·21·

De plaatselijke politie had gedaan wat er van haar verwacht werd, net als de fbi, in de persoon van Michael Ventris, een nurkse man met een doorgroefd gelaat, die Sean nadat hij eenmaal had verteld hoe hij het lijk had gevonden, nauwelijks meer een blik waardig keurde.

‘En waarom bent u hierheen gekomen?’ had Ventris gevraagd.

‘We hadden afgesproken dat we vanochtend de zaak zouden doornemen. Hij deed niet open en dus ben ik naar binnen gegaan.’ Sean vertelde maar niet dat er op hem geschoten was. Zijn intuïtie gaf hem in dat hij daarover maar beter zijn mond kon houden totdat hij de situatie wat beter begreep.

‘Ik had al gehoord dat de mensen hier een privédetectivebureau hadden ingeschakeld om hier wat rond te neuzen. Dus dat ben jij?’ De fbi -agent leek bepaald niet onder de indruk.

‘Ja, dat ben ik.’

‘Ik zal jou een goede raad geven. De eerste keer dat je me voor de voeten loopt of iets verknoeit, is meteen ook de laatste keer. Snap je wat ik bedoel?’

‘Ja, ik snap het.’ Sean durfde hem niet te vragen waarom de fbi eigenlijk een onderzoek instelde naar de dood van een burger.

Het stoffelijk overschot van Len Rivest werd overgebracht naar het tijdelijke mortuarium waar het lijk van Monk Turing ook al lag, en intussen stond de plaatselijke sheriff hoofdschuddend naar de inmiddels lege badkuip te turen. Sean stond naast hem en deed hetzelfde, maar hij had zo het gevoel dat de gedachten die door hem heen gingen waarschijnlijk heel wat complexer waren dan de gedachten die in het hoofd van de sheriff ronddobberden. Rivest was vermoord tussen middernacht, het tijdstip waarop Sean hem had achtergelaten, en het tijdstip waarop Sean hem de volgende ochtend had aangetroffen. Dat was een periode van ongeveer zesenhalf uur. Hij dacht dat hij Champ Pollion om een uur of twee ’s nachts zijn huis binnen had zien gaan, maar zeker was hij daar niet van.

‘Sheriff Merkle Hayes,’ zei de man, die daarmee Seans gedachtegang onderbrak en voordat Sean iets kon zeggen, voegde de man daaraan toe: ‘U bent toch Sean King?’

‘Inderdaad.’

‘En u hebt vroeger bij de Secret Service gezeten?’

‘Inderdaad.’

Hayes keek nog even naar de badkuip. Hij was begin vijftig met kortgeknipt grijswit haar, een klein bierbuikje, brede, benige schouders en een nogal kromme rug die hem wat minder lang maakte dan zijn een meter tachtig. ‘Enig idee wat er gebeurd zou kunnen zijn?’

‘Ik ben gisteravond nog bij hem thuis geweest. Hij heeft wat gedronken, misschien wel wat te veel. Om een uur of twaalf ben ik weggegaan. Toen was hij al in slaap gevallen op de bank in de woonkamer.’

‘Hebt u de deur op slot gedaan toen u wegging?’ vroeg Hayes. Dat was een slimme vraag, die bij Sean het vermoeden wekte dat de sheriff weleens heel wat minder dom zou kunnen zijn dan Alicia Chadwick dacht.

‘Ik draai altijd de deur op slot voordat ik die achter me dichttrek, sheriff. Dat heb ik geleerd in mijn tijd bij de Secret Service, en zulke dingen vergeet je meestal niet.’

‘Maar de deur stond open toen u hier vanochtend terugkwam. Dat kan Len zelf gedaan hebben, maar het is ook mogelijk dat iemand anders de sleutel had. We zullen moeten wachten tot het tijdstip van overlijden is vastgesteld voordat we daarover gaan speculeren. Waar hebt u het met Rivest over gehad?’

Op die vraag was Sean al voorbereid geweest, en het had hem verbaasd dat Ventris die niet had gesteld. ‘Van alles en nog wat. Hij heeft me iets over de dood van Monk Turing verteld, en ook het een en ander over Babbage Town.’ Hij vertelde er niet bij dat Rivest had beloofd hem de volgende ochtend volledig op de hoogte te brengen, een belofte die hij nu nooit meer zou kunnen nakomen.

‘Het een en ander over Babbage Town? Nou, dan weet u meer dan ik. Zou u me willen vertellen wat hij precies heeft gezegd?’

‘Dat is vertrouwelijk, sheriff, maar als u met een gerechtelijk bevel komt aanzetten vertel ik het u wel. Ik wil niet dwarsliggen, hoor, maar ik heb ook geen zin om de laan uit te vliegen.’

‘Dat kan ik wel begrijpen. Denkt u dat hij dronken genoeg was om in bad te gaan zitten en per ongeluk te verdrinken?’

‘Laat ik het zó stellen: ik ben er niet zeker van dat hij daar níét dronken genoeg voor was.’

Hayes hoorde dat zwijgend aan, maar knikte wel.

‘Hoe stelt de fbi zich tegenover u op in de zaak-Turing?’ vroeg Sean.

‘Rottig, maar is dat ooit anders geweest? Zo vriendelijk was federaal agent Ventris ook niet tegen u.’

‘Dat had ik ook niet verwacht. Hebt u al eerder ervaring met de fbi gehad?’

‘Ik ben niet altijd sheriff in een klein achterafplaatsje geweest. Mijn vrouw komt hier uit de omgeving, en daarom zitten we hier. Haar moeder is heel ziek en zij helpt bij de verzorging. Maar we hebben eerst in Atlanta gewoond en daarna in Miami, dus ik heb al zo vaak meegemaakt dat de fbi het nodig vindt om de plaatselijke politie even te laten merken wie de baas is.’

‘En dan zijn er ook nog de jongens aan de overkant van de rivier waar u rekening mee moet houden.’

‘O, hou op. Als ik daarover begin, stijgt mijn bloeddruk helemaal.’

‘Maar wat heeft de fbi hier eigenlijk mee te maken? Rivest was geen federaal ambtenaar, dit is geen federaal grondgebied en niemand hier heeft iets gedaan waarbij de Amerikaanse binnenlandse grenzen werden overschreden.’

Hayes trok Sean even aan zijn mouw.

‘Gaat u even mee naar buiten?’

Rivests huis was afgezet met het gebruikelijke gele politietape, al viel een moord ook daarmee niet tot een routineuze aangelegenheid terug te brengen. Medewerkers van Babbage Town liepen heel langzaam voor het huis langs of stonden gewoon vol belangstelling te kijken. De ambulance met Rivests lijk erin was net over de weg uit het zicht verdwenen. Sean keek snel even naar de kleine menigte en zag dat Alicia Chadwick en Champ Pollion zachtjes met elkaar stonden te praten, terwijl Pollion zo nu en dan ongerust op zijn Blackberry keek. De geheimzinnige eigenaren van Babbage Town waren waarschijnlijk niet blij dat er nog een medewerker vermoord was. Of wel soms? vroeg Sean zich af. Hij keek met een strakke blik naar Champ. Was hij degene die hij die nacht had gezien?

Toen Alicia hem een veelbetekende blik toewierp, misschien omdat ze hoopte dat hij naar hen toe zou komen, keek hij snel de andere kant uit. Hij was er nog niet aan toe om met Champ en Alicia te gaan praten.

Hayes liep met hem mee naar zijn auto, die niet van speciale merktekenen was voorzien, en gebaarde dat Sean rechts voorin moest gaan zitten. Toen ze veilig in de auto zaten, keek Hayes hem aan. ‘Ik heb een tamelijk onorthodox voorstel, maar ik zal het erop wagen. Wat dacht u ervan om samen te werken aan deze zaak?’

Sean trok zijn wenkbrauwen op. ‘Samenwerken? U bent sheriff en ik ben privédetective.’

‘Ik had het niet over een formele samenwerking. Ik weet dat uw bedrijf voor Babbage Town werkt, maar het lijkt me dat we allebei hetzelfde doel hebben. We willen de moordenaar van Monk Turing zien te vinden, en ook die van Rivest, als die vermoord blijkt te zijn.’

‘Geldt dat ook niet voor Turing?’

‘Het ziet ernaar uit dat Monk Turing zelfmoord heeft gepleegd,’ gaf Hayes toe. ‘Maar het zou de eerste keer niet zijn dat een moord zo in scène werd gezet dat het zelfmoord leek.’

‘Dat is zonder meer waar. Rivest leek er trouwens net zo over te denken.’

‘Werkelijk? Kijk, dat is nou interessant. Wat heeft hij er verder nog over gezegd?’

‘Niet veel eigenlijk. Maar hij leek wel graag te willen dat dit moord zou zijn in plaats van zelfmoord, als u begrijpt wat ik bedoel. Niet dat iets graag willen er ook voor zorgt dat het waar is.’

‘Nee, inderdaad. En er valt een heleboel tegen dat moordscenario in te brengen. Het pistool, Monks vingerafdrukken en het feit dat alles erop wijst dat hij uit vrije wil naar Camp Peary is gegaan. Toen hij daar eenmaal was aangekomen, zou hij best vermoord kunnen zijn, maar dat hoeft niet.’

‘Voor zover ik heb kunnen vaststellen, maakte hij op de mensen hier geen suïcidale indruk.’

‘Maar niet iedereen die zelfmoord pleegt, komt doodongelukkig over,’ zei Hayes. ‘Deze zaak zou trouwens ook nog weleens heel wat minder eenvoudig kunnen blijken dan hij op het eerste gezicht lijkt.’

‘Nou, u hebt in elk geval hulp van de cia en de fbi .’

‘En ik heb wat hulp nodig om me in te dekken voor het geval die proberen dwars over me heen te walsen, en reken maar dat dat gebeurt.’

‘Kom op, sheriff. Ik heb nog minder in de melk te brokkelen dan u.’

‘Ik heb even in uw dossier bij de Secret Service gekeken, en een paar mensen gebeld die ik daar ken. Dus ik weet nu hoe uw carrière daar geëindigd is, maar als het om recherchewerk gaat, heb ik niets dan goeds over u gehoord. En ik heb ook gelezen over die twee zaken in Wrightsburg waar u bij betrokken bent geweest. Eng hoor. Nou, wat denkt u ervan?’

De man had geen tijd verspild, dacht Sean. Hij zou goed op zijn tellen moeten passen met Hayes. Deze sheriff was duidelijk geen dorpsveldwachter.

‘Kan ik eerst even overleggen met mijn superieuren?’

‘Waarom zegt u niet gewoon ja?’

‘Weet u wat, ik ben toch bezig met deze zaak, of zaken, neem ik aan, dus als ik iets vind of me iets te binnen schiet, zal ik het u melden.’ Hij keek Hayes strak aan. ‘Maar dat werkt naar twee kanten. Als u iets te weten komt, wil ik het van ú horen.’

Hayes dacht daar even over na en stak hem toen zijn hand toe. ‘Oké, afgesproken. U kunt trouwens nu meteen al iets voor me doen.’

‘Wat dan?’

‘U kunt me het lijk van Monk Turing laten zien, in het mortuarium.’

Geniaal geheim / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_0.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_1.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_2.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_3.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_4.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_5.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_6.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_7.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_8.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_9.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_10.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_11.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_12.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_13.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_14.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_15.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_16.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_17.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_18.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_19.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_20.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_21.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_22.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_23.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_24.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_25.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_26.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_27.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_28.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_29.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_30.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_31.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_32.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_33.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_34.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_35.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_36.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_37.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_38.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_39.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_40.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_41.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_42.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_43.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_44.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_45.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_46.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_47.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_48.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_49.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_50.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_51.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_52.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_53.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_54.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_55.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_56.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_57.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_58.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_59.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_60.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_61.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_62.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_63.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_64.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_65.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_66.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_67.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_68.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_69.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_70.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_71.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_72.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_73.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_74.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_75.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_76.xhtml
awb_-_Geniaal_geheim_split_77.xhtml