Troebel vertier
Mijn dochter van acht houdt een spreekbeurt over de Donald Duck. Terecht, want dat is een heerlijk blad waarin alles al generaties hetzelfde blijft. Zo heeft oom Donald goddank nog steeds geen seksleven; zijn halfslachtige pogingen in die richting, zoals de aanschaf van een ravissante bos bloemen voor Katrien, stranden voortdurend door toedoen van Guus Geluk, en zelfs díé brengt het nooit verder dan een kuis snavelkusje op de wang, waarvan hij dan zo sterk moet blozen dat het door zijn veren heen komt gloeien.
Een vrolijk weekblad dus, inderdaad, geheel in tegenstelling tot de meeste andere weekbladen. Toegegeven, Gerard Reve beschreef ooit eens een man die zich aftrok bij de witte kontjes van Kwik, Kwek en – what’s in a name – Kwak, maar dat zegt toch echt meer over die man dan over de Donald Duck, hoewel die neefjes met hun kinky padvinderspakjes voor de goede verstaander wel iets schandknaperigs hebben – maar mijn dochter is vooralsnog gelukkig geen goede verstaander.
Dat geldt niet voor alle kinderen. Zo stond het elfjarig dochtertje van een vriendin erop voor de voltallige groep acht van haar keurige montessorischooltje een spreekbeurt te houden over ‘seks’. Ze pakte het groots aan, niks geen wee gezemel van ‘als papa en mama heel dicht bij elkaar liggen’ en zo. Nee, met behulp van internetbronnen zette zij een zeer volledige verhandeling neer, compleet met lichtbeelden, waarin niet alleen het eenvoudige recht-op-en-neerwerk aan bod kwam, maar ook allerlei duistere erotische varianten, alsmede een breed scala van voorbehoedsmiddelen en gemotoriseerde hulpstukken. Dit alles bracht ze zonder een spoor van verlegenheid, terwijl het klasje leergierig toehoorde.
De leerkracht, een handwerkjuf op leeftijd die zich met weemoed de onze-hamster-spreekbeurten van weleer herinnerde, stond zwetend te wachten tot het over was, maar toegegeven, het was een doortimmerd betoog geweest en ze gaf het meisje dus een 9. Apetrots vertelde het kind het hele verhaal onder het eten nog eens aan haar ouders en twee zusjes. Maar daarna, bij het instoppen, kwam tóch nog aarzelend de beruchte vraag: ‘Mam, hebben jij en papa dat nu echt dríé keer gedaan?’ Het geschaterde antwoord overtrof haar bangste vermoedens, waarna ze zich verslagen terugtrok onder haar beertjesdekbed en nog maandenlang de slaapkamer van haar ouders niet durfde te betreden.
Kijk, dat komt er nou van, en daarom licht ik mijn kinderen dus met mate voor. Mijn dochter begrijpt dat een baby uit zijn moeders buik komt, en vindt dat al meer dan genoeg. Maar vijfjarige Boelie laat zich niet afschepen en wil weten hoe die baby er ín komt. Als ik hem een en ander beknopt uit de doeken doe, is hij aanvankelijk teleurgesteld dat het lichtnet er niet aan te pas komt, maar bij de apotheose leeft hij toch op en verklaart blij ‘dat hij dat óók wil proberen’. Wat nog lastig wordt, want hij heeft een diepe afkeer van meisjes – die afkeer is overigens geheel wederzijds; voor zijn favoriete spelletje piemelzwaaien en ander troebel vertier is hij dus aangewezen op gelijkgestemde vriendjes. Reuze schattig natuurlijk, maar je moet hem in de gaten houden: hij kan pas twee (vieze) woorden schrijven, maar tovert toch in een onbewaakt moment telkens op internet een scherm vol pompende, dampende porno tevoorschijn, waarbij hij gefascineerd toekijkt als een jonge natuurvorser naar een kluwen baltsende amfibieën.
Sinds kort heb ik bovendien een webcam op mijn computer, aangeschaft om buitenlandse vrienden te ontmoeten zonder vermoeiend en kostbaar gereis. Boelie begreep meteen hoe het ding werkte, en zo betrapte ik hem laatst met ontbloot onderlichaam dansend voor de camera. Hij spreidde juist gierend van pret zijn billen voor de lens, maar door een gelukkig toeval bleek alleen oma online, en die was juist even koffie zetten.
Kortom, op erotisch gebied gaat geen zee Boelie te hoog.
Dacht ik. Maar gisteren, toen hij uit school kwam, zat hem duidelijk iets dwars: peinzend liet hij zijn tosti koud worden en vroeg ten slotte bruusk: ‘Mama, heb jij wel eens getongzoend?’ Ik zei maar ja, al vreesde ik al dat ik het dan moest gaan voordoen. Maar hij schoof zijn bordje vol walging opzij en sprak kokhalzend: ‘Getverdemme, wat ontzettend smerig! Wil je dat alsjeblieft nooit meer doen?’