·63·
De boot dreef met een snelheid van nog geen vijf knopen over de rivier. Dat was net snel genoeg om het roer nog een beetje te laten werken. De boordlichten waren aan en er zat een eenzame gedaante aan het roer. Horatio Barnes ritste zijn jack dicht toen de wind van een naderend lagedrukfront de lucht een stuk killer maakte. Hij meende zelfs even zijn eigen adem in waterdamp te zien veranderen, maar besloot toen dat dat gewoon de mist was die oprees van het water, waar warm en koud in het duister op elkaar botsten. Een lichte golfslag, opgewekt door de wind, leek het langzaam varende bootje heen en weer te schudden. Horatio had al tientallen jaren op de Chesapeake Bay rondgevaren en dus vormde de York, zelfs bij nacht, nauwelijks een uitdaging voor hem. Er waren geen ondiepten in dit deel van de rivier en ook als die er wel zouden zijn, zou hij die op zijn navigatiebeeldscherm snel opmerken.
Hij nam een slokje koffie uit een plastic bekertje en dacht over wat ze nu voor de boeg hadden. Het was duidelijk dat hij degene was die vannacht de makkelijkste klus had. Hij hoefde alleen maar de rivier af te zakken, in de enige boot op het water, want voor zover hij zien kon, werd de duisternis nergens verbroken door rode of groene boordlichten. Maar hij werd wel in de gaten gehouden, en toen hij langs het boothuis van Babbage Town voer, besefte hij dat hij nu nog heel wat aandachtiger in de gaten werd gehouden dan daarnet, omdat hij zich nu recht tegenover Camp Peary bevond. Zowel hijzelf als zijn vaartuig werden op dit moment ongetwijfeld bestudeerd door zowel menselijke als elektronische ogen. Veel konden die echter niet uitrichten. Dit was openbaar terrein en zolang hij niet te dicht bij de andere oever kwam, kon de cia hem niks maken.
Toen herinnerde Horatio zich dat Sean was beschoten terwijl hij zich op privéterrein bevond dat door een rivier werd gescheiden van een oefenterrein van de beste inlichtingendienst van de Verenigde Staten. Hij liet zich onmiddellijk in zijn stoel zakken en boog zich zo diep mogelijk over het roer. Er was geen enkele reden om die klootzakken een al te gemakkelijk doelwit te bieden. Wat zou hij er nu niet voor over hebben om weer veilig in Washington in zijn spreekkamer te zitten en zich daar bezig te houden met mensen die het alleen maar met zichzelf aan de stok hadden! Maar toen dacht hij weer aan het lot van twee mensen om wie hij inmiddels erg veel was gaan geven. ‘Zorg dat jullie hier veilig en wel weer uitkomen,’ zei hij tegen de kille en gure wind. Toen keek hij op naar de hemel. ‘En als we gepakt worden, God, wilt u dan zorgen dat we in een gevangenis met licht regime worden geplaatst?’
Op de oever tegenover Camp Peary stonden Sean en Michelle in hun wetsuit hun uitrusting te controleren.
Sean haalde eens diep adem. ‘Geen vergissingen, Michelle. Eén verkeerde zet daar aan de overkant en we zijn er geweest.’
Ze gaf geen antwoord.
Hij keek haar ongerust aan. ‘Michelle, ben je er klaar voor?’
Elke keer in haar leven dat Michelle die vraag had gehoord, was het antwoord een onmiddellijk ‘Ja!’ geweest, maar nu aarzelde ze. De beelden die plotseling door haar heen gingen, waren krachtig en wezen allemaal op een mogelijke ramp: op een of ander cruciaal moment zou ze volkomen verstarren of zou er een overweldigend sterke drang tot zelfmoord in haar opkomen. Ze zag een vliegtuig dat neerstortte terwijl zij hopeloos aan de stuurknuppel rukte. Ze zag zichzelf woedend uitvaren tegen Viggie omdat het kind de euvele moed had gehad om die auto van haar eens uit te mesten. Maar nog veel angstaanjagender was het beeld van Sean King die dood op de grond lag door iets wat zij had gedaan of juist had nagelaten.
‘Michelle?’ Hij legde zijn hand op haar arm en ze maakte een schrikachtige beweging. ‘Hé, gaat het wel goed met je?’
Ze draaide zich naar Sean toe, maar durfde hem niet recht in de ogen te kijken en begon te trillen over haar hele lijf.
‘Michelle, wat is er?’
‘Sean,’ zei ze naar adem happend. ‘Ik... Ik kan dit niet.’ Hij klemde zijn hand nog steviger om haar arm.
‘Het spijt me echt heel erg, maar ik kan gewoon niet mee. Ik weet dat je me de grootste lafaard ter wereld moet vinden, maar dat is het niet. Dat is het niet. Het is gewoon...’ Ze was niet eens in staat om haar zin af te maken.
‘Hou daarmee op,’ zei hij streng. ‘Hou daarmee op, Michelle. Je bent de moedigste mens die ik ken, heel wat moediger dan ik. En het is mijn schuld. Want ik had het recht niet om dit van je te vragen. Nooit!’
Ze greep hem bij de schouder. ‘Sean, je kunt niet gaan, niet in je eentje. Dat kan niet. Ze... Ze maken je af.’
Sean liet zich op zijn hurken zakken en begon wat aan zijn duikbril te frunniken. Hij keek haar niet echt in de ogen.
‘Ik moet wel, Michelle. Om een heleboel redenen, waarvan sommige misschien helemaal niet zo geweldig zijn, of die ikzelf niet helemaal begrijp.’
‘Maar het is te gevaarlijk.’
‘De meeste dingen die het waard zijn om je leven voor te geven zijn gevaarlijk. Dat weet jij. En ik weet het ook.’ Hij keek naar de overkant van de rivier. ‘Er gebeurt daar iets slechts. Ik moet erachter zien te komen wat het is. En ik moet zorgen dat het ophoudt.’
‘Maar het is één tegen duizend,’ zei Michelle wanhopig.
‘Ik heb wel grotere risico’s gelopen,’ loog hij.
‘Sean, alsjeblieft,’ zei ze terwijl ze zich aan hem vastklampte.
Hij zette zijn duikbril op en maakte zijn andere uitrustingsstukken gereed. ‘Als ik morgenochtend niet terug ben, neem dan contact op met Hayes en vertel hem wat er gebeurd is.’ Voorzichtig maakte hij zich van haar los. ‘Ik red me wel, Michelle. Tot ziens dan maar.’
Hij liet zich in de rivier zakken en was verdwenen. Michelle zat op de rode klei van de oever en tuurde net zo lang naar de kringen in het water totdat het weer rimpelloos was. Ze had zich nog nooit zo alleen gevoeld en geschaamd, en zich ook nog nooit zo tot de ondergang gedoemd gevoeld. Langzaam liet ze zich achteroverzakken op de natte aarde en terwijl ze naar de bewolkte hemel tuurde, voelde ze hoe de tranen haar over de wangen liepen.
In de wolken zag Michelle dingen, angstaanjagende dingen van jaren geleden. Ze namen de vorm aan van wezens uit nachtmerries die ze jarenlang had gehad en die ze nooit had begrepen of op welke manier dan ook had weten te verklaren. In die dromen zag ze een klein meisje dat ongelooflijk bang was en dat smekend haar handen uitstak, maar van niets of niemand hulp kreeg. Michelle was haar hele leven een loner geweest, voornamelijk omdat ze zich er nooit toe had kunnen brengen om een ander te vertrouwen: in elk geval niet helemaal. En toch was er één persoon geweest die haar respect had weten te verdienen, en die ze meer was gaan vertrouwen dan anderen. Eén persoon die tegenover haar had bewezen dat hij haar nooit in de steek zou laten en die letterlijk alles wat hij bezat, had opgegeven om haar te helpen. En zojuist had ze toegelaten dat die man zich in zijn eentje in het water van de York liet zakken om te beginnen aan iets wat in wezen een zelfmoordmissie was. In zijn eentje. Plotseling vervlogen de beelden en waren de wolken niet meer dan onschadelijke plukken grauwwit dons. Michelle raapte haastig haar spullen bij elkaar en liet zich in het water zakken.
Ongeveer een meter onder het oppervlak van de York schoot Sean snel door het water met behulp van een aquascooter, een draagbaar motortje waarmee duikers zich onder water snel kunnen voortbewegen. Zijn zuurstof was afkomstig uit een miniatuurpersluchttankje dat om het onderste deel van zijn gezicht zat, en hij had een waterdichte zak aan zijn enkel gebonden. Deze inval in Camp Peary was tot stand gekomen in een werveling van planning, logistiek en improvisatie. Het kon op miljoenen manieren fout gaan en er waren maar heel weinig manieren waarop het allemaal goed zou kunnen aflopen. Sean had het liefst meer voorbereidingstijd gehad – bij voorkeur een jaar of zo – maar die luxe had hij gewoon niet.
Die plotselinge onthulling over de titel van het deuntje dat Viggie de hele tijd speelde, maakte Sean duidelijk dat hij op het juiste spoor zat. Shenandoah County had vroeger Dunmore County geheten! Het was een subtiele aanwijzing, maar nu ze dat eenmaal wisten, was de betekenis onmiskenbaar: het ging om Dunmores jachthuis op het terrein van Camp Peary. Dat moest de plek zijn geweest waar Monk Turing heen was gegaan, en alleen door zijn spoor te volgen zouden ze erachter kunnen komen waarom Turing daarheen had gewild. Zonder erbij na te denken keek Sean naast zich in het modderige water, en zag daar niemand. Hij nam het Michelle niet kwalijk dat ze niet was meegegaan. Echt niet. Misschien was het wel beter zo. In gedachten hoorde hij Horatio’s waarschuwende woorden. Ze kon onder de druk bezwijken en iets doen wat hun allebei het leven zou kosten. Veel moeite zou ze daar bij deze klus niet voor hoeven doen. Het was een krankzinnige onderneming, maar Sean wist dat hij niet kon omkeren. Niet nu.
Hij bereikte de kust, niet ver van de plek waar Monk Turings lichaam was gevonden, en hoopte maar dat Horatio met zijn nachtelijke boottochtje de aandacht van de wachtposten wist af te leiden.
Sean had hier en daar wat gelezen en navraag gedaan bij vrienden bij de federale overheid, en dit was de meest geschikte plek voor een poging om Camp Peary binnen te dringen. Als zijn collega’s hadden vermoed waarom hij al die vragen stelde, zouden ze hem hebben opgepakt, vrienden of geen vrienden, maar hij had zijn vragen heel omzichtig geformuleerd. En het hielp natuurlijk ook dat de cia bij zijn federale vrienden niet geliefd was.
Een zaklantaarn was uitgesloten en dus haalde hij een nachtzichtbril uit zijn tas, trok die over zijn hoofd en zette hem aan. Zijn hele gezichtsveld ging onmiddellijk over in een vormeloos groen, maar in elk geval viel er nu zelfs als het helemaal donker was nog iets te onderscheiden.
Nadat Sean de aquascooter had verborgen in het struikgewas langs de oever kroop hij het terrein op. Het hek, het punt van waaraf geen terugkeer meer mogelijk was, stond recht voor hem. Sean pakte een apparaatje uit zijn tas dat maar één ding deed: het registreerde elke vorm van energie, inclusief stroom, aardgas en zonne-energie. Hij richtte het op het hek en keek of er een groen lampje ging branden. Dat was het geval. Het hek stond niet onder stroom en was ook niet voorzien van sensoren.
Sean was te weten gekomen dat de buitengrens van Camp Peary zo immens was dat de cia geen tijd of geld had verspild aan een uitgebreide beveiliging daarvan. De beveiligingsmaatregelen op het terrein zelf, die elke vierkante centimeter van de gebouwen en oefenterreinen besloegen, waren een heel ander verhaal, want daar zou de cia niets ontgaan. Dat was de reden waarom Sean op Henreich Fuchs vertrouwde, die kennelijk de enige was geweest die ooit had weten te ontsnappen uit een krijgsgevangenkamp waarvan Sean aannam dat het destijds ook heel streng bewaakt was geweest.
Op dit moment leek het echter volstrekt belachelijk om zijn vrijheid op het spel te zetten en waarschijnlijk zelfs zijn leven te wagen op basis van iets wat zich meer dan zestig jaar geleden had afgespeeld. En terwijl hij daar op de natte, rode klei lag, werd hij overvallen door een overweldigend gevoel van paniek toen het plotseling tot hem doordrong dat hij op het punt stond om in te breken in een van de geheimste en zwaarstbewaakte instellingen van de Verenigde Staten. Op dit moment wilde Sean eigenlijk niets liever dan zich omdraaien en zich weer in het uitnodigende water van de rivier laten zakken. Maar hij kon zich niet bewegen. Hij lag daar als verlamd.
Hij schreeuwde het bijna uit van schrik toen hij het voelde. Op zijn schouder. Een ongelooflijk sterke greep. Daarna hoorde hij een vertrouwde stem die kalm en geruststellend in zijn oor fluisterde.
‘Het komt wel goed, Sean,’ zei Michelle. ‘Wij kunnen dit samen wel aan.’
Hij draaide zich om en zag dat ze over hem heen geknield zat, met een blik op haar gezicht die alles duidelijk maakte wat hij maar hoefde te weten. Hij gaf een kneepje in haar arm en knikte. Wat een dwaas was hij geweest om zelfs maar een seconde te denken dat ze hier niet tegen opgewassen zou zijn. Godallemachtig, ze was hier beter tegen opgewassen dan hijzelf! Nu zijn verlammende paniek was weggetrokken, haalde Sean eens diep adem en kroop toen snel naar voren, met Michelle vlak achter zich. Ze bevonden zich recht voor het hek. Terwijl Sean de wacht hield, klom Michelle er in tien seconden overheen, waarbij ze een stuk schuimrubber gebruikte om zich te beschermen tegen het scheermesdraad waarmee het hek aan de bovenkant was afgezet. Met een grote boog gooide Sean de twee waterdichte zakken over het hek en ze ving ze zonder geluid op. Even later stond hij naast haar. Ze hingen ieder een zak over hun schouders en liepen daarna snel het dichte en beschutting biedende bos in.
Daar lieten ze zich op hun knieën zakken en Sean haalde het document tevoorschijn dat Henreich Fuchs aan Monk Turing had gegeven. Het velletje papier stond vol met nieuwe commentaren en berekeningen van Sean en Michelle. Terwijl ze naar de kaart zaten te kijken, moesten ze wel even licht maken. Daar liepen ze een risico mee, maar het kon niet anders.
Er was hier waarschijnlijk niet veel veranderd sinds Henreich Fuchs via deze route had weten te ontsnappen. Er waren bomen verdwenen, maar ook weer nieuwe bijgekomen en afhankelijk van de variaties in het klimaat die zich in de loop van de afgelopen decennia hadden voorgedaan, was het bos waarschijnlijk soms wat dichter en dan weer wat minder dicht geweest. Henreich Fuchs had geen behulpzame aanwijzingen op de bomen achtergelaten, en ook geen kruisje op de grond gezet om de ingang van zijn tunnel aan te geven, maar ook als hij dat wel gedaan zou hebben, zouden die in de loop der jaren toch verdwenen zijn. Dankzij Monk Turing waren ze daar echter niet van afhankelijk, want Monk had nauwkeurige aanwijzingen ingetekend op de kaart en via zijn dochter een belangrijke aanwijzing gegeven over het doelwit. Sean was er nu zeker van dat het om Porto Bello ging. Hij besefte ook dat Monk Turing heus zijn leven niet zou hebben gewaagd om de ontsnappingsroute van de Duitse krijgsgevangene te reconstrueren. Zo dom waren genieën over het algemeen niet. Monk moest daar een andere reden voor gehad hebben, en een goede ook.
Aan de hand van de aanwijzingen die Turing op de kaart had ingetekend, liepen ze naar het noordwesten totdat ze op een open plek kwamen die volledig werd omgeven door berkenbomen. Hier was het. Sean begon voetstappen uit te tellen, maar Michelle hield hem tegen.
‘Hoe lang was Turing?’
‘Een meter zevenenzestig.’
‘Jij bent bijna twintig centimeter langer,’ fluisterde ze. ‘Laat mij het maar doen.’ Ze mat de afstand uit, met kortere passen dan hij over het algemeen zou nemen. Hun zintuigen waren tot het uiterste gespitst op het geluid van bewakers, honden of een dodelijke combinatie van beide. Monk Turing moest een bijzonder nauwgezette manier van werken hebben gehad, dacht Sean, want toen Michelle om een paar bomen heen was gelopen, zich door het struikgewas heen had geworsteld en bleef staan, wist hij dat ze het gevonden hadden. Ze bevonden zich nu in een deel van het bos waar zo te zien tientallen jaren, zo niet eeuwenlang, geen mensenhand aan te pas was gekomen. En toch was dit duidelijk mensenwerk.
Het was werkelijk perfect, dacht Sean vol bewondering. Vanuit de lucht zou het merkteken waarschijnlijk te zien zijn geweest, maar de kruinen van de bomen maakten dat absoluut onmogelijk. Als je niet wist waar je moest kijken en je je niet hier op het terrein zelf bevond, was het onzichtbaar. Sean liet zich op zijn knieën zakken en volgde met zijn hand de contouren van de letter. Die was gemaakt met een lang stuk klimop dat van een van de bomen was getrokken en op de grond was gelegd.
De plek werd niet aangegeven door een kruisje, maar door een letter V, en die V stond voor Viggie, besefte Sean, want ook dat had Monk op het document aangegeven. Hij knikte naar Michelle en ze staken allebei hun handen diep in de grond. Zo te zien was hier niets bijzonders te vinden, maar na even zoeken voelden ze de rand van een stuk hout. Ze trokken het omhoog, zodat er een verweerd houten luik van meer dan een meter in het vierkant omhoogkwam en de ingang van de tunnel zichtbaar werd.
‘Wat vreemd dat het hout na al die jaren niet is weggerot,’ fluisterde Michelle.
‘Nou, het is behoorlijk verweerd. Laten we hopen dat de schoren van de tunnel nog heel zijn.’
Nadat ze zich door de opening hadden laten zakken, lieten ze de rand los en kwamen na een val van ongeveer een meter op de aarden vloer van de tunnel terecht. Sean wees omhoog en Michelle knikte. Ze ging op zijn schouders staan, stak haar handen door de opening en slaagde erin om het luik weer over de ingang te trekken.
Ze zag een stukje touw dat om een van de planken rondom de ingang was gebonden.
‘Monk heeft hier kennelijk een touw aan vastgemaakt voordat hij zich de tunnel in liet zakken,’ zei ze. ‘Dat moet hij nodig hebben gehad om eruit te kunnen klimmen.’
‘Ik heb ook wat touw meegenomen,’ zei hij. ‘Op de terugweg til ik je wel op, zodat jij het kunt vastmaken. En dan gebruiken we dat om eruit te klimmen.’
Met het luik weer over de ingang getrokken, durfden ze het erop te wagen om hun zaklantaarns aan te doen. Terwijl ze de tunnel inliepen, werd het dak daarvan steeds lager, zodat ze zich moesten bukken. De wanden en het dak waren van droge en stevige rode klei en om de halve meter waren ze geschoord met een paar halfvergane planken.
‘Het ziet er niet uit alsof het aan welke veiligheidseisen dan ook voldoet,’ zei Michelle een beetje ongerust.
‘Henreich Fuchs had waarschijnlijk maar weinig materiaal tot zijn beschikking.’
‘Denk je dat hij dit helemaal in zijn eentje heeft uitgegraven? Dat lijkt me een hoop werk voor één persoon.’
‘De andere gevangenen zullen hem wel geholpen hebben, maar hij is de enige die er werkelijk gebruik van heeft gemaakt.’
‘Waarom?’
‘Ik denk dat de andere gevangenen zijn vrijgelaten nadat de oorlog in Europa was afgelopen, en misschien was dat wel voordat de tunnel was voltooid. Maar Fuchs is niet vrijgelaten.’
‘Waarom niet?’
‘Ik heb er wat over gelezen. Als Henreich Fuchs marconist aan boord van een Duitse onderzeeboot is geweest, dan moet hij de Enigma-code gekend hebben. In die tijd werden krijgsgevangenen die Enigma kenden, niet vrijgelaten. De geallieerden bleven ze gevangen houden om die informatie te kunnen gebruiken en te voorkomen dat ze naar Duitsland terugkeerden.’
‘Maar Duitsland was verslagen.’
‘Dat klopt, maar de geallieerden waren bang, en waarschijnlijk terecht, dat er over de hele wereld nog steeds groepjes fanatieke nazi’s en officieren van het Duitse opperbevel actief waren. En ze waren beslist niet van plan om die lui de beschikking te geven over ervaren Enigma-deskundigen die hun konden melden dat de geallieerden niet alleen Enigma hadden gekraakt, maar ook alle andere Duitse codes, en die in staat waren om een communicatienetwerk te ontwikkelen dat de geallieerden niet zouden kunnen afluisteren.’
‘Waaruit maar weer eens blijkt dat kennis van de geschiedenis ook in het dagelijks leven van groot nut kan zijn.’
‘Ik heb nooit anders gedacht.’