HOOFDSTUK 13
Op zondagmiddag was ik terug in Plymouth Meeting, en hoewel ik nog steeds om de paar minuten een aanval van gekte kreeg, had ik mezelf nu wel iets beter in de hand. Het bezoekje aan mijn moeder was het slimste wat ik had kunnen doen.
Bij haar zijn, haar advies aanhoren, de zaterdag lang opgekruld op de bank films kijken en schransen, had me echt geholpen. We hadden er die avond verder over gepraat onder het genot van sundaes. We hadden de… opties besproken die ik had en de gevolgen daarvan. Ik twijfelde totaal niet aan wat ze tegen me had gezegd. Ongeacht wat ik besloot te doen en wat er ook gebeurde, ze zou me altijd steunen.
Toen ik een paar uur geleden was vertrokken, merkte ik al aan haar dat de rompertjes door haar hoofd dansten toen ze bij de voordeur stond, met Loki in haar armen.
Het was fris in mijn appartement toen ik binnenkwam. Ik gooide mijn logeertas op bed, draaide me om en liep naar de thermostaat in de hal. Ik draaide hem een tandje hoger en at het broodje vleeswaren op dat ik onderweg had gehaald.
Toen het bijna één uur was, pakte ik mijn telefoon en nam die mee naar de bank. Nick had vannacht vast gewerkt en ik hoopte dat ik hem niet wakker maakte met mijn berichtje. Natuurlijk kon ik hem ook bellen, maar dat was een beetje gek omdat we elkaar nog nooit eerder gebeld hadden, dus hij zou doorhebben dat er iets anders dan anders was en hij zou me vast niet laten ophangen voordat ik het verteld had.
Hé, ben je wakker?
Ik kromp ineen nadat ik dat berichtje gestuurd had, want hoe suf klonk ‘hé’ als je op het punt stond iemands leven te ontwrichten. Het duurde een paar tellen voor ik antwoord kreeg.
Ik dacht dat je me niet meer aardig vond.
Hij bedoelde vast dat ik niet gereageerd had op zijn laatste berichtje. Ik wilde er al op reageren, maar hij was me te snel af.
Ik zit in een diepe, diepe put.
Ik trok mijn wenkbrauwen op.
Kan niet eten. Kan niet slapen.
‘Wat zullen we nou…?’ fluisterde ik.
Zo ontzettend droevig. Ik heb mijn hoofd kaalgeschoren.
Er kwam even niks binnen.
Geintje, joh.
Dat klonk vast vrij ernstig, of niet? Ja, ik ben wakker. Wat is er?
Ondanks alles glimlachte ik en schudde ik mijn hoofd. Hij was… Nick was me er eentje. Eindelijk kon ik hem een berichtje terugsturen. Is het mogelijk om vandaag af te spreken? Ik wachtte even en typte er toen bij: Het is belangrijk.
Het duurde een tijdje voor ik antwoord kreeg. Tuurlijk. Ik kan tegen drie uur bij je zijn?
Ik stuurde een bericht terug dat het goed was, en de daaropvolgende twee uur liep ik alleen maar te ijsberen. Toen hij op mijn deur klopte, iets na drieën, schrok ik me alsnog het apelazarus. Ik rende naar de deur en deed open.
Toen ik Nick na twee weken weer zag, voelde het net alsof ik hem weer voor het eerst ontmoette. Zijn donkere haar hing over zijn voorhoofd, de uiteinden waren gekruld. Het viel me op dat hij zijn haar liet groeien. Zijn lichtgroene ogen waren warm en nieuwsgierig toen hij naar mijn gezicht keek, en hij had een scheve glimlach. Zijn witte thermoshirt zat strak om zijn brede schouders, en toen ik naar beneden keek, zag ik dat zijn gespierde borstkas ook goed uit de verf kwam. Hij had vast een bizar trainingsschema, ik wist niet hoe hij anders zo goed in vorm bleef.
Ik was zwanger van zijn kind, en ik kende hem amper.
God, het voelde net alsof ik mijn hoofd in een bak ijswater stak.
‘Hoi,’ zei hij terwijl hij binnenkwam. ‘Sorry dat ik te laat ben. Er was een ongeluk gebeurd. Het duurde even voor ik erlangs kon.’
‘Het is al goed.’ Ik sloot de deur en negeerde mijn bonzende hart. ‘Wil je misschien iets drinken?’
Hij bleef me nieuwsgierig aankijken. ‘Ja hoor. Wat heb je in huis?’
‘Eh… Fris. En sinaasappelsap.’ Ik liep naar de koelkast en wou dat ik iets sterkers voor hem in huis had. ‘IJsthee.’
‘Dat lust ik wel.’
Ik pakte een glas en probeerde zo normaal mogelijk te doen. ‘Heb je gisteren nog gewerkt?’
‘Ja.’ Zonder op te kijken wist ik dat hij vlak bij de keuken stond, naar mij te kijken. ‘Ik was om één uur klaar. Op dit moment werk ik alleen van donderdag tot en met zaterdag.’
‘Maak je dan wel genoeg uren?’ Ik keek hem aan en wou dat ik dat niet gevraagd had. Aan de andere kant was het ook wel een soort van nodig. ‘Ik bedoel, Roxy werkt daar vier dagen in de week, of niet? Diensten van tien uur.’
‘Je bent goed op de hoogte.’ Hij nam zijn glas aan en keek me aan. ‘Op dit moment hoef ik alleen die dagen te werken.’
Wat betekende dat? Ik wist dat Roxy redelijk verdiende als barvrouw, maar ze had er ook een eigen bedrijfje naast. Hoeveel geld verdiende Nick wel niet met zijn geheime business als hij maar drie dagen hoefde te werken? Of misschien hoefde hij niet zo veel te werken omdat hij nog bij zijn ouders woonde. Het kon allemaal.
O shit. Wat als hij nog thuis woonde?
Ik herinnerde me dat hij zei dat hij afgestudeerd was, dus waarom werkte hij in een bar, en dan ook nog maar drie dagen per week? God, ik had zo veel vragen.
‘Heb je me laten langskomen om me uit te horen over de uren die ik bij de bar draai?’ vroeg hij. Zijn scheve grijns werd breder.
‘Nee. Ik…’ Ik schraapte mijn keel terwijl ik langs hem stapte en naar de bank liep. Ik moest mijn hoofd erbij houden. Hij volgde me en ging op het puntje van de bank zitten. ‘Dat is niet de reden waarom ik je gevraagd heb hier te komen.’
Zijn wenkbrauwen bewogen een stukje omhoog terwijl hij een slok ijsthee nam. ‘Ik moet toegeven, ik word gek van de spanning.’
Ik wreef met mijn handen over mijn benen zodat ze niet gingen trillen. Ik kon maar beter de pleister er snel af trekken, dat was de beste manier. Mijn keel werd nauwer. ‘Ik weet niet zo goed hoe ik je dit het beste kan vertellen.’ Ik wachtte en keek naar hem. Zijn grijns was een beetje afgezwakt. ‘Ik ben… zwanger.’
Zo. Het hoge woord was eruit.
Zijn grijns was helemaal verdwenen en hij keek me aan alsof ik had gesproken in een vreemde taal. Ik zag dat zijn hand zijn glas keihard omklemde. Hij zei niets, maar ik had de belangrijkste woorden uitgesproken, en het voelde alsof de stop uit mijn keel was getrokken.
‘Volgens de zwangerschapstests die ik gedaan heb, ben ik nu zo’n vijf weken zwanger, wat ook klopt met de timing,’ ging ik vlug verder. ‘Ik heb donderdagmiddag een afspraak bij een arts, maar ik weet eigenlijk al genoeg.’
Nicks mond ging een paar seconden open, maar er kwam geen geluid uit. ‘Ik heb een condoom gebruikt,’ zei hij met een hese stem. ‘Ik gebruik áltijd een condoom.’
Mijn rugspieren verstijfden toen er ineens iets in me opkwam. Wat als hij niet geloofde dat hij de vader was? Dat was geen heel vreemde gedachte. Mijn hart ging tekeer. ‘Ik weet het, maar het condoom kan gescheurd zijn, en het voelde nadien wel… anders. Ik heb geen seks gehad na jou en voor jou had ik een halfjaar drooggestaan. Ik slik de pil, maar vanwege de verhuizing heb ik er een paar gemist,’ ratelde ik verder. ‘Ik schonk er niet zo veel aandacht aan, want ik had niks met iemand gedaan tot… die nacht met jou.’
Nick keek weg en hij zette zijn amper aangeraakte ijsthee op de bijzettafel. ‘Weet je zeker dat je zwanger bent?’
‘Ik heb drie tests gedaan.’ Ik wachtte op zijn vraag of ik wel zeker wist dat hij de vader was. Die vraag zou steken, maar ik verwachtte hem wel, en ik kon het hem niet kwalijk nemen.
‘O, shit.’ Hij stond op en haalde een hand door zijn haar. ‘O, shit.’
‘Ik weet het.’
Nick keek naar me met verwijde pupillen, daarna keek hij weg. Hij liep richting de deur, en mijn hart stopte er eventjes mee. Ik dacht dat hij wegging, maar hij draaide zich om. Hij ijsbeerde. ‘Hoelang weet je het al? Is dat de reden waarom je me vorige week geen berichtje terug had gestuurd?’
Ik schrok van zijn onverwachte vraag. ‘Afgelopen zondag heb ik die zwangerschapstests gedaan – een week geleden. Ik had niet op je berichtje gereageerd omdat ik… nou, eerlijk gezegd wist ik zelf ook niet wat ik ermee aan moest. Ik wist niet wat ik tegen je moest zeggen.’
Hij keek me aan, met zijn lippen op elkaar gedrukt. ‘Je had het meteen moeten vertellen.’
Ik schrok weer. Dat was iets wat ik verwachtte te horen. ‘Ik moest eerst met mijn moeder praten.’
Nick knipperde met zijn ogen, duidelijk verbaasd. Hij opende zijn mond en schudde lichtjes zijn hoofd. Hij stak zijn hand omhoog en wreef over zijn borstkas. Ik hoopte dat hij geen hartaanval kreeg. Het voelde namelijk alsof ik er elk moment een kon krijgen.
‘Het spijt me,’ zei ik, want ik wist niets anders te zeggen.
Hij draaide zich om, kantelde zijn hoofd achterover en zette zijn handen op zijn heupen. ‘Oké. Dit verwachtte ik niet. Geef me even een momentje.’
Begrijpelijk. Ik trok mijn benen op, zo dicht mogelijk tegen mijn borstkas aan, en steunde met mijn kin op mijn knieën. Ik had wel een vermoeden wat hij dacht. Veel verwarring en shock, dacht ik. Ik was ook in shock, en ik wist het al een week.
‘Gaat het wel goed met je?’ vroeg hij plots, en hij draaide zich naar me toe. Ik verstijfde, van verbazing, terwijl hij weer op de bank ging zitten. ‘Dat was de reden waarom je laatst ziek was, of niet? Hoe voel je je nu?’
Ik was gechoqueerd en kon alleen maar met mijn ogen naar hem knipperen.
‘Zwangere vrouwen hebben toch last van ochtendmisselijkheid? Daarom voelde je je toch niet lekker?’
Ik was er weer bij. ‘Volgens mij wel, maar het is niet heel erg. Het komt en gaat gedurende de dag.’
Hij staarde me aan en daarna naar de vloer. ‘Je bent echt zwanger.’
Het klonk niet als een vraag, dus gaf ik er geen antwoord op.
‘Ik… ik word vader.’ Hij klonk gechoqueerd en ik was blij dat hij nu zat. ‘O, jezus. Ik weet niet… Ik weet niet wat ik moet zeggen. Wacht.’ Hij draaide zich naar me toe. ‘Wacht even. Ik loop op de feiten vooruit. Wil je het kind houden?’
Mijn hele lijf verstijfde en mijn keel klapte dicht terwijl mijn hartslag alsmaar toenam en mijn maag nog een paar van die fijne buitelingen maakte.
‘Want ik wil het wel,’ zei hij, en hij bleef me aankijken. ‘Wij hebben dit kindje gemaakt, of niet soms? Dus ik wil dit kind. Jij hebt niet gezegd of je het wel of niet wilt of wat je van plan bent.’
Ik voelde mijn kaak ontspannen. Er kwamen geen woorden over mijn tong. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik was ontdaan, ik stond aan de grond genageld. Nick wilde het kind? Dat had ik niet verwacht. Ik had protest verwacht en zulke grote verbazing dat we dit gesprek vandaag niet eens gingen voeren. Ik had eerder gedacht dat ik hem op zou moeten sporen omdat hij er als een haas vandoor zou gaan, keihard gillend ook nog.
Hij keek indringender. ‘Ik neem aan dat je nog niet besloten hebt of je het kind houdt of niet, want anders had je dat wel tegen me gezegd. Je had gewoon… je had alles al opgelost kunnen hebben zonder dat ik er ooit achter kwam.’
‘Dat had ik nooit kunnen doen zonder eerst met je te praten.’ Mijn mond voelde gortdroog en ik keek weg. ‘Alles leek zo… zo echt, wat ook weer nergens op slaat, besef ik nu ik het zeg, want alles ís echt.’
‘Je hebt dus nog niks besloten?’ Hij sprong overeind en haalde weer een hand door zijn haar. Er gingen enkele seconden voorbij. ‘Wil je überhaupt wel kinderen?’ Hij lachte ingehouden. ‘Tering. Moet je ons nou horen.’
Ik kneep mijn ogen dicht. ‘Ik weet het.’
‘Is dat zo?’ drong hij aan.
‘Ja. Ik wil kinderen.’ Ik dwong mijn ogen net op tijd open om de opluchting op zijn gezicht te zien. ‘Maar ik dacht dat ik nog wel tijd had en dat ik eerst kon trouwen. Of op z’n minst…’
‘Verliefd zijn? Op iemand?’
Ik knipperde met mijn ogen en fluisterde: ‘Ja.’
Nick keek kalmer en liet zijn kin zakken. Hij ademde diep in en trok zijn schouders op. ‘Ik kan voor de baby zorgen. Ik kan voor jou zorgen, Stephanie.’
Holy shit.
Mijn ogen werden groter, en ik zou zweren dat mijn hart oversloeg. ‘Ik wil niet dat je voor mij zorgt, Nick. Dat is niet…’
‘Ik weet dat dat niet de reden is waarom je het me verteld hebt en zo bedoel ik het ook niet. Ik weet dat je waarschijnlijk niet zo’n hoge pet van me op hebt…’
‘Wat?’ Ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘Dat is helemaal niet waar.’
Hij ging verder, alsof hij me helemaal niet gehoord had: ‘… omdat ik bij een bar werk, maar ik kan jou en de baby onderhouden. Dat zal ik doen ook. Dat is niet iets waar jij je zorgen om hoeft te maken.’
‘Hoe kan ik me daar nou geen zorgen over maken?’ vroeg ik voor ik er erg in had.
‘Vertrouw me maar,’ zei hij bloedserieus.
Mijn maag draaide zich om. Hij vroeg wel een hoop vertrouwen. Maar of hij wel of niet in staat was het kind te onderhouden, maakte voor mij niet meteen het verschil tussen wel of niet houden. Ik was ook nog steeds stomverbaasd door zijn welwillendheid.
Nick wilde dit kind echt.
Ik kreeg een brok in mijn keel terwijl de emoties gewelddadig door mijn lijf raasden. Normaal had ik mezelf onder controle, maar door alle dingen die er gebeurden was dat niet meer het geval. Ik kon niet meer blijven zitten, dus ging ik maar staan, en voor ik het wist stond ik in de keuken, met één hand op de rand van het aanrecht en met de ander aan de kraag van mijn shirt. Het was hier ineens bloedheet. Misschien had ik de verwarming niet zo hoog moeten zetten.
‘Gaat het wel?’ Nick klonk ineens erg dichtbij.
‘Ja.’ Ik schraapte mijn keel. ‘Ik was natuurlijk niet van plan om zwanger te worden. En dit kon niet ongelegener komen. Ik voel me al kut als ik dat zo zeg, maar ik ben net begonnen met mijn nieuwe baan en er is nog zo veel wat ik wil doen – van plan was – voordat ik een kind wilde. Ik wilde reizen. Ik wilde stabiliteit…’ Nou, de rest van de dingen die ik wilde sprak voor zich. ‘En ik…’
Ik voelde ineens een voorzichtige hand op mijn schouder die me omdraaide. Ik slikte hard terwijl ik opkeek. Zijn lichtgroene ogen doorboorden de mijne. ‘En wat?’ vroeg Nick.
‘Ik had dit niet zo gepland,’ zei ik weer terwijl mijn hart keihard bonsde in mijn borstkas. ‘Maar ik wil dit… ik wil dit kind.’
Iets wat ik niet helemaal kon lezen verscheen in zijn ogen toen hij mijn pols pakte. Hij trok mijn vingers los van mijn shirt. ‘Dan denken we er dus hetzelfde over.’
‘Dat doen we zeker,’ fluisterde ik terwijl mijn blik afdwaalde naar de plek waar hij mijn pols tussen ons in hield. ‘Dit… zal niet makkelijk worden, Nick.’
‘Nee, inderdaad. Je had geen broertjes of zusjes, toch?’ Toen ik mijn hoofd schudde, grijnsde hij ongelovig. ‘Ik ook niet. Ervaring met kinderen?’
Mijn hart ging weer verschrikkelijk tekeer. ‘Nee.’
‘Ik ook niet.’
‘Jezus.’
Nick lachte, en ik kon niet geloven dat hij dat nu gewoon kon doen. ‘Zo moeilijk kan het niet zijn.’
‘Daar ben ik het roerend mee oneens,’ zei ik wrang.
‘We vogelen het wel uit.’ Hij keek me aan toen ik opkeek. ‘Dat doen we gewoon. Jij en ik. Samen. We kunnen dit wel.’
Sámen.
Dat ene woord kwam binnen alsof mijn hart in een sapcentrifuge werd gedrukt. Samen. Wanneer had ik ooit samen met iemand anders dan mijn moeder of vriendinnen iets besloten? Met een jongen nota bene? Niet sinds high school, en zelfs dat was geen goed voorbeeld.
Mijn gedachten schoten nog steeds alle kanten op en de brok zat nog steeds muurvast in mijn keel. De planning voor mijn leven was totaal uit de koers geraakt. Ik had geen idee wat ik kon verwachten, geen idee wat er over een week zou gebeuren, of een maand, laat staan een jaar.
Alles was anders, en ik was…
‘Ik ben bang,’ fluisterde ik terwijl mijn borstkas samenkneep.
Nick reageerde niet. Niet met zijn stem. De hand op mijn schouder gleed naar mijn nek toen hij mijn andere hand losliet. Zonder ook maar een woord te zeggen, trok hij me tegen zich aan en sloeg zijn armen om me heen. Ik verstijfde in zijn omhelzing en ademde diep in. Hij rook fris, naar het voorjaar, en toen hij zijn kin boven op mijn hoofd liet zakken, deed ik mijn ogen dicht tegen het brandende gevoel dat opwelde.
Ik was niet alleen bang om een baby te krijgen. God, die gedachte alleen al vond ik doodeng, want ik wist niet of ik een goede moeder zou zijn of niet, of ik een kind wel goed op kon voeden. Maar de angst die in me woedde als een duistere wolk, voelde dubbel.
Want toen ik daar stond, stijf en ongemakkelijk, mijn armen tegen mijn zij gedrukt, in Nicks omhelzing, was het moeilijk – te moeilijk – om objectief tegen hem aan te kijken. Om de situatie af te splitsen van wat ik bij Nick voelde, en wat er tussen ons was geweest voordat ik erachter kwam dat ik zwanger was.
Dat besef was moeilijk te verwerken, maar ik dwong mezelf te erkennen wat ik voelde als iemand zijn naam uitsprak – dat knijpende gevoel in mijn borstkas en buik, het zenuwslopende en onbekende gevoel van hoop op meer. We voelden ons duidelijk tot elkaar aangetrokken op een pure en diepgewortelde manier, maar ik wist ook nog wel wat Nick had gezegd op die avond dat hij zijn verontschuldigingen aanbood.
Hij wilde dat we anders waren.
Bedoelde hij daarmee dat hij meer wilde? Maar hij wilde juist vrienden met me zijn, iets wat hij kennelijk nog nooit met een vrouw geprobeerd had. Hoe voelde ik me daarbij? Kon ik meer voor hem voelen?
Terwijl zijn hand langzaam en geruststellend over mijn ruggengraat wreef, voelde ik dat mijn hart een sprongetje maakte. Ja, ik kon… ik kon wel meer voelen.
Misschien was dit hét. Misschien zou deze aantrekkingskracht, deze zinderende chemie, veranderen in iets diepers. Misschien was hij wel… de ware.
De seconden tikten weg en mijn spieren werden losser. Voorzichtig strekte ik mijn armen naar hem uit en sloeg ze om zijn middel. Het was misschien geen perfecte omhelzing, maar toen ik mijn wang tegen zijn borstkas legde, wist ik niet zeker of we allebei op dit moment wel tot perfecte dingen in staat waren, of dat ook maar iets uitmaakte. We waren zo’n beetje volstrekt onbekenden voor elkaar, met ons eigen verleden en onze eigen problemen. We dachten dat we verantwoordelijk bezig waren, om er vervolgens achter te komen dat het leven iets voor ons in petto had wat we niet hadden kunnen voorzien.
En die knuffel leek misschien niet veel, maar het was een begin. Het begin van een toekomst samen.