1

Ouders krijgen commentaar als kinderen ontsporen

Ouders krijgen vaak de schuld als hun kinderen in de problemen komen thuis, op school of in de maatschappij. Nogal wat kinderen en jongeren kampen met emotionele problemen, worden depressief, maken hun school niet af, gebruiken drugs, of komen in de criminaliteit terecht.

Wanneer kinderen ontsporen wordt er vaak met een beschuldigende vinger naar de ouders gewezen.

Maar wie helpt nou die ouders? Hoeveel moeite wordt er gedaan om hen te helpen hun kinderen beter groot te brengen? Waar kunnen ouders leren wat ze fout doen en wat ze op een andere manier zouden kunnen doen?

Ieder jaar nemen miljoenen nieuwbakken vaders en moeders een taak op zich die een van de pittigste is die er zijn. Door een kind te krijgen, een mensje dat vrijwel geheel hulpeloos is, nemen ze de volle verantwoordelijkheid op zich voor zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid en voor zijn opvoeding tot een productieve, coöperatieve burger met eigen inbreng. Er is geen baan die moeilijker of veeleisender is. Maar hoeveel ouders zijn daar nou werkelijk voor opgeleid? Welke beroepsopleiding is er voor ouders? Waar kunnen ze kennis vergaren en de bekwaamheden verkrijgen om hun werk goed te doen?

Er zijn inmiddels diverse opvoedcursussen en projecten voor hulp aan ouders met opvoedproblematiek, maar dat was niet zo in het begin. In 1962 besloot ik een cursus te ontwikkelen voor ouders in Pasadena, Californië. Deze cursus was bedoeld om ouders die al problemen hadden met hun kinderen, inzicht te geven in wat er tussen ouders en kinderen speelt en ik nodigde een paar ouders uit mee te doen.

Nu, zoveel jaar later, is de training aan meer dan 2 miljoen ouders gegeven, zowel in de V.S. als in landen over de hele wereld. De training Effectief Communiceren met Kinderen, onder leiding van een gecertificeerde Gordontrainer, blijkt ouders vaardigheden te kunnen leren om op een effectievere manier hun kinderen groot te brengen. Met dit programma kunnen ouders specifieke vaardigheden verwerven om de communicatielijnen tussen hen en de kinderen naar beide kanten toe open te houden. En ze kunnen een nieuwe methode leren om conflicten tussen ouders en kinderen op te lossen, waardoor de relatie sterker in plaats van slechter wordt.

De training overtuigde ons ervan dat ouders en kinderen een warme relatie kunnen ontwikkelen, gebaseerd op wederzijds respect tussen ouders en kinderen. Er is zelfs gebleken dat een generatiekloof niet hoeft te bestaan in het gezin.

Tijdens mijn werk als klinisch psycholoog was ik er net als de meeste ouders van overtuigd dat een opstandige periode in de puberteit er gewoon bij hoorde – dat alle pubers dit nodig hadden om onafhankelijk te worden. Onze ervaring in de training bewees mijn ongelijk. Ouders die de training hadden gevolgd, meldden vaak dat het opstandige gedrag verdween.

Adolescenten komen namelijk niet in opstand tegen hun ouders, ze rebelleren alleen tegen bepaalde destructieve disciplinaire maatregelen die door ouders worden toegepast. Opstandigheid en onenigheid in het gezin kunnen uitzondering worden in plaats van regel als ouders leren een nieuwe methode in te voeren om conflicten tot een oplossing te brengen.

Het effectief-ouderschapprogramma wierp ook nieuw licht op het geven van straf in de opvoeding. Veel deelnemende ouders hebben ons bewezen dat men voor altijd kan afzien van straf als disciplinaire maatregel voor kinderen – en ik bedoel echt alle soorten straf, niet alleen slaan. Ouders kunnen kinderen grootbrengen met verantwoordelijkheidsgevoel, zelfdiscipline en solidariteitsgevoel zonder dat het wapen van de angst nodig is. Ze kunnen leren hun kinderen zo te beïnvloeden dat deze zich gedragen uit echt begrip voor de behoeften van hun ouders en niet uit angst voor straf en het intrekken van bepaalde rechten.

Lijkt dit te mooi om waar te zijn? Waarschijnlijk wel. Dat gold ook voor mij, voordat ik de ouders de training had gegeven. Maar ik onderschatte ouders. Ouders hebben mij getoond hoezeer ze in staat zijn te veranderen, als ze maar de gelegenheid tot training krijgen. Ik heb vertrouwen in het vermogen van ouders om nieuwe kennis en vaardigheden aan te leren. Vrijwel alle ouders wilden graag een nieuwe benadering van de opvoeding leren, maar eerst moesten ze ervan overtuigd worden dat de nieuwe methode effect heeft. De meeste ouders weten al dat hun oude methoden soms niet werkten. Dit trainersprogramma heeft aangetoond dat ouders hun opvoeding kunnen veranderen.

Een ander resultaat van het programma was voor ons ook zeer de moeite waard. We hebben ouders ook vaardigheden aangeboden die gewoonlijk door therapeuten worden gebruikt om kinderen te helpen met emotionele problemen of onaangepast gedrag. Het klinkt misschien vreemd dat we deze ambitie hadden. Toch is gebleken dat ouders deze bewezen effectieve vaardigheden kunnen leren, zonder ooit een college psychologie te hebben gevolgd, en dat ze kunnen leren hoe en wanneer deze effectief aan te wenden om hun eigen kinderen te helpen.

Tijdens de ontwikkeling van het programma kwam naar voren dat ouders vaak vasthouden aan dezelfde opvoedmethoden als hun eigen ouders, grootouders en overgrootouders. In tegenstelling tot vrijwel alle andere maatschappelijke verbanden, lijkt de ouder-kindrelatie onveranderd te zijn gebleven. Ouders verlaten zich soms nog steeds op opvoedmethoden van eeuwen geleden.

Niet dat de mens geen nieuwe kennis heeft gekregen over menselijke relaties. Integendeel. Door de psychologie, pedagogiek en andere gedragswetenschappen is een indrukwekkende hoeveelheid nieuwe kennis verzameld over kinderen, ouders, intermenselijke relaties, over hoe men een ander kan helpen in zijn ontwikkeling en hoe men voor mensen een gezond geestelijk klimaat kan scheppen. Er is veel bekend over effectieve communicatie van mens tot mens, over wat macht kan doen in de relatie tussen mensen, over het oplossen van conflicten op een opbouwende manier enzovoort.

Dit boek bevat een meeromvattende filosofie over wat er nodig is om een effectieve, warme relatie met een kind tot stand te brengen en te behouden, in alle omstandigheden.

Ouders kunnen uit dit boek niet alleen methoden en vaardigheden leren, maar ook wanneer en waarom ze gebruikt kunnen worden en voor welk doel. Ouders krijgen een volledig programma – met zowel de uitgangspunten als de werkwijze. Ouders hebben vind ik recht op het hele verhaal – met alles wat bekend is over het opbouwen van effectieve ouder-kindrelaties, waarbij allereerst aan bod komt wat in alle relaties tussen twee mensen gebeurt. Dan wordt duidelijk waarom men deze nieuwe methode toepast, wanneer, en wat het resultaat zal zijn. Ouders krijgen zo een kans zelf deskundig te worden bij het aanpakken van de problemen die onvermijdelijk in alle relaties tussen ouders en kinderen ontstaan.

In dit boek wordt een volledig model van een effectieve ouder-kindrelatie gedetailleerd beschreven en veelvuldig geïllustreerd met materiaal uit de ervaringen met de training. De meeste ouders denken dat het een revolutionaire methode is omdat zij zo enorm verschilt van de traditionele methoden. Toch is zij zowel geschikt voor ouders met heel jonge kinderen als voor hen met tieners, evenals voor ouders met kinderen met een beperking.

In dit boek staat de methode beschreven in termen die iedereen kent, niet in vakjargon.

Aangezien de lezers hun vragen niet aan een trainer kunnen stellen, zijn hier een paar vragen en antwoorden die in het begin nuttig kunnen zijn:

Vraag: Kan ik als ouder met deze methode ook mijn waarden en normen overdragen?

Antwoord: Jazeker. Er is een apart hoofdstuk over hoe men als ouder zijn of haar belangrijke waarden kan voordoen en hoe het kind te beïnvloeden om deze waarden over te nemen.

Vraag: Kan de ene ouder van een gezin deze benadering met succes toepassen als de andere vasthoudt aan de oude methode?

Antwoord: Ja en nee. Als slechts een van beide ouders de nieuwe benadering gaat volgen, zal er zeker een verbetering optreden in zijn of haar relatie met de kinderen. Maar de relatie tussen de andere ouder en de kinderen kan er slechter door worden. Het is daarom veel beter dat beide ouders de nieuwe methode leren. Bovendien, als beide ouders samen deze nieuwe benadering proberen aan te leren, kunnen ze elkaar hierbij goed helpen.

Vraag: Zullen ouders hun invloed op de kinderen verliezen met deze nieuwe benadering? Moeten ze afzien van hun verantwoordelijkheid om leiding en richting te geven aan het leven van hun kinderen?

Antwoord: Tijdens het lezen van de eerste hoofdstukken krijgen ouders misschien deze indruk. In een boek kan men een systeem alleen maar stap voor stap uitleggen. De eerste hoofdstukken gaan over de vraag hoe men kinderen kan helpen hun eigen oplossingen te vinden voor problemen die zij zelf ontmoeten. In deze situatie zal de rol van een effectieve ouder anders lijken: veel passiever en minder sturend dan ouders gewend zijn. De latere hoofdstukken gaan echter over de mogelijkheden om onaangepast gedrag van kinderen te veranderen en hoe ze ertoe kunnen worden gebracht rekening te houden met je behoeften als ouders. Voor deze situaties bestaan zeer specifieke manieren en kun je als ouder zelfs verantwoordelijker zijn en meer invloed hebben dan je nu hebt.

Net als de training Effectief Communiceren met Kinderen, reikt dit boek voor ouders en andere opvoeders een vrij gemakkelijk aan te leren methode aan, die kinderen aanmoedigt de verantwoordelijkheid te dragen voor het vinden van hun eigen oplossingen voor hun eigen problemen. Het illustreert tevens hoe ouders die methode thuis direct kunnen toepassen. Ouders die deze methode – die actief luisteren genoemd wordt – aanleren, kunnen misschien hetzelfde ervaren wat andere ouders hebben beschreven:

‘Het is zo’n opluchting voor me dat ik niet op alle problemen van mijn kinderen een antwoord hoef te weten.’

‘Door de training Effectief Communiceren met Kinderen ben ik de vaardigheden van mijn kinderen om hun eigen problemen op te lossen veel meer gaan waarderen.’

‘Ik was perplex over de werking van actief luisteren. Mijn kinderen vonden oplossingen die vaak veel beter waren dan enige oplossing die ik hun had kunnen geven.’

‘Ik voelde me altijd verantwoordelijk voor alle problemen van mijn kinderen. Ik vond dat niet prettig. Ook niet omdat ik vond dat ik moest weten wat mijn kinderen zouden moeten doen als ze problemen hadden. En dat legde een druk op mij.’

Helaas komt het nog steeds voor dat kinderen (jong én oud) hun ouders afschrijven, en voor zover het de kinderen betreft was daar alle reden voor. Hier volgen enkele opmerkingen van pubers.

’Mijn ouders snappen niets van kinderen van mijn leeftijd.’

‘Ik heb er een hekel aan om naar huis te gaan, want ik krijg toch iedere avond weer op mijn kop.’

‘Ik vertel nooit iets aan mijn ouders. Ze begrijpen me toch niet.’

‘Ik wou dat mijn ouders mij met rust lieten.’

‘Ik ga zo gauw mogelijk het huis uit. Ik word er gek van dat ze me altijd overal over aan mijn hoofd zeuren.’

De ouders van deze kinderen weten gewoonlijk heel goed dat ze hebben afgedaan als ouders, hetgeen blijkt uit de volgende verklaringen die tijdens onze trainingen gegeven werden:

‘Ik heb geen enkele invloed meer op mijn zestienjarige zoon.’

‘We hebben wat Simone betreft de moed maar opgegeven.’

‘Tim wil nooit samen met ons eten en hij zegt bijna nooit iets tegen ons. En nu zit hij altijd maar op zijn kamer.’

‘Rachid is nooit thuis. En hij vertelt ons nooit waar hij heen gaat of wat hij doet. Als ik het hem weleens vraag, zegt hij dat het me niets aangaat.’

Het is tragisch dat wat een van de vertrouwelijkste en plezierigste relaties in ons leven zou kunnen zijn, vaak zo slecht is. Waarom gaan zoveel pubers hun ouders toch als vijand beschouwen? Waarom bestaan er nog steeds gezinnen met een generatiekloof? Waarom zijn in onze samenleving de ouders en de jeugd letterlijk met elkaar in strijd?

Hoofdstuk 14 behandelt deze vragen en laat zien waarom het voor kinderen niet nodig is in opstand te komen tegen hun ouders.

Actief luisteren is wel revolutionair, maar lokt geen revolutie uit. Het is eerder een methode die de ouders kan helpen te vermijden dat ze afgeschreven worden, een methode die oorlog in het gezin voorkomt en ouders en kinderen eerder dichter bij elkaar brengt dan in groepen tegenover elkaar als tegenstanders.

Ouders die de methode als te soft zien, kunnen wellicht gemotiveerd worden haar te bestuderen door het volgende fragment te lezen uit een verhaal van een vader en moeder nadat ze de training Effectief Communiceren met Kinderen hadden gevolgd:

‘Bas was toen hij zestien was ons grootste probleem. Hij was van ons vervreemd. Hij deed precies waar hij zin in had en gedroeg zich volkomen onverantwoordelijk. Hij kreeg zijn eerste slechte cijfers op school. Hij kwam als hij uit was geweest nooit op de afgesproken tijd thuis en had dan smoesjes als lekke banden, horloges die stilstonden, bruggen die open waren, en dergelijke. We bespioneerden hem en hij bleek tegen ons te liegen. We gaven hem huisarrest en trokken zijn zakgeld in. Onze gesprekken bestonden uitsluitend uit beschuldigingen. Alles zonder enig resultaat. Op een keer, na een vreselijke ruzie, gooide hij zich op de vloer en schopte, schreeuwde en gilde dat hij er gek van werd. Toen schreven we ons in voor de Gordontraining voor ouders. Er kwam niet van de ene op de andere dag verandering in… We hadden ons nooit zo’n eenheid gevoeld, zo’n warm en liefhebbend gezin dat veel om elkaar geeft. Dat gebeurde pas toen we ons gedrag en onze waarden helemaal veranderd hadden. Dat nieuwe idee dat je een individu bent – een helemaal op zichzelf staand mens, die zijn eigen waarden wel uit maar ze niet aan een ander opdringt was het keerpunt. Onze invloed was veel groter… In plaats van dat hij opstandig was, woedeaanvallen had en het op school slecht deed, veranderde Wim in een open, vriendelijk en liefhebbend mens die zijn ouders “de twee mensen met wie ik het het beste kan vinden” noemde… Hij behoort eindelijk weer tot het gezin… Ik heb een relatie met hem die ik nooit voor mogelijk had gehouden, vol liefde, vertrouwen en onafhankelijkheid. Hij is innerlijk sterk gemotiveerd en als wij beiden dat ook zijn, gaat alles naar wens in ons gezin.’

Vergelijk dit verhaal eens met het onderstaande citaat van een zestienjarige jongen die met een afstandelijke houding het volgende vertelde:

‘Ik hoef thuis niets te doen. Waarom zou ik? Het is de plicht van mijn ouders om voor mij te zorgen. Dat moeten ze volgens de wet. Ik heb er toch niet om gevraagd geboren te worden?‘

Toen ik dit hoorde, dacht ik: wat voor mensen brengen we ter wereld als we toestaan dat kinderen opgroeien met de houding dat de wereld hun zoveel verschuldigd is, zelfs al geven ze er zo weinig voor terug? Wat voor burgers sturen ouders de wereld in? Wat voor samenleving zullen deze egocentrische mensen vormen?

Ouders kunnen grofweg in drie categorieën worden ingedeeld: de ‘winnaars’, de ‘verliezers’ en de mensen die nu eens winnen en dan weer verliezen. Ouders uit de eerste groep verdedigen met kracht en rechtvaardigen met overtuiging hun recht macht uit te oefenen over hun kind. Ze geloven in het vaststellen van beperkingen, het stellen van grenzen, het eisen van bepaald gedrag, het geven van bevelen en het verwachten van gehoorzaamheid. Ze dreigen met strafmaatregelen om het kind zover te brengen dat het gehoorzaamt en ze geven ook straf wanneer het kind niet gehoorzaamt. Als er conflicten ontstaan tussen de behoeften van de ouders en die van het kind, lossen deze ouders het conflict altijd zo op dat de ouders het winnen en het kind verliest. Over het algemeen beredeneren deze ouders hun ‘winnen’ met stereotiepe ideeën als: ‘Ik ben de baas in huis’, ‘Het is voor zijn eigen bestwil’, of: ‘Kinderen hebben nu eenmaal ouderlijk gezag nodig.’

De tweede groep ouders, wat kleiner in aantal dan de ‘winnaars’, staat hun kinderen meestal erg veel vrijheden toe. Ze stellen bewust geen grenzen en geven toe dat ze het niet eens zijn met autoritaire methoden. Als er conflicten ontstaan tussen de behoeften van ouders en die van het kind, is het bijna altijd zo dat het kind wint en de ouders verliezen, omdat deze ouders de behoeften van een kind niet willen frustreren of omdat ze niet in staat zijn grenzen te stellen.

De grootste groep ouders bestaat waarschijnlijk uit degenen die het onmogelijk vinden om consequent een van beide bovengenoemde benaderingen te volgen. Als gevolg daarvan, omdat ze tot een ‘verstandig mengsel’ proberen te komen, slingeren ze heen en weer tussen streng en meegaand, onbuigzaam en gemakkelijk, beperkend en toegeeflijk, winnen en verliezen. Een moeder vertelde ons:

‘Ik probeer mijn kinderen zoveel mogelijk hun gang te laten gaan, tot ze zo vervelend worden dat ik ze niet meer kan uitstaan. Dan heb ik het gevoel dat ik veranderen moet en dan begin ik mijn macht te gebruiken, tot ik zo streng word dat ik mezelf niet meer uit kan staan.’

Deze ouders gaven eigenlijk te kennen dat ze behoorden bij de grote groep ouders die nu eens winnen en dan weer verliezen. Dit zijn de ouders die waarschijnlijk het meest in de war en onzeker zijn en van wie de kinderen, zoals we later zullen aantonen, vaker problemen zullen tegenkomen.

Het grootste probleem voor ouders van tegenwoordig is dat ze maar twee benaderingen weten om conflicten in het gezin aan te pakken – conflicten die onvermijdelijk ontstaan tussen ouder en kind. Ze kennen maar twee alternatieven bij de opvoeding van hun kinderen. Sommigen kiezen de ‘ik win, jij verliest’-manier, anderen de ‘jij wint, ik verlies’-manier, terwijl weer anderen kennelijk niet kunnen beslissen welke van de twee ze moeten toepassen.

Ouders op de training zijn verbaasd als ze horen dat er een alternatief is voor de twee win-verliesmethoden. Wij noemen dat de ‘geen-verliesmethode’ of overlegmethode voor het oplossen van conflicten, en het is een van de belangrijkste doelstellingen van het programma ouders te helpen deze methode effectief te gebruiken. Hoewel deze methode al jarenlang gebruikt is om andere conflicten op te lossen, hebben maar weinig ouders het ooit gezien als een manier voor het oplossen van conflicten tussen ouders en kind.

Veel echtparen zoeken samen een oplossing voor wederzijdse problemen. Zakenpartners doen dit eveneens. Vakverenigingen en werkgevers onderhandelen over contracten die voor beide partijen bindend zijn. Zelfs kinderen werken hun onderlinge problemen vaak uit door een wederzijdse overeenkomst of informele afspraken die voor beiden acceptabel zijn. (‘Als jij dit doet, dan vind ik dat goed.’) Steeds meer worden door bedrijven en instellingen functionarissen opgeleid die leren om participerende besluitvorming toe te passen bij de oplossing van conflicten.

Aangezien de geen-verliesmethode geen truc voor effectief ouderschap is, moet de houding van de meeste ouders tegenover hun kinderen fundamenteel veranderen. Het duurt even voor je de methode thuis kunt gebruiken, en ouders moeten eerst de vaardigheden van het niet-evaluerende actief luisteren en het eerlijk weergeven van gevoelens aanleren. De geen-verliesmethode wordt dan ook pas in de latere hoofdstukken van dit boek beschreven en geïllustreerd.

Hoewel het achterin staat, betekent dat niet dat de methode niet belangrijk is voor onze gehele benadering van de opvoeding van kinderen. Deze methode om discipline te brengen in het gezin door problemen op effectieve wijze aan te pakken is in feite de kern van onze filosofie. Het is de essentiële factor voor succesvol ouderschap. Ouders die er de tijd voor nemen om de methode te begrijpen en haar daarna thuis verstandig toepassen als alternatief voor de beide win-verliesmethoden worden rijkelijk beloond, meestal veel meer dan ze ooit hadden durven hopen.