3

Londen was in één grote fuik veranderd. Foster stond bij het raam van Naomi Buckinghams slaapkamer, een verbouwde zolderverdieping, en keek uit over de daken, schoorstenen en bomen die zich tegen de bewolkte hemel aftekenden. Hij vroeg zich af waar ze zich in deze grijze, donkere stad zou bevinden. Zou ze nog leven? Hij keek op zijn horloge. Het was al vierentwintig uur geleden dat ze uit school was gekomen. En dat was de laatste keer dat iemand haar had gezien. Uit ervaring wist hij dat als ze inderdaad was ontvoerd, ze binnen een paar dagen dood zou zijn. Maar zolang haar lijk niet werd aangetroffen, was er nog hoop.

Hij draaide zich om, gadegeslagen door de blauwe ogen van een verwijfde jonge Engelse filmster wiens naam hem niet te binnen wilde schieten. De spiksplinternieuwe computer was inmiddels van Naomi’s bureau verwijderd om te worden onderzocht, en er stonden nu alleen nog een paar boeken, foto’s en een rode plastic beker met pennen. Verder was alles in de kamer nog onaangeroerd: haar onopgemaakte bed, een paar kledingstukken die uit een gigantische kast waren gehaald en nu over de vloer verspreid lagen, een stereo-installatie en een rekje met cd’s, en een kaptafel met allemaal make-upspulletjes en toiletartikelen.

Foster bleef staan bij een ladekastje. De bovenste la zat vol met ondergoed. Hij deed hem snel weer dicht. In de tweede en derde la lagen kleren gepropt. Hij stond net op het punt om de derde la weer dicht te doen toen zijn blik viel op een hoekje van een dik, zwart schrift dat onder een T-shirt lag. Voorzichtig pakte hij het vast tussen de duim en wijsvinger van zijn gehandschoende hand – het onderzoek was nog niet afgerond – en zijn hart begon onmiddellijk sneller te slaan. Hij sloeg de eerste bladzij op. Het was haar dagboek dat de tweede helft van dat jaar besloeg, vanaf eind juli, geschreven met een blauwe pen en in een duidelijk leesbaar handschrift. Hij trok de stoel onder het bureau vandaan en ging zitten.

De aantekeningen die ze de afgelopen zomer had gemaakt, gingen over de gebruikelijke alledaagse beslommeringen van een tiener: ruzietjes met vriendinnen, opmerkingen over jongens, zorgen over haar uiterlijk. Uit niets bleek dat Naomi Buckingham zich met andere dingen bezighield dan andere meisjes van haar leeftijd. Uit een aantal zinsneden en afkortingen kon hij geen wijs worden, maar de strekking was hem wel duidelijk. Hij sloeg een paar maanden over en las de aantekeningen die ze de week voor de moord op haar moeder en haar eigen verdwijning had gemaakt. Zijn oog viel op een stukje dat van precies twee weken voor de moord dateerde:

Mam is steeds maar dronken als ik thuiskom. Ik schaam me rot. Zeker nadat ik na een avondje uit met T en L thuiskwam en ze haar zagen. Jeeezus, ze was zo zat dat ze bijna niet uit haar woorden kon komen. Alleen maar gebrabbel. Ze zei er niks over toen ik vanmorgen naar school ging, maar ze zag er niet uit. Toen ik weer thuiskwam, zei ze dat een pizza ging bestellen en ze maakte een heleboel stennis, alsof ze wist dat ze de boel niet meer onder controle had. Maar toch heeft ze daarna bijna een hele fles achterovergeslagen…

Twee dagen later ging weer een stukje over haar moeder.

Ik maak me zorgen om mam. Volgens mij is ze doodongelukkig. Ik d8 echt dat ik haar gisteravond hoorde huilen toen ze in bed lag. Wilde naar binnen gaan om te vragen wat er was. Niet gedaan. Vanmorgen vroeg ik of er iets aan de hand was en toen l8e ze en zei dat alles oké was. Wat zou er zijn? Maar ze had het wel in de gaten, want toen ik terugkwam van L en ze een paar glazen r. wijn had gedronken, kwam ze een beetje los en zei ze: ‘Maak je geen zorgen om mij, schat.’ En toen zei ze dat het oké was met haar, maar dat ze het een beetje moeilijk had, geen werk, en dat ze medelijden met zichzelf had, maar dat ze er nu wel overheen was. We spraken af dat we zaterdag in de Tate Modern gaan lunchen. Dat vind ik best fijn, want ze gaat bijna nooit meer uit. Vroeger had ze een heleboel vrienden, maar die ziet ze niet meer. Ik maak me toch zorgen, ook al zegt ze dat ik dat niet moet doen, want ze ziet er soms zo treurig uit.

Een week later, vier dagen voor de moord, lijkt de situatie iets verbeterd.

Mam lijkt echt wel een stuk opgeknapt, gelukkig. Ik heb haar al de hele week niet zien drinken. Ik heb zelfs geen drank in huis gezien, en dat is voor het 1st. En wat vind je hiervan? Ik zei dat ik koffie voor haar wilde zetten en toen zei ze ‘Nee, dat drink ik niet meer.’ Ze wilde pepermuntthee!! Hallo! En dat zegt mevrouw Cafeïne! Het lijkt wel alsof ze een plaatsvervanger voor mam van een andere planeet hebben gestuurd. Ze is vrolijker en 18 meer, maar ze doet wel een beetje afstandelijk. Ze heeft vast geen man ontmoet, want ze is al in geen jaren meer uit geweest. Misschien heeft ze werk? Ik hoop het maar. Ik heb deze nuchtere, mijn-lichaam-is-mijn-tempel-mam wel een stuk liever dan de bezopen-brabbelende-ik-kom-mijn- bed-niet-uit-versie.

De laatste notities, op de avond voordat ze verdween, gingen over haar komende verjaardag. Foster moest even glimlachen toen hij las: Jezus! 14! Voel me hartstikke oud!Verder had ze het over het schaatsuitje, maar voor de rest niets.

Hij sloeg het dagboek dicht, en werd treurig bij de gedachte aan een levendig tienermeisje dat haar hele leven nog voor zich had, en nu waarschijnlijk ergens dood in een greppel lag, terwijl haar moeder, van wie ze blijkbaar zo veel hield, was vermoord.

‘Het leven is een tranendal,’ mompelde hij in zichzelf.

‘Moet je mij vertellen.’

Hij keek op. Heather. Ze was ongemerkt binnengeglipt, en keek naar het schrift.

‘Het dagboek van het vermiste meisje,’ verklaarde hij.

‘Nog iets belangrijks ontdekt?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Weet niet. Katie Drake was blijkbaar flink aan de drank, maar tijdens de laatste week van haar leven heeft ze zich kennelijk opeens bekeerd en dronk ze geen drup meer.’

‘Denk je dat dat iets te betekenen heeft?’

‘Zou kunnen. Naomi schreef in haar dagboek dat het misschien iets met werk te maken had. Heeft nog iemand met haar agent gesproken?’

‘Ja, Andy Drinkwater. Hij kreeg te horen dat ze een keer een voice-over bij een film heeft gedaan, maar de rest van het jaar had ze geen werk. En er stond ook niets op stapel.’

‘Dus dat heeft er niets mee te maken.’

‘Een vent?’

‘Volgens het dagboek kunnen we dat ook schrappen. Naomi schreef dat haar moeder al in geen jaren meer uit was geweest. Maar dat zal wel tienernachtige overdrijving zijn.’

Nu was het Heathers beurt om haar schouders op te halen. ‘Het kan ook zijn dat ze gewoon haar leven wilde beteren.’

‘Misschien heb je wel gelijk. Heeft iemand haar naaste familie weten op te sporen?’

‘Ze is geadopteerd. Maar niet officieel, waarschijnlijk door familie of vrienden, denkt Barnes.’

Barnes? dacht Foster. Ze had het altijd over Nigel. Hij wist wel dat er iets tussen hen was, niet dat dat hem iets kon schelen. Hij had wel wat anders aan zijn hoofd gehad dan zich af te vragen of ze het met elkaar deden. Leren lopen zonder pijn, bijvoorbeeld. Blijkbaar hadden ze toch niets met elkaar. Of in ieder geval had het niet lang geduurd. Foster had gehoord dat het weer aan was tussen haar en een oude vlam, een smeris van Murder South. Misschien verklaarde dat waarom ze een beetje leek veranderd sinds hij weer aan het werk was. Meer teruggetrokken, minder uitbundig.

‘Hoe gaat het met hem?’ vroeg hij.

‘Goed.’ Ze glimlachte flauwtjes. ‘Hij is bezig met een pilot voor een of ander tv-programma. Iets met doden opgraven.’

‘Wie is daar nou in geïnteresseerd?’ merkte Foster schamper op.

‘Je kijkt zeker niet vaak tv, hè?’ zei Heather.

Hij haalde zijn schouders op, liep naar het raam en keek naar buiten. De straat was afgezet, stil en verlaten. Ze hadden binnen een omtrek van een kilometer alle bewoners bezocht. Tot dusver hadden ze nog maar één aanwijzing: onafhankelijk van elkaar hadden twee mensen de dag ervoor rond vier uur ’s middags een witte bestelwagen de straat in zien rijden. Ze zeiden dat de auto in de buurt van het huis van de Drakes parkeerde. Geen van beiden hadden ze de auto weer zien wegrijden. Er was een team bezig met opnames van bewakingscamera’s te bekijken om te zien of er nog andere beelden van waren. Maar de klok tikte door, en met elke seconde die voorbijging, werd de kans kleiner dat Naomi Buckingham nog levend zou worden aangetroffen.

De geur in het lijkenhuis was nog hetzelfde, dacht Foster toen hij met Heather ’s avonds naar de autopsieruimte liep. De stank van de dood overheerste zoals altijd de geur van luchtverfrisser en ontsmettingsmiddelen. Hij had deze plek echt niet gemist: de betegelde vloer waarop elke voetstap weerklonk; het steriele, glanzende, roestvrijstalen instrumentarium; de drukkende stilte; en de kou die geleidelijk je ziel binnensloop. Maar toch hoopte hij dat vanuit hier de jacht op Katie Drakes moordenaar en degene die haar dochter had ontvoerd, in alle ernst kon beginnen.

Een assistent was bezig om het lijk van Katie Drake dicht te naaien. Edward Carlisle gebaarde naar Foster dat hij even moest wachten, en vertelde de twee inspecteurs wat hij had ontdekt.

‘De doodsoorzaak was verstikking,’ zei de patholoog.

‘Is ze eerst gewurgd?’ vroeg Foster vol verbazing.

Carlisle knikte ernstig. ‘Geen twijfel mogelijk,’ zei hij. Hij gebaarde naar de hals van de vrouw. ‘In situ. Door al het bloed kon je niet zien dat er een lichte striem op haar hals zit, maar die is nu duidelijk zichtbaar boven de snijwond.’

Foster boog zich voorover en ontdekte een vage rode streep boven de gapende snee die dwars over haar keel liep.

‘Het tongbeen is gebroken en het kraakbeen van de schildklier en het strottenhoofd zijn ernstig beschadigd. De dader moet erg sterk zijn, en is vrijwel zeker een man.’

Dit sloot in ieder geval uit dat Naomi Buckingham fysiek in staat was geweest haar moeder te vermoorden, dacht Foster.

‘Zoals ik al zei, is de striem nogal oppervlakkig, daarom denk ik dat er een handdoek of een sjaal is gebruikt.’

Foster ging ervan uit dat de moordenaar zijn sporen had uitgewist, maar besloot toch het forensisch team opdracht te geven alle kledingstukken en textiel in Katie Drakes huis te onderzoeken.

‘En hoe zit het met de wond in haar hals?’ vroeg hij.

‘Die is na haar dood veroorzaakt,’ gaf Carlisle ten antwoord. ‘De halsslagader en de nekader zijn nog intact, dus de wond is niet diep. Het lijkt meer een symbolisch gebaar. Jouw moordenaar is trouwens rechtshandig. Er zijn ook kneuzingen op de rug. Ik weet het nog niet honderd procent zeker, maar ze is waarschijnlijk in huis vermoord, naar buiten gesleept en vervolgens is haar keel doorgesneden.’

Foster snapte er niets van. De meeste moordenaars deden alle moeite een lijk te verbergen. Maar deze had het tegenovergestelde gedaan door het lijk het huis uit te slepen en in de tuin neer te leggen, waar iedereen het kon zien.

‘In het huis was geen spoor van bloed te bekennen,’ zei Foster. ‘Maar in de tuin des te meer.’

Carlisle knikte bedachtzaam. ‘De lijkvlekken op de rug wijzen erop dat ze naar buiten is gesleept. Zoals ik al zei, kan ik daaruit concluderen dat hij haar binnen heeft vermoord, haar naar buiten heeft gesjouwd en daar de wond in haar keel heeft gemaakt.’

Hier schieten we weinig mee op, dacht Foster. ‘Enig teken van seksuele activiteit?’ vroeg hij.

Katie Drake had haar moordenaar binnengelaten. Had ze hem mee naar haar slaapkamer genomen, of had hij haar beslopen? Werd ze verrast door zijn aanval of had ze zich aan hem overgegeven? Ze konden niet uitsluiten dat er sprake was van een of ander seksspelletje, ook al had ze nog al haar kleren aan.

Carlisle schudde zijn hoofd. ‘Geen sprake van.’

Door Fosters hoofd gingen diverse scenario’s. Had Naomi door haar thuiskomst de moordenaar gestoord? Was ze daarom ontvoerd? Maar de moordenaar had alle gelegenheid gehad haar ter plekke te vermoorden. Waarom had hij het risico willen lopen om te worden betrapt terwijl hij haar meenam?

‘Enig idee omstreeks welke tijd ze is vermoord?’

‘Moeilijk om het heel exact vast te stellen, maar ik kan met enige zekerheid zeggen dat het ergens halverwege de middag is gebeurd.’

Het was mogelijk dat Naomi de moordenaar had gestoord. Toch was er in het huis geen spoor van een worsteling te bekennen. Dat kon erop wijzen dat Naomi haar ontvoerder ook kende en vrijwillig met hem was meegegaan, niet wetende dat haar moeder buiten dood lag.

‘Ik heb bloedmonsters naar toxicologie gestuurd,’ ging Carlisle verder. ‘De lever was nogal vervet, een teken van een vroeg stadium van een leveraandoening, een indicatie dat het slachtoffer een zware drinker was. Maar afgezien daarvan was ze in vrij goede conditie. Sinds het ontbijt had ze niets meer gegeten.’

‘Enig idee wanneer de nagellak op haar vingers en tenen is aangebracht?’ kwam Heather tussenbeide.

Carlisle haalde zijn schouders op.

Heather liep naar voren om te kijken. ‘Volgens mij nog niet zo lang geleden. En nog zorgvuldig ook. Toen we haar vonden was ze nogal zwaar opgemaakt. Mascara, foundation, lipstick, de hele mikmak. Wat heb je met haar kleren gedaan?’ vroeg ze Carlisle op dringende toon.

‘Die gaan zo meteen naar het forensisch team. Volgens mij zitten ze hier ergens in een zak.’ Hij draaide zich om naar een van zijn assistenten om te zien of dat klopte. Even later werd de zak overhandigd. Heather trok handschoenen aan, nam de zak mee naar een snijtafel en schudde de inhoud erop leeg. Foster keek met haar mee. Ze schonk geen aandacht aan het shirt en de rok die met bloed waren doordrenkt, en pakte meteen een zwarte, met glittersteentjes afgezette, beha tussen duim en wijsvinger.

‘Ta da!’ zei ze terwijl ze zich naar Foster omdraaide. ‘Een pushupbeha met glitter. Niet iets wat je op maandagmiddag in huis draagt. Zoals ik al dacht, had ze zich op iets voorbereid.’

Naomi Buckingham had ongelijk. Haar moeder had wel degelijk iets met een man.

Sally Darlinghurst, Katies beste vriendin, bleek te wonen in een klein rijtjeshuis in Kentish Town. Darlinghurst was de hele dag weg geweest en kwam pas ’s avonds thuis. Ze was inmiddels op de hoogte gebracht van Katie Drakes dood, en ze zag nog steeds bleek van de schok. Foster vond dat haar knappe, voorname gezicht hem bekend voorkwam, waarschijnlijk had hij haar wel eens op tv gezien. Ze liet Foster en Heather binnen in een woonkamer vol etnische kunst: groteske maskers, houten beeldjes en kleurige, gebatikte doeken aan de muur. Er hing een geur van wierook en tabaksrook. Ze ging op de bank zitten en stak de eerste van een eindeloze reeks sigaretten aan.

Foster verontschuldigde zich en condoleerde Darlinghurst met de dood van haar vriendin. Ze nam een ferme haal van haar sigaret en streek een blonde haarlok weg die voortdurend over haar oog viel.

‘Vreselijk,’ zei ze met een heldere, duidelijk articulerende stem. ‘Echt godvergeten vreselijk. Nog nieuws over Naomi?’

Foster schudde mismoedig zijn hoofd. Heather legde uit wat de reden van hun bezoek was. Ze wilden een zo gedetailleerd mogelijk beeld van Katie Drakes leven, in de hoop haar moordenaar op het spoor te komen

‘Wat willen jullie weten?’

‘Wat voor iemand was ze?’ vroeg Foster.

‘Wauw,’ zei ze. ‘Wat een vraag. Wat voor soort iemand was ze?’ Katies vriendin keek weg en leek even in gedachten verzonken. ‘Ze was eerlijk. Ze was loyaal. Ze was een fantastische moeder, een fijne vriendin en een godvergeten goeie actrice.’

‘Hoe lang kende je haar al?’ vroeg Foster.

‘Zestien jaar. Zij was toen eenentwintig en ik twee jaar ouder. We hadden repetitie voor een uitvoering van Salad Days. Echt een verschrikkelijk stuk. Maar wat hebben we gelachen. Toen we allebei naar Londen gingen, zijn we bevriend gebleven. Ondanks alle huwelijken, scheidingen, kinderen krijgen, zij dan, en allerlei gedoe met werk. Ze was er altijd voor mij, en ik ook voor haar.’

Foster knikte. ‘Hoe ging het de laatste tijd met haar?’

Ze nam nog een sigaret uit het pakje en stak hem aan. ‘Hoe ging het met haar?’ zei ze, zijn vraag herhalend terwijl ze opnieuw wegkeek. Na nog een trek van haar sigaret zei ze: ‘Ik heb haar al twee maanden niet gezien, maar twee weken geleden hebben we elkaar nog over de telefoon gesproken. Ze was… oké. Nou ja, ze zat erg in over het werk, of eigenlijk meer dat ze dat niet had. Ik had net een rolletje in een tv-toneelstuk binnengesleept. Absolute rotzooi, weliswaar, maar het is in ieder geval werk. Meestal hadden we ontzettende lol om werk te vinden en te roeien met de riemen die we hadden, maar ik had het gevoel dat ze een beetje de moed had laten zakken. Volgens mij had ze al een jaar niets meer te doen gehad, en vergeleken met haar had ik het er nog niet zo slecht van afgebracht…’

‘Wat bedoel je met: te roeien met de riemen die we hadden?’ vroeg Heather met een glimlachje.

‘O dat? Wanneer je als actrice tegen de veertig loopt, ligt het werk niet meer voor het opscheppen, en als je dan iets krijgt, zijn het vaak kutrolletjes. Dat geldt trouwens niet voor mannen want die krijgen juist steeds méér werk. Zo is het nu eenmaal. Je kunt doorsappelen en roeien met de riemen die je hebt of je kunt het bijltje erbij neergooien en… Nou ja, weet ik veel. Gaan lesgeven, of zoiets.’ Ze trok een vies gezicht.

‘Weet u hoe Katie haar dagen doorbracht, nu ze geen werk meer had?’ vroeg Foster.

‘Ze las boeken. En ze schreef. Ik weet dat ze met een of andere roman bezig was. En twee dagen per week stond ze in een winkeltje voor goede doelen bij haar in de buurt.’

‘Voor welk goed doel?’

‘Kankeronderzoek. Ik weet ook dat ze nog andere vriendinnen had, via Naomi. Alleenstaande moeders.’

‘Hoe kwam ze aan haar geld?’

‘Af en toe deed ze een voice-over voor een film. Niet veel soeps, maar je verdient er goed mee. Ze had een mooie, heldere stem. En van haar ex kreeg ze geld voor Naomi’s opvoeding.’

‘Was er een man in haar leven?’

Ze snoof minachtend. ‘Mannen? Dat gedoe met allerlei klootzakken hadden we echt al heel lang achter de rug,’ zei ze lachend. ‘Sorry, inspecteur,’ voegde ze eraan toe terwijl ze Foster aankeek. ‘Nee, ze was niet lesbisch, als u dat soms mocht denken. Jezus, echt niet. Ik wilde alleen maar zeggen dat we allebei niet erg veel geluk hebben gehad wat mannen betreft. We zijn allebei gescheiden. En daarna hadden we een paar niet erg geslaagde relaties. Dit was altijd een van onze voornaamste gespreksonderwerpen, naast het werk. Ik denk dat het minstens een jaar geleden is dat ze een relatie had. Misschien wel langer.’

Heather nam nog een paar gegevens met haar door, waaronder de namen van de mannen met wie Katie in het verleden iets had gehad. Darlinghurst had een vrij slecht geheugen voor details, en het zou nogal wat moeite kosten om de ex-minnaars te achterhalen.

‘Maar de laatste tijd had ze niemand?’

‘Niet dat ik weet. Hoezo? Is ze vermoord door iemand die ze kende?’ In haar stem klonk ongeloof door.

Foster knikte. ‘We denken van wel. Heeft u enig idee of er iemand is die Katie en haar dochter iets zou willen aandoen?’

‘Echt helemaal niemand,’ zei ze zonder een seconde te hoeven nadenken. ‘Ze was een behoorlijk hartstochtelijke vrouw, ze was snel boos en een nogal opgewonden standje, maar ze was ook aardig, fatsoenlijk en loyaal. Alle mensen die haar kenden, waren dol op haar. Ik kan niemand bedenken die haar dit zou willen aandoen.’ Ze pakte een leeg wijnglas en liep ermee naar de keuken. ‘Kan ik jullie iets aanbieden, of klopt het nog steeds dat er onder diensttijd niet gedronken mag worden?’

‘Ik ben bang van wel,’ antwoordde Foster.

‘Thee, koffie, water?’

Heather vroeg een glas water en Foster zei dat hij niets wilde.

Even later kwam de gastvrouw terug met een glas wijn en een groot glas water.

‘U kent Katie al behoorlijk lang,’ ging Foster verder. ‘Had ze het met u wel eens over haar verleden, haar opvoeding?’

‘Nooit,’ zei ze meelevend. ‘Voor zover ik weet, was ze geadopteerd. Ze heeft me een keer verteld dat haar beide ouders waren overleden. Maar ze liet heel duidelijk merken dat dit een deel van haar leven was waar ze liever niet meer aan wilde denken. In ons beroep zijn er veel mensen die aan hun achtergrond willen ontsnappen, of er in ieder geval boven uit willen stijgen, en zij was daar eentje van.’

‘Heeft u ooit een aanwijzing gekregen dat dit kwam door iets wat in het verleden is gebeurd?’ vroeg Foster.

‘Bedoelt u misbruik?’

Foster werd een beetje overdonderd door haar openhartigheid. ‘Dat bedoel ik, ja.’

Weer grabbelde ze naar een sigaret, en ze zweeg even om hierover na te denken.

‘Nee. Volgens mij was daar geen sprake van. Dat is niet gebaseerd op feiten, maar ik weet vrijwel zeker dat ze me dat anders wel had verteld. Ik had het gevoel dat ze gewoon niet zo goed kon opschieten met de mensen bij wie ze was opgegroeid. Ze was nogal een wild type, toen in ieder geval. En naar mijn idee waren die mensen behoorlijk conservatief.’

‘Weet u ook wie “die mensen” waren?’

‘Ze woonden ergens in Kent, in een of ander lullig kustplaatsje. De naam kan ik me niet meer herinneren. Maar ze haatte die plek.’

‘Kent?’ zei Heather. ‘Was het niet Shoeburyness in Essex?’

‘Nee, ze zei echt Kent. Het zou misschien Deal kunnen zijn.’

Heather maakte nog een paar aantekeningen. ‘Heeft ze ooit verteld wie de mensen waren die haar hebben opgevoed?’

Darlinghurst nam een haal van haar sigaret. Toen schudde ze haar hoofd. ‘Niet met name. Ik dacht altijd dat het een of andere tante was, maar ik kan me niet herinneren dat ze dat ook zo heeft gezegd.’

‘Dus ze waren ook niet uitgenodigd toen ze met Stephen Buckingham trouwde?’

‘Jezus, nee. Daar waren maar heel weinig mensen. Alleen een stelletje vrienden tijdens de huwelijksvoltrekking op het bureau van de burgerlijke stand in Chelsea, en daarna een grote zuippartij. Zijn ouders waren er niet zo blij mee dat ze werden buitengesloten. Ik denk dat ze het hem nooit hebben vergeven.’

‘Hoe was haar relatie met Stephen?’

‘Behoorlijk goed, totdat hij alles begon te neuken wat maar bewoog. De ontzettende lul. Hij heeft echt haar hart gebroken. Volgens mij is ze er nooit overheen gekomen. Nadat hij was vertrokken, heeft ze vanwege Naomi een aantal opdrachten moeten afzeggen. Ze had wel vriendinnen die op Naomi wilden passen, ik ook toen Naomi al wat ouder was, maar wat werk betrof, kwam haar kind altijd op de eerste plaats. Stephen heeft niet alleen Katies hart gebroken. Hij heeft ook haar carrière verknald. Maar toch duldde ze hem, vanwege Naomi. De afgelopen paar jaar was ze trouwens wat milder gestemd ten opzichte van hem. Ik weet nog dat ze tegen me zei dat je moeilijk altijd maar kwaad kunt blijven. Maar ze had nog steeds wel een grondige hekel aan die stomme klootzak, en terecht.’

Foster bedankte haar en gaf haar zijn kaartje voor het geval haar nog iets te binnen mocht schieten. Toen ze met hen naar de deur liep, herinnerde ze zich iets.

‘De laatste keer dat ik Katie zag, twee maanden geleden, zei ze dat ze er niet meer in geloofde.’

‘Waar niet meer in geloofde?’ vroeg Foster.

‘Dat vroeg ik haar dus ook. Ze gaf er geen antwoord op en ik ging ervan uit dat ze het over haar mogelijkheden als actrice had.’

‘Wat zei ze dan precies?’

‘Ze zei: “Er is alleen maar een groot gat op de plek waar mijn geloof zat.” Dat is alles. En toen ging ze over op iets anders.’

Op het moment dat Sally Darlinghurst de deur dichtdeed, zag Foster dat er tranen in haar ogen stonden.

Het was al tegen middernacht toen Foster terugkeerde in zijn huis in Acton. Hij nam twee pijnstillers en slikte ze door met een ferme slok rode wijn. De wijn was al twee dagen over zijn hoogtepunt heen, en het was schandalig om zo met een fles Haut-Brion om te gaan, een wijn waar zijn vader zo’n grote waardering voor had. Maar de oude man was er niet meer om hem op zijn vingers te tikken en de dichtstbijzijnde slijterij was allang dicht. Hij weigerde water te drinken, tenzij hij echt stierf van de dorst. Volwassen mannen en vrouwen die rondliepen met flesjes water, als een kind met een flesje melk, alleen maar omdat er werd gezegd dat het goed voor hen was. Hoe kwam het toch dat mensen als grote baby’s wilden worden behandeld?

Hij ging aan de keukentafel zitten, waarop zijn laptop stond, en trok een stoel bij om daar zijn pijnlijke been op te laten rusten. Dit was een vertrouwde houding. Het afgelopen halfjaar had hij vrijwel de hele tijd op dezelfde stoel doorgebracht, naar hetzelfde scherm gestaard en uit hetzelfde glas gedronken, vaak tot het eerste ochtendlicht door het raam kroop. Hij meed zijn bed vanwege de angst die kwam zodra het stil en donker werd. In de nachten dat het hem was gelukt in slaap te vallen, werd hij badend in het zweet wakker. In zijn dromen herbeleefde hij Karl Hoggs urenlange martelingen, als boetedoening voor de zonden van Fosters voorvader, een politie-inspecteur uit de negentiende eeuw die er mede verantwoordelijk voor was dat een onschuldige man tot de strop werd veroordeeld, waardoor een krankzinnige seriemoordenaar de kans had gekregen zijn eigen gezin af te slachten. Deze smet op de bloedlijn had Hogg vervolgens geprobeerd uit te wissen. Fosters kaak, sleutelbeen, pols en scheenbeen waren verbrijzeld, en hij was er zeker niet levend van afgekomen als Nigel Barnes niet had ingegrepen. Zijn verwondingen zouden hem zijn hele leven blijven plagen, maar zijn geest was ongebroken. Althans, min of meer.

Hij startte de computer en nam nog een slok wijn. Na hun bezoek aan Darlinghurst hadden Heather en hij op het hoofdbureau van Kensington het team bij elkaar geroepen dat zich bezighield met de moord op Katie Drake. Ze hadden alle gegevens doorgenomen, terwijl het team dat op de verdwijning van haar dochter was gezet, doorging met de zoektocht door Londen. Elk uur telde. De verloven waren ingetrokken, overwerk werd zonder morren geaccepteerd. De mogelijkheid dat Katie een minnaar, of een minnaar in spe, in haar huis had ontvangen, had weer een nieuw perspectief geopend. Ze hadden contact met alle datingbureaus die er maar bestonden om na te gaan of Katie in hun boeken voorkwam. Foster moest steeds maar denken aan de passage in Naomi’s dagboek: Ze heeft vast geen man ontmoet, want ze is al in geen jaren meer uit geweest…

De computer stond aan. Hij ging naar internet, dat het afgelopen halfjaar tijdens zijn herstel zijn tweede thuis was geweest. Hij skipte de sites over auto’s, poker en de fora waarop hij met anonieme internetactivisten over het wereldgebeuren discussieerde, en ging rechtstreeks naar de database voor films. Hij voerde Katie Drakes naam in in het zoekveld. Er verscheen een volledige lijst van tv-optredens plus een foto. Met het donkere haar dat verleidelijk over haar half geloken ogen viel, de volle lippen en haar jeugdige uiterlijk, vertoonde ze maar heel weinig gelijkenis met het gemaltraiteerde lijk dat hij eerder op de dag had gezien. Zoals haar ex al had gezegd, was ze een echte schoonheid.

Er was een kort blog, waarin haar opleiding aan de Royal Academy of Dramatic Art werd vermeld. Foster maakte een aantekening dat hij de volgende morgen hun archieven moest raadplegen. Op haar cv stond een lijst van alle populaire Britse tv-programma’s van de afgelopen twintig jaar, waaronder een aantal langlopende politieseries, die zo bezijden de realiteit waren dat alleen al van de herkenningsmelodie Fosters nekharen recht overeind gingen staan. Ze had daarin twee verschillende bijrolletjes vertolkt, met een tussenpoos van meer dan tien jaar. De makers gingen er blijkbaar van uit dat de kijkers kort van memorie waren.

Hij leunde achterover in zijn stoel en wreef over zijn ogen. Hij wilde de volgende morgen om zes uur weer aan het werk gaan, geruime tijd voordat de zoektocht naar Naomi zou worden hervat. In gedachten liet hij alles wat hij over Katie Drake wist de revue passeren. Een actrice, die de eerste de beste kans aangreep om haar geboortestadje te ontvluchten en naar Londen te gaan, waar ze al snel werk vond. Haar droom leek uit te komen: vast werk in het theater en voor tv. Toen werd haar dochter geboren en viel alles even stil. Toch ging ze niet lang daarna weer aan het werk, maar na het moment dat haar echtgenoot haar verliet, was het eigenlijk vlug afgelopen. En daarna was het nooit meer goed gekomen. Haar dochter was haar leven, maar inwendig moest het aan haar hebben geknaagd dat ze haar kansen had gemist. Ze begon te drinken, nogal fors ook, en trok zich terug. Foster keek naar zijn glas wijn. Hij vroeg zich af wat een veertienjarig meisje over zijn gewoonten in haar dagboek zou hebben geschreven.

Ze was veertien en werd in december vijftien. Hij wist haar geboortedatum niet precies, waarschijnlijk omdat hij er niet bij was geweest. Linda was toen al lang bij hem weg, omdat ze er genoeg van had dat hij zo vaak van huis was. Hij had haar geprobeerd uit te leggen dat het beroep van inspecteur geen roeping was maar een vloek. Ze had niet naar hem geluisterd en gezegd dat ze liever een kind alleen opvoedde dan met hem erbij. Die woorden sneden nog steeds door zijn ziel. Maar hij kon het haar niet kwalijk nemen. Hij had haar vreselijk behandeld, met name toen hij erachter kwam dat ze zwanger was en ze had besloten het kind te houden, ook al had hij nog zo zijn best gedaan haar op andere gedachten te brengen. Het laatste wat Foster over hen had gehoord, was dat ze in Edinburgh, in de buurt van familie woonden. Maar dat was tien jaar geleden. Geen idee waar ze nu zouden zijn. Hij hoopte dat ze gelukkig waren. Hij leegde zijn glas. Laat het verleden de klere krijgen, dacht hij. Katie Drakes geval bewees maar weer dat er niets restte dan vervlogen hoop en eeuwige spijt. Alle reden om somber te zijn.

Hij verdrong zijn herinneringen en richtte zijn gedachten weer op de zaak. Maar binnen de kortste keren kreeg hij last van hoofdpijn. Ik ben moe, dacht hij, hoewel het nog maar net over twaalven was. Hij deed het keukenlicht uit en liep de trap op naar zijn slaapkamer.

Voor het eerst in maanden sliep hij zonder dat het gezicht van Karl Hogg in zijn dromen verscheen.