Rose reed snel over de hoofdweg richting Castletown en vroeg zich af of er iets mis was met de motor, die gewoon door bleef razen als ze haar voet van het gaspedaal nam. Ze besefte opnieuw dat ze het nu niet meer aan Hugh kon overlaten om dat soort problemen op te lossen. Ze was bij Hugh weggegaan. Na veertig jaar.
Hugh was er niet bij geweest toen ze wegreed uit Kinvarra, alleen de meisjes, Adele en Nick hadden haar uitgewuifd alsof ze gewoon een uitstapje ging maken en over een paar dagen weer vrolijk en uitgerust terug zou komen.
Rose had het spelletje zelf ook meegespeeld, maar zo langzamerhand begon de schok door te werken en ze zette de auto even langs de weg. Toen ze het raampje opendraaide om wat frisse lucht op te snuiven, rook ze de scherpe geur van wilde vlier en het frisse aroma van wilde uien die hier overal tussen het lange gras groeiden. In de verte hoorde ze het zielige loeien van koeien die gemolken wilden worden en de kerktoren van Castletown die zeven uur sloeg. Ze had tegen Freddie gezegd dat ze er voor halfeeven zou zijn, maar er was geen enkele reden om haast te maken. Freddie wist nooit hoe laat het was, dus ze zou zich ook niet ongerust maken. Dat was een van de redenen waarom ze had besloten naar Freddie toe te gaan. De jongere zus van haar moeder was echt iemand om naartoe te vluchten als je na veertig jaar bij je man wegging. De onconventionele Freddie stond nooit met een oordeel klaar en zou niet te veel vragen stellen.
Dat had ze ook niet gedaan toen Rose haar belde.
'Natuurlijk kun je komen logeren,' had ze opgewekt gezegd. 'Je hebt trouwens geluk dat je me thuis treft. Over een uur hebben we een Iiefdadigheidsbeddenrace voor het ziekenhuis en daar moet ik naartoe. Moet ik eten klaarmaken of is dat probleem van je zo groot
dat je geen hap meer door je keel kunt krijgen?'
Ondanks alles was Rose in de lach geschoten. Dat was Freddie ten voeten uit.
De gedachte aan haar tante kikkerde Rose op en ze reed verder naar Castletown.
De hoofdstraat van het mooie kuststadje op nog geen drie kilometer van een prachtig strand was rustig toen Rose erdoorheen reed. Het stadje deed nog wel een beetje ouderwets aan, maar het was enorm veranderd sinds Rose er veertig jaar geleden weg was gegaan. Toen was het ook mooi geweest, maar een beetje armoedig. Nu was het oude Grand Hotel in het centrum gerenoveerd en voorzien van een grote nieuwe vleugel voor bruiloften en partijen en een sportcomplex aan de achterkant. De winkeltjes naast het hotel hadden ouderwetse uithangborden die er veel te glimmend uitzagen om echt oud te zijn. Het kruidenierswinkeltje waar Rose nog een zomer gewerkt had, was drie keer zo groot geworden en veranderd in een supermarkt.
Ze reed verder, langs de weg naar het strand waar ze samen met Hugh gewandeld had toen hij voor het eerst kennis kwam maken met haar ouders. Maar daar wilde Rose nu niet aan denken. Ze klemde haar kaken op elkaar en reed via een kronkelweg de heuvel achter de stad op. Bovenop sloeg ze linksaf een oprit in die naar een door bomen omringd huisje leidde.
Freddie stond haar bij het hek op te wachten.
'Welkom, Rose!' zei ze opgewekt en luid genoeg om boven het geblaf van die opgewonden honden uit te komen. Een Jack Russell met een grijze snuit, een zwarte bastaard met treurige ogen en een even grijze snuit en een lichtbruine sheltie die trilde van de zenuwen sprongen om Rose heen.
De twee vrouwen omhelsden elkaar en Freddie pakte de weekendtas op die Rose op de voorstoel had gezet.
'Het theewater kookt en de man van de slijter is ook net geweest, dus ik heb ook wel iets onder de kurk voor je.'
Ze keek haar nichtje stralend aan en Rose, die plotseling moest vechten tegen haar tranen, glimlachte bevend terug.
Rose schatte dat haar tante achter in de zeventig en misschien zelfs wel begin tachtig was, maar Freddie Maguire was bepaald niet het prototype van een bejaarde. Een levendige, excentrieke tante zou een betere omschrijving zijn, dacht Rose.
Freddies gezicht was gebruind door de buitenlucht en bedekt met een wirwar van fijne rimpeltjes. Haar haar was dik en sneeuwwit. Rose kon zich familiefoto's herinneren van Freddie als een jonge, levenslustige vrouw, waarop het golvende haar nog pikzwart was geweest. Ze had strak in de camera gekeken. Die ogen waren het enige wat niet was veranderd: wijs en van een eigenaardige zeegroene tint, de ogen van een jonge vrouw.
Ze was nog steeds tenger, maar de slanke taille was in de loop der jaren dikker geworden. Haar handen waren ook oud, met pezen die als kabels onder de dunne huid lagen. Maar ze liep nog kaarsrecht en met fikse pas, zoals Rose merkte toen Freddie terugliep naar het huis, met de honden op haar hielen.
'Ik zal je even aan de meisjes voorstellen,' zei Freddie toen ze bij de voordeur waren. 'Die kleine ondeugd van een terriër is Pig, de bejaarde dame is Mildred en deze kleine schat is Prinny. Die komt uit het asiel en moet voortdurend gerustgesteld worden.' De sheltie stond inderdaad zenuwachtig op te kijken naar haar vrouwtje. 'Kom binnen.'
Nettle Cottage leek sprekend op het huis waarin Rose was opgegroeid. Aan de buitenkant, tenminste. Binnen verdween elke gelijkenis. Freddies cottage was ingericht in de tudorstijl, met zwarte balken, onbewerkte bakstenen muren, koperen accessoires en een open haard waar drie hondenkussens voor lagen. Aan de wanden hingen planken die vol stonden met boeken, foto's en snuisterijen.
De logeerkamer was aan de achterkant van het huis, met uitzicht op een weiland vol wilde bloemen. Het bloemmotief werd binnen doorgezet, dankzij een schitterende muurschildering van het weiland.
'Een schattig Spaans meisje heeft een tijdje bij me gewoond en in plaats van huur te betalen heeft ze dat voor me geschilderd,' zei Freddie, die op het bed ging zitten om er bewonderend naar te kijken. 'Er is helaas maar één badkamer en de douche heeft kuren, dus ik ga meestal in bad. Ik heb nog geen tijd gehad om de loodgieter te bellen. Goed, ik ga wat te drinken inschenken, dan kunnen we daarna besluiten wat we zullen gaan eten.' Ze liep met een glimlach de deur uit met haar honden op haar hielen. Rose keek om zich heen. Er stond een hoog ouderwets bed met lakens en een gewatteerde deken in plaats van een dekbed. Verder stonden er grenen boekenkasten vol boeken en hingen er nog meer schilderijen. In de hoek stond een glanzende artdeco-garderobekast. Naast het bed stond een verzameling kaarsen in diverse kaarsenhouders. Rose had geen zin om haar koffers te halen en uit te pakken, omdat ze niet alleen wilde zijn met haar verwarde gedachten. Ze gooide haar handtas op het bed en liep terug naar de zitkamer.
'Ik neem een gin met cognac,' zei Freddie zonder op te kijken van een bamboetafel met alle soorten drank die je kon bedenken. 'Wat goed genoeg was voor die lieve oude koningin-moeder is ook goed genoeg voor mij zeg ik altijd maar.'
'Geef mij er ook maar een,' zei Rose, die zelden iets anders dronk dan een wijntje of een incidentele gin-tonic.
Freddie gaf Rose haar glas en ging zitten. De honden die haar scherp in de gaten hadden gehouden, gingen nu ook eindelijk op hun kussens liggen, de snuit tevreden op de poten. Freddie nam een slokje, glimlachte voldaan en stak een lange, donkere sigaret op.
'Ik rook er nog maar vier of vijf per dag,' zei ze. 'Ik weet dat het slecht voor me is. Dat geldt ook voor drank, maar onkruid vergaat niet.' Ze keek Rose met twinkelende ogen aan.
'Goed kind, je kunt zo lang blijven als je wilt en ik hoef niet te weten wat er allemaal aan de hand is. Je moet zelf maar weten of je me iets wilt vertellen. Er moet wel een verdomd goede reden zijn, als je na al die jaren weer terugkomt naar Castletown, maar als ik in mijn leven één ding heb geleerd, dan is het dat bemoeials een regelrechte ramp zijn. Heb je honger? Wil je al iets eten?' Bij het woord 'eten' gingen alle honden onmiddellijk kwispelend rechtop zitten.
'Nee, jullie krijgen niets, schattebouten,' zei Freddie vertederd. 'Anders worden jullie veel te dik. Het zijn echte veelvraten,' vervolgde ze tegen Rose. 'Er is een heerlijk Indiaas restaurant een paar kilometer verderop en dat heeft ook een afhaalcentrum...'
'Ik ben weggegaan bij Hugh omdat hij ontrouw is geweest,' flapte Rose eruit.
'Dat lijkt me volkomen terecht,' zei Freddie zonder zelfs maar met haar ogen te knipperen. 'Mannen zijn net puppy's. Maar met een tik van een opgerolde krant op hun neus heb je ze zo zindelijk.'
De honden, die er geen van alle uitzagen alsof ze ooit een tik met een krant hadden gehad, keken vol aanbidding naar Freddie op. 'Ben je van plan om naar hem terug te gaan of is het voorgoed?'
Rose nam een slokje van haar drank. Freddie was zo recht op de man af dat het bijna verontrustend was. Geen gezeur in de stijl van 'wat vreselijk voor je, arme schat, maar heb je er wel goed over nagedacht?' En ze scheen ook niet ontzet bij het idee dat een huwelijk na veertig jaar op de klippen kon lopen.
'Dat weet ik niet,' zei Rose eerlijk. Prinny drukte haar neus tegen Roses been en ze bukte zich om de hond te strelen. 'Het was een impulsief besluit. Iedereen vindt het vreselijk en wil dat we bij elkaar blijven.'
'Iedereen is niet zo oud als ik,' merkte Freddie op. 'Als je tachtig bent, heb je het volste recht om je eigen mening te hebben en zo gek te zijn als een deur.'
'Dat heeft niets met leeftijd te maken,' zei Rose. 'Zo was je jaren geleden ook.'
'Ja, dat zal wel.' Freddie lachte. 'Ik ben nooit monogaam geweest. Ik heb een hele stoet minnaars gehad, maar er is nooit iemand bij geweest met wie ik een gezin wilde stichten. Nou ja...' Ze zweeg even, toen haar gedachten afdwaalden. 'Eén keer, maar hij was getrouwd.'
Rose verstijfde en Freddie zag het meteen. 'Lieve Rose, ik heb hem niet uit de boezem van zijn gezin geplukt. Ik weet dat je een beetje gevoelig bent op het punt van buitenechtelijke relaties, maar dit was iets heel anders. Hij was ongelukkig getrouwd, maar destijds gingen mensen nog niet uit elkaar. Het was vijftig jaar geleden en we kwamen tot de conclusie dat het gemakkelijker was om uit elkaar te gaan. Sommige mensen kunnen niet overweg met monogamie en andere gaan uit van het idee dat verandering van spijs doet eten.'
'Ik niet,' zei Rose verdrietig.
'Maar Hugh wel.'
Rose knikte.
'Toen jullie trouwden, vroeg ik me af of dat wel goed zou gaan.' Freddie dronk haar glas leeg en stond op om weer een borrel in te schenken. 'Hij kwam uit een heel andere omgeving dan wij. Je moeder werd altijd heen en weer geslingerd tussen de blijdschap dat je uit Castletown weg was en de vrees dat je met de Millers een tikje te hoog had gegrepen.'
Heel even werd Rose nijdig bij het idee dat ze niet goed genoeg was voor de familie Miller. Toen zakte ze nog verder onderuit in haar stoel. Freddie had gelijk. Veertig jaar geleden waren er nog duidelijke klassenverschillen geweest tussen een arme boerendochter en de studerende zoon van een welvarend advocaat.
'Hoe gaat het met de meiden?' vroeg Freddie, luchtig overschakelend op een ander onderwerp.
Ze deden zich te goed aan een heerlijk Indiaas maal en de honden waren diep beledigd toen Freddie ze geen hapje gunde.
'Dit is veel te vet en te kruidig voor jullie,' zei ze streng, toen ze met glanzende ogen en vol verwachting bij de tafel kwamen zitten.
Om tien uur kon Rose haar ogen niet meer openhouden. De combinatie van de spanningen en twee glazen gin met cognac werd haar te veel.
'Ik denk dat ik maar naar bed ga,' zei ze.
'Dat lijkt me een goed idee,' zei Freddie. 'We hebben morgen een drukke dag voor de boeg, want dan moet ik maaltijden bij de bejaarden rondbrengen.' Ze zei het zonder een spoor van ironie.
Waarom ook, dacht Rose, ze was toch nog lang niet bejaard?
'Daar kim jij me mooi mee helpen,' ging Freddie verder. 'De koppeling van het busje slipt, dus het is fijn als je iemand bij je hebt.'
Rose knikte, hoewel ze eigenlijk had verwacht dat ze morgen op haar gemak herinneringen zou kunnen ophalen.
'Welterusten, Freddie.'
Ze maakte haar gezicht schoon in de kleine, donkerblauwe badkamer en gebruikte een beetje crème van Freddie omdat ze om een of andere duistere reden haar eigen crème vergeten was.
In haar slaapkamer trok ze haar nachtpon aan en gleed tussen de koele katoenen lakens. Het bed was keihard en Rose voelde zich de prinses op de erwt toen ze probeerde gemakkelijk te gaan liggen. Maar toch viel ze als een blok in slaap en ze had geen last van nare dromen.
'Thee,' zei Freddie toen ze de volgende ochtend de kamer binnenkwam. Door het geklik van hun nagels op de tegelvloer klonk het net alsof de honden een tapdans uitvoerden.
Rose ging rechtop in bed zitten. Ze vroeg zich even af waar ze was, tot Freddie de gordijnen opentrok, waardoor het zonlicht de kamer binnenstroomde en op de muurschildering viel.
'Heb je geslapen?'
'Vrij goed, zelfs.' Rose pakte de mok thee aan en leunde achterover, genietend van het feit dat ze een kopje thee op bed kreeg. Freddies thee was 'zo sterk dat een eend eroverheen kan lopen', zoals ze zelf zei. Maar het smaakte heerlijk en vertrouwd. Rose herinnerde zich dat haar moeder ook van sterke thee had gehouden, echte thee, geen zakjes.
'Hoe laat is het?' vroeg ze.
'Halfeeven. Meestal sta ik vroeger op. Op zondag maak ik altijd
met de meiden een rondje door de Sally Woods voordat ik ga ontbijten bij O'Malley's. Daarna breng ik de maaltijden rond.'
Rose, die heel wat jaartjes jonger was, vroeg zich af hoe haar tante dat volhield. Haar eigen idee van een rustige zondag was eerst ontbijten, dan naar de mis en vervolgens weer naar huis om op haar gemak de kranten te lezen.
'Heb je ook zin in een wandelingetje?' vroeg Freddie opvallend gretig.
'Ja hoor,' zei Rose vastberaden. Wie A zegt, moet ook B zeggen.
Het rondje door Sally Woods bleek een stevige wandeling van iets minder dan vijf kilometer te zijn over een smal weggetje, vervolgens omhoog over een ontzettend steile heuvel naar een schitterende bosweide omringd door wilgen en weer terug. De honden renden verrukt rond, snuffelden door het gras en renden door beekjes om er vervolgens weer uit te springen en zich te schudden. Bij een veld vol blauwklokjes bedacht Rose hoe mooi die op de keukentafel zouden staan, tot ze zich met een schok herinnerde dat ze niet in Kin- varra was.
'Probeer het van je af te zetten, Rose,' zei Freddie vriendelijk, toen ze de verdrietige uitdrukking op Roses gezicht zag. 'Geniet maar gewoon van het feit dat je hier bent. Je hebt je schepen nog niet achter je verbrand, je kunt nog steeds terug. Ontspan je nou maar.'
Rose knikte, omdat ze geen woord kon uitbrengen. Ze zou echt haar best doen om het verdriet van de afgelopen vierentwintig uur te vergeten. Ze had nu de tijd om eroverheen te komen en daar wilde ze van genieten.
'Een paar van die klokjes zouden beeldschoon staan in de badkamer,' zei ze terwijl ze zich bukte om een paar van de dunne steeltjes te plukken.
Freddie grinnikte. 'Ja, dat denk ik ook.'