Omdat Stella dankzij haar yoga altijd zo kalm was, had Holly gevraagd of ze haar geen boek voor beginners kon aanbevelen. Stella vond eigenlijk dat ze gewoon op les moest gaan, maar ze had Holly toch met de kerst een boek gegeven. En omdat ze zich verveelden, probeerden Holly en Joan een paar oefeningen onder leiding van Kenny die als een sultan op de bank zat.
'Kijk naar rechts, adem in en strek je linkerhand over je hoofd. Zo ver mogelijk. En laat je hoofd niet zakken. Je moet één vloeiende lijn vormen. Buig nu vanuit je heupen naar voren.'
Holly en Joan, op blote voeten in trainingsbroeken en slonzige sweatshirts, deden hun best.
'En draai je bovenlichaam,' voegde Kenny er nonchalant aan toe.
'Draaien?' gilde Joan. 'Dit kan niet goed zijn voor een mens.'
'Je moet verder doorbuigen,' beval Kenny. 'Je linkerhand moet de vloer raken.'
'Ik dacht dat ik die boven mijn hoofd moest houden?'
'Mogen we wel ademhalen?' vroeg Holly hijgend.
'Hè, doe toch niet zo stom,' zei Kenny nijdig. 'Ik heb toch al verteld hoe jullie moeten ademen. Dat is het allerbelangrijkst bij yoga.'
'Laat me zelf maar eens kijken.' Joan griste Kenny het boek uit zijn handen. 'Hier staat dat je als beginner je hand ergens op mag laten rusten als je de vloer nog niet kunt raken.'
'Mag ik nu weer rechtop gaan staan?' Holly kon de grond wel aanraken, maar ze had het gevoel dat haar spieren in brand stonden en dat ze ieder moment om kon vallen. Een seconde later lag ze inderdaad op de houten vloer. De dunne katoenen kleedjes hadden haar val nauwelijks gebroken en ze wreef over haar pols voordat ze haar knie bekeek, die waarschijnlijk blauw zou worden. 'Hoezo Yoga: Beginners gids voor innerlijke vrede?'
'Dat moet je aan Stella vragen. Zij heeft je dat boek gegeven,' zei Joan.
'Volgens mij dacht ze dat ik alleen maar naar de plaatjes zou kijken in plaats van het ook echt te proberen,' mopperde Holly. 'Laat die houding nog eens zien.'
'Waarom?' vroeg Joan. 'We zijn tien minuten bezig geweest en alles doet pijn. Hoe kom je op die manier aan innerlijke vrede? En Kenny heeft geen poot uitgestoken.'
'Ik heb al genoeg innerlijke vrede,' zei Kenny verwaand, terwijl hij als bewijs daarvan zijn benen in een soort lotushouding over elkaar sloeg.
'Jij zou innerlijke vrede nog niet herkennen als je je nek erover brak,' snauwde Joan. 'Je voelt je gewoon lekker omdat die kerel gisteravond tegen je begon te kletsen. Maar hij zag je helemaal niet zitten, hij had alleen aandacht voor mij!'
'Waarom zou hij?' vroeg Kenny. 'We waren in een homobar!'
Holly onderdrukte een grijns. Als Joan en Kenny zaten te kibbelen waren ze net een komisch duo.
Ze waren even na tweeën binnen komen vallen, ruziënd als een stel krolse katten over wie aan de beurt was om af te wassen.
'Als we een hond hadden, hoefden we de borden niet schoon te krabben, want dan zou die de meeste restjes er wel afgelikt hebben,' zei Joan, in de wetenschap dat de kieskeurige Kenny bij het idee alleen al zou verbleken.
'En zou hij dat dan ook doen met de douchecel als je daar eten in zou zetten?' wilde Kenny weten. 'Want die maak jij nooit schoon.'
'Je lijkt je moeder wel,' zei Joan kribbig.
'Helemaal niet,' zei Kenny. 'Of vind jij van wel, Holly?'
'Laat mij erbuiten,' zei Holly. 'Ik ga niet voor scheidsrechter spelen.'
'Eigenlijk zou ik het helemaal niet erg vinden om op mijn moeder te lijken,' zei Kenny nadenkend. 'Want ze is gewoon fantastisch.' Kenny's moeder was een stijlvolle weduwe die parttime in een kunstgalerie werkte en er een heel druk uitgaansleven op na hield.
'Jij bent echt de raarste figuur die ik ooit heb ontmoet,' kreunde Joan. 'Je moeder en jij doen niets anders dan elkaar ophemelen. Dat is ook precies wat er aan jou mankeert... Je moeder heeft je je hele leven verteld dat je zo geweldig bent.'
Kenny trok een gezicht tegen haar. 'Omdat ik dat ook ben,' zei hij vriendelijk.
'Je bent een geluksvogel,' zei Holly zacht.
Ze begonnen zich steeds meer te vervelen en te kibbelen.
'Wat heb ik toch een hekel aan zondagmiddagen,' zei Joan toen ze tot de ontdekking kwam dat er geen stukje chocola meer in huis was. 'Het weekend is bijna voorbij, het enige wat er nu nog komt is een saaie zondagavond en morgenochtend weer opstaan.'
'We zouden een eindje kunnen gaan wandelen,' stelde Holly voor.
'En doodvriezen?' vroeg Kenny ontzet. 'Ben je gek geworden? Als het Gods bedoeling was geweest dat we naar buiten gaan als het zo koud is, had hij ons wel een bontvelletje gegeven.'
'Ik zou nooit bont gebruiken voor mijn collecties,' zei Joan nadenkend. 'Dat is dierenmishandeling.'
'Je hebt vorige maand wel een leren topje gemaakt,' merkte Kenny op.
'Dat was van mooie oude kant, met kraaltjes en maar één miezerig stukje leer,' snauwde Joan.
Holly deed haar ogen dicht en wenste dat er iets zou gebeuren waardoor ze hun mond zouden houden. En haar wens werd vrijwel onmiddellijk vervuld toen er voor de deur een enorme klap klonk, alsof er een nijlpaard van de trap duvelde.
Ze sprongen alledrie op en renden naar buiten. Voor Holly's deur lagen drie grote koffers en een verhuisdoos die kennelijk van de overloop op de tweede verdieping waren gevallen. Met de koffers was niets aan de hand, maar de inhoud van de doos lag door de hele gang verspreid. De eigenaar was in geen velden of wegen te zien.
'Kennelijk krijgen we nieuwe bovenburen,' zei Kenny.
'Ik hoop dat ze aardiger zijn dan dat idiote mens dat daar eerst woonde,' zei Joan, terwijl ze in de spulletjes van de verhuisdoos rommelde op zoek naar iets waaraan ze kon zien wie de eigenaar was. 'Die zeurde altijd over mijn muziek.'
Aangezien Joan altijd house draaide op een volume waar je een spontane oorontsteking van kreeg, kon Holly wel enige sympathie opbrengen voor de vorige buurvrouw.
Joan trok een trui uit de kapotte doos.
'Joan, laat dat!' zei Holly verontwaardigd. 'Je moet met je vingers van andermans spullen afblijven!'
'Die had er toch best uit kunnen vallen?' zei Joan terwijl ze een enorme mannentrui omhoog hield. 'Jeetje, het moet echt een vent zijn.'
'Een grote vent,' zei Kenny verrukt.
'Groot, maar wel zo stom dat hij al zijn spullen van de trap laat vallen,' zei een stem.
Een man van achter in de twintig kwam op zijn gemak de trap af lopen. Hij had rossig blond haar dat heel kort geknipt was, een vriendelijk open gezicht met een paar verdwaalde sproetjes, grote treurige ogen en enorme schouders. Hij grijnsde breed, maar maakte toch een verlegen indruk. Hij zag eruit als een rugbyspeler, vond Holly, zo'n vent die een sportveld komt op rennen om tegen andere grote, bonkige kerels op te knallen.
'Hallo,' zei Joan enthousiast. 'Kom je hier wonen?'
Zij en Kenny probeerden dapper een goede indruk te maken. Joan beet op haar lippen om ze wat meer kleur te geven en Kenny had een soort pose aangenomen waarin zijn strakke lijf het best uitkwam. Holly hield zich koest, omdat ze het gevoel had dat ze er als een volgevreten zwerver uitzag met haar slobberkleren en haar ongewassen haar.
'Ja, Tom Barry,' zei de reus terwijl hij een enorme hand uitstak.
Van dichtbij zag hij eruit als iemand die van pas zou kunnen komen als er een deur opengebroken moest worden. Maar Holly vond eigenlijk dat hij veel te vriendelijk leek om iets kapot te slaan.
'Joan Atwood.'
'Kenny Erskine.'
'Aangenaam kennis te maken,' zei Tom.
'Dit is Holly Miller,' zei Kenny, toen het tot hem doordrong dat Holly zich achter hen verstopte en weer veel te verlegen was om iets te zeggen.
Holly, die zich doodschaamde vanwege haar smerige haar, wuifde alleen even. 'Hallo,' zei ze.
'Holly woont hier,' zei Kenny, 'en Joan en ik hier tegenover.'
'Maar we zijn geen stel, hoor,' zei Joan haastig.
'Jemig, nee,' zei Kenny nog haastiger. 'Alleen vrienden.'
Tom zei niets, maar keek glimlachend op hen neer. Holly zag dat zijn ogen de kleur van verschoten spijkerstof hadden, met gele vlekjes om de irissen.
'Hoor ik een Cork-accent?' vroeg Kenny. Holly vond dat hij ronduit koket klonk.
Tom knikte. Kennelijk een man van weinig woorden, dacht Holly. 'Ik kom oorspronkelijk uit Clonakilty, maar ik heb jarenlang in de stad Cork gewoond.'
'En ga je nu hier werken?' informeerde Joan.
'Ja, ik heb hier een nieuwe baan,' zei Tom.
'Wat doe je?'
Holly kreunde inwendig. Straks vroegen ze hem nog welke maat spijkerbroek hij droeg.
'Ik ben architect.'
Holly zag dat Joan verrukt opkeek. Joan had zich een tijdje geleden vermaakt met het samenstellen van een lijst met de toptien beroepen voor een eventueel nieuw vriendje. Architecten behoorden daar ook toe. Op dit moment stonden brandweerlieden op nummer één.
'Wat voor dingen ontwerp je?' wilde Kenny weten.
'Jongens, hou eens op met dat kruisverhoor,' vermaande Holly.
'Sorry,' zei Joan. 'We zijn gewoon nieuwsgierig. We moeten je bij wijze van welkom maar een biertje aanbieden. Dat doen we bij alle nieuwe bewoners, hè, jongens?'
'Zeker weten,' beaamde Kenny. 'Eigenlijk stonden we net op het punt om naar de pub te gaan. Heb je tijd?'
'Jammer genoeg niet.' Tom keek alsof het hem echt speet. 'Ik zit te wachten op een vriend van me met het busje waar mijn andere spullen in zitten. Maar de volgende keer ga ik graag mee om een biertje te pakken.'
'Afgesproken,' zei Kenny.
'Nou, tot ziens dan maar,' voegde Joan eraantoe.
Omdat het leek alsof ze Tom nog uren zouden blijven aangapen, zei Holly ook opgewekt 'tot ziens' en sleepte het stel weer mee naar binnen.
'Wat een lekker stuk!' jubelde Kenny. 'Ik ben dol op dat soort uit de kluiten gewassen kerels.'
'Ik ook,' zuchtte Joan. 'Naar wie keek hij eigenlijk? Denk je dat hij homo is?'
'Dat zou best kunnen,' zei Kenny. 'Maar we hebben geen geheime manier van handenschudden om daar achter te komen en zo gemakkelijk is het ook niet te zien. Het zou best een lekkere, grote nicht kunnen zijn. Eigenlijk zouden we even naar zijn cd-collectie moeten kijken. Eén album van Barbra Streisand en ik weet genoeg.'
Ondertussen stond Holly in de badkamer vol afschuw naar haar
vettige, bleke gezicht en haar vettige, donkere haar te kijken. Wat zou die vent wel gedacht hebben toen hij haar zag? Ze was niet eens onder de douche geweest. Alleen maar omdat zondag een luie dag was, hoefde ze zichzelf nog niet te verslonzen.
'Ik zie er niet uit,' zei ze vol walging toen ze terug was in de zitkamer. 'Van nu af aan ga ik de flat niet uit zonder make-up en fatsoenlijke kleren. Van nu af aan ga ik ervoor zorgen dat ik er altijd tot in de puntjes uitzie.'
'Je bent de flat ook niet uit geweest,' merkte Joan op.
'Nou, dan geldt het ook voor de flat,' zei Holly grimmig. 'Ik wil er voortaan keurig verzorgd uitzien!'
'Je gaat je gang maar,' zeiden Joan en Kenny in koor voordat ze weer over hun nieuwe buurman begonnen.
Holly deed de deur van de badkamer dicht en zette de douche vast aan zodat het water warm kon worden. Terwijl ze haar slonzige kleren uittrok, ging ze in gedachten na wie ze tot voorbeeld zou nemen, Stella of haar moeder. Holly had altijd het gevoel dat ze er extra goed uit moest zien als ze bij haar ouders op bezoek was. Rose zei er nooit iets van, maar Holly vond toch dat haar moeder iets van afkeuring uitstraalde als ze haar oude trainingsbroek en zo'n slobber sweatshirt aanhad.
Volgens Tara, die zelf in haar vrije tijd de voorkeur gaf aan een spijkerbroek en een T -shirt, was dat pure verbeelding. 'Het maakt mam niet uit wat je aanhebt, Holls. Ze is al dolblij als je komt. Al zou je poedelnaakt rondlopen, met een strip tattoo's op je rug, dan zouden mam en pa nog steeds dolgelukkig zijn.'
Dat kon Holly zich nauwelijks voorstellen. Voor Tara en Stella was dat heel anders, want Rose was apetrots op hen. Holly deed ontzettend haar best om ervoor te zorgen dat haar moeder ook trots op haar zou zijn en dat ook niet onder stoelen of banken zou steken. Misschien was het in het weekend van haar vaders verjaardag al zover.