36
ANDY JUDD WAS IN de veeloods, het overdekte gedeelte achter Bramalls’ abattoir, waar het vee werd gestald voordat het door de met metalen hekken afgezette loopren naar het slachthuis werd gedreven, de gang waar het vee voor het eerst de dood ruikt. Maar Valentine rook die niet, alleen de zure stank van verbrand bot van de zagen. Shaw stak zijn hand op naar Judd, die met een metalen veeprikker een koe naar de gewelfde metalen ingang van de loopren dreef. Hij was gekleed in een witte overal, die voor een kwart felrood was gekleurd. Shaw bedacht wat een dode metafoor ‘doordrenkt met bloed’ eigenlijk was.
De koe schopte, plotseling schrikachtig, en de herrie begon. Het idyllische loeien van het weiland kreeg een paniekerige stedelijke klank. Judd gaf het dier een mep met een metalen piek, zodat het tegen de metalen barrière denderde, die doorboog onder haar gewicht. Ergens sneed een cirkelzaag door vlees en bot.
‘Daarheen! Daarheen!’ schreeuwde Judd en de koe verdween uitglijdend achter de gordijnwand, gevolgd door de volgende, en de volgende.
Judd bleef staan en wachtte tot Shaw en Valentine de binnenplaats waren overgestoken. Door de witte overall en de capuchon die hij droeg leek zijn huid botergeel. Het viel Shaw opnieuw op hoe klein hij leek, als een man die wegteerde tot alleen de botten van wat hij ooit was geweest waren overgebleven. Judd veegde het zweet en het speeksel van de koe op zijn handen af aan een lap.
Shaw wilde juist iets zeggen toen ze de eerste knal hoorden van een slachtpistool dat in de hersenen werd afgevuurd, waarna het geslachte dier tegen de omheining in elkaar zakte. Door de klap deinsde iets in Shaw vol medeleven terug.
‘Ik ben aan het werk,’ zei Judd.
‘Nou ja, in feite wordt u verhoord door de politie,’ zei Shaw. ‘Dat kan hier of in St James’s, maar eerlijk gezegd, wat u hierna gaat doen, daar beslis ik over, niet u.’
Judd keek om zich heen. ‘Ik kan niet zomaar stoppen.’
Aan hun voeten was een metalen goot en terwijl Valentine keek begon er een straaltje slagaderlijk bloed doorheen te sijpelen, vreemd borrelend, alsof het kookte. Hij begon door zijn mond te ademen.
‘Oké,’ zei Shaw. ‘Als we maar kunnen praten. Maar ik zeg u meteen, meneer Judd, dat als ik niet een paar onomwonden antwoorden krijg op mijn vragen, we dit gesprek officieel zullen voortzetten op St James’s. Begrijpt u me?’
Alle koeien waren nu verdwenen en de open, betonnen binnenplaats lag vol mest. Judd knikte. ‘Hierheen,’ zei hij, en hij volgde de route die de koeien hadden genomen. Ze hoorden opnieuw een geweerschot, nu ternauwernood hoorbaar boven de stijgende paniek van de opeendrommende dieren in de loopren uit.
Judd had tot taak de koeien in het gelid te houden, zodat er met regelmatige tussenpozen van dertig seconden een volgend dier naar voren kon worden gestuurd, door een metalen dubbele deur, waarachter de slachter de dieren doodde. Daarachter zagen ze nog net het slachthuis zelf, vol dampende verse karkassen, voortschuivend in een helse productielijn, met bloed dat in de goten stroomde, die een misselijkmakende metalige hitte uitstraalden.
Door de herrie, half dierlijk, half machinaal, was Shaw genoodzaakt te schreeuwen. ‘De dag dat Bryan stierf, meneer Judd…’
Maar Judd draaide zich om en leidde, op een teken dat Shaw moest hebben gemist, de koe naar de barrière, zette zijn schouder tegen de flank en loodste haar erdoorheen. Shaw sloeg hem gade toen ze het slachtpistool hoorden en het bloed om hun voeten gutste, en hij zag Judds gezicht vertrekken van de walging die zelfs hij niet kon verbergen. Ze zagen het dode dier trappelen onder de draaideuren terwijl het karkas werd weggesleept. Toen sneed het geluid van een zaag door de lucht en Valentine deed een stap naar achter, waarbij zijn zwarte instapper uitgleed in de goot. Judd probeerde te glimlachen. ‘Dat is het ergste, dat geluid. Ze zagen ze de kop af en laten ze leegbloeden.’
Hij keek naar Valentine, en dat was een vergissing, want de voet van de brigadier voelde nu warm en plakkerig aan en dat maakte hem zowel misselijk als boos. Toen hij een stap naar voren zette, de macht voelend die alleen beheerste agressiviteit kan verlenen, hield hij zichzelf voor dat boosheid goed was, zolang die maar gestuurd werd, gekanaliseerd, zoals het bloed. Hij rook de geur van verschaalde whisky in Judds adem en vroeg zich af of de man die ochtend al gedronken had. Dat was in elk geval iets wat hij zelf nooit deed, al waren er dagen geweest dat hij gedacht had dat hij dood zou gaan als hij het niet zou doen. Hij voelde een plotselinge minachting voor deze man.
‘We hebben je vingerafdrukken in het huis van Orzsak gevonden, en DNA op de fles die je hebt gebruikt om een bom in het transformatorhuis te gooien. Je bent de lul, man.’
Judds laatste beetje trots stroomde uit hem weg als bloed uit een karkas.
‘Meneer Judd,’ zei Shaw, zich ervan bewust dat Judd was geschrokken van Valentines agressiviteit, ‘ik denk niet dat u dat hebt gedaan om Jan Orzsak te kwellen… Nou ja, niet alleen daarom. Er is die avond nog iets gebeurd in Erebus Street, in de Sacred Heart. Er werd een zwerver ontvoerd. Hij moest naar buiten worden gedragen; ik denk dat er een auto wachtte, vlakbij zo niet in de straat zelf, om hem weg te brengen. En dat was veel makkelijker in het donker en door de afleidingsmanoeuvre die u bij de Crane had georganiseerd, het feest rondom het vuur. Ik denk dan ook dat u die molotovcocktails hebt gemaakt zowel om de stroom af te snijden als om bij Jan Orzsak binnen te kunnen dringen. De vraag is: wie heeft u gevraagd de stroom af te snijden?’
Judd pakte een van de koeien bij de halster en zette zijn hoed af. Shaw merkte dat hij zichzelf er niet van kon weerhouden het dier te sussen, met zijn vingers door de vacht woelde, achter een oor krabde en met zijn tong klakte. ‘Dat is me door niemand gevraagd.’
Shaw vond dat hij opeens oud was geworden, bijna terwijl ze praatten, alsof hij zich had laten inhalen door iets wat een plotselinge, verschrikkelijke tol had geëist.
‘Ik was lazarus, het was de dag van Norma Jean, de dag dat we haar kwijtraakten.’ Hij keek Valentine uitdagend aan. ‘Ik hield zielsveel van haar. We raakten voor de pub aan de praat over hoe hij ermee was weggekomen, Orzsak, dat hij er nog steeds was en de spot met ons dreef. Daarom haalde ik een paar flessen en wat vodden en vulde ze met kerosine van de verwarming in de flat. Toen we de stroom hadden afgesneden, konden we zó zijn huis binnenlopen. Hij verdient alles wat het leven voor hem in petto heeft. Ik had twee flessen over. Ik weet niet wie ze het pension heeft binnengesmokkeld. Ik niet. Ik weet niets over die zwerver in de kerk.’
Hij dwong zichzelf de volgende koe op te halen, aaide haar over de kop, tussen de ogen, die groot waren van angst.
‘En ik neem aan dat u nog steeds niet weet wie de Organist is of waar ik hem zou kunnen vinden?’
‘Inderdaad,’ zei Judd.
De koe verdween door het hek en ze wendden hun blik af toen het slachtpistool knalde.
Shaw pakte het portret dat hij van Deken had gemaakt. Het zou die avond op tv verschijnen. Ze hadden een deal gesloten en het niet aan de kranten doorgegeven, zodat het tv-journaal ermee zou openen.
‘Er zijn een paar afschuwelijke dingen gebeurd in deze straat, meneer Judd. Een heleboel onschuldige mensen zijn getroffen. Erger nog,’ zei Shaw. ‘Zwakke mensen, weerloze mensen, wanhopige mensen. Mensen zoals hij…’ Hij hield de tekening op. ‘Deze man is de laatste, degene die uit de kerk is ontvoerd op de avond dat Bryan stierf. Ik denk dat u weet waar hij is, wat er met hem gebeurd is, en waarom.’
Hij hield de tekening vlak voor Judds gezicht toen die weg probeerde te kijken. ‘Ik wil dat u over deze man nadenkt, over wat hem misschien is overkomen, en of u daar in zekere zin verantwoordelijk voor bent.’ Judd pakte het papier aan. Allerlei emoties worstelden om niet aan de oppervlakte te komen. Toen keek hij Valentine en Shaw aan, schuifelde met een voet en probeerde zijn evenwicht te bewaren.
Judd wilde de tekening teruggeven.
‘Hou hem maar,’ zei Shaw.
Hij keek er opnieuw naar. ‘Wat is er met hem gebeurd?’
‘Mensen zoals hij krijgen geld aangeboden, meneer Judd, in ruil voor organen,’ zei Shaw, die sterk vermoedde dat Judd het al wist. ‘Een paar honderd pond. Sommigen gaan dood. Rijke mensen wandelen weg met een nieuw leven. En u zegt dat u van niets weet? U zegt dat u niet een van die rijke mensen zou willen zijn?’
Judd liep langs de rij, gaf de koeien een mep om ze in het gelid te krijgen. Toen hij terugkwam, zag Shaw dat er eindelijk wat emotie in zijn ogen lag. Hij vroeg zich af hoe het leven was als je dagelijks dieren zag doodgaan.
Judd vestigde zijn blik op Shaws schoenen. ‘Daar weet ik niets van.’ Hij leek volkomen verslagen, even bloedeloos als de karkassen die aan de haken hingen.
‘Er wacht een auto buiten,’ zei Shaw. ‘U gaat mee naar het bureau. Ik arresteer u wegens de aanslag op het transformatorhuis en de vernielingen in het huis van Jan Orzsak.’ Shaw wees hem op zijn rechten.
De man die het slachtpistool hanteerde kwam naar buiten en keek Judd openlijk nieuwsgierig aan. Ze volgden de loopren naar de binnenplaats.
‘Eén peuk?’ vroeg Judd, buiten in het zonlicht. ‘Alstublieft.’
Shaw knikte en hij zag dat de handen van de oude man beefden toen hij probeerde zijn sigaret op te steken. Toen brak hij de lucifer met één hand behendig doormidden en liet hem in het zand vallen. Opnieuw dat familietrekje, de gebroken, V-vormige lucifer.
‘Er is met name één ding dat ik niet begrijp,’ zei Shaw terwijl hij zijn voeten uit elkaar plaatste. ‘Waarom dacht Bryan eigenlijk dat u schuldig was aan de dood van Norma Jean? Ik weet dat hij in zijn hart wist dat ze dood was. En hij wist dat jullie ruzie hadden gehad over de baby. Maar waarom dacht hij dat u haar had vermoord?’
Judd keek naar het bloed op zijn ooit witte overall. ‘Bloed… Hij had bloed gezien.’
‘Dat staat niet in de verklaringen,’ zei Valentine. ‘Er wordt niet over bloed gesproken. Waar heeft hij dat gezien?’
Judds hoofd was verdwenen in een wolk van sigarettenrook. ‘In de badkamer. Hij ging boven kijken of ze in orde was – ik had me gesneden tijdens het scheren, een hand uitgestoken, denk ik, en een bloedvlek achtergelaten. Later, toen we wisten dat ze verdwenen was, vroeg hij of het háár bloed was. Godver. Het was míjn bloed. En hij had gevoeld dat ze verdronk, naar adem hapte. Dat zei hij tenminste. Dus had hij alles bij elkaar opgeteld: dat we ruzie hadden gehad, dat ik haar geslagen had, zodat ze bloedde, en haar toen onder water had gehouden. Dat heeft hij jullie niet verteld. Soms wou ik dat hij dat wel had gedaan. Maar hij wilde niet. In plaats daarvan kwelde hij me al die jaren, en ik kwelde Jan Orzsak.’
Ze lieten hem zijn sigaret alleen oproken.
Daarna leidden ze hem naar de straat en toen hij de patrouilleauto zag, keek hij ernaar alsof het iets obsceens was. Valentine opende het achterportier en legde zijn hand op Judds hoofd om het te beschermen terwijl hij hem op de achterbank duwde. Er ging een uniformagent naast hem zitten en een tweede achter het stuur. Shaw keek door het raam en zag dat hij de tekening van Deken op zijn knieën had opengevouwen. Toen Judd hem zag, keerde hij zijn hoofd met een ruk af, maar Shaw had al gezien dat hij huilde. De tranen trokken een voor in het stof en het bloed op zijn gezicht.