27
De motelkamer bevond zich in een u-vormig gelijkvloers complex en keek uit op een verlaten parkeerplaats. Het rook er naar goedkope sigaretten en goedkope seks. Over de tot op de draad versleten vloerbedekking waren duizenden voetstappen gegaan, en het beddengoed, nou ja, Nigel moest er eigenlijk niet aan denken wat daar allemaal overheen was gegaan. Hij vroeg zich af hoeveel inwoners van Liberty hier kortstondig hun toevlucht hadden gezocht, uit het zicht van de nieuwsgierige blikken van de oudere mensen, om daarna weer vol schaamtegevoel terug te keren naar het maagdelijk witte plaatsje.
De wetenschap dat ze de enige gasten waren, was niet echt bevorderlijk om het gevoel van dreiging te verminderen. Heather had een zo onopvallend mogelijk plekje uitgezocht om de auto te parkeren. Ze had geprobeerd de man bij de receptie uit te horen over de kwv, maar het bleek dat conversatie niet echt zijn sterkste punt was. Hij zei dat hij niets van hen wist, alleen dat ze allemaal niet goed snik waren. Er zat voor hen niets anders op dan zich schuil te houden en op verdere instructies te wachten. Heathers kamer, die iets minder smerig was dan die van Nigel, werd hun basis.
Heather had nog geprobeerd Foster te bellen, maar hij nam niet op. Ze werd steeds onrustiger en liep door de kamer, peinzend over wat ze nu verder moesten doen. Nigel voelde zich net zo gefrustreerd als zij, in het besef dat ze zo dicht in de buurt waren en toch zo ver ervanaf. Hij haalde bij de receptie het telefoonboek van Liberty, en wilde zomaar iemand bellen en om informatie vragen, maar daar was Heather tegen. Nigel bracht de tijd door met alle tv-zenders langs te zappen. Thuis had hij er niet aan moeten denken om zoiets te doen, maar in deze volkomen andere cultuur vond hij afleiding in het plaatselijke nieuws, de weerberichten, advertenties voor bedrijfjes en een eindeloze hoeveelheid religieuze programma’s. Heather was op bed gaan liggen, en keek met één oog naar de tv en hield tegelijkertijd de telefoon in de gaten die stond op te laden op een houten tafeltje in de hoek. Nigel liep af en toe naar buiten om een sigaret te roken. Hij zag dat het begon te schemeren, keek of er auto’s aan kwamen rijden, en haalde vervolgens opgelucht adem als ze langsreden en hij hun achterlichten in de verte zag verdwijnen. Het was onbewolkt, de maan had een gaatje gemaakt in de avondhemel, en nog voordat de zon helemaal onder was, waren er al een paar sterren verschenen. Het zou koud worden.
Heather zei dat ze even een douche ging nemen, en hij bood aan om even weg te gaan om haar een beetje privacy te gunnen, waarop ze zei dat hij niet zo raar moest doen. Toen ze na verloop van tijd uit de met damp gevulde badkamer kwam, was het buiten inmiddels donker. Ze had alleen een handdoek omgeslagen en haar natte haren vielen over haar schouders. Nigel, die op een van de twee eenpersoonsbedden lag, deed zijn best niet naar haar te kijken. Ze ging aan de tafel zitten en wapperde met haar handen voor haar gezicht. ‘In ieder geval is het water goed warm,’ zei ze. Nigel knikte en hield zijn blik gevestigd op het tv-scherm waar een basketbalwedstrijd op te zien was. Het zou in meerdere opzichten weer een teleurstellende nacht worden.
Heather richtte haar aandacht ook op de basketbalwedstrijd en verhuisde toen om het beter te kunnen zien naar het voeteneind van het bed waar Nigel op lag. De wedstrijd ging de laatste paar seconden in en het stond gelijkspel. Toen ging haar telefoon en ze nam snel op. Het was Donna Faugenot die vroeg hoe hun reisje was verlopen. Heather bracht haar op de hoogte van wat er was gebeurd en zei dat ze moest ophangen. ‘Ik wil niet onbeleefd zijn, maar er kan uit Engeland worden gebeld en dat wil ik niet missen.’
Toen ze had opgehangen keek ze Nigel aan.
Hij voelde zich ongemakkelijk.
‘Volgens mij valt Donna op je,’ zei Heather plagerig.
‘Denk je?’ zei hij, en hij probeerde zo onverschillig mogelijk te klinken.
‘Jawel. Donna is echt een stuk.’
‘Zeker wel. Niet echt een typische Heilige der Laatste Dagen. Wist je dat ze gescheiden is?’
‘Weet ik,’ zei Heather. Haar plagerige lachje veranderde in een grijns. ‘Ik heb jullie in de auto met elkaar horen praten.’
Nigels hart stond ongeveer stil. ‘Echt waar?’ Hij kreeg een knoop in zijn maag.
Ze knikte. ‘Echt wel.’
Hij ging rechtop zitten. ‘Heb je alles gehoord?’
‘Het meeste wel.’
‘O.’ Hij wist niet wat hij moest zeggen.
Ze schoof een beetje naar achteren op het bed. Hij rook de shampoo, haar natte haren. Haar glimlach verdween.
‘Donna heeft gelijk,’ zei ze en ze keek hem recht in de ogen. ‘Soms is het het waard om het niet zo snel op te geven.’ Ze kwam dichterbij. ‘Lieffie.’ Weer die glimlach.
Nigel boog zich naar haar over, zijn hoofd tolde. Alles leek te verdwijnen. Hij had genoeg kracht in zich om het niet op te geven. Hij trok haar naar zich toe. Hun monden vonden elkaar en hij voelde een schok door zijn hele lichaam gaan. Hij omvatte haar hoofd en drukte zijn lippen nog steviger op de hare. Ze hield haar hand op de knoopjes van zijn overhemd. Hij hoorde zichzelf kreunen, de maandenlang opgebouwde spanning ontlaadde zich. Bijna barstte hij in lachen uit. Even zag hij een geamuseerde blik in haar ogen komen, maar toen sloot ze die weer. Hij bewoog zijn hand in de richting van de knoop in de handdoek.
Heathers mobieltje ging.
Haar ogen vlogen open. ‘Nee, hè?’ zei ze. Ze maakte zich los, streek met haar hand door haar haar en beet op haar onderlip. ‘Ik moet echt even opnemen,’ fluisterde ze.
Nigel stond op, en had degene die aan de andere kant van de lijn was graag een ram in het gezicht willen geven. Waarschijnlijk was het die vent van de receptie. ‘Hallo, Grant,’ hoorde hij haar op licht geïrriteerde toon zeggen. Foster, dacht hij. Dat veranderde de zaak. Maar desalniettemin was het moment nu voorbij. En dat moment had veel goeds beloofd.
Hij liep naar de badkamer en plensde water op zijn gezicht. Toen hij weer de kamer in kwam, had Heather de telefoon inmiddels weggelegd. Ze keek bezorgd.
‘Wat is er?’
‘Gary Stamey wordt vermist,’ zei ze. ‘Hij was in een safehouse. De agenten die hem beschermden, zijn vermoord.’
‘Jezus,’ mompelde Nigel.
Ze zwegen allebei. Nigel wist niet wat hij moest zeggen.
Ze werden opgeschrikt doordat er op de deur werd geklopt. Nigel wierp Heather een blik toe. Ze knikte. Hij liep naar de deur. Er werd nog een keer geklopt, deze keer zachter.
‘Eerst kijken voordat je opendoet,’ hoorde hij Heather fluisteren. Hij keek door het kijkgaatje.
Een meisje. Eerst herkende hij haar niet. Toen drong het tot hem door dat dat kwam omdat ze geen uniform aanhad. Het was het verlegen serveerstertje uit het eethuisje. Hij haalde de ketting van de deur en deed open.
‘Hallo,’ zei hij.
Het leek alsof ze doodsbang was en ze hield haar ogen neergeslagen. Ze zei geen woord. Heather kwam naast hem staan. Ze keek langs het meisje heen naar het verlaten parkeerterrein. ‘Kom binnen,’ zei ze. ‘Kom maar.’
Nog steeds met haar blik op de grond gericht schuifelde het meisje de kamer in. Hoe is ze hier gekomen, dacht Nigel. Er stonden geen andere auto’s op de parkeerplaats. Hij had er geen goed gevoel over, maar vertrouwde op Heathers oordeel. Zodra het meisje binnen was, deed hij de grendel en de ketting op de deur.
Het meisje stond te rillen.
‘Ik ga me even aankleden,’ zei Heather. Ze pakte haar kleren en verdween in de badkamer.
Nigel nam het meisje mee naar een stoel bij de tafel. Ze ging zitten. Hij bleef er een beetje ongemakkelijk bij staan en wist niet wat hij moest zeggen.
Heather kwam weer tevoorschijn. Ze had haar kleren aan, en haar haar was nog steeds nat. ‘Je werkt in het eethuis, hè?’ zei ze zacht.
Het meisje knikte.
‘Hoe ben je hier gekomen?’
‘Ik ben komen lopen,’ mompelde ze. Ze had een vreemd maar toch ook vertrouwd accent. Het bleek dat ze bijna tien kilometer had gelopen. Geen wonder dat ze rilde.
‘Haal even iets waardoor ze het weer een beetje warm krijgt,’ zei Heather tegen Nigel.
Hij pakte een paar handdoeken en zijn jas, en sloeg die om haar heen. Hij gaf haar ook een flesje water, en ze nam een fikse slok.
‘Dank je,’ mompelde ze.
‘Niets te danken,’ zei hij.
‘Hoe heet je?’
Het meisje sloeg voor het eerst haar ogen op en keek eerst Heather en toen Nigel aan. ‘Leonie,’ zei ze. ‘Leonie Stamey.’
Ze sprak met een mengeling van een accent uit Essex en de stembuigingen van de Amerikaanse Midwest. Maar ondanks dit eigenaardige allegaartje was het effect van wat ze zei er niet minder om, bovendien maakte de angst die ze uitstraalde wel duidelijk dat het waar was wat ze zei. Heather ging tegenover haar op een bed zitten terwijl Nigel tegen de muur geleund bleef staan
‘Hoe wist je wie we waren?’ vroeg Heather. Leonie gaf geen antwoord en staarde naar haar handen. Het was haar aan te zien dat ze voor iemand van haar leeftijd al veel te veel narigheid had meegemaakt.
‘Ik heb genoeg smerissen gezien toen mijn moeder nog leefde. Toen ik jullie bediende in het restaurant en daarna hoorde dat jullie in de tempel hadden rondgekeken, wist ik dat jullie naar me op zoek waren.’
‘En daarom ben je nu hier?’
‘Ik wil niet dat mijn mensen in moeilijkheden komen.’
‘Je mensen?’
‘Mijn familie in Liberty.’
Heather haalde even diep adem. ‘Wie zijn dan jouw mensen?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Dat zeg ik niet. Vraag maar wat jullie willen weten en daarna moeten jullie weggaan. Ik ben hierheen gekomen omdat ik niet wil dat jullie weer bij ons gaan rondsnuffelen. Maar je mag niets vragen over mijn familie in Liberty.’
‘Oké.’
Er viel een lange stilte.
‘Mag ik wel vragen hoe je in Liberty terecht bent gekomen? Wat
is er gebeurd nadat je bent verdwenen?’
‘Ik ben niet “verdwenen”,’ zei het meisje smalend. ‘Ik ben weggegaan omdat ik dat wilde. Omdat mijn moeder aan de drugs was en plotseling zomaar doodging. Ik wilde een nieuw leven. Hij heeft me geholpen.’
‘Wie is hij?’
‘Ik zeg niet hoe hij heet.’
‘Oké,’ zei Heather, en ze knikte. ‘Was het de man die bij je thuis kwam, een man in een pak die het over God had?
’ Ze fronste. ‘Hoe weet jij dat nou?’
‘Dat heeft Gary ons verteld.’
Toen Heather zijn naam liet vallen, verstijfde het meisje. ‘Is alles goed met hem?’
Heather zweeg weer even. ‘Leonie, je moet ons alles vertellen, maar dan ook echt alles.’
‘Hebben ze hem iets gedaan? Ik had nog gezegd dat ze hem niets mochten doen.’
‘Wie zijn zij?’
Ze viel stil.
‘Je moet me vertellen wie die man is, Leonie. Is hij in Liberty?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Hij heeft me daar alleen maar naartoe gebracht. Daarna ging hij weg.’
‘Is hij Engels?’
‘Ja. Hij is familie van me. Maar geen broer of zo. Verre familie. Hij is geadopteerd toen hij een baby was.’
Anthony Chapman, dacht Nigel.
Leonie ging verder: ‘Hij kwam pas achter de familie en de zonden van Sarah en Horton toen hij al volwassen was. Een paar jaar geleden heeft hij contact opgenomen met de Kerk van de Ware Vrijheid omdat hij hier wilde komen wonen. En toen zeiden ze dat hij wel een bepaalde zaak voor hen kon oplossen. Hij begon met mij en heeft me alles verteld over de kerk en de familie en wat er vroeger is gebeurd. En toen heeft hij me bekeerd. Het klonk allemaal veel beter dan wat ik had. Toen hij vroeg of ik met hem mee wilde gaan, heb ik meteen ja gezegd.’
‘Je bent dus uit vrije wil meegegaan?’
‘Echt wel. We zijn een paar weken in zijn huis gebleven. Hij was heel aardig voor me. Hij zorgde ervoor dat ik een nieuwe identiteit kreeg en een nieuw paspoort en toen zijn we hier gekomen. Het was eerst hartstikke raar, maar ik ben al helemaal gewend. Toen ging hij weer weg om dingen te regelen. Ik ben hier gebleven. Ik ben getrouwd.’
‘Getrouwd?’
‘Ik was veertien en dan mag je van de kerk trouwen. Daarom is er met mij niks gebeurd. Ik moet de lijn voortzetten. De rest moest dood. Behalve Gary.’
‘En waarom Gary niet?’
‘Omdat ik dat heb gezegd.’
Nigel zag dat Heather geschokt was door de kalmte waarmee het jonge meisje haar verhaal deed. Een meisje, half kind, half volwassen, half Essex, half Amerikaans, dat vertelde dat ze Engeland had verlaten in ruil voor het leven in een sekte waar meisjes in hun vroege tienerjaren werden gedwongen te trouwen, alsof dit de enige ware weg was. Hij kon ook zien dat Heather moeite had met de vraag of ze haar wel over Gary’s verdwijning moest vertellen.
‘Er wordt nog een meisje vermist. En de mensen die gisteren tijdens de plechtigheid uit jouw naam zijn bekeerd, zijn vermoord.’
‘O, maar dat weet ik wel,’ zei ze. ‘Ze moesten dood.’
‘Wat zeg je nu?’
Er verscheen een vurige gloed in Leonies ogen. ‘Sarah en Horton Rowley hebben gezondigd tegen de kerk en zijn profeet. Het was hun schuld dat de familie uit elkaar ging en dat achttien onschuldige mensen zijn doodgegaan. We hebben allemaal, en ik ook, een schandvlek en daar moet boete voor worden gedaan. De kerk is op zoek gegaan en heeft nu dat bloedoffer voltrokken.’
‘Leonie,’ zei Heather langzaam. ‘Gary wordt vermist.’
De uitdrukking op haar gezicht veranderde, de heilige overtuiging die eruit sprak verdween, en veranderde in ongeloof. ‘Ik heb gezegd dat ze van hem af moesten blijven. Dat hij op een dag bij ons zou komen,’ zei ze. Toen werd ze kwaad en ze schudde haar hoofd. ‘Jullie liegen. Dit is alleen maar een smoes om me met jullie mee te krijgen.’ Haar gezicht vertrok. ‘Jij goor klerewijf.’
Het meisje uit Essex had de overhand gekregen op het vrome kindbruidje uit Utah.
‘Leonie,’ zei Heather streng. ‘We zijn hier niet omdat we naar jou op zoek waren. We wisten niet eens dat je hier was.’
Het meisje raakte in verwarring. Haar ogen schoten heen en weer tussen Heather en Nigel. ‘Maar waarom…?’
‘Omdat er mensen zijn vermoord en er een meisje wordt vermist. En of je het nou wel of niet gelooft, je broertje wordt inmiddels ook vermist. En je mag van mij net zoveel flauwekul geloven als je wilt, Leonie, maar dan moet je mij eens vertellen waarom hem niets zou overkomen, terwijl je neefje dat net zo oud was als hij, als een hond is doodgeschoten en zijn lijk samen met dat van zijn vader de tuin in is gesleept. Denk je nou echt dat ze Gary niet zullen vermoorden, omdat jij hebt gezegd dat dat niet mag? Dat ze zich de kans zouden laten ontgaan de familie tot in de eeuwigheid met elkaar te herenigen en 1890 te wreken, alleen maar omdat een tienermeisje daar bezwaar tegen heeft? Ze hebben je bedrogen, Leonie. Besef dat nou.’
Leonies ogen vulden zich met tranen, maar Nigel zag dat ze zich toch niet gewonnen gaf.
‘Er mogen niet nog meer mensen sterven, Leonie. Het moet nu ophouden. Je hebt Gary ooit aan zijn lot overgelaten. En nu krijg je de kans om ons te helpen hem weer te vinden. Hoe heette de man die je hier mee naartoe heeft genomen?’
Leonie begon te huilen en toen haalde ze haar neus op. ‘Dominic. Ik dacht dat hij alleen maar goed zou zijn voor Gary. Hij zou een aardig pleeggezin voor hem zoeken. Een vader en moeder die van hem hielden. Hij zou hem wat geld geven, en een nieuwe kans. Ik was van plan Gary ooit te gaan halen. Echt waar.’ Ze veegde haar tranen af.
‘Wie is Dominic?’ vroeg Heather.
‘Weet ik niet. Gewoon Dominic.’
‘Weet je zijn achternaam niet?’
‘Die heeft hij me nooit verteld.’
Heather vroeg of ze hem wilde beschrijven. Leonie zei dat hij begin veertig was, hij had donker haar, blauwe ogen, hij was knap en praatte bekakt. Hij was verlegen, maar kon wel overtuigend praten. Nigel maakte notities, ook al had dat niet zoveel zin, zolang ze geen achternaam hadden.
‘Waar woonde hij?’
‘Hij had een flat in Plaistow, maar hij zei dat dat maar voor tijdelijk was. Hij vond het daar niet leuk. Daarna zou hij in Bethnal Green gaan wonen. Daar kwam zijn familie vandaan, en hij had daar heel even gewoond. Hij zei dat hij was opgegroeid in de buurt van Buckinghamshire.’
‘Je bedoelt ín Buckinghamshire?’ corrigeerde Heather haar.
‘Ja.’ Ze noemde de naam van een straat in Plaistow.
Heather vroeg haar of ze nog iets meer van Dominic wist, behalve dan dat hij geadopteerd was. Wist ze de naam van de familie bij wie hij terecht was gekomen?
Ze schudde haar hoofd. ‘Ik weet wel dat hij ze haatte, alleen zijn zus deugde. Hij zei dat ze geld hadden. Die vader had een brouwerij of zoiets. Meer heeft hij niet gezegd. Sorry.’ Heel even liet ze zien dat ze nog steeds maar een meisje van zeventien was.
Nigel had alles opgeschreven wat ze had gezegd, en een korte schets gemaakt van Dominics afkomst. Geadopteerd door een rijke brouwer uit East End. Dit viel te achterhalen. Maar vanuit deze
verlaten plek in Utah kon hij weinig ondernemen.
‘Breng me naar huis,’ zei Leonie plotseling.
‘Bedoel je naar Engeland?’ vroeg Heather.
‘Nee, naar Liberty. Dat is mijn thuis. Jullie kunnen me even buiten Liberty afzetten.’
‘Wil je dan niet weten wat er met Gary aan de hand is? Als je weer teruggaat, kunnen we je niet op de hoogte houden.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik zal het wel aan de Heer vragen. Hij vertelt het me wel. Maar nu moet ik weer terug.’
Heather keek haar vol ongeloof aan. ‘Waarom dan? Ga mee naar Engeland, Leonie. Je hebt in Liberty niks te zoeken. Deze mensen keuren het goed dat andere mensen worden vermoord. Waarom zou je bij ze blijven?’
‘Omdat mijn zoontje daar is, en dat laat ik nooit in de steek.’