Na een aaneenschakeling van trieste gebeurtenissen probeert Peta Milford in Tasmanië - noodgedwongen in haar eentje - een stoeterij op te zetten met zes uit Engeland meegebrachte paarden. Het zit Peta niet mee. Zowel het huis als de stallen blijken verwaarloosd te zijn en om alles op te knappen heeft ze geid nodig. Helaas kan ze niet over het daarvoor bestemde kapitaal beschikken totdat ze vijfentwintig is. De enige die haar kan helpen is haar buurman Nat Trentham. Ze zou zijn hulp graag hebben aangenomen, als hij maar niet zo’n onuitstaanbare en tegelijk verwarrend aantrekkelijke man was geweest!

Het eentonige leven bij de afgelegen mijn van haar vader bevalt Zenith uitstekend. De band tussen vader en dochter is hecht, en Zenith zou het liefst zien dat hij gelukkig wordt met Helen, zijn secretaresse. Het is dan ook een hele slag in de wapenkamer wanneer haar vader de jong, verwende Carol komt voorstellen als zijn verloofde. Tegelijkertijd arriveert er een man; een man met een verdacht verleden, die bovendien Carol goed blijkt te kennen. Wat is hun bedoeling? En in hoeverre wordt Zenith betrokken in dit spel van hartstocht?