4
Actief luisteren in de praktijk
Ouders zijn meestal erg verbaasd als ze ontdekken wat ze met actief luisteren kunnen bereiken, maar het kost moeite om het in praktijk te brengen. En om het te leren zal men actief luisteren vaak moeten toepassen. ‘Hoe weet ik nu wanneer ik het moet gebruiken?’ is vaak de vraag. ‘Zal ik het wel goed genoeg leren om mijn eigen kinderen effectief te kunnen helpen?’ Mevrouw T., een goed opgeleide moeder van drie kinderen, bekende aan andere ouders in haar oudergroep: ‘Ik realiseer me nu hoe sterk de neiging is om mijn kinderen advies te geven of hun mijn oplossingen te geven voor hun problemen. Die gewoonte heb ik bij andere mensen ook, zoals mijn vrienden of mijn man. Kan ik die gewoonte veranderen?’
Ja, de meeste ouders kunnen veranderen en leren wanneer ze actief luisteren moeten toepassen. Oefening baart kunst en de meeste ouders kunnen in ieder geval door oefening een redelijke vaardigheid erin bereiken. Ouders die het in eerste instantie niet aandurven om de nieuwe vaardigheid te proberen, adviseren we een poging te wagen omdat het resultaat de moeite waard is.
In dit hoofdstuk willen we laten zien hoe ouders hebben geleerd de nieuwe vaardigheid toe te passen. Net als bij elke andere nieuwe activiteit die men leert, zal het onvermijdelijk soms misgaan. Maar als ouders werkelijk willen leren hun vaardigheden en sensitiviteit te ontwikkelen, zullen zij vooruitgang zien in de groei naar zelfstandigheid en volwassenheid bij hun kinderen en een ongekende genegenheid en intimiteit met hen ervaren.
WANNEER IS HET EEN PROBLEEM VAN HET KIND?
Actief luisteren is vooral van toepassing als het kind aangeeft dat hij met een probleem zit. Meestal zullen ouders zo’n situatie herkennen doordat ze het kind zijn gevoelens horen uiten.
Alle kinderen krijgen te maken met situaties in hun leven die teleurstellend, frustrerend, pijnlijk, of ontredderend zijn. Problemen met vrienden, broers en zusters, ouders, leraren, de omgeving en problemen met zichzelf. Kinderen die geholpen worden bij het zelf oplossen van dergelijke problemen blijven psychisch gezond en ontwikkelen steeds meer zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Kinderen die zulke hulp niet krijgen, kunnen emotionele problemen ontwikkelen.
Om te weten wanneer men nu precies actief gaat luisteren, moeten ouders goed afgestemd zijn op het horen van gevoelens die uitdrukken: ‘Ik heb een probleem.’ Maar eerst moeten ze weten dat er een zeer belangrijk grondbeginsel is, namelijk dat er vastgesteld moet worden van wie het probleem is.
Bedenk dat het kind degene is die een probleem heeft als zij in het vervullen van haar behoeften wordt gedwarsboomd. Het is niet een probleem voor de ouders, omdat het gedrag van het kind geen duidelijke belemmering is voor de behoeften van de ouders. Het kind heeft daarom een probleem, of anders gezegd: het probleem is van het kind.
Als het probleem bij het kind ligt, is actief luisteren van de ouder van toepassing en kan dit hulp bieden. Het kind leert er de oplossingen voor zijn eigen problemen mee te vinden. Actief luisteren is niet geschikt als het probleem bij de ouder ligt, want het helpt niet om oplossingen te zoeken als het gedrag van het kind voor de ouder een probleem vormt. In het volgende hoofdstuk komen vaardigheden aan bod waarmee ouders problemen leren oplossen die bij henzelf liggen.
De problemen die nu volgen, liggen bij het kind:
Achmed voelt zich door een vriendje in de steek gelaten.
Max is verdrietig omdat hij niet in het tennisteam is gekozen.
Linda is gefrustreerd omdat ze nooit eens een date heeft.
Michelle voelt zich eenzaam omdat ze niet veel volgers of ‘likes’ op social media krijgt.
Tjerk weet niet zeker of hij wel wil gaan studeren.
Guido wordt twee dagen van school gestuurd omdat hij gespijbeld heeft.
Riette vindt haar pianolessen niet leuk.
Rob wordt boos als hij bij een spelletje van zijn broer verliest.
Kevin doet het slecht op school omdat hij een hekel heeft aan zijn leraar. Farida heeft zorgen omdat ze voor twee vakken misschien een onvoldoende krijgt.
Sam heeft moeite met zijn huiswerk.
Zulke problemen komen kinderen onvermijdelijk tegen in hun pogingen het leven – hun eigen leven – het hoofd te bieden. Kinderen hebben hun eigen frustraties, verwarring, ontberingen, zorgen en falen. Hun ouders zijn daar geen onderdeel van.
Voor ouders is deze opvatting eerst nog moeilijk te accepteren. De meeste vaders en moeders hebben de neiging te denken dat de problemen van hun kinderen ook de hunne zijn. Daardoor bezorgen ze zichzelf onnodig verdriet, zoals we later zullen aantonen. De relatie met hun kinderen wordt er alleen maar slechter door en ze laten zich talloze gelegenheden ontgaan om hun kinderen effectief te begeleiden.
Wanneer een ouder accepteert dat het kind zijn eigen problemen heeft, betekent dat niet dat hij, de ouder, daar niet bezorgd over mag zijn, of geen hulp mag bieden. Een professionele hulpverlener is echt betrokken bij ieder kind dat hij wil helpen. Maar in tegenstelling tot de meeste ouders laat hij de verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen bij het kind zelf. Hij accepteert dat het kind problemen heeft. Hij ziet het kind echter als een mens dat op zichzelf staat. Hij gaat vooral uit van de mogelijkheden die het kind in zich heeft om zijn eigen problemen op te lossen. Hij heeft hierin een principieel vertrouwen. Alleen doordat hij erkent dat het probleem bij het kind ligt, kan de professionele hulpverlener actief luisteren.
Actief luisteren is een machtig middel om een ander te helpen zijn eigen probleem op te lossen, vooropgesteld dat de luisteraar accepteert dat de ander een probleem heeft en de ander ook consequent zijn eigen oplossingen laat vinden. De effectiviteit van de ouders kan enorm toenemen door actief luisteren, maar het is een heel andere manier van hulp bieden dan ouders meestal gewend zijn.
Hoe paradoxaal het ook lijkt, de invloed van de ouder op het kind zal met deze vaardigheid groter worden, maar het is een invloed die nogal verschilt van die welke ouders meestal op hun kinderen denken te moeten uitoefenen. Actief luisteren is een vaardigheid waarbij men kinderen zodanig op weg helpt dat ze zelf oplossingen zoeken voor hun problemen. De meeste ouders laten zich ertoe verleiden de problemen van hun kinderen over te nemen, zoals in het volgende geval:
Vincent: Farid wil vandaag niet met me spelen. Hij wil nooit wat ik wil.
Moeder: Nou, waarom doe je dan niet eens zijn zin? Je moet met al je vriendjes leren opschieten. (adviseren, moraliseren.)
Vincent: Ik wil hem niet zijn zin geven; ik wil trouwens niet met hem kunnen opschieten.
Moeder: Nou, ga dan iemand anders zoeken om mee te spelen, als je zo nodig spelbreker moet zijn. (een oplossing geven, bekritiseren.)
Vincent: Hij is een spelbreker, ik niet. En ik heb niemand anders om mee te spelen.
Moeder: Je bent van streek omdat je moe bent. Morgen zal het wel beter gaan. (interpreteren, geruststellen.)
Vincent: Ik ben helemaal niet moe en het gaat morgen vast niet beter. Je snapt helemaal niet wat een hekel ik aan dat rotjong heb.
Moeder: Dat moet je niet zeggen. Als je dat nog eens zegt over een vriendje, ik waarschuw je… (bevelen, dreigen.)
Vincent: (loopt mokkend weg) Ik vind het hier stom, ik wou dat we gingen verhuizen. Hetzelfde jongetje zou met actief luisteren geholpen kunnen worden:
Vincent: Farid wil vandaag niet met me spelen. Hij wil nooit wat ik wil.
Moeder: Ben je teleurgesteld in hem? (actief luisteren.)
Vincent: Ja. Ik wil nooit meer met hem spelen. Hij is mijn vriend niet meer.
Moeder: Ben je zo boos dat je hem nooit meer wilt zien? (actief luisteren.)
Vincent: Ja, maar als ik hem niet meer als vriend heb, heb ik niemand meer om mee te spelen.
Moeder: Dan zou je je alleen voelen staan. (actief luisteren.)
Vincent: Ja, ik denk dat ik maar moet proberen met hem op te schieten. Maar ik vind het zo moeilijk om niet steeds boos op hem te worden.
Moeder: Je wilt best goede vrienden met hem zijn, maar je weet niet wat je dan met je boosheid moet. (actief luisteren.)
Vincent: Vroeger had ik dat niet, maar toen wilde hij ook altijd wel wat ik wou. Hij wil nu steeds wat anders spelen dan ik.
Moeder: Dus Farid doet niet meer zo gemakkelijk wat jij zegt? (actief luisteren.)
Vincent: Nee. Hij heeft zelf meer ideeën om te spelen. Dat is soms best leuk.
Moeder: Dus je vindt zijn spelideeën wel leuk? (actief luisteren.)
Vincent: Ja, maar het is wel moeilijk om niet meer de baas over hem te zijn. Misschien zouden we niet meer zoveel ruzie hebben als ik hem af en toe zijn zin geef. Denk je dat dat zou lukken?
Moeder: Denk je dat het misschien helpt als je af en toe doet wat hij wil? (actief luisteren.)
Vincent: Misschien wel. Ik zal het eens proberen.
In de eerste versie gebruikte de moeder acht van de twaalf blokkades. In de tweede versie paste ze consequent actief luisteren toe. Eerst nam de moeder het probleem over, maar de tweede keer liet ze door actief te luisteren het probleem bij Vincent. In de eerste versie verzette Vincent zich tegen de suggestie van zijn moeder; zijn boosheid en frustratie verdwenen niet, evenmin als het probleem. Wat Vincent betreft was er geen enkele ontwikkeling. In de tweede versie raakte hij zijn boosheid kwijt; hij begon zelf het probleem op te lossen en bekeek zichzelf wat beter. Hij kwam tot een oplossing en groeide kennelijk een stukje dichter naar verantwoordelijkheid en zelfbeschikking toe.
Vervolgens een andere situatie om te illustreren wat een kenmerkende manier van ouders is om hun kinderen te helpen:
Marian: Ik heb geen zin in eten vanavond.
Vader: Toe nou, kinderen van jouw leeftijd hebben drie maaltijden per dag nodig. (instrueren, met logica overreden.)
Marian: Ik heb tussen de middag veel gegeten.
Vader: Nou, kom nou maar aan tafel, dan kun je zien wat we eten. (suggesties doen.)
Marian: Ik ga toch niks eten.
Vader: Wat heb je toch vanavond? (onderzoeken.)
Marian: Niks.
Vader: Kom dan aan tafel. (bevelen.)
Marian: Ik heb geen honger! En ik kom niet aan tafel!
Op de volgende manier kan het meisje door actief luisteren geholpen worden:
Marian: Ik heb geen zin in eten vanavond. Vader: O, heb je geen trek? (actief luisteren.) Marian: Nee, ik heb al de hele dag buikpijn.
Vader: Was er wat bijzonders vandaag? (deur openen.)
Marian: Ja, Bob belde op om te zeggen dat hij met me wilde praten vanavond. Hij was zo ernstig, niets voor hem.
Vader: Dus je ziet tegen dat gesprek op? (actief luisteren.)
Marian: Ik ben bang dat hij het uit wil maken.
Vader: En dat zou je erg vinden? (actief luisteren.)
Marian: Ik zou het vreselijk vinden! Vooral omdat ik denk dat hij liever met Joke wil. Dat zou het allerergste zijn.
Vader: Dus je zit erover in dat hij met Joke wil? (actief luisteren.)
Marian: Ja, zij krijgt altijd alle leuke jongens. Ik word er gek van. Ze praat altijd tegen jongens en maakt ze aan het lachen. Ze trappen er allemaal in. In de gang lopen er altijd drie of vier jongens om haar heen. Ik snap niet hoe ze het doet. Ik weet niet eens waar ik met jongens over moet praten.
Vader: Je zou willen dat je net zo gemakkelijk met jongens om kon gaan als Joke. (actief luisteren.)
Marian: Ik baal er gewoon van. Ik ben bang iets verkeerds te zeggen.
Vader: Je wilt er zo graag bij horen dat je bang bent een fout te maken. (actief luisteren.)
Marian: Ja, maar erger dan het nu is kan het niet worden. Ik sta er als een sukkel bij.
Vader: Je denkt dus dat je nu slechter af bent dan wanneer je ook eens wat zegt. (actief luisteren.)
Marian: Ja, dat weet ik zeker. Ik heb er genoeg van altijd mijn mond te houden.
In de eerste versie decodeerde Marians vader haar boodschap al direct niet goed en daarom bleef het gesprek steken bij het probleem van het eten. In de tweede versie hielp vader door actief te luisteren het probleem bloot te leggen. Hij moedigde Marian aan zelf het probleem op te lossen en hielp haar ten slotte te overwegen iets in haar gedrag te veranderen.
HOE OUDERS ACTIEF LUISTEREN IN PRAKTIJK KUNNEN BRENGEN
De volgende situaties laten zien hoe sommige ouders actief luisteren hebben gepast bij alledaagse problemen. Let vooral op het actief luisteren:
Marco, de jongen die niet durfde te gaan slapen
In de volgende situatie gebruikte een moeder een paar communicatieblokkades, maar actief luisteren speelde toch een belangrijke rol. De jongen, acht jaar oud, had sinds zijn vijfde jaar steeds meer moeite met in slaap komen. Ongeveer acht maanden voor de volgende dialoog plaatsvond kreeg hij een eigen kamer, nadat hij jarenlang een kamer had gedeeld met twee kleinere broertjes. Hoewel hij blij was met een eigen kamer, werd zijn slaapprobleem alleen maar groter.
Moeder: Het is al laat, doe het licht uit en ga slapen.
Marco: Ik ga niet slapen.
Moeder: Je moet slapen, het is al laat; anders ben je morgen moe.
Marco: Ik ga niet slapen.
Moeder: (Streng.) Doe onmiddellijk dat licht uit.
Marco: (Moedeloos.) Ik ga nooit meer slapen.
Moeder: (Ik kan hem wel wurgen. Ik ben zo moe, ik kan er vanavond niet tegen… Ik ga eerst even naar de keuken, tel tot tien, en ga daarna weer terug om te proberen actief te luisteren, al zou ik erbij neervallen. Gaat Marco’s kamer weer binnen.) Kom joh, ’t is al laat, maar ik blijf nog even bij je zitten om uit te rusten voor ik aan de afwas begin. (Ze neemt hem het boek af, doet het licht uit, de deur dicht en gaat naast hem op het bed zitten met haar rug tegen de muur.)
Marco: Geef mijn boek terug. Waarom moet dat licht uit? Ga weg, je hoeft niet bij me te blijven. Ik ga toch niet slapen.
Moeder: Ben je boos?
Marco: Ja, en ik heb een hekel aan school en ik ga er niet meer heen.
Moeder: (Hij vindt het heerlijk op school.) Dus je hebt geen zin meer om naar school te gaan.
Marco: Ik vind het vreselijk. Ik ben slecht op school. Ik weet niets, ik hoor in de vierde groep. (Hij zit in de vijfde.) Van rekenen snap ik niks. (Hij is er erg goed in.) De meester denkt zeker dat ik al in de achtste groep zit.
Moeder: Heb je zo’n moeite met rekenen?
Marco: Nee, helemaal niet. Gemakkelijk juist. Ik heb er alleen geen zin in.
Moeder: O.
Marco: (Praat plotseling over iets anders.) Voetballen vind ik leuk. Ik zou veel liever de hele dag voetballen dan naar school gaan.
Moeder: Zo te horen vind je voetballen dus wel leuk?
Marco: Moet iedereen eigenlijk verder leren? (Zijn oudere broer gaat binnenkort naar de middelbare school en daar wordt nogal veel over gepraat.)
Moeder: Nee, hoor.
Marco: Hoe lang moet je naar school?
Moeder: Je moet eerst de middelbare school afmaken.
Marco: Nou, ik ga niet studeren. Dat hoeft toch niet?
Moeder: Nee.
Marco: Goed, dan word ik voetballer.
Moeder: Voetballen vind je een leuke sport.
Marco: Zeker weten. (Is helemaal gekalmeerd, praat rustig, is niet boos meer.) Nou, welterusten.
Moeder: Welterusten.
Marco: Blijf je nog even bij me?
Moeder: Ja, hoor.
Marco: (Trekt de dekens, die hij weggetrapt had, over zich heen en legt ze over zijn moeders benen, geeft haar een vriendelijk klopje.) Zit je lekker zo?
Moeder: Ja, dank je wel.
Marco: Alsjeblieft. (Het is een tijdje stil; dan begint Marco te snuiven en heel overdreven te kuchen. Hij is vaak verkouden, heeft dan een verstopte neus, maar de symptomen zijn nooit acuut. Zijn moeder heeft hem nooit zo horen snuiven.)
Moeder: Heb je last van je neus?
Marco: Ja, zou ik neusdruppels moeten hebben?
Moeder: Denk je dat het zou helpen?
Marco: Nee. (Snuift weer.)
Moeder: Nou, je hebt er toch last van.
Marco: Ja. (Snuift, en zegt een beetje angstig:) O, ik wou dat je niet door je neus hoefde te ademen als je slaapt.
Moeder: (Zeer verbaasd, kan niet nalaten te vragen hoe hij op dat idee komt.) Denk je dat je door je neus moet ademen als je slaapt?
Moeder: Je bent er wel zeker van.
Marco: Ik weet het zeker. Peter heeft het me heel lang geleden verteld. (Peter is zijn vriend, die twee jaar ouder is en die hij erg bewondert.) Hij wist het zeker. Je kunt niet door je mond ademen als je slaapt.
Moeder: Bedoel je dat dat niet mag?
Marco: Nee, het kan niet. Dat is toch zo, hè mam? Ik bedoel, je móét wel door je neus ademen als je slaapt, hè? (Hierna volgt een lang verhaal over zijn vriend. ‘Hij zou nooit tegen me liegen.’)
Moeder: (Legt uit dat zijn vriend hem waarschijnlijk wilde helpen, maar dat kinderen de dingen soms verkeerd begrijpen. Moeder legt er sterk de nadruk op dat iedereen door de mond ademt in zijn slaap.)
Marco: (Opgelucht.) Nou, welterusten.
Moeder: Welterusten. (Marco ademt nu gewoon door zijn mond.)
Marco: (Gaat plotseling weer snuiven.)
Moeder: Ben je nu nog bang?
Marco: Ja. Mam, wat gebeurt er als ik ga slapen en door mijn mond adem – als mijn neus dichtzit – en als ik nou eens midden in de nacht als ik slaap mijn mond dicht zou doen?
Moeder: (Realiseert zich dat hij al jarenlang niet durft te gaan slapen omdat hij bang is dat hij zal stikken; denkt: ach, arme jongen.) Ben je soms bang dat je stikt?
Marco: Ja-ah, je moet toch ademhalen? (Hij durft niet te zeggen: Misschien kan ik wel doodgaan.)
Moeder: (Legt het nog eens uit.) Dat kan echt niet gebeuren. Je mond zou vanzelf opengaan – net zoals je hart je bloed wegpompt of je ogen knipperen.
Marco: Weet je het zeker?
Moeder: Ja, echt waar.
Marco: Nou, welterusten.
Moeder: Welterusten, schat. (Ze kust hem en Marco slaapt binnen een paar minuten.)
Het verhaal van Marco is niet het enige voorbeeld van een ouder die door actief luisteren ontdekt dat zijn kind met een emotioneel probleem zit. Verhalen als deze tonen aan dat de meeste ouders actief luisteren goed genoeg kunnen leren om in de praktijk hun eigen kinderen te helpen bij het oplossen van dieper liggende problemen.
Soms geeft dit soort therapeutisch luisteren vooral opluchting, een bevrijding van de gevoelens van het kind. Het kind heeft dan alleen een meevoelend toehoorder nodig. Dat was ook het geval met Kirsten, een intelligent meisje van tien. De moeder van Kirsten heeft het gesprek op de band opgenomen. Veel ongetrainde ouders zouden reageren met communicatieblokkades, terwijl de moeder van Kirsten er door de training voor koos om actief luisteren toe te passen:
Kirsten: O bah, ik moet mijn schooltas nog inpakken.
Moeder: Je hebt geloof ik niet veel zin om naar school te gaan morgen, hè? Kirsten: Nee, er is ook niets leuks aan.
Moeder: Vind je het vervelend of zo?
Kirsten: Ja, je kunt niets anders doen dan naar dat stomme mens kijken. Ze is zo dik en uitgezakt en ziet er zo stom uit.
Moeder: Erger je je aan haar?
Kirsten: Ja, en ze zegt altijd: ‘Goed, dan krijgen jullie morgen dit of dat. En dan is het morgen en dan zegt ze: ‘O, ik ben het vergeten, je krijgt het wel een andere keer.’
Moeder: Ze belooft dus dingen…
Kirsten: Maar ze doet het nooit…
Moeder: Ze houdt haar beloften dus niet en daar ben je boos over…
Kirsten: Ja, in september heeft ze me een nieuw schrift beloofd en dat heb ik nu nog niet.
Moeder: Ze zegt dus dat ze iets zal doen en daar reken je op en dan doet ze het niet.
Kirsten: Ze heeft ons allerlei uitstapjes beloofd en we zouden nog naar de bibliotheek gaan… en later doet ze net of ze het er nooit over heeft gehad. Ze zegt het alleen maar en daar blijft het bij. En dan belooft ze weer nieuwe dingen…
Moeder: Je verwacht dat ze doet wat ze belooft en dan gebeurt het gewoon niet.
Kirsten: Ja, het is allemaal stomvervelend.
Moeder: Je lijkt nogal teleurgesteld over zo’n juf?
Kirsten: Ja, ik vind alleen tekenen leuk, omdat ze dan tenminste niet zit te zeuren over je schrijven of zo. Ze moet altijd mij hebben: ‘O, wat schrijf je toch lelijk. Waarom kun je niet beter schrijven? Waarom ben je toch zo slordig?’
Moeder: Net alsof ze alleen op jou let.
Kirsten: Ja, en met tekenen zegt ze welke kleuren je moet gebruiken en dat doe ik niet. Ik maak het mooi en dan zegt ze waar ik zwart moet gebruiken…
Moeder: Dus met tekenen laat ze je ook niet met rust.
Kirsten: Nee, ook met die schaduwen niet.
Moeder: Moet je dat op een bepaalde manier tekenen?
Kirsten: Ja, maar dat doe ik toch niet…
Moeder: Je vindt het dus erg vervelend dat ze zegt dat je het op haar manier moet doen…
Kirsten: Ik doe het niet – ik doe net of ze er niet is – en dan wordt ze boos…
Moeder: Ben je bang, als je niet doet wat ze zegt, dat je dan straf krijgt?
Kirsten: Ja, maar meestal gebeurt dat niet. Ik moet toch altijd doen wat ze zegt – als je ziet hoe we leren rekenen…
Moeder: Je zou graag doen wat je zelf goed vindt, maar je doet toch wat zij zegt omdat je anders problemen krijgt.
Kirsten: Zoals zij het doet duurt het allemaal zo lang. Ze wil alles uitleggen en geeft dan voorbeelden. ‘Dit is weer een heel nieuw sommetje’ – ze behandelt ons als kleuters.
Soms is het voor ouders moeilijk om een gesprek als dit onafgerond en onvolledig te laten. Als ouders begrijpen dat dit ook vaak bij deskundigen gebeurt, kunnen ze er beter in berusten als het kind het gesprek beëindigt en erop vertrouwen dat het later zelf een oplossing vindt. Hulpverleners weten uit ervaring dat je vertrouwen kunt hebben in het vermogen van kinderen om constructief om te gaan met de problemen die ze in het leven tegenkomen. Ouders onderschatten dit vermogen vaak.
Vervolgens een voorbeeld uit een gesprek met een tiener. Hierin wordt geïllustreerd dat men met actief luisteren lang niet altijd onmiddellijk resultaat boekt. Vaak brengt de methode een keten van gebeurtenissen op gang en wat er uiteindelijk gebeurt weet de ouder meestal niet eens, of het wordt pas veel later duidelijk. Dat komt doordat kinderen vaak pas later zelfstandig een oplossing uitwerken. Professionele hulpverleners zien dat heel vaak gebeuren. Het kan voorkomen dat een kind aan het einde van een gesprek nog midden in de bespreking van het probleem was en dan een week later terugkomt om te vertellen dat hij eruit is.
Dat was ook het geval met Ed, een jongen van zestien, die ik begeleidde omdat zijn ouders zich zorgen maakten. Hij weigerde naar school te gaan, verzette zich tegen volwassenen, gebruikte drugs, en deed thuis helemaal niets.
Een paar weken lang deed Ed niets anders dan tijdens het gesprek zijn blowen verdedigen en volwassenen bekritiseren omdat ze zelf alcohol en sigaretten gebruiken. Hij zag niets verkeerds in het gebruik van softdrugs. Hij vond dat iedereen het eens moest proberen, omdat het voor hem zo’n prachtige ervaring was. Hij vroeg zich ook sterk af waarom de school zo belangrijk was. Hij zag die meer als een voorbereiding op een of ander baantje waarmee je geld kon verdienen, om vervolgens in dezelfde val te trappen als ieder ander in de maatschappij. Hij kreeg niets anders dan onvoldoendes op school. Volgens Ed had het geen zin iets constructiefs te doen.
Op een dag kwam hij voor zijn therapie en verklaarde plotseling dat hij had besloten te stoppen met blowen. Hij had er genoeg van zijn leven te ruïneren. Hoewel hij nog steeds niet wist wat hij dan wel moest gaan doen, wist hij in ieder geval zeker dat hij zijn leven niet wilde vergooien door het gevaar van drugs. Hij vertelde ook dat hij hard werkte voor twee vakken waar hij een taak voor had, nadat hij op school voor alle vakken op één na onvoldoendes had gehaald. Uiteindelijk haalde Ed voor die twee vakken hoge cijfers, hij deed eindexamen en ging studeren. Het blijft onbekend waardoor hij veranderde, maar waarschijnlijk was zijn eigen gezonde verstand in werking gezet doordat er naar hem geluisterd was – actief geluisterd.
Soms kan actief luisteren een kind alleen maar helpen een situatie waar niets aan te doen is te accepteren. Actief luisteren helpt een kind zijn gevoelens over een bepaalde situatie te uiten, zijn hart uit te storten en te voelen dat hij geaccepteerd wordt omdat hij deze gevoelens heeft. Dit geldt ook voor volwassenen die over hun werk klagen. Ze weten wel dat ze waarschijnlijk niets kunnen veranderen, maar het helpt al als ze hun negatieve gevoelens kwijt kunnen bij iemand die ze accepteert en begrijpt. In het volgende gesprek tussen Jantien, twaalf jaar, en haar moeder, wordt dat duidelijk:
Jantien: Ik heb toch zo’n hekel aan de lerares Engels, mevrouw Smit. Ze is gewoon verschrikkelijk.
Moeder: Je schijnt het dit jaar niet erg te treffen, hè?
Jantien: Nou, ze staat daar maar te kletsen over zichzelf, ik vind het ontzettend vervelend. Soms heb ik zin om te vragen of ze haar mond niet kan houden.
Moeder: Je stoort je echt aan haar, hè?
Jantien: Ja, maar ik niet alleen, niemand vindt haar aardig. Waarom laten ze zulke mensen lesgeven? Hoe kunnen ze nog leerkracht blijven als ze zo slecht zijn?
Moeder: Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat zo iemand les mag geven. Jantien: Ja, maar ze is er nou eenmaal en ik zal iedere dag tegen haar aan moeten kijken. Nou, ik denk dat ik maar eens naar Marga ga. Dag, mam.
Ze zijn duidelijk niet tot een oplossing gekomen en Jantien kan ook niet veel doen om haar lerares te veranderen. Maar omdat ze haar gevoelens kon uiten en omdat deze geaccepteerd en begrepen werden, voelde ze zich opgelucht en kon ze weer ergens anders aan denken. Deze moeder laat haar dochter ook merken dat ze met haar moeilijkheden altijd bij haar kan komen, dat negatieve gevoelens mogen bestaan en geuit mogen worden.
WANNEER BESLUIT EEN OUDER TOT ACTIEF LUISTEREN?
Moet men om actief te luisteren wachten tot er zich een nogal ernstig probleem voordoet, zoals bij Marco, die niet durfde te gaan slapen? Absoluut niet. Kinderen laten vrijwel elke dag merken dat ze met moeilijkheden te kampen hebben.
Sam heeft net zijn vinger gebrand aan de krultang van zijn moeder:
Sam: Au, ik heb mijn vinger gebrand, mam. Mijn vinger is verbrand. Het doet zo’n pijn (huilt). Au, mijn vinger, au, au…
Moeder: Kom maar gauw hier, dat zal wel vreselijk pijn doen.
Sam: Ja, moet je kijken hoe erg het is.
Moeder: Nou, dat is lelijk verbrand. Wat naar voor je.
Sam: (houdt op met huilen): Doe er gauw wat op.
Moeder: Kom maar, ik zal er water over laten stromen om het af te koelen, dan zakt de pijn wel.
Bij dit kleine ongelukje in huis reageerde de moeder niet met sussende woorden als: ‘Zo erg is het niet’, of: ‘Het gaat zo wel over’, of: ‘Het is helemaal niet zo erg verbrand.’ Ze respecteerde Sams gevoelens dat zijn vinger wel erg verbrand was en dat het erg veel pijn deed. Ze gebruikte ook geen blokkades, zoals ouders in dergelijke situaties soms doen: ‘Nou Sam, stel je niet aan. Hou op met huilen.’ (evalueren en bevelen.)
Omdat de moeder actief luistert, geeft ze aan hoe haar houding is ten opzichte van Sam:
Hij beleeft een pijnlijk moment in zijn leven.
Het is zijn probleem en hij heeft het recht er op zijn manier op te reageren.
Ik wil zijn gevoelens niet ontkennen, voor hem zijn ze zeer reëel.
Ik kan accepteren dat hij vindt dat zijn vinger erg verbrand is en dat hij
erg veel pijn heeft.
Ik wil niet dat hij zijn eigen gevoelens als verkeerd gaat zien of zich schuldig gaat voelen.
Ouders in de training Effectief Communiceren met Kinderen vertellen dat wanneer een kind zich pijn heeft gedaan en hard huilt, ze vaak door actief luisteren kunnen bereiken dat hij daar vrijwel onmiddellijk mee ophoudt.
Het kind is er dan zeker van dat zijn ouder weet en begrijpt hoe vervelend hij zich voelt en hoe bang hij is. Het is voor hem het belangrijkste dat men zijn gevoelens begrijpt.
Ouders kunnen het erg lastig vinden als hun kind zich angstig of onzeker voelt als zij ’s avonds uitgaan, of als ze hun liefste knuffel missen bij het logeren. Het helpt in zulke gevallen meestal niet om ze gerust te stellen, en ouders worden begrijpelijkerwijs ongeduldig als het kind blijft huilen of vragen om zijn knuffel.
Actief luisteren kan in dergelijke vervelende situaties wonderen doen. Het kind wenst voornamelijk erkenning van zijn heftige gevoelens.
Een vader vertelde het volgende voorval:
‘Michelle van drieënhalf bleef maar huilen toen haar moeder haar bij mij in de auto achterliet om boodschappen te doen in de supermarkt. “Ik wil naar mama,” zei ze wel tien keer achter elkaar. Het hielp niets of ik haar vertelde dat mama zo terug zou komen. Daarna begon ze hard te huilen: “Ik wil mijn beer, ik wil mijn beer.” Toen ik van alles geprobeerd had om haar te troosten en niets hielp, herinnerde ik me de vaardigheid actief luisteren. Wanhopig zei ik: “Je mist mama erg als ze weggaat, hè?” Ze knikte. “Je vindt het niet leuk als mama je alleen laat, hè?” Ze knikte weer en klemde nog steeds haar knuffel tegen zich aan. Ze zat als een bang, verdwaald poesje in een hoek van de achterbank in elkaar gedoken. Ik ging verder: “Als mama er niet is, wil je je beer, hè?” Toen, als bij toverslag, kwam ze uit haar hoekje, liet haar beer vallen, hield op met huilen, kroop bij me op de voorbank en begon heel plezierig met me te babbelen over de mensen die ze op de parkeerplaats zag.’
De ouders moeten dus, net als deze vader, leren het kind te accepteren zoals het zich op dat moment voelt. Men kan veel beter niet direct proberen hem op te laten houden met huilen door hem gerust te stellen of te dreigen. Kinderen willen weten of een ander begrijpt hoe ze zich voelen.
Een andere situatie waarbij we actief luisteren in praktijk kunnen brengen is die waarin kinderen lastig te begrijpen gecodeerde boodschappen uitzenden, zodat de ouders niet precies begrijpen wat er in hen omgaat. Vaak hebben die boodschappen de vorm van vragen:
‘Wat voel je als je doodgaat?’
‘Waarom schelden de kinderen me uit?’
‘Papa, wat voor meisjes vond jij leuk toen je jong was?’
De meeste vaders laten zich ertoe verleiden de gelegenheid aan te grijpen en uitgebreid over hun jeugd te gaan vertellen. Deze vader wist zich ervan te weerhouden en reageerde met actief luisteren:
Vader: Vraag je je soms af wat je moet doen zodat jongens je aardig vinden?
Dochter: Ja, om de een of andere reden vinden ze me niet aardig en ik weet niet waarom…
Vader: Je vraagt je af waarom ze je niet mogen?
Dochter: Nou, ik weet wel dat ik weinig zeg. Ik durf niets te zeggen tegen jongens.
Vader: Je durft dus niet open te zijn als er jongens bij zijn?
Dochter: Ik ben altijd bang dat ik iets stoms zal zeggen.
Vader: Je wilt dus niet dat ze je stom vinden.
Dochter: Als ik mijn mond houd, loop ik dat risico niet.
Vader: Het lijkt je veiliger om maar je mond te houden.
Dochter: Ja, maar dan kom ik nog nergens, want nu denken ze allemaal dat ik saai ben.
Vader: Dus als je je mond houdt, bereik je ook niet wat je wilt? Dochter: Nee, ik denk dat ik het toch maar eens moet proberen.
Dankzij actief luisteren van deze vader kwam zijn dochter een stapje vooruit. Ze had een beter inzicht gekregen, en daardoor ontstaat vaak een constructieve gedragsverandering, door het kind zelf op gang gebracht.
Ongewoon gecodeerde boodschappen van kinderen, vooral vragen, betekenen vaak dat het kind met een probleem zit. Met actief luisteren kunnen de ouders bijspringen en hulp bieden, zodat het kind het probleem voor zichzelf kan definiëren en het proces van de oplossing ervan bij het kind zelf in gang gezet kan worden. Door op deze als vragen gecodeerde gevoelens met directe antwoorden te reageren, laten ouders een kans voorbijgaan om het kind effectief te begeleiden bij zijn probleem. Als ze het voor het eerst proberen, vergeten ouders vaak dat actief luisteren een vaardigheid is die ook enorm waardevol kan zijn bij het beantwoorden van problemen die op intellectueel niveau liggen. Kinderen komen voortdurend problemen tegen als ze proberen wijs te worden uit wat ze lezen en horen over de wereld om hen heen: racisme, oorlog, milieuvraagstukken, euthanasie, scheiding, misdaad enzovoort.
Wat de ouders regelmatig teleurstelt, is dat kinderen hun ideeën keihard en ongenuanceerd verkondigen, omdat ze nog naïef en onvolwassen zijn. Voor de ouders is de verleiding dan groot om in te grijpen en het kind op de hoogte te brengen of hem meer over het onderwerp te vertellen. De motivatie van de ouders kan goed zijn, namelijk om bij te dragen tot de intellectuele ontwikkeling van het kind.
De motivatie kan echter ook egocentrisch zijn, namelijk om hun eigen kennis te tonen. Hoe dan ook, de ouders grijpen in met een of meer communicatieblokkades, wat onvermijdelijk tot gevolg heeft dat de kinderen zich terugtrekken of dat er een woordenstrijd begint die eindigt in gekwetste gevoelens en scherpe opmerkingen.
We stellen ouders in de training een paar vragen om duidelijk te maken hoe belangrijk actief luisteren is als hun kinderen met ideeën, actuele onderwerpen of met persoonlijke problemen bij hen komen:
’Vind je dat je kind dezelfde opvattingen moet hebben als jij?’
‘Waarom heb je de behoefte hem iets te leren?’
‘Kun je ertegen als zijn opvattingen veel van de jouwe verschillen?’
‘Kun je hem helpen om tot een eigen opvatting over deze ingewikkelde wereld te komen?’
‘Kun je hem in zijn waarde laten als hij worstelt met een probleem?’
‘Weet je nog dat je zelf als kind aparte ideeën had over wereldproblemen?’
Wanneer de ouders meer gaan letten op wat ze zeggen en beter gaan luisteren, blijkt dat de gesprekken onder het eten opvallend veranderen. Hun kinderen beginnen met problemen te komen die ze tevoren nooit aan hun ouders voorlegden: drugs, geweld, racisme, internet, loverboys enzovoort. Actief luisteren kan wonderen doen in zoverre dat ouders en kinderen hun thuis gaan beschouwen als de plaats waar ze diepgaande discussies kunnen hebben over diverse ingewikkelde problemen uit hun leven.
Als ouders klagen dat kinderen thuis nooit over ernstige problemen praten, blijkt meestal dat de kinderen zulke problemen wel af en toe aarzelend en voorzichtig hebben aangeroerd, maar dat de ouders dan op de traditionele manier reageerden: met vermaningen, adviezen, moraliserende verhalen, oordelen, sarcasme of afleidingsmanoeuvres. En de kinderen gaan dan langzamerhand een scheiding trekken die hun eigen gedachten en die van hun ouders totaal van elkaar verwij-dert. Geen wonder dat er een generatiekloof is. In de meeste gezinnen bestaat die doordat de ouders niet luisteren – ze beleren en corrigeren, verwerpen en ridiculiseren de boodschappen die de zich ontwikkelende gedachtewereld van hun kinderen geven.
DE MEEST VOORKOMENDE FOUTEN BIJ ACTIEF LUISTEREN
Ouders vinden het meestal niet moeilijk om te begrijpen wat actief luisteren is en waarin het verschilt van het traditionele patroon. Er zijn ook maar weinig ouders die niet inzien dat actief luisteren vele goede mogelijkheden in zich heeft. Maar sommige ouders hebben veel meer moeite deze vaardigheid goed te gebruiken dan andere. Zoals met elke nieuwe vaardigheid die men probeert te leren, kan men fouten maken, ofwel door gebrek aan ervaring, ofwel doordat de toepassing niet goed is. Een paar van die fouten zullen we bespreken, in de hoop dat de ouders ze daardoor kunnen vermijden.
Door actief luisteren kinderen naar je hand zetten
Sommige ouders lukt het niet om actief te luisteren doordat hun uitgangspunten fout zijn. Ze willen het gebruiken om hun kinderen ertoe te krijgen zich te gedragen en te denken zoals de ouders vinden dat het hoort.
Een moeder kwam voor de zesde keer op de training en kon bijna niet wachten om haar teleurstelling te uiten over haar eerste ervaring met actief luisteren: ‘Nou, mijn zoon staarde me alleen maar aan en zei niets. Je hebt gezegd dat kinderen door actief luisteren worden aangemoedigd te gaan praten. Bij ons was dat niet het geval.’ Toen de trainer vroeg of ze de groep wilde vertellen wat er gebeurd was, vertelde ze:
‘Peter van zestien kwam thuis uit school en vertelde dat ze gezegd hadden dat hij voor twee vakken onvoldoende stond. Ik probeerde onmiddellijk hem aan het praten te krijgen door actief luisteren. Peter klapte dicht en liet mij ten slotte zitten.’
De trainer stelde voor dat hij de rol van Peter zou spelen en dat ze samen het gesprek zouden proberen te reconstrueren. De moeder ging ermee akkoord, maar ze waarschuwde de groep dat de trainer nooit zo onbereikbaar kon zijn in zijn rol als haar zoon thuis altijd was. De trainer speelde de rol als volgt (let op de antwoorden van de moeder):
Peter: Ze hebben me wel te grazen gehad vandaag. Ik heb twee onvoldoendes, een voor wiskunde en een voor Engels.
Moeder: Je bent nogal van streek (koeltjes).
Peter: Natuurlijk ben ik van streek.
Moeder: Je bent dus teleurgesteld (nog steeds koeltjes).
Peter: Dat is nog zacht uitgedrukt. Het betekent dat ik niet overga, dat is alles. Het is gebeurd met me.
Moeder: En je denkt dat er niets meer aan te doen is nu ze je gewaarschuwd hebben. (Moeder geeft haar eigen mening weer.)
Peter: Je bedoelt dat ik harder moet gaan werken? (Peter heeft de boodschap begrepen.)
Moeder: Ja, daar is het toch niet te laat voor? (Nu probeert de moeder haar oplossing echt door te drijven.)
Peter: Al die onzin leren? Waarom zou ik? Het heeft toch geen zin.
Zo ging het inderdaad. Peter kwam met zijn rug tegen de muur te staan en deze moeder probeerde onder het mom van actief luisteren Peter ertoe te brengen nog een uiterste poging te doen door hard te studeren. Omdat hij zich door zijn moeder bedreigd voelde, wilde Peter niet meewerken en werd defensief.
Deze moeder nam haar toevlucht tot actief luisteren omdat ze het als een nieuwe manier zag om kinderen in het gareel te brengen – een subtiele manier om ze zover te brengen dat ze doen wat hun ouders willen of om het gedrag van het kind of zijn gedachtegang te bepalen.
Moeten ouders dan niet proberen hun kinderen te leiden? Is leidinggeven niet een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de ouders? Hoewel ‘ouderlijke leiding’ algemeen als een noodzakelijke taak voor ouders wordt beschouwd, is het ook een taak waarover de grootste misvattingen bestaan. Leiden betekent in een bepaalde richting sturen. Dat houdt dus in dat de ouders het stuurwiel grijpen en proberen het kind in een bepaalde richting te leiden. En dan ontmoeten ze natuurlijk verzet.
Kinderen hebben de bedoelingen van hun ouders heel snel door. Ze herkennen in de ouderlijke leiding onmiddellijk een gebrek aan acceptatie van het kind zoals hij is. Het kind voelt dat de ouder probeert iets met hem te doen. Hij vreest dit soort indirecte controle. Zijn zelfstandigheid wordt bedreigd.
Actief luisteren is geen truc die een door de ouder aangegeven verandering teweegbrengt. Ouders die dat denken, zenden indirecte boodschappen uit over de neigingen en ideeën van de ouders en de subtiele druk die ze uitoefenen.
Hier volgen enkele voorbeelden van ouderlijke boodschappen die verscholen zitten in de antwoorden op de verklaringen van hun kinderen:
Greta: Ik ben boos op Wilma en ik speel niet meer met haar.
Moeder: Je hebt vandaag geen zin om met haar te spelen omdat je een tijdje boos op haar bent.
Greta: Ik wil nooit meer met haar spelen, nooit meer!
Let eens op hoe de moeder haar eigen boodschap erin verwerkte: ‘Ik hoop dat het maar tijdelijk is en dat je morgen niet meer boos op haar bent.’ Greta voelde dat haar moeder haar wilde veranderen en gaf in de tweede boodschap te kennen dat ze dat niet accepteerde.
Een ander voorbeeld:
Rob: Waarom is blowen slecht? Het kan lang niet zoveel kwaad als alcohol. Ik vind het fout dat ze het strafbaar stellen. Ze moesten de wet veranderen.
Vader: Jij vindt dus dat ze de wet maar moeten veranderen zodat er steeds meer kinderen de verkeerde kant op gaan.
Het antwoord van de vader is erop gericht het kind van gedachten te doen veranderen over blowen. Geen wonder dat zijn reactie niet goed opgevat wordt, want hij heeft zijn eigen boodschap erin verwerkt in plaats van zorgvuldig weer te geven wat het kind hem wil zeggen. Een passend antwoord zou zijn geweest: ‘Jij vindt dus dat softdrugs moeten worden toegestaan?’
De deur openzetten en weer dichtslaan
Als ze voor het eerst beginnen met actief luisteren, gebruiken sommige ouders het als een middel om een opening te geven. De kinderen beginnen dan wel te praten, maar de ouders ontnemen hun die kans weer omdat ze niet lang genoeg actief luisteren om het kind uit te laten praten. Het is net als wanneer men zegt: ‘Kom, vertel me maar wat je hebt, ik begrijp het wel.’ En als de ouder dan hoort wat het kind te zeggen heeft, sluit hij gauw de deur omdat hij wat hij te horen krijgt niet prettig vindt.
Kees van tien lijkt wat van streek en zijn moeder probeert hem te helpen:
Moeder: Je kijkt alsof je verdriet hebt. (actief luisteren.)
Kees: Frans heeft me een duw gegeven.
Moeder: En dat vond je niet zo leuk. (actief luisteren.)
Kees: Nee. Ik ga hem eens flink te pakken nemen.
Moeder: Dat zou natuurlijk niet aardig zijn. (evalueren.)
Kees: Kan me niets schelen. Ik ga hem te grazen nemen.
Moeder: Met vechten los je de problemen niet op. (moraliseren.) Waarom ga je er niet met hem over praten? (adviseren, oplossingen geven.)
Kees: Grapje zeker? (Zwijgt verder.)
De deur werd voor Kees dichtgeslagen, dus hield hij verder zijn mond. Doordat ze ging evalueren, adviseren en moraliseren ontnam de moeder zichzelf de kans om hem te helpen zijn gevoelens te verwerken en zelf tot een constructieve oplossing voor zijn probleem te komen. Kees leerde er ook uit dat zijn moeder hem het oplossen van dergelijke problemen niet toevertrouwt, dat ze zijn gevoelens van boosheid niet kan accepteren, dat ze hem geen aardige jongen vindt en dat ouders toch niets begrijpen. Men kan actief luisteren niet beter laten mislukken dan door het eerst te gebruiken zodat het kind zijn ware gevoelens uit, om dan als ouder te gaan evalueren, oordelen, moraliseren en adviseren. Ouders die dat doen ontdekken al spoedig dat hun kinderen achterdochtig worden. Ze leren dat hun ouders hen alleen uithoren om daarna wat ze gehoord hebben te gebruiken om hen te beoordelen of op hun nummer te zetten.
Papegaaien
Een vader komt helemaal ontmoedigd op de training na zijn eerste pogingen om actief te luisteren. ‘Mijn zoon keek me wat vreemd aan en vroeg of ik niet steeds zijn woorden wilde herhalen.’ De vader vertelde van een ervaring die veel ouders hebben als ze alleen maar weergeven of napraten wat de kinderen precies zeggen, in plaats van hun gevoelens te verwoorden. Belangrijk is echter dat de woorden van het kind (zijn speciale code) alleen maar dienen als middel om zijn gevoelens over te brengen. De code is niet het bericht; de ouder moet het eerst nog ontcijferen.
‘Je bent een vieze ouwe stinkerd,’ zegt het kind boos tegen zijn vader. Het kind weet natuurlijk wel dat zijn vader niet echt stinkt, dus dat is zijn boodschap ook niet. Deze speciale code is alleen maar een verpakte manier waarop het kind zijn boosheid overbrengt.
Als de vader zou antwoorden: ‘Jij vindt dus dat ik stink’, zou het kind nauwelijks het idee hebben dat zijn bedoeling is overgekomen. Maar als de vader gezegd had: ‘Je bent geloof ik erg boos op me, hè?’, zou het kind gezegd hebben: ‘Nou en of’, en het zou zich begrepen gevoeld hebben.
De volgende voorbeelden laten het verschil zien tussen de antwoorden die de code alleen maar herhalen en die waarbij de ouder de boodschap eerst ontcijfert en dan de innerlijke gevoelens (de werkelijke boodschap) van het kind terugzendt.
1. Henk: Ik krijg geen enkele bal meer als de grote kinderen ook mee gaan doen.
a. Ouder: Als er grote kinderen bij zijn krijg je nooit de bal. (De code napraten.)
b. Ouder: Je wilt ook meespelen en je vindt het niet eerlijk als je daar geen kans voor krijgt. (Het gevoel teruggeven.)
2. Belinda: Een tijdje ging het wel goed met me, maar zo slecht als het nu gaat, was het nooit. Wat ik ook doe, het helpt allemaal niet. Wat heeft het dan voor zin?
a. Ouder: Het gaat slechter dan ooit met je en het geeft niet wat je ook doet. (De code napraten.)
b. Ouder: Je hebt de moed laten zakken, je wilt het maar liever laten zitten nu. (Het gevoel teruggeven.)
3. Ook als het kind geen probleem heeft, maar louter een positief gevoel, is actief luisteren belangrijk.
Gerben: Kijk, pap, ik heb een vliegtuig gemaakt met mijn nieuwe gereedschap!
a. Ouder: Je hebt een vliegtuig gemaakt met je gereedschap. (De code napraten.) b. Ouder: Je bent echt trots op het vliegtuig dat je hebt gemaakt. (Het gevoel teruggeven.)
Er is oefening voor nodig om te leren goed actief te luisteren. Maar in onze trainingen hebben we gemerkt dat de meeste ouders met oefening de vaardigheid actief luisteren verbazend goed onder de knie krijgen.
Luisteren zonder empathie
Nu is actief luisteren leren uit een boek lastig. Je kunt namelijk niet horen hoe je warmte en meegevoel in de zin legt die je uitspreekt. Empathie toont dat de zender van de actief-luisterboodschap met de ontvanger – de zender van de probleemboodschap – meevoelt en zich even in zijn plaats stelt.
Iedereen wil graag dat de ander begrijpt wat hij voelt wanneer hij iets zegt, en niet alleen hoort wat hij zegt. Vooral kinderen zijn fijngevoelig wat dit betreft. Daarom gaat veel van wat ze zeggen gepaard met gevoelens van vreugde, teleurstelling, angst, liefde, bezorgdheid, boosheid, trots, frustratie, verdriet enzovoort. Als ze met hun ouders communiceren, verwachten ze meegevoel. Als ouders dat niet kunnen geven, voelen de kinderen uiteraard dat het belangrijkste deel van hen op dat moment – hun gevoel – niet wordt begrepen.
Waarschijnlijk is de fout die de ouders het meest maken als ze beginnen met actief luisteren dat zij in hun reactie de gevoelscomponent uit de boodschap van het kind weglaten.
Janet, elf jaar, rent de tuin in waar haar moeder aan het werk is:
Janet: Ruud (haar broertje van negen) is een pestkop, mam, hij trekt al mijn kleren uit de kast. Het is een rotjoch. Ik kan hem wel wat aandoen als hij dat doet.
Moeder: Je vindt het dus niet prettig als hij dat doet?
Janet: Niet prettig? Ik vind het vreselijk! Ik heb zo’n hekel aan dat joch!
Janets moeder hoort wel wat ze zegt, maar niet wat ze voelt. Op dit speciale moment voelt Janet erge boosheid. ‘Je bent woedend op Ruud, hè?’ zou meer haar gevoel hebben weergegeven. Als moeder alleen maar koeltjes Janets ongenoegen vanwege het leeghalen van haar kast teruggeeft, voelt zij zich niet begrepen en moet ze haar moeder met haar volgende boodschap corrigeren: ‘Niet prettig?’ (dat is zacht uitgedrukt) en ‘Ik heb zo’n hekel aan hem’ (dat is belangrijker).
Bert van zes verzet zich tegen zijn vader, die hem tijdens een dagje aan het strand het water in probeert te krijgen:
Bert: Ik wil het water niet in. Het is veel te diep. En ik ben bang voor de golven.
Vader: Vind je het te diep?
Bert: Ik ben bang, ik wil niet dat je zegt dat ik erin moet.
De vader snapt helemaal niet wat er in het kind omgaat, wat blijkt uit zijn reactie. Bert zendt geen intellectuele schatting over de diepte van het water. Hij zendt een dringende smeekbede: ‘Dwing me niet het water in te gaan, want ik ben doodsbang.’ De vader had begrijpend moeten antwoorden: ‘Je bent bang en je wilt niet dat ik zeg dat je het water in moet gaan.’ Sommige ouders ontdekken dat ze niet weten wat ze met gevoelens aan moeten – zowel die van henzelf als die van het kind. Het is alsof ze ertoe gedwongen worden de gevoelens van het kind te negeren omdat ze niet kunnen toelaten dat hij ze heeft. Of ze proberen die gevoelens zo snel mogelijk weg te duwen en negeren ze daarom met opzet. Sommige ouders zijn zo bang voor gevoelens dat ze ze werkelijk niet onderkennen in de boodschappen van hun kind.
Zulke ouders leren in de training gewoonlijk dat kinderen (en volwassenen) gevoelens hebben die onvermijdelijk zijn. Ze zijn een essentieel deel van het leven en niet onnatuurlijk of gevaarlijk. Door te luisteren wordt ook duidelijk dat gevoelens in het algemeen tijdelijk zijn – ze komen en gaan, en het kind ondervindt er geen blijvende schade van. Maar om gevoelens weer kwijt te raken zijn acceptatie en erkenning van de ouders nodig en die kunnen aan het kind worden overgebracht door meevoelend actief luisteren. Als ouders dat leren doen, blijkt dat zelfs intens negatieve gevoelens vrij snel verholpen kunnen worden.
Jan en Rianne, jonge ouders met twee dochters, vertelden in de groep over een voorval dat hen enorm gesterkt had in hun vertrouwen in actief luisteren. Beiden waren streng religieus opgevoed. Hun ouders hadden hun op wel honderd verschillende manieren geleerd dat het tonen van gevoelens een teken van zwakte was, iets wat niet hoort. Jan en Rianne leerden dat het zondig is om te haten, dat je je naaste moet liefhebben, dat kinderen hun mond moeten houden als volwassenen praten, dat je je ouders moet eerbiedigen enzovoort. Omdat ze zelf met zulke strenge regels waren opgevoed, vonden Jan en Rianne, nu ze zelf ouders waren, het moeilijk om de gevoelens van hun kinderen te accepteren en zich in te leven in de vaak emotionele communicatie met hun twee dochters. De training leerde hun te accepteren dat binnen hun relatie gevoelens bestonden. Daarna begonnen ze elkaar hun eigen gevoelens over te brengen door actief naar elkáár te luisteren.
Toen ze ontdekten dat deze nieuwe eerlijkheid en intimiteit hun verhouding ten goede kwam, kregen Jan en Rianne voldoende vertrouwen om ook naar hun twee opgroeiende dochters te gaan luisteren. Binnen enkele maanden veranderden de meisjes van rustige, keurige, in zichzelf gekeerde en gereserveerde kinderen, in expressieve, spontane, aanspreekbare en opgewekte tieners. Gevoelens werden een geaccepteerd onderdeel in dit gezin.
ACTIEF LUISTEREN OP HET VERKEERDE MOMENT
Ouders die voor het eerst proberen actief te luisteren hebben soms slechte ervaringen omdat ze de vaardigheid op het verkeerde moment toepassen. Zoals met alles kan men ook met actief luisteren overdrijven.
Kinderen willen lang niet altijd over hun gevoelens praten, zelfs niet met een meevoelend iemand. Het kan zijn dat ze eerst een tijdje met hun gevoelens willen leven. Ze kunnen het op een bepaald moment te pijnlijk vinden om erover te praten. Of ze hebben geen tijd om hun hart langdurig te luchten. Ouders moeten er rekening mee houden dat het kind behoefte aan privacy heeft en niet proberen te dwingen om te praten.
Actief luisteren mag dan een uitstekende vaardigheid zijn om een opening te bieden, kinderen willen daar lang niet altijd gebruik van maken. Een moeder vertelde dat haar dochter een manier had gevonden om duidelijk te maken dat ze geen zin had om te praten: ‘Houd er maar mee op. Ik weet dat praten kan helpen, maar ik heb nu geen zin.’
Soms ook gebruiken ouders actief luisteren als vaardigheid terwijl ze geen tijd hebben om er rustig bij te gaan zitten en te luisteren naar alle opgekropte gevoelens van het kind. Deze manier van doen is niet alleen oneerlijk tegenover het kind, maar schaadt ook de relatie. Het kind zal het idee krijgen dat zijn ouders niet echt bereid zijn om hem te laten uitpraten. Hoewel voor dieper liggende problemen tijd nodig is, kan actief luisteren met een paar korte zinnetjes al lucht geven of voldoende zijn. Is er meer tijd nodig, dan kun je er als ouder later op terugkomen of een afspraak met het kind maken als er meer tijd is.
Sommige ouders stuitten op verzet omdat ze actief gingen luisteren terwijl het kind andere hulp nodig had. Wanneer een kind echt alleen maar ergens naar informeert, of om hulp vraagt, heeft hij waarschijnlijk geen behoefte aan actief luisteren.
Ouders raken soms zo vol van actief luisteren dat ze het ook toepassen als het kind niets ‘uit te praten’ heeft of geen aanmoediging behoeft om zich in zijn gevoelens te verdiepen. Het zal duidelijk zijn dat in de volgende theoretische situaties actief luisteren niet geschikt is:
1. Kind: Zeg mam, kan ik zaterdag met jou of papa meerijden naar de stad? Ik wil naar het winkelcentrum.
Ouder: Dus je wilt zaterdag meerijden naar de stad?
2. Kind: Hoe laat komen jij en mama thuis?
Vader: Vraag je je echt af wanneer we thuis zullen komen?
3. Kind: Hoeveel kost de verzekering als ik zelf een scooter koop?
Vader: Dus je maakt je bezorgd over de verzekeringskosten?
Deze kinderen hebben helemaal geen aanmoediging nodig om meer te zeggen. Ze vragen een ander soort hulp dan de hulp die men door actief luisteren kan bieden. Ze brengen geen gevoelens over. Ze vragen om feitelijke informatie. Als men op zulke vragen reageert met actief luisteren, zal het kind dat niet alleen vreemd vinden, het zal ook voor frustratie en irritatie zorgen. Op zulke vragen kan men dus het beste een direct antwoord geven.
Ouders merken ook dat hun kinderen in de war raken als ze nog doorgaan met actief luisteren nadat het kind alles wat hij kwijt wilde heeft verteld. Men moet weten wanneer men moet stoppen. Gewoonlijk komen er duidelijke hints van het kind – gezichtsuitdrukking, opstaan, zwijgen, onrustig worden, op zijn horloge kijken enzovoort – of het kind zegt zoiets als:
‘Nou, dat was het geloof ik wel.’
‘Ik heb nu geen tijd meer.’
‘Ik bekijk het nu wel een beetje anders.’ ‘Zo is het wel genoeg voor vandaag.’
Verstandige ouders stoppen als ze zo’n hint of boodschap krijgen, ook al denken ze misschien dat het onderhavige probleem nog niet is opgelost. Zoals deskundigen weten, brengt actief luisteren de kinderen ertoe een eerste stap te zetten op weg naar de oplossing van hun problemen – ze uiten hun gevoelens en definiëren het probleem. Regelmatig nemen kinderen het van daaraf verder zelf ter hand en komen ze ten slotte zelf tot een oplossing.