijke dingen, zoals kinderopvang, hoe we het kind gaan opvoeden, hoeveel geld alles gaat kosten. Ik weet ook niet hoe dit juridisch in elkaar steekt, maar dat moeten we dus allemaal uitzoeken.’
De prikkende warmte breidde zich verder uit, en ik wou dat ik buiten stond, zodat de koude wind mijn lichaam zou afkoelen en het prikkende gevoel wegnemen. Ik voelde mezelf knikken, maar ik kreeg het woord ‘vast’ niet uit mijn hoofd. Aan iemand vastzitten betekende niet automatisch dat het dieper ging. Wat dacht ik eerder wel niet, toen Nick me omhelsde? Dat we op de een of andere manier naar elkaar toe zouden groeien en om elkaar gingen geven, misschien zelfs… liefde voor elkaar zouden gaan voelen op een manier waarvan ik altijd al droomde?
Ik was ook zo’n idioot.
Nick en ik hadden seks gehad. Nu moesten we leven met de consequenties. Er kwamen geen emoties bij kijken. Nee. Helemaal geen.
Hij keek weg, er klopte een spiertje in zijn kaak. Het eten werd gebracht, maar ik had geen honger meer.
Nou, van dat nieuwe begin was de glans wel af.
De stapel nieuwe multomappen wiebelde in mijn armen toen ik maandagmiddag langs de kantoorhokjes liep. De opgefriste werknemershandleiding was klaar, maar nu hadden ze nieuwe multomappen nodig, gewoon omdat. De geur van plastic zorgde ervoor dat mijn gevoelige maag zich omdraaide en ik kwam al half in de verleiding om alles in het magazijn neer te flikkeren, maar ja, dat kon niet, gewoon omdat dat geen acceptabel gedrag zou zijn.
Ik zette ze op de middelste plank, keurig gespiegeld, en streek toen mijn blouse glad. De plasticgeur werd overstemd door een ander luchtje, iets muskusachtigs. Ik draaide me om en toen ik zag wie daar stond, had ik mezelf bijna op de grond gegooid om als een peuter te gaan krijsen en met mijn ledematen te maaien.
Rick stond in de deuropening. Zijn rode wangen en kraalogen waren wel het laatste wat ik wilde zien. Dus hij was de bron van dit nieuwe maagomkerende aroma. Soms leek het alsof hij baadde in aftershave.
Hij grijnsde.
Ik zuchtte.
Vandaag was geen goede dag. Mijn shitbui was deze morgen al begonnen toen ik een ontzettend leuke gestreepte kokerrok had geprobeerd aan te trekken. Ik had hem over mijn dijen en heupen gekregen, maar toen ik probeerde de rits dicht te doen, zat mijn buik in de weg en scheurden de naden bijna uit.
En nadat ik dit allereerste zwangerschapsgerelateerde kledingfiasco had meegemaakt, was mijn buik niet bepaald de vrolijkheid zelve gedurende de regenachtige rit naar mijn werk. Aangezien ik niet de vooruitziende blik had gehad om te researchen wat je in je zwangerschap kon doen om met die ellendige misselijkheid om te gaan, zat er niets anders op dan afzien tot ik weer naar huis kon. Ik was te paranoïde om die info te googelen op mijn werk.
Omdat mijn buik voelde alsof hij overliep van gal, kreeg ik met de lunch niet veel binnen. Zodoende was ik hongerig en bloedchagrijnig tegelijk. Maar dat was nog niet eens het allerergste wat er tijdens de lunch gebeurde. Omdat ik toch niet kon eten, had ik me in mijn auto teruggetrokken en een lijstje geboorteklinieken gebeld, en God nog aan toe, waren alle vrouwen in het land tegelijk zwanger? Ik moest maar liefst zes verschillende klinieken bellen voordat ik er een had waar ik in de tweede week van november terechtkon.
De tweede week van november!
Shit zeg, als ik het goed had uitgerekend, zou ik tegen die tijd acht weken zwanger zijn. Acht weken! Dat was bijna twee maanden. Wat zou ik in godsnaam moeten doen tussen nu en dan?
Er waren een hoop dingen die ik kon verpesten in de tussentijd.
Maar ik maakte de afspraak, en toen stuurde ik Nick een berichtje met de datum, ook al was ons dinertje gisteravond een ramp geweest.
Geen reactie.
Helemaal niks.
Dus hij wilde betrokken zijn en we moesten dit samen doen want we hadden er ook samen voor gezorgd en bla, bla, bla, maar dat berichtje was nu alweer drie uur geleden en hij had nog steeds niet gereageerd. Wat een geweldig begin.
Goed, er zou iets aan de hand kunnen zijn, maar mijn shitdag was gewoon shit en logisch nadenken maakte dat echt niet beter.
En nu stond Rick me ook nog aan te staren met zijn kloteharses.
Ik liep naar de deur, van plan om hem in zijn noten te trappen als hij niet aan de kant ging, maar terwijl ik dichterbij kwam, deed hij dat wonder boven wonder wel. Rick zei niks terwijl ik langs hem heen stormde, met ingehouden adem vanwege die allesoverheersende aftershave. Hij stond daar maar, als een eersteklas engerd naar me te staren.
Als een supersmeerpijp.
Ik was bijna weer bij mijn bureau toen Marcus’ deur openvloog. Mijn ogen werden groot van schrik en ik kwam plotseling tot stilstand. Andrew Lima kwam het kantoortje uit en stormde naar de glazen deuren. Marcus kwam vlak achter hem aan, op de voet gevolgd door Andrews dochter, de kalme Jillian.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ik, terwijl mijn hand om onduidelijke redenen naar mijn buik ging.
Ik trok mijn hand weg, zo snel dat niemand had gezien wat ik deed.
Jillian rende langs me heen met een lijkbleek gezicht. ‘Brock,’ zei ze. Over haar donkere ogen lag een laagje traanvocht. ‘Hij is gewond geraakt.’