·40·
Terwijl Alicia Chadwick nerveus stond toe te kijken gaven Horatio Barnes en Viggie elkaar een hand. Ze stonden in de kleine huiskamer van het pension waar Horatio logeerde. Hij had deze afspraak geregeld via Sean. Alicia had erop gestaan om mee te komen en omdat Viggie nog heel jong was, en een meisje, vond Horatio dat zelf eigenlijk ook wel beter.
Hij ging tegenover haar zitten, zodat hij Viggie recht in de ogen kon kijken. Het meisje keek rustig terug en haar handen lagen ontspannen op haar schoot. Ze was samen met Alicia rechtstreeks vanuit school hierheen gekomen. De bewaker was meegereden en zat in de kamer ernaast te wachten. Voordat Horatio ook maar iets had kunnen zeggen, sprong Viggie al op, liep naar de kleine piano in de hoek van de kamer en begon te spelen. Horatio stond op en ging naast haar op het bankje zitten. Terwijl ze rustig doorspeelde, zei hij: ‘Mag ik meedoen?’
Ze knikte. Hij wachtte even om haar ritme in zich op te nemen en viel toen soepel in. Nadat ze samen een minuut of vijf hadden zitten improviseren, hield Viggie er abrupt mee op. ‘Ik ben klaar.’ En nadat ze zich weer op haar stoel had laten ploffen, ging Horatio opnieuw recht tegenover haar zitten en nam haar aandachtig op. ‘Je kunt heel goed pianospelen,’ zei hij.
Voordat Viggie daarop kon antwoorden, zei Alicia: ‘U ook.’
‘Jaren geleden speelde ik een stuk beter. Mijn ouders wilden dat ik klassiek pianist zou worden, en freudiaans psychiater, maar soms gaat het in het leven anders dan “andere mensen” voor je plannen.’ Hij richtte zijn aandacht weer op Viggie. ‘Ik heb gehoord dat je ook heel goed bent met wiskunde,’ begon hij. ‘Ik heb daar zelf nooit veel mee aangekund. Zo werken mijn hersenen niet.’
‘Getallen zijn leuk,’ zei Viggie. ‘Ik vind ze zo leuk omdat als je dezelfde getallen bij elkaar optelt, je altijd hetzelfde antwoord krijgt. Er zijn niet veel dingen waarbij dat ook zo gaat.’
‘Je bedoelt dat het leven te onvoorspelbaar is? Ja, daar ben ik het wel mee eens. Dus getallen geven je een veilig gevoel?’
Viggie knikte verstrooid en keek de kamer rond.
Terwijl ze daarmee bezig was, bleef Horatio haar aandachtig opnemen. Lichaamstaal was in zijn vak vaak net zo belangrijk als verbale communicatie en soms nog veel belangrijker. Nadat ze een tijdje zo gezeten hadden, stelde hij Viggie een paar inleidende vragen over haar leven in Babbage Town. Hij was van plan geweest om niet rechtstreeks over Monk Turing te beginnen, maar wat Viggie toen zei, maakte die strategie volkomen onmogelijk.
‘Monk is dood. Wist u dat?’ vroeg ze. En voordat hij daar iets op kon zeggen, ging ze snel verder: ‘Hij was mijn vader.’ Het meisje zei het zonder ook maar een spoor van emotie, maar Alicia moest even naar lucht happen.
‘Ik weet het. Ik heb het gehoord. Het spijt me heel erg voor je. Ik weet zeker dat je veel van hem hield.’
Viggie knikte verstrooid. Ze pakte een appel van de schaal op het tafeltje naast haar en nam een hap.
‘En hoe zit het met je moeder?’
Viggie hield op met kauwen. ‘Ik heb geen moeder.’
‘Iedereen heeft een moeder. Bedoel je dat ze dood is?’
Viggie haalde haar schouders op. ‘Ik bedoel dat ik geen moeder heb. Als ik een moeder had gehad, had Monk het me wel verteld.’
Horatio keek snel even naar Alicia, die dit met een gekweld gezicht had aangehoord. Ze schudde haar hoofd en maakte een machteloos gebaar.
‘Dus je kunt je helemaal niets van haar herinneren?’
‘Van wie?’
‘Van je moeder.’
‘U luistert niet. Ik heb geen moeder.’
‘Geen foto’s? Heeft je vader nooit iets over haar gezegd?’
Viggie bleef rustig op haar appel kauwen.
‘Oké, wat deed je het liefst met je vader? Die was toch ook goed met getallen? Deden jullie samen soms rekenspelletjes?’
Viggie slikte een groot stuk appel door en knikte. ‘O ja, de hele tijd. Hij zei dat ik slimmer was dan hij. Hij was heel slim, weet u. Hij wist heel veel over kwantumfysica. Weet u daar iets van?’
‘Ik heb er weleens van gehoord, maar meer ook niet vrees ik. Mijn IQ is niet hoog genoeg om dat te kunnen begrijpen.’
‘Ik snapte het wel. Ik snap een heleboel dingen waarvan mensen denken dat ik ze niet snap.’ Het kwam er uitdagend uit.
Horatio keek snel even naar Alicia, die knikte dat hij vooral zo door moest gaan. ‘Dus de mensen denken dat jij sommige dingen niet begrijpt?’
‘Ik ben een kind. Een kind, een kind, een kind,’ zei ze met een zangerig stemmetje. ‘Of dat denken ze in elk geval.’
‘Ik durf te wedden dat Monk er niet zo over dacht.’
‘Monk wist dat ik speciaal was. En zo behandelde hij me ook.’
‘Hoe deed hij dat dan?’
‘Hij vertrouwde me.’
‘Dat is heel indrukwekkend: een volwassene die iemand vertrouwt die nog zo jong is als jij. Dat vond je zeker wel fijn, hè?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Weet je nog wanneer je Monk voor het laatst hebt gezien?’ Ze haalde opnieuw haar schouders op. ‘Jij hebt zo’n goed verstand dat ik durf te wedden dat je je dat makkelijk kunt herinneren als je even je best doet.’
‘Getallen herinneren, dat vind ik het leukste wat er is. Getallen veranderen nooit. Een 1 is altijd een één en een 10 is altijd een tien.’
‘Maar getallen veranderen toch weleens? Als je ze met elkaar vermenigvuldigt bijvoorbeeld? Of als je getallen bij elkaar optelt, van elkaar aftrekt of door elkaar deelt. En een 10 kan tien zijn, maar ook tienduizend. En een 1 kan één zijn, maar ook honderd. Toch?’
Nu keek Viggie hem recht in de ogen. ‘Ja,’ zei ze automatisch.
‘Of klopt dat niet?’ zei Horatio.
‘Het is fout,’ zei Viggie. ‘Fout, fout, fout.’ Ze nam nog een hapje van haar appel. Horatio leunde achterover. Ze lijkt wel een papegaai. ‘Hou je van rekenpuzzels? Als student heb ik er een geleerd. Zou je die willen doen? Hij is nogal moeilijk.’
Viggie legde de appel neer en zei gretig: ‘Voor mij niet. Dat kan ik makkelijk.’
‘Stel,’ zei hij, ‘dat ik een opa ben en dat ik een kleinzoon heb die vandaag ongeveer net zoveel dagen oud is als mijn zoon weken oud is, en dat mijn kleinzoon net zoveel maanden oud is als ik jaren oud ben. Mijn zoon, kleinzoon en ik zijn samen honderdveertig jaar oud. Hoe oud ben ik dan in jaren?’
Horatio keek snel even naar Alicia, die druk zat te rekenen op een velletje papier dat ze uit haar tasje had gehaald. Toen keek hij weer naar Viggie en zei: ‘Wil jij soms ook een potlood en een velletje papier?’
‘Waarom?’
‘Om het uit te rekenen.’
‘Ik heb het al uitgerekend. U bent vierentachtig, al ziet u er niet zo oud uit.’ Een minuut later keek Alicia op. Er stond een reeks ingewikkelde formules op het papier met als laatste twee cijfers 8 en 4. Ze keek Horatio glimlachend aan en schudde vermoeid haar hoofd. ‘Ik ben twee keer gepromoveerd en dat is duidelijk niet voldoende om haar bij te kunnen benen.’
Horatio keek weer naar Viggie, die vol verwachting naar hem zat te kijken.
‘Zie je al die getallen in gedachten voor je?’ vroeg hij, en voordat ze weer een hapje van haar appel nam, knikte ze. Hij gaf haar twee grote getallen op en vroeg haar om die met elkaar te vermenigvuldigen. Dat lukte haar binnen enkele seconden. Hij gaf haar een deling op die ze vrijwel ogenblikkelijk wist uit te rekenen, en om het af te ronden liet hij haar toen nog een vierkantswortel uitrekenen. Ook die had ze binnen enkele seconden gevonden, en daarna zat ze verveeld toe te kijken hoe Horatio een paar aantekeningen maakte.
‘Ik heb nog een puzzel voor je,’ zei hij.
Ze ging rechtop zitten, al leek ze zich nog steeds te vervelen.
Horatio ging zelf ook wat meer rechtop zitten. Zo Viggie, je bent net een goed afgerichte hond, hè? ‘Stel dat je een beste vriendin had, met wie je alles deed, en dat die ging verhuizen, zodat je haar nooit meer zou zien. Hoe zou je je dan voelen?’
Viggie knipperde een keer met haar ogen, toen nog eens, en begon daarna zo snel te knipperen dat haar hele gezicht vertrok. Horatio had het gevoel dat hij naar een computer zat te kijken waarvan het moederbord langzaam oververhit begon te raken.
‘Hoe zou je je dan voelen, Viggie?’ vroeg hij weer.
‘Er zitten geen getallen in die puzzel,’ zei ze verwonderd.
‘Dat weet ik, maar niet alle vragen hebben met getallen te maken. Zou je je dan gelukkig voelen, of verdrietig, of zou het je onverschillig laten?’
‘Wat is onverschillig?’
‘Dat het je eigenlijk niet uitmaakt. Zou het je onverschillig laten?’
‘Ja, onverschillig,’ zei ze automatisch.
‘Of verdrietig soms?’
‘Verdrietig. Ik zou verdrietig zijn.’
‘Maar niet blij?’
Viggie keek snel even naar Alicia. ‘Er staan geen cijfers in die puzzel.’
‘Dat weet ik, Viggie. Doe nou maar gewoon je best.’
Viggie haalde haar schouders op en nam weer een hap van haar appel.
Horatio maakte nog wat aantekeningen. ‘Herinner je je al wanneer je je vader voor het laatst hebt gezien?’
‘Waarom zou ik niet blij zijn?’ vroeg ze plotseling.
‘Je zou niet blij zijn omdat je vriendinnetje was verhuisd. Met je vriendinnetjes doe je leuke dingen. Als je beste vriendinnetje weggaat, kun je geen leuke dingen meer met haar doen,’ legde Horatio uit. ‘Net zoals je vast leuke dingen deed met je vader, voordat hij wegging. Je bent toch verdrietig dat je vader weg is? Dat je geen leuke dingen meer met hem kunt doen?’
‘Monk is weggegaan.’
‘Dat klopt. Hebben jullie samen iets leuks gedaan, de laatste keer dat je hem hebt gezien?’
‘Een heleboel leuke dingen.’
‘Wat dan?’
‘Dat kan ik u niet vertellen.’
‘O, is het geheim? Geheimen zijn leuk. Hadden Monk en jij samen veel geheimen?’
Viggie schoof wat dichter naar hem toe. ‘Het was allemaal geheim,’ zei ze zachtjes.
‘En je kunt er niemand anders over vertellen, hè?’
‘Precies.’
‘Maar als je zou willen, zou je het wel kunnen.’
‘Precies, als ik dat wilde.’
‘Wil je dat? Ik denk van wel.’
Voor het eerst vertoonde ze iets van aarzeling. ‘Dan zou ik het u op een geheime manier moeten vertellen.’
‘Hoe bedoel je? Ik vrees dat ik niet zo goed overweg kan met geheime codes. Daar heb je te veel hersenkracht voor nodig.’
‘Monk was dol op geheime codes. Het maakte hem bloederig, dat heeft hij me zelf verteld.’
Horatio keek Alicia vragend aan, maar die leek ook niet goed te weten wat ze daarmee aan moest.
‘Het maakte hem bloederig,’ zei Horatio. ‘Wat bedoel je daarmee?’
Ze glimlachte en zei: ‘Wat bedoelt u daarmee?’
‘Ik vraag aan het aan jou, Viggie. Wat bedoelde Monk toen hij zei dat codes hem bloederig maakten?’
‘Precies, dat zei hij. Codes maakten hem bloederig. Codes en bloed, dat is wat hij zei.’
Horatio leunde achterover. ‘Is Monk de laatste keer dat jullie elkaar gezien hebben ook bloederig geworden?’
‘Ja,’ zei ze opgewekt.
‘Dus hij heeft je een geheimpje verteld?’ Ze knikte weer. ‘Kun je ons vertellen wat het is?’
Haar glimlach stierf weg en ze schudde langzaam van nee.
‘Waarom niet? Was het supergeheim?’
‘Viggie,’ zei Alicia vriendelijk. ‘Als je iets weet, dan is het heel belangrijk dat je het ons vertelt.’
‘Ik geloof niet dat ik hem aardig vind,’ antwoordde Viggie, en daarbij wees ze naar Horatio. ‘Ik moet nu weg.’ Ze stond op en liep de kamer uit.
Horatio keek snel even naar Alicia, die al die tijd haar adem ingehouden leek te hebben. ‘Ik weet het,’ zei hij medelevend. ‘Zo voel ik me nou ook.’
‘Ik heb u al gezegd dat u een harde dobber aan haar zou hebben. Bent u iets nuttigs te weten gekomen?’
‘Ik ken haar beter dan een uur geleden,’ zei hij. ‘En dat is al iets.’
‘Nou, de volgende keer dat u haar ontmoet, zou ze weer een heel ander persoon kunnen zijn.’ Toen Viggie en Alicia samen met de bewaker wegreden, keek Horatio hen na door het raam. Daarna leunde hij achterover en begon na te denken over Monk Turing, codes en bloed.
Een tijdje later belde hij Sean en vertelde hoe het gesprek was verlopen.
‘Iedereen zegt dat Viggie autistisch is,’ zei Sean. ‘Is ze dat ook?’
‘Autisme beslaat een heel breed spectrum,’ zei Horatio. ‘Maar ik denk niet dat ze autistisch is.’
‘Wat is ze dan wel?’
‘In lekentermen gezegd, denk ik dat ze zoveel slimmer is dan andere mensen dat ze gewoon niet meer weet hoe ze met ons om moet gaan. En als ik slim zeg, dan bedoel ik intelligent op een heel bepaalde, nauwomschreven en beperkte manier. In andere opzichten is ze niet bijster intelligent of wijs voor haar leeftijd. Het is misschien meer een kwestie van waarneming. Onze waarneming dan. Viggie is briljant en wij verwachten van haar dat haar emotionele vaardigheden overeenstemmen met haar intellect, maar ze is nog maar tien jaar oud; nog steeds een klein meisje dus. En ze heeft een paar rare dingen gezegd over haar vader.’
‘Zoals?’
‘Kennelijk behandelde Monk haar als een volwassene... zo nu en dan in elk geval. Maar soms behandelde hij haar ook als, tja, als een... apparaat.’
‘Een apparaat?’
‘Ik weet dat het tamelijk onzinnig klinkt. Wist ik maar wat meer over haar moeder! Maar toen ik haar naar haar moeder vroeg, wilde ze er beslist niet op ingaan. Dat zou op zich al heel veelzeggend kunnen zijn. Er zijn maar weinig mensen die een grotere invloed hebben op een dochter dan haar moeder. En kennelijk gelooft Viggie niet eens dat ze ooit een moeder heeft gehad. Dat zou weleens de kern van het probleem kunnen zijn. We moeten er gewoon achter zien te komen wat zich daar heeft afgespeeld.’
‘Dus hoe staan de zaken er nu voor?’ vroeg Sean.
‘Ik heb nog niet veel resultaat geboekt, vrees ik.’
‘Nou, in elk geval lopen onze resultaten dan niet sterk uiteen, want wij hebben helemaal niets bereikt.’
‘Wat ga je nu doen?’
‘Ik ga een balletje opgooien en dan eens kijken of ik bij het eerste honk weet te komen.’