20

1953-1968

Mao Zedong voorzag Allan en Herbert van valse Britse paspoorten (ze hadden er geen flauw idee van hoe hij dat voor elkaar had gekregen). Daarna reisden ze met het vliegtuig van Shenyang via Shanghai, Hongkong en Maleisië naar Bali. Al snel zaten de voormalige goelaggevangenen onder een parasol op een spierwit strand op maar een paar meter afstand van de Indische Oceaan.

   Alles zou perfect zijn geweest als de goedwillende serveerster niet alles door elkaar haalde. Wat Allan en Herbert ook te drinken bestelden, ze kregen altijd iets anders. Als ze al iets kregen, want het gebeurde regelmatig dat de serveerster op het strand verdwaalde. De druppel voor Allan was toen hij een longdrink wodka-cola (‘iets meer wodka dan cola’) bestelde en pisang ambon kreeg, een heel erg groene bananenlikeur.

   ‘Nu heb ik er genoeg van,’ zei Allan. ‘Ik ga de hotelmanager om een andere serveerster vragen.’

   ‘Dat ga je niet doen!’ riep Herbert. ‘Ze is geweldig!’

   De serveerster heette Ni Wayan Laksmi, was tweeëndertig en had eigenlijk al lang geleden uitgehuwelijkt moeten zijn. Ze was mooi, maar kwam niet uit een gegoede familie, had geen geld, en bovendien stond ze erom bekend dat ze net zoveel algemene ontwikkeling had als een kodok, de Balinese kikker. Daarom was Ni Wayan Laksmi overgebleven.

   Dat had haar op zich niet zo gestoord, want ze had zich altijd ongemakkelijk gevoeld in mannelijk gezelschap. Tot nu! Want er was iets heel speciaals aan een van de twee nieuwe blanken in het hotel. Hij heette Herbert en het was alsof ... ze heel veel overeenkomsten hadden. Hij was weliswaar minstens dertig jaar ouder dan zij, maar dat leek niet belangrijk, want ze was verliefd! En die liefde werd beantwoord. Herbert had nog nooit iemand ontmoet die net zo traag van begrip was als hij.

   Toen Ni Wayan Laksmi vijftien was geworden, kreeg ze van haar vader een taalboek voor haar verjaardag. Haar vader wilde dat ze daarmee Nederlands zou leren, want Indonesië was in die tijd een Nederlandse kolonie. Na een vier jaar durend gevecht met het boek kwam er op een dag een Nederlander op bezoek bij de familie. Ni Wayan Laksmi durfde voor het eerst het Nederlands te oefenen dat ze zichzelf met zoveel moeite had aangeleerd en kreeg te horen dat ze Dúíts praatte. De vader, die ook niet overdreven intelligent was, had zijn dochter het verkeerde boek gegeven.

   Nu, zeventien jaar later, was die ongelukkige omstandigheid veranderd in een gelukje, want Ni Wayan Laksmi en Herbert konden met elkaar praten en elkaar hun liefde verklaren.

   Herbert vroeg en kreeg de helft van de stapel dollars die Mao Zedong aan Allan had gegeven, waarna hij naar Ni Wayan Laksmi’s vader ging om hem om de hand van zijn oudste dochter te vragen. Die dacht dat hij in de maling werd genomen. Een buitenlander, een blanke met zijn zakken vol geld, kwam om de hand van zijn allerdomste dochter vragen. Het was al een sensatie dat hij op de deur had geklopt. Ni Wayan Laksmi’s familie behoorde tot de sundra-kaste, de laagste van de vier mogelijke standen op Bali.

   ‘Ben je echt naar het juiste huis gekomen?’ vroeg de vader. ‘En bedoel je mijn oudste dochter?’

   Herbert Einstein antwoordde dat hij de dingen nogal eens door elkaar haalde, maar dat hij deze keer heel zeker van zijn zaak was.

 

Twee weken later trouwden ze, nadat Herbert zich had bekeerd tot een religie waarvan hij de naam niet meer wist. Maar het was best grappig, met olifantenkoppen en dat soort dingen.

   Herbert probeerde een paar weken lang de naam van zijn vrouw te leren, maar gaf het uiteindelijk op. ‘Schat,’ zei hij. ‘Ik kan me je naam niet herinneren. Vind je het heel erg als ik je in plaats daarvan Amanda noem?’

   ‘Helemaal niet, lieve Herbert. Amanda klinkt mooi. Maar waarom juist Amanda?’

   ‘Ik weet het niet,’ zei Herbert. ‘Heb jij een beter voorstel?’

   Dat had Ni Wayan Laksmi niet, dus vanaf dat moment was ze Amanda Einstein.

   Herbert en Amanda kochten een huis in het dorp Sanur, niet ver van het hotel en het strand waar Allan zijn dagen doorbracht. Amanda stopte met serveren, ze dacht dat ze net zo goed ontslag kon nemen omdat ze eigenlijk niets goed deed. Nu moest ze alleen bedenken waar Herbert en zij zich in de toekomst voor zouden kunnen inzetten.

   Net als Herbert haalde Amanda alles door elkaar wat ze door elkaar kon halen. Links werd rechts, boven werd beneden, hier werd daar ... Daarom had ze geen opleiding; het minste wat daarvoor vereist is, is dat je de school regelmatig vindt.

   Amanda en Herbert hadden echter een gigantische hoeveelheid dollars en daarom zou het beslist allemaal goed komen. Amanda was weliswaar heel onintelligent, verkondigde ze tegen haar echtgenoot, maar ze was niet dom!

   Daarna vertelde ze dat in Indonesië alles te koop was en dat dat enorm handig was voor degenen die geld hadden. Herbert snapte niet goed wat zijn vrouw bedoelde en dat herkende Amanda heel goed, dus in plaats van het uit te leggen, zei ze: ‘Noem iets wat je graag zou willen, lieve Herbert.’

   ‘Wat bedoel je? Bedoel je ... zoals autorijden?’

   ‘Precies,’ zei Amanda.

   Daarna verontschuldigde ze zich omdat ze iets moest regelen, maar ze zou voor het avondeten terug zijn.

 

Drie uur later was ze weer thuis, met een rijbewijs dat op Herberts naam stond, maar er was meer. Ze had ook een diploma dat aantoonde dat Herbert gediplomeerd rijschoolhouder was en een bewijs dat ze de plaatselijke rijschool had gekocht en deze een nieuwe naam had gegeven: Firma Einsteins Rijopleidingen.

   Herbert vond het natuurlijk helemaal fantastisch, maar ... dat betekende toch niet dat hij beter auto kon rijden?

   ‘Jawel, op een bepaalde manier wel,’ legde Amanda uit. Hij had de positie, en nu was híj degene die bepaalde wat goed autorijden was. Het was in het leven nu eenmaal zo dat júíst niet noodzakelijkerwijs juist was, maar wat degene die bepaalde zéí dat juist was.

   Herbert begon te stralen; hij had het begrepen!

 

Firma Einsteins Rijopleidingen werd een succes. Bijna iedereen op het eiland die een rijbewijs nodig had wilde leren autorijden bij de sympathieke blanke. Herbert groeide snel in zijn rol. Hij gaf zelf alle theorielessen, waar hij vriendelijk maar autoritair dingen uitlegde zoals hoe belangrijk het was om niet te hard te rijden omdat je dan een auto-ongeluk kon veroorzaken. En je mocht ook niet te langzaam rijden, want dan hield je het verkeer op. De leerlingen knikten en maakten aantekeningen. De leraar leek te weten waarover hij het had.

   Na zes maanden had Herbert de twee andere rijscholen op het eiland weggeconcurreerd; nu bezat hij het monopolie. Dat vertelde hij aan Allan tijdens een van zijn wekelijkse bezoekjes aan het strand.

   ‘Ik ben trots op je, Herbert,’ zei Allan. ‘Dat jij van alle mensen rijles bent gaan geven! Met dat links rijden hier ...’

   ‘Links rijden?’ vroeg Herbert. ‘Rijden ze links in Indonesië?’

 

Amanda had niet werkeloos toegekeken terwijl Herbert het bedrijf opbouwde dat hij cadeau had gekregen. Ze had een echte opleiding gevolgd en nu was ze econoom. Dat had weliswaar een aantal weken gekost en was behoorlijk duur geweest, maar uiteindelijk had ze het diploma in haar hand. Met prachtige cijfers bovendien, van een van de betere universiteiten op Java.

   Met haar opleiding als steun had ze een lange wandeling langs het strand in Kuta gemaakt en gedacht, gedacht, gedacht. Wat kon ze doen met haar leven wat de familie geluk zou brengen? Econoom of niet, ze kon nog steeds niet beter rekenen dan eerst. Maar misschien kon ze ... zou ze ... ja, als ze ... Dat is het! dacht Amanda Einstein. Ik ga de politiek in!

 

Amanda Einstein richtte de Liberale Democratische Vrijheidspartij op (liberaal, democratie en vrijheid waren drie woorden die goed bij elkaar pasten). Ze kreeg onmiddellijk zesduizend imaginaire leden die allemaal vonden dat ze moest meedoen aan de gouverneursverkiezing komende herfst. De zittende gouverneur zou zich terugtrekken omwille van zijn leeftijd, en voordat Amanda de politiek in was gegaan, was er maar één geschikte kandidaat geweest om hem op te volgen. Nu waren het er twee. De uitslag van de verkiezing zou beslist in Amanda’s nadeel uitgevallen zijn, als ze die gigantische hoeveelheid dollars niet had gehad.

   Daarmee kwamen ze op de financiering van de campagne. Volgens Amanda zouden ze geen gigantische hoeveelheid dollars meer bezitten als de campagne achter de rug was, want het kostte heel veel geld om te winnen. Wat vond Herbert daarvan?

   Herbert krabde aan zijn neus en ging daarna naar Allan, wie hij vertelde over Amanda’s plannen. Allan zuchtte bij het idee dat iemand die geen onderscheid kon maken tussen bananenlikeur en een longdrink dacht dat ze gouverneur kon worden. Maar goed, ze hadden tenslotte een gigantische hoeveelheid dollars van Mao Zedong gekregen en Allans helft was niet alleen voldoende, maar hij hield er ook van over. Daarom beloofde hij dat Herbert en Amanda een donatie van hem zouden krijgen als de verkiezing achter de rug was. Maar dan mochten ze niet meer aan projecten beginnen waar ze geen verstand van hadden.

 

Allans hulp was echter niet nodig. De gouverneursverkiezing werd een groot succes voor Amanda. Ze won met bijna tachtig procent van de stemmen, tegen tweeëntwintig procent van de concurrentie. Dat het totaal meer dan honderd was vond de concurrent wijzen op kiezersbedrog, maar dat wuifde de rechter meteen weg. Bovendien werd de verliezende kandidaat gedreigd met ernstige consequenties als hij de aantredende gouverneur mevrouw Einstein bleef zwartmaken. Vlak voor het vonnis hadden Amanda en de woordvoerder van de rechtbank een kopje thee met elkaar gedronken.

 

Terwijl Amanda het eiland langzaam maar zeker overnam en Herbert de mensen leerde autorijden (zonder daarvoor zelf meer dan noodzakelijk achter het stuur te gaan zitten), zat Allan in zijn zonnestoel bij de waterrand met een drankje in zijn hand. Sinds Amanda andere dingen te doen had gekregen dan het serveren van toeristen kreeg hij meestal wat hij had gevraagd.

   Hij bladerde in de internationale kranten die hij liet bezorgen, at als hij honger kreeg en deed een middagdutje op zijn kamer als het hem allemaal te jachtig werd.

 

De dagen werden weken, de weken werden maanden en de maanden werden jaren zonder dat Allan genoeg kreeg van het vakantie vieren. Na vijftien jaar had hij bovendien nog steeds een gigantische hoeveelheid dollars over. Dat kwam deels omdat het aan het begin gewoon een gigantische hoeveelheid dollars was geweest, maar ook omdat Amanda en Herbert inmiddels eigenaar van het hotel waren en ze Allan meteen tot de enige gratis logerende gast van het hotel hadden gebombardeerd.

   Allan was inmiddels drieënzestig en bewoog nog altijd niet meer dan absoluut noodzakelijk was, terwijl Amanda steeds grotere politieke successen boekte. Ze was populair bij brede lagen van de bevolking, dat toonden talloze onderzoeken aan die werden uitgevoerd door het plaatselijke statistische bureau, dat van haar zus was. Bali was bovendien door een mensenrechtenorganisatie uitgeroepen tot de minst corrupte regio van het land. Dat kwam doordat Amanda het voltallige bestuur van de organisatie had omgekocht, maar goed.

   Toch was de strijd tegen de corruptie een van de drie pijlers die Amanda’s werk als gouverneur kenmerkten, vooral omdat ze op alle scholen op Bali anticorruptielessen invoerde. Een rector in Denpasar had eerst geprotesteerd, hij vond dat het geheel een tegengesteld effect kon hebben, maar toen Amanda hem tot woordvoerder van het schoolbestuur benoemde en zijn salaris verdubbelde, had hij er geen problemen meer mee.

   Pijler nummer twee was Amanda’s strijd tegen het communisme. Dat kwam vooral tot uitdrukking doordat ze vlak nadat ze de eerste keer werd gekozen ervoor had gezorgd dat de plaatselijke communistische partij, die groter begon te worden dan goed voor haar was, werd verboden. Op die manier kwam ze uit met een veel kleiner verkiezingsbudget dan ze anders nodig had gehad.

   Voor de derde pijler had Amanda hulp gekregen van Herbert en Allan. Van hen kreeg ze te horen dat het in grote delen van de wereld helemaal niet het hele jaar dertig graden was. Vooral in het deel dat ze Europa noemden was het koud, en dan met name helemaal in het noorden, waar Allan vandaan kwam. Amanda bedacht dat er een heleboel stijfbevroren rijkaards op aarde zouden zijn die aangemoedigd moesten worden om naar Bali te komen om te ontdooien. Ze stimuleerde de ontwikkeling van het toerisme door een serie bouwvergunningen af te geven voor luxehotels op grond die ze net had gekocht.

   Verder zorgde ze zo goed mogelijk voor iedereen die haar dierbaar was. Haar vader, moeder, broer en zus, ooms, tantes, neven en nichtjes hadden allemaal centrale en lucratieve posities in de Balinese gemeenschap. Dat leidde ertoe dat Amanda maar liefst twee keer werd herkozen als gouverneur.

   In de loop van de jaren had Amanda twee zoons gekregen: eerst Allan Einstein (Herbert had immers bijna alles aan Allan te danken), gevolgd door Mao Einstein (vanwege de gigantische hoeveelheid dollars die zo goed van pas was gekomen).

 

Maar op een dag werd het allemaal wat lastiger. Het begon ermee dat Gunung Agung, de drieduizend meter hoge vulkaan, uitbarstte. Het gevolg voor Allan, die zeventig kilometer verderop in zijn strandstoel zat, was dat de rook de zon verduisterde. Voor anderen was het erger. Duizenden mensen stierven, nog meer werden gedwongen van het eiland te vertrekken. Bali’s tot dat moment zo populaire gouverneur nam geen goede beslissingen. Ze snapte niet eens dat ze beslissingen moest nemen.

   De vulkaan kalmeerde langzamerhand weer, maar het eiland wankelde op economisch en politiek gebied, net als het land. In Jakarta nam Suharto het over van Sukarno, en de nieuwe leider was niet van plan mee te waaien met de diverse politieke winden, zoals zijn voorganger had gedaan. Suharto begon communisten, vermeende communisten en af en toe wat onschuldigen te vermoorden. Uiteindelijk werden er tussen de tweehonderdduizend en twee miljoen mensen gedood; de cijfers waren onzeker, want veel Chinezen kregen het stempel ‘communist’ en werden uit Indonesië verscheept. Als ze daarna in China aan wal gingen, werden ze als kapitalisten behandeld.

   Toen de rook was opgetrokken, gaf geen van de tweehonderd miljoen inwoners van Indonesië meer blijk van communistische ideeën. Suharto, die de VS en andere westerse landen aanbood om in de rijkdommen van het land te delen, had zijn taak volbracht. Dat bracht de bal aan het rollen, de mensen kregen het beter en Suharto was al snel onmetelijk rijk.

 

Amanda vond het niet meer leuk om gouverneur te zijn. Zo’n tachtigduizend Balinezen waren omgekomen door de ijver van de regering in Jakarta om de burgers op de juiste manier te laten denken.

   Herbert maakte van de chaos gebruik door met pensioen te gaan en nu dacht Amanda erover hetzelfde te doen, hoewel ze nog geen drieënveertig was. De familie bezat immers zowel grond als hotels, en de gigantische hoeveelheid dollars was door de welstand van de familie alleen nog maar vermeerderd. Ze kon zich net zo goed terugtrekken, maar wat moest ze dan gaan doen?

   Toen belde Suharto haar op een dag. ‘Wat zeg je ervan om de Indonesische ambassadeur in Parijs te worden?’ vroeg hij Amanda nadat hij zich had voorgesteld.

   Suharto had Amanda’s werk op Bali en haar resolute besluit om de plaatselijke communistische partij te verbieden opgemerkt. Bovendien wilde hij evenwicht tussen de geslachten als het ging om topbetrekkingen bij buitenlandse ambassades (de stand zou 24-1 zijn als Amanda Einstein het aanbod accepteerde).

   ‘Parijs?’ vroeg Amanda Einstein. ‘Waar ligt dat?’

 

Allan dacht in eerste instantie dat de vulkaanuitbarsting van 1963 misschien een teken was dat het tijd werd om te vertrekken, maar toen de zon achter de optrekkende vulkaanrook tevoorschijn kwam, werd alles weer min of meer als vanouds. Als de voorzienigheid geen duidelijkere tekens dan dit wilde geven, was hij niet van plan er iets mee te doen. Hij bleef dus nog een paar jaar in zijn zonnestoel zitten.

   Dat hij uiteindelijk toch zijn spullen pakte en vertrok was Herberts verdienste. Op een dag vertelde Herbert dat Amanda en hij naar Parijs gingen verhuizen. Als Allan mee wilde, zou hij een Indonesisch paspoort voor zijn vriend regelen in plaats van de valse en verlopen Engelse pas die Allan de laatste keer had gebruikt. Bovendien zou de in dienst tredende ambassadeur zorgen voor een aanstelling bij de ambassade. Niet omdat Allan zo nodig moest werken, maar de Fransen waren nogal kleinzielig als het erom ging wie ze het land binnenlieten.

   Allan accepteerde het aanbod. Hij was uitgerust; het was genoeg geweest. Parijs klonk bovendien rustig en stabiel, zonder de rellen die de laatste tijd op Bali plaatsvonden, zelfs rond Allans hotel.

   Ze vertrokken twee weken later. Amanda begon op 1 mei aan haar werk als ambassadeur.

   Het was 1968.

 

100 Jarige Man Die Uit Raam Klom Verdween
titlepage.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_000.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_001.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_002.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_003.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_004.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_005.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_006.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_007.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_008.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_009.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_010.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_011.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_012.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_013.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_014.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_015.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_016.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_017.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_018.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_019.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_020.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_021.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_022.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_023.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_024.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_025.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_026.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_027.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_028.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_029.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_030.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_031.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_032.xhtml
awb_de_100_jaar_oude_man-ebook_split_033.xhtml