Vergift

Toen het in Nederland een paar centimeter sneeuwde liepen de treinen meer vertraging op dan op dit moment in Haïti. Wissels haperden door stuifsneeuw, zekeringen brandden door, reservezekeringen waren niet op voorraad, verwarmingen waren niet op tijd aangezet of sowieso vergeten en zo kan ik nog wel een column of drie doorgaan. Zelden zoveel amateurs zien stoethaspelen als in die koude dagen bij de NS. Aandoenlijk bedrijf. Je zal er directeur van zijn, dacht ik regelmatig. Of: hebben ze daar eigenlijk wel een directeur?

Deze week bleek dat inderdaad zo te zijn en tot mijn verbazing kreeg de lieverd nog een premie ook. Een oprotpremie? Nee, een heuse bonus. Waarom? Geen idee. Zal wel in zijn contract staan. Iedere manager of directeur krijgt tegenwoordig zoiets. Als je drie dagen achter elkaar op tijd op de roltrap staat heb je al een paar ton extra te pakken. Dat heet een modern beloningsklimaat. Dat je buiten een schofterige jaarwedde nog een flink bedrag aan premies meepakt. In Italië noemen ze dat doodgewoon maffia. De directeur van de NS kreeg deze week terecht last van wroeging. Het schaamrood spatte bij het telebankieren uit zijn computer. De site met zijn saldo begon hem glashard uit te lachen. Hij durfde zijn laptop nog amper aan te zetten. Ook binnen de NS kreeg iedereen massaal de slappe lach als ze hoorden hoeveel hij en zijn directievriendjes buiten hun gewone loon opstreken. Dat ze na het winterse debacle überhaupt nog een eurocent durfden te innen. Hoeveel de NS-directeur aan bonus krijgt? Ongeveer 140.000 euro. Buiten zijn meer dan riante salaris, onkostenvergoedingen, auto met chauffeur en wat hij verder allemaal goed voor zichzelf geregeld heeft. Meer dan tien ruggen per maand extra. En dat voor een wanbeleid dat zijn weerga niet kent. Eén mals regenbuitje en alle locomotieven beginnen te hoesten en te roesten. Twee vlokken sneeuw en alle seinen springen op schaamrood. Een zachte rukwind en alle spoorbomen gaan zes dagen achter elkaar spontaan dicht. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat de man na deze winter 140.000 euro van zijn salaris zou inleveren. Gewoon wegens onvermogen. Maar dat dit soort verkapte ambtenaren een bonus van 140.000 vangt is toch te grappig voor woorden. Gelukkig vond de directeur dat zelf ook en werd hij gered door een van de grootste natuurrampen uit de geschiedenis. De aardbeving op Haïti. En wat heeft de goeierd gedaan? Hij heeft het geld aan die arme sloebers daar gegeven. In stilte? Nee, anders wist ik het niet. De schat heeft er een ijdel persberichtje van laten maken, zodat het hele land nu weet dat hij 140.000 euro heeft geschonken. Zielig? Ik zeg niks. Aandoenlijk is een beter woord.

Mijn vader leerde mij vroeger dat je aan goede doelen geeft in stilte en ik was dan ook weer verbijsterd dat er een grote televisieactie nodig was om giro 555 te spekken. Bij de eerste onthutsende televisiebeelden van het verwoeste Haïti pak je toch je portemonnee en geef je een flink bedrag? En je zwijgt toch over de hoogte daarvan? Daar heb je toch geen Linda, Beau en Jeroen voor nodig? Zelf heb ik ook nog een spotje voor die avond ingesproken. Waarom? Omdat ik weet dat het een aantal krentenkakkers over de streep trekt. Maar eigenlijk is het zielig dat het nodig is.

Moest erg lachen om de gierige meneer van een van de grootste drogisterijketens van het land, die apetrots met een hele grote cheque van 100.000 euro in beeld verscheen. Het logo prijkte trots op de cheque. Naast hem stonden twee mannen van andere multinationals te glimmen met een dito bedragje in hun nerveuze knuistje. Wat een armoe, dacht ik en droomde dezelfde nacht dat het hoofdkantoor van de krenterige drogist werd getroffen door een meedogenloze aardbeving en dat de directeur gruwelijk aan zijn einde kwam. Na drie dagen werd hij gevonden onder zijn eigen cheque. Die hing namelijk trots in zijn directiekamertje. Het logo kwam goed in beeld.