·37·
Ze brachten Viggie naar het klaslokaal en spraken even met de bewaker die bij haar zou komen zitten. Er zaten een stuk of twintig andere kinderen in het klasje. Ze waren tussen de zes en zestien jaar oud en werden begeleid door vier leraren; een aantal leerlingen per leraar waar de meeste scholen alleen maar van konden dromen. Voordat ze weggingen, spraken Michelle en Sean ook met Viggies lerares, een vrouw van middelbare leeftijd.
‘Een speciaal geval,’ zei de lerares over Viggie. ‘Maar op haar goede dagen is ze de briljantste leerling die ik ooit heb gehad, en neemt u maar van mij aan dat ik een aantal heel bijzondere kinderen les heb gegeven. Niet alleen hier natuurlijk.’
‘Ik neem aan dat u een speciale opleiding hebt om kinderen als Viggie les te geven?’ vroeg Michelle met een snelle blik op Viggie, die nu aan haar tafeltje een boek zat te lezen. Of in elk geval deed alsof.
‘Ik ben speciaal voor haar naar Babbage Town gehaald. Het schijnt dat Monk Turing een heel hoog gewaardeerde werknemer was en dat hij erop gestaan heeft dat ze een leraar zou krijgen die bevoegd was om les te geven aan kinderen zoals zij. Anders zou hij niet gebleven zijn. Volgens mij heb ik redelijk veel succes met haar gehad.’
‘Is ze soms autistisch?’ vroeg Sean.
‘Ik ben geen psychiater, maar volgens mij is ze dat niet, in elk geval niet in de normale zin van het woord. Zelfs op hun beste dagen blijven veel autistische kinderen iets van hun hoogsteigen merkwaardige eigenschappen vertonen, al hebben ze die dan wel beter onder controle dan anders. Viggie is op sommige dagen net zo normaal als alle andere kinderen die ik ooit heb lesgegeven. En dat is hoogst ongebruikelijk voor een autist. Ik heb in elk geval nog nooit zoiets gezien.’
‘Ze zou een milde vorm van autisme kunnen hebben. Er zijn een heleboel gradaties. Of misschien heeft ze gewoon de een of andere leer- of ontwikkelingsstoornis,’ merkte Michelle op. ‘Of ze is gewoon zo intelligent dat ze niet goed met gewone stervelingen overweg kan. Volgens mij was Einstein op school ook niet erg populair.’
‘Dat is waar. Ik geloof niet dat er ooit een grondige diagnose is gesteld. En ik ben niet in de positie om dat te doen. Maar neemt u maar van mij aan dat dit meisje dingen kan, vooral met getallen, die verder gaan dan alles wat ik tot nu toe ooit heb gezien.’
‘Volgens Alicia Chadwick kan ze grote getallen uit haar hoofd in factoren ontbinden,’ zei Sean.
‘Precies. Ze ziet ze voor zich, of dat beweert ze tenminste. Kunt u zich voorstellen hoe het moet zijn om miljoenen, zo niet miljarden getallen keurig gerangschikt voor je te kunnen zien?’
‘Nee,’ zei Sean. ‘Het kost me al moeite om mijn eigen telefoonnummer te onthouden.’
Ze lieten Viggie achter bij haar lerares en bewaker en liepen de klas uit. In de gang kwamen ze Alicia Chadwick tegen.
‘Ze zit veilig en wel in de klas,’ vertelde Sean en daarna legde hij uit waarom Horatio hierheen was gekomen. ‘Het ziet ernaar uit dat niemand Viggies toestand ooit op een behoorlijke manier heeft gediagnosticeerd; of als dat ooit wel is gebeurd, dan heeft haar vader dat in elk geval nooit aan iemand verteld. Misschien kan Horatio een diagnose stellen. En misschien kan hij haar wel helpen.’
‘Om het verdriet over de dood van haar vader te verwerken?’ vroeg Alicia terwijl ze hem een scherpe blik toewierp. ‘Of met iets anders?’
‘Alicia, als Viggie ook maar iets weet over de manier waarop Monk om het leven is gekomen, dan moeten we dat weten. Hoe sneller wij erachter komen, hoe minder belangrijk Viggie wordt voor iemand die kwaad in de zin heeft.’
‘Zo had ik er nog niet over nagedacht,’ zei Alicia. ‘Goed, doe dat dan maar.’
‘Ik regel wel iets en dan laat ik het je weten.’
Daarna maakten Sean en Michelle een wandeling over het terrein en Sean wees haar op alle belangrijke herkenningspunten. ‘Dit landgoed is aangelegd door iemand die zijn fortuin heeft gemaakt met de verkoop van blikvoer dat zo vol met troep zat dat hij waarschijnlijk de helft van de mensen die zijn spullen aten voortijdig het graf in heeft gejaagd.’
‘Toen ik hier gisteravond aankwam, zag ik de naam Gwendolyn op de zuilen aan weerszijden van de ingang staan.’
Sean knikte. ‘Ja, die arme meid is onsterfelijk gemaakt in de vorm van een architectonische nachtmerrie.’
‘Ik heb nergens een bord gezien met de naam Babbage Town.’
Sean glimlachte. ‘Wat raar nou. Ik ook niet.’ Hij vertelde haar over het barakkensysteem dat in Babbage Town gebruikt werd en ging daarna wat meer in detail over zijn gesprekken met Champ.
‘Kwantumcomputers,’ zei ze. ‘Dat gaat me boven mijn pet.’
‘Dat geldt voor iedereen, behalve voor de mensen die hier werken.’
‘En je hebt nog steeds geen idee van welke rijkaard dit hier allemaal is?’
‘Ik heb Joan aan het zoeken gezet. Ze zal wel even moeten graven, maar daar is ze echt heel goed in, dat moet je haar nageven.’
‘Dat geldt voor alle dieren met lange klauwen,’ zei Michelle.
Na verloop van tijd stonden ze voor Monks inmiddels verlaten huis. ‘Michael Ventris, een special agent van de fbi met een slecht humeur en een vervelende manier van doen, heeft alles meegenomen: Monks computer, zijn persoonlijke documenten en zijn paspoort. Ik laat Joan uitzoeken waar Monk naartoe gereisd zou kunnen zijn.’
‘Je zei toch dat Alicia dacht dat hij overzee was geweest?’
‘Inderdaad. Maar ze wist niet waar precies.’
Terwijl ze verder liepen voelden ze allebei de nieuwsgierige en soms vijandige blikken waarmee ze werden bekeken. Soms waren die afkomstig van surveillerende beveiligingsmedewerkers en soms van onderzoekers die ze al wandelend tegenkwamen.
Daarna liep hij met haar naar het huis van Len Rivest.
‘Dus jij denkt dat de mogelijke spionnen hier over wie hij het met Alicia heeft gehad, hem weleens vermoord zouden kunnen hebben?’ vroeg Michelle.
‘Dat is op het moment eigenlijk de enige aanwijzing waarover we beschikken.’
‘Misschien vinden we het antwoord wel als we erachter komen wie de eigenaar van Babbage Town is,’ zei Michelle. ‘En je hoeft geen al te getalenteerde wetenschappelijk onderzoeker te zijn om dan aan de cia aan de andere kant van de rivier te denken. Het zou niet de eerste keer zijn dat de cia eigenaar van een particuliere firma blijkt te zijn. En al dat computergedoe waarover je me hebt verteld, lijkt me echt iets voor hen. Stel je voor dat die lui in staat zouden zijn om alle codeberichten ter wereld te lezen!’
Sean schudde zijn hoofd. ‘Ook als het omgekeerde geldt, en Babbage Town eigendom blijkt te zijn van mensen door wie de cia zelf wordt bespioneerd, dan zitten we nog steeds met dezelfde vraag: waarom zouden ze toestaan dat hier een privédetective komt rondsnuffelen?’
‘Maar jij had toch van Alicia gehoord dat het nsa ook met zo’n onderzoek bezig is?’
‘Mijn twee favoriete overheidsorganisaties, de cia en het nsa . Misschien werken ze voor de gelegenheid wel samen.’
‘God sta ons bij als die twee ooit gaan samenwerken,’ zei Michelle. ‘Over Len Rivest gesproken, heb je Champs alibi voor de nacht waarin Rivest is vermoord al nagetrokken?’
Sean knikte. ‘Volgens de computer heeft hij om halftwaalf ’s avonds ingeklokt in Barak Twee en daar om drie uur ’s nachts weer uitgeklokt. Dus wie ik ook om twee uur ’s nachts gezien mag hebben, Champ kan het niet geweest zijn.’
‘En omdat Rivest al minstens vijf uur dood was toen je hem vond, kan Champ hem dus niet vermoord hebben.’
Sean zuchtte. ‘Inderdaad niet. Hij lijkt me trouwens toch het type niet om iemand eigenhandig te vermoorden, zelfs al blijkt hij een zwarte band in de een of andere vechtsport te hebben. Daar is hij veel te soft voor.’
‘En hoe zit het met Alicia? Heeft zij een alibi?’
‘Dat heb ik nog niet nagetrokken, maar het lijkt me dat het tamelijk moeilijk voor haar geweest moet zijn om Len Rivest op zo’n manier te vermoorden.’
‘Hoezo? Omdat ze een vrouw is?’
‘Ga nou niet de feministe uithangen. Omdat ze een vrouw is die kort van stuk is en tenger gebouwd. Rivest was minstens dertig kilo zwaarder dan zij.’
‘Maar als hij dronken was?’
‘Alleen als hij buiten kennis was. En als hij buiten kennis was geraakt, zou hij waarschijnlijk ook zonder hulp van buitenaf wel verdronken zijn. Dus als Champ niet om twee uur ’s nachts bij hem thuis is geweest, wie dan wel?’
‘Misschien moeten we hem dat maar vragen.’
Ze liepen naar het boothuis. De garagedeuren waarmee de aanlegsteigers tegen de elementen werden beschermd, stonden open. Terwijl ze over de steiger liep, liet Michelle haar deskundige oog over de boten en andere vaartuigen gaan. ‘Niet veel bijzonders,’ zei ze. ‘Voornamelijk recreatiebootjes.’ Ze gebaarde naar een acht meter lange speedboot die in een van de bootliften hing. ‘Kennelijk komt een van de eigenaren uit New York.’
Sean keek naar de naam die in drukletters op de spiegel stond: the big apple . Hij wees naar de overkant van de rivier. ‘Hoelang zou het kosten om naar de overkant te roeien? Niet voor zo iemand als jij, bedoel ik, maar voor een gewone sterveling?’
Michelle dacht even na. ‘Ik weet niet hoe sterk de stroming is, maar volgens mij minstens een uur of zo. Als je op het land staat, lijkt het altijd dichterbij dan het werkelijk is. Maar als je jezelf met een paar roeiriemen naar de overkant moet zien te zeulen, is het een heel ander verhaal.’
Sean liet dat even tot zich doordringen. ‘Dus heen en terug kost meer dan twee uur, want op de terugweg roei je waarschijnlijk niet zo snel meer.’
‘Precies.’
Nadat hij had verteld dat er niet overal een hek om het terrein stond, liep hij met Michelle naar de plek aan de oever waar je een goed zicht op Camp Peary had en nadat hij haar had gewaarschuwd dat ze achter een boom moest blijven staan, haalde Michelle een sterke verrekijker uit haar rugzak en stelde die scherp.
De zon schitterde op het hek rondom het cia -terrein.
‘Dat moet een goede schutter zijn geweest,’ zei ze terwijl ze de afstand en de baan van de kogel probeerde in te schatten.
‘Ja. Laten we maar blij zijn dat hij niet héél goed was, want dan was ik er nu niet meer geweest.’
Ze wees naar een opening in de bomen links van hen op de andere oever. ‘Dat is de landingsbaan?’
‘Ja.’
Ze keek naar de grote hijskranen een eind verderop. ‘De marine?’
Sean knikte.
‘Waar is Monks lijk gevonden?’
‘Voor zover ik dat heb kunnen zien, daar ongeveer.’ Hij wees naar een plek ongeveer vijfhonderd meter van de landingsbaan. Ze bleven nog een minuut of zo staan, alsof ze allebei wachtten totdat de ander iets zou zeggen of tot er een kogel langs zou komen fluiten.
‘Het probleem is dus, dat als Monk daar uit vrije wil naartoe is gegaan, en niet alleen maar om zichzelf van kant te maken, hij daarheen is gegaan om iemand te ontmoeten of om te spioneren,’ zei ze. ‘En terwijl hij daarmee bezig was, heeft iemand hem betrapt.’
‘Inderdaad, maar als hij daar aan het spioneren was, hadden ze het volste recht om hem neer te schieten. Dus waarom zouden ze dan zoveel moeite hebben gedaan om het op zelfmoord te laten lijken?’
‘Nou, misschien was het inderdaad zelfmoord,’ zei Michelle. ‘Misschien zoek jij er gewoon te veel achter.’
‘Maar hoe zit het dan met Rivest? Die is duidelijk vermoord.’
‘Dan had dat niets te maken met Monks dood. Zoals Whitfield je al heeft gezegd, zijn er wel meer mensen die in en om Camp Peary zelfmoord hebben gepleegd. Misschien was Monk gewoon de zoveelste.’
Sean keek haar aarzelend aan. ‘Zou kunnen.’
Toen ze terugliepen, zei hij plotseling: ‘Hoor eens, ik had je meteen moeten vertellen dat Horatio hiernaartoe kwam. Het spijt me. Ik wil je alleen maar helpen.’
Ze bleef een tijdje zwijgend naast hem lopen. ‘Laat maar,’ zei ze toen. Maar de toon waarop ze dat ze zei, liet er bij Sean geen misverstand over bestaan dat ze het nooit zou vergeten.
Zodra ze weer in de auto zaten, liet Sean het raampje zakken en haalde diep adem. ‘Ik kan me herinneren dat je die auto van jou ooit weleens hebt uitgeruimd, zodat ik hier tenminste zonder medische apparatuur kon ademen.’
‘Toen vond ik je nog aardig,’ zei ze terwijl ze de suv in zijn eerste versnelling zette. ‘Oké, waar gaan we naartoe?’
Langs de rivier reden ze een paar kilometer naar het noorden. Bijna om de kilometer kwamen ze langs de ruïne van een plantagewoning of een oud herenhuis. In de meeste daarvan stonden alleen de gemetselde schoorstenen nog overeind.
‘Het derde varkentje had gelijk. Als je baksteen gebruikt, blijft het langer staan,’ merkte Michelle op.
Bij de zoveelste ruïne stapten ze uit. Sean liep over de met gravel overdekte oprijlaan naar het huis toe, en Michelle kwam achter hem aan. Op een van de uit het lood hangende stenen zuilen naast de toegangspoort stond in verweerde bronzen letters de naam farleygate .
‘Ik heb laatst even een boek over de geschiedenis van de omgeving hier doorgebladerd,’ zei Sean. ‘Er stond een hele lijst van dit soort oude huizen in. Farleygate was het eigendom van een Brit die meer dan 150 jaar geleden een enorm stuk land heeft geërfd op een plek die nu in de westelijke voorstad van Londen ligt. Volgens dat boek is hij hierheen gekomen om te ontsnappen aan het slechte weer en het nog slechtere eten.’
Terwijl ze door de ruïne liepen, vroeg Michelle: ‘Wat is er dan misgegaan?’
‘Zoals een heleboel rijkelui die hun geld geërfd hebben, heeft hij het allemaal verkwist. Zijn kleinkinderen hadden het land nog in bezit, maar waren te arm om er iets mee te kunnen beginnen. Ze zijn hier blijven wonen tot het huis begon in te storten. Sommige herenhuizen hier zijn nog steeds privébezit, maar de meeste zijn inmiddels volkomen vervallen geraakt of in gebruik genomen als hotelletjes.’
‘Of als geheime laboratoria waar veel mensen doodgaan,’ zei Michelle.
‘Dat ook.’
Een kille wind waaide over het gazon voor het huis, dat in hoog tempo overwoekerd aan het raken was door het omringende bos.
‘Ik denk dat het hier vroeger best mooi was,’ zei Michelle terwijl ze haar handen op haar schouders legde en om zich heen stond te kijken. Anders dan bij vele andere ruïnes hier in de omgeving stonden de houten muren van Farleygate nog steeds overeind, maar de grote houten voordeuren waren inmiddels weggerot, de meeste ruiten waren gebroken en het leistenen dak zat vol gaten. ‘Waarschijnlijk was het een mooi huis om in op te groeien,’ zei ze wat weemoedig.
Hij keek haar verbaasd aan. ‘Je hebt zelf nooit een eigen huis gehad. Ik wist niet dat jij zo aan onroerend goed hechtte.’
‘Ik ben ook nooit getrouwd geweest, maar dat wil niet zeggen dat ik niet om me heen kan kijken,’ zei ze scherp.
Er kwam geluid uit het huis.
‘Dat zijn stemmen,’ zei Michelle. Ze trok haar pistool en liep naar het huis toe, met Sean vlak achter zich. Binnen viste ze een zaklantaarn uit haar rugzak en scheen daarmee om zich heen. Ze stonden nu in een lange gang. De vloer was weggerot en ook de wanden zaten vol gaten, her en der lag kapot meubilair en ze moesten over vuilnis en zo te zien van dieren afkomstige uitwerpselen stappen. Het rook er bedompt en schimmelig en Sean begon te hoesten. Toen begon het geluid weer. Het klonk als een haastig gefluister en leek van rechts te komen. Ze sprongen allebei op, en Michelle richtte haar zaklantaarn en pistool op de plek waar het vandaan leek te komen. Ze stonden voor een kale muur, maar toch hoorden ze nog steeds een zacht gezoem of geroezemoes.
Michelle keek Sean vragend aan. ‘Een nest horzels soms?’ vroeg ze. Er verscheen een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht. Toen stapte hij naar de muur toe en tikte erop. Het werd onmiddellijk stil.
Sean schudde zijn hoofd. ‘Het lijkt me meer een mensennest.’ Zijn vingers streken over de muur totdat ze hadden gevonden wat ze zochten: een ringetje. Hij trok eraan en een deel van de muur zwaaide open.
Er sloeg iets tegen zijn benen en iets anders tegen zijn borstkas. Hij viel achterover, kwam plat op zijn rug terecht en lag daar naar adem te happen terwijl hollende voetstappen door de gang galmden.
Toen hij rechtop ging zitten, hoorde hij andere geluiden: gelach en gegil. Hij keek over zijn schouder. Het gegil was afkomstig van een jongetje van een jaar of acht dat nu stevig werd vastgehouden door Michelle. Het gelach was afkomstig van Michelle en het was duidelijk dat Sean er het mikpunt van vormde.
Nadat het kind en Michelle weer tot rust waren gekomen en Sean overeind was gekrabbeld en het stof van zijn kleren had geslagen, zei Michelle met een gemaakt strenge stem tegen het jongetje: ‘Oké, naam, rang en nummer.’
Hij stond haar angstig aan te kijken en nu pas drong het tot Michelle door dat ze nog steeds met haar pistool stond te zwaaien. ‘Oeps, sorry.’ Ze schoof het pistool weer in de holster en zei: ‘Kom op, zeg eens wat! Wat spoken jullie hier uit?’
‘Je kunt je lelijk bezeren in zo’n oud huis als dit, jongen,’ zei Sean.
‘Ik kom hier zo vaak,’ zei het jongetje uitdagend. ‘En er is nog nooit iets gebeurd.’
Sean tuurde in de verborgen ruimte. ‘Een geheime kamer. Hoe hebben jullie die gevonden?’
‘Mijn broer, Teddy, kwam hier toen hij net zo oud was als ik altijd met zijn vrienden. En nu is de geheime kamer van mij. Al deze oude huizen hebben geheime kamers zegt Teddy.’
Seans gezicht verstrakte en hij keek Michelle veelbetekenend aan. Toen haalde hij zijn portemonnee tevoorschijn en gaf de jongen een biljet van tien dollar.
‘Wauw, bedankt!’
‘Nee, jij wordt bedankt.’
Nadat het jongetje was weggerend, liepen ze naar buiten en gingen op een stenen bankje zitten.
‘Dus nu gaan we huize Gwendolyn afzoeken naar een geheime kamer?’ vroeg Michelle.
‘Ja.’
‘Mag ik vragen waarom?’
‘Dan hebben we iets omhanden. En stel dat er een spion in Babbage Town zit?’ Zijn stem stierf langzaam weg.
‘Denk je nou echt dat daar een spion rondloopt die een geheime kamer gebruikt? Dat hij zich daar overdag verstopt en ’s nachts tevoorschijn komt om in het duister zijn verraderlijke werk te doen? Alsjeblieft zeg.’
‘Er zijn wel gekkere dingen gebeurd.’ Hij staarde peinzend voor zich uit. ‘Wat weet jij eigenlijk van Camp Peary?’ zei hij na een tijdje.
‘Niet veel meer dan ik je al heb verteld. Zelfs de ambtenaren die ik heb gesproken wilden er liever niets over zeggen.’
‘Op het internet is er bijna niets over te vinden. Welke zoekmachine je ook gebruikt, je krijgt telkens hetzelfde handjevol artikelen.’
‘Vind je dat gek?’
‘Volgens de man die me van het vliegtuig heeft gehaald, heeft de marine het terrein tijdens de Tweede Wereldoorlog in gebruik gehad als opleidingsterrein voor de genie. Na de oorlog is het terrein verlaten, maar in de jaren vijftig is de overheid weer teruggekomen en is iedereen ervanaf gezet.’
‘Iedereen? Wie waren dat dan?’
‘Er waren hier twee plaatsjes. Magruder en nog een, waarvan ik de naam niet meer weet. Het schijnt dat de huizen er nog gewoon staan. Maar daar kan ik eigenlijk alleen maar over speculeren, want ik kan er niet zomaar een kijkje gaan nemen.’
‘Wat heeft dat met ons onderzoek te maken?’
‘Ik probeer gewoon de tijd een beetje te vullen totdat ik iets bedenk waar we wat meer mee opschieten,’ gaf hij toe.
‘Over opschieten gesproken, hoe goed heeft Rivest Monk Turing gekend?’ vroeg ze.
‘Volgens Rivest zelf, niet goed. Maar toen we samen zaten te drinken, kwam hij een beetje los en toen liet hij zich iets interessants ontvallen.’
‘Wat dan?’
‘Hij zei dat Monk en hij een keer samen waren gaan vissen op de rivier. Ze zaten met een paar blikjes bier in een bootje een beetje te hengelen, zonder dat ze per se iets hoefden te vangen.’
‘En?’
‘En toen keek Monk naar Camp Peary en zei iets van: “Het is echt wrang dat die lui daar de grootste geheimenverzamelaars ter wereld zijn.”’
‘Wat was daar zo wrang aan?’ vroeg Michelle.
‘Dat is het hem nou. Volgens Rivest heeft Monk nooit willen zeggen wat hij daarmee bedoelde, en als hij ernaar vroeg, sloeg Monk helemaal dicht.’
‘Weet de fbi daarvan?’
‘Van mij hebben ze het niet gehoord. Ik heb zelfs de sheriff, Merkle Hayes, er niets over gezegd. Maar Rivest heeft me niet verteld of hij het er zelf nog met andere mensen over had gehad of niet.’
‘Ik zie niet goed wat wij daarmee opschieten.’
‘Ik heb hem nooit ontmoet, maar ik denk niet dat iemand als Monk Turing zoiets zou zeggen als hij daar geen goede reden voor had. Kom mee.’
‘Waar gaan we heen?’
‘Weet je nog dat ik zei dat er maar een handjevol artikelen over Camp Peary op het internet te vinden was?’
‘Ja. Nou en?’
‘Twee daarvan waren geschreven door een zekere South Freeman, die in een plaatsje niet ver hiervandaan woont. Arch heet het. Ik heb hem nagetrokken. Hij is eigenaar van de plaatselijke krant en heeft veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van deze streek. Als er iemand is die ons wat meer kan vertellen over Camp Peary dan is hij dat wel.’
Toen ze van het bankje opstond, gaf Michelle een klap op haar dij. ‘South Freeman? Waarom heeft iedereen die bij deze zaak betrokken is toch zo’n rare naam?’