11

Na het diner in het scheepsrestaurant reden Kate en ik naar Orient Point, op het oostelijke uiteinde van de North Fork van Long Island.

Het was enigszins bewolkt, maar ik kon de sterren zien, wat in Manhattan zelden het geval is.

De North Fork is een winderig stukje land, in al zijn gestrengheid best mooi, en omgeven door de Long Island Sound in het noorden, Gardiner’s Bay in het zuiden en de Atlantische Oceaan in het oosten.

Omdat de omringende wateren de zomerhitte vasthouden, is de herfst er ongebruikelijk warm voor deze breedtegraad. Dit microklimaat was trouwens, mogelijk samen met de opwarming van de aarde, de oorzaak van de hier nieuw aangeplante wijngaarden en de daarmee samenhangende explosie van het toerisme, wat de sfeer hier nogal heeft veranderd.

Als kind bracht ik hier met mijn ouders de zomervakantie door, samen met andere minder gefortuneerde gezinnen die zich de Hamptons niet konden permitteren, of die per se de mensenmassa’s van de Hamptons wilden ontlopen.

Een van die onverschrokken types was Albert Einstein, die in 1939 de zomer doorbracht in een gehucht genaamd Nassau Point. En aangezien er daar weinig te beleven viel, had hij waarschijnlijk tijd genoeg om veel na te denken. Dus schreef hij op een dag, op aandringen van andere natuurkundigen, een brief aan Franklin Roosevelt tegenwoordig bekend als de Nassau Point-brief – waarin hij de president ten sterkste aanraadde de atoombom verder te ontwikkelen, omdat anders de nazi’s er als eersten eentje zouden hebben. De rest is wat ze noemen geschiedenis.

Denkend aan het microklimaat en de opwarmende aarde, zei ik tegen Kate: ‘Laten we een duik nemen.’

Ze keek me even aan en antwoordde: ‘Het is oktober, John.’

‘We moeten ons voordeel doen met die opwarming van de aarde voordat iedereen ermee begint. Over tien jaar staan hier palmbomen in plaats van druiven en komen hier in oktober duizenden mensen naartoe om van de zon te genieten.’

‘Laten we dan over tien jaar terugkomen voor een duik.’

Ik reed verder naar het oosten over Route 25, een oude, uit het koloniale tijdperk stammende weg die vroeger, toen de Britten het hier nog voor het zeggen hadden, bekendstond als de King’s Highway. Langs de weg, op de steile kliffen in het noorden, stonden witte, uit planken opgetrokken landhuizen en onlangs gebouwde zomerhuizen van cederhout en glas. Ik heb nooit echt het verlangen gehad om rijk te zijn, maar zo af en toe speel ik met de gedachte een revolutie te ontketenen, zodat ik het zomerhuis van een of andere effectenmakelaar kan onteigenen. Ik bedoel, ik zou het na een paar jaar weer teruggeven, en iedereen zou zijn voordeel kunnen doen met deze ervaring.

We waren nu vlak bij Orient Point en voor ons lag de terminal van de ferry naar New London, Connecticut, en daarachter het verboden gebied waar de regeringsferry vertrok naar het uiterst geheime Centrum voor Zieke Dieren op Plum Island.

Dit deed me vanzelfsprekend terugdenken aan de zomer dat ik hier herstellende was van mijn schotwonden en betrokken raakte bij een bizarre dubbele moord, terwijl ik verwacht werd te kijken hoe mijn kogelgaten weer dichtgroeiden. Ik raakte ook betrokken bij een dame die Beth Penrose heette, de plaatselijke rechercheur Moordzaken die op deze zaak was gezet – Beth was de voorganger van Kate, of mogelijk overlapten ze elkaar een beetje, dus de moordzaak op Plum Island en de naam Beth Penrose kwamen niet al te vaak ter sprake als Kate en ik het over oude zaken hadden.

Het was ook tijdens het werken aan die zaak dat ik voor het eerst de heer Ted Nash van de Central Intelligence Agency ontmoette, en deze ontmoeting zou verstrekkende gevolgen hebben voor mijn verdere leven en, zoals zou blijken, ook voor het zijne. Zijn leven eindigde eerder dan het mijne, dus hij zal niet veel meer aan me denken, hoewel ik zo af en toe nog wel eens aan hem denk.

En, door een andere rare kronkel van het lot, kende Ted Nash Kate voordat ik haar leerde kennen en ik denk echt dat ze iets hadden voordat ik in beeld kwam.

Daarom heb ik soms die fantasie dat Nash in werkelijkheid het World Trade Center heeft overleefd en dat hij en ik elkaar opnieuw zullen ontmoeten. Vervolgens gaat de fantasie verder met een woordenwisseling die ik win, natuurlijk, gevolgd door een fysieke confrontatie – geen wapens – waarbij ik hem van een klif gooi, of een wolkenkrabber, of hem soms ook gewoon de nek breek en kijk hoe hij ligt te kronkelen.

Kate vroeg me: ‘Waar denk je aan?’

Ik ontwaakte uit mijn aangename dagdromen en antwoordde: ‘Aan hoe mooi de wereld toch eigenlijk is.’

Ze vroeg: ‘Hoe was je naam ook alweer?’

‘Wees eens wat aardiger. Ik probeer in de stemming te komen voor… nou ja, wat dan ook.’

‘Mooi.’ Ze opperde: ‘Laten we teruggaan naar de B&B om te vrijen.’ Ik maakte onmiddellijk een U-bocht op twee wielen op de verlaten weg en trapte het gaspedaal in.

‘Niet zo snel.’

Ik haalde mijn voet van het gaspedaal. Zoals het aloude gezegde gaat: ‘Vrouwen hebben een reden nodig om te vrijen; mannen hebben alleen maar een plek nodig.’ Dus met dat in gedachten sloeg ik plotseling linksaf bij een bord met daarop: ORIENT BEACH STATE PARK.

‘Waar ga je heen?’

‘Een romantisch plekje.’

‘John, laten we teruggaan naar de B…’

‘Dit is dichterbij.’

‘Kom op, John. Ik hou niet van vrijen in de open lucht.’

Mij kon het niet schelen waar ik het deed, zolang ik het maar deed. En mijn zakraket had duidelijk in de richting van deze weg gewezen.

Ik reed verder over de donkere, smalle weg die door lisdodden en zeegras een smal schiereiland opliep. Het land werd breder en ik zag een opening in de begroeiing links van me en sloeg een pad in dat omlaag liep naar het water. Ik zette de Jeep in zijn vierwielaandrijving en reed over een stuk zompig land tot we een smal zandstrand aan Gardiner’s Bay bereikten.

Ik zette de motor uit, we stapten uit de Jeep, trokken onze schoenen en sokken uit en liepen naar de rand van het water.

In het oosten konden we de mysterieuze kust van Plum Island zien, en in het zuiden lag Gardiner’s Island, wat al sinds de zeventiende eeuw in bezit was van de familie Gardiner en waar Kapitein Kidd zijn schat begraven zou hebben, maar daar hadden de Gardiners het nooit over.

Verder zuidwaarts over de baai heen zagen we de lichtjes van de Hamptons, wier zomergasten meer schatten hadden dan welke piraat ook kon hopen te stelen in een leven lang plunderen en roven.

Maar goed, ik dwaal af van waar het om gaat, namelijk mijn verschrikkelijke geilheid. Ik zei: ‘Kom op, laten we een duik nemen.’ Ik trok mijn jasje uit en gooide het in het zand.

Kate stak haar teen in het water. ‘Het is echt koud.’

‘Het is warmer dan de lucht.’ Ik trok mijn overhemd en broek uit. ‘Kom op.’ Ik stapte uit mijn boxershort en liep het water in. Jezus. Mijn stijve zakte omlaag als een koude sliert vermicelli.

Kate zag het en zei: ‘Misschien is het beter als je eerst even afkoelt.’ Ze gaf me een duw. ‘Hup, Tarzan.’

Goed, dit was mijn idee, en met in gedachten de jaarlijkse Nieuwjaarsduik slaakte ik een bloedstollende kreet, rende het water in en dook onder.

Ik dacht dat ik een hartstilstand kreeg en in ieder geval schoten mijn testikels recht omhoog mijn buikholte in, terwijl mijn daarstraks nog zo pronte lid verschrompelde tot een komma in een telefoonboek.

Ik bleef onder zolang ik kon, stak toen mijn hoofd boven water en begon te watertrappelen. Ik riep naar Kate: ‘Als je er eenmaal door bent, gaat het best!’

‘Mooi, blijf er dan maar in. Ik ga terug naar de B&B. Dag!’

Ik schreeuwde terug: ‘Ik dacht dat FBI-agenten van die stoere types waren! Jij bent een watje!’

‘En jij bent een idioot. Kom eruit voordat je doodvriest.’

‘Oké… o… verdomme… ik krijg kramp…’ Ik ging kopje-onder, kwam weer boven, spuwde wat water uit en gilde: ‘Help!’

‘Hou op met die grapjes.’

‘Help!’

Ik hoorde haar zeggen ‘Verdomme’, of misschien zei ze ‘Verdrink’. Ze trok haar kleren uit, haalde diep adem en rende tot haar middel het water in alvorens naar voren te duiken en op me af te zwemmen.

Ik vulde mijn longen met lucht en dreef op mijn rug, opkijkend naar een magnifieke avondhemel. Ik geloof dat ik door de vliedende wolken heen Pegasus zag.

Kate had me inmiddels bereikt en bleef een meter van me vandaan watertrappelen. ‘Klootzak.’

‘Pardon?’

‘Als je verdomme niet nu verdrinkt, dan toch wel binnen een minuut.’

‘Ik heb toch niet gezegd dat ik verdronk?’ Ik opperde: ‘Ga op je rug liggen, dan zal ik je Pegasus laten zien.’

‘Ik kan verdomme niet geloven dat je dit gedaan hebt. Ik bevries.’

‘Het water is warmer dan –’

Ze legde haar hand op mijn gezicht en duwde mijn hoofd onder water. En hield het daar. Heel lang.

Ik zwom onderwater weg en kwam achter haar weer omhoog. Haar prachtige naakte kont was nu vlak voor me – dus hoe kon ik de verleiding weerstaan om haar een liefdesbeetje in haar rechterbil te geven?

Ze schoot recht omhoog en toen ik boven water kwam, zwom ze in een kringetje rond en probeerde in het donkere water te turen.

Ik riep: ‘Ik heb net een wittekonthaai gebeten.’

Ze draaide zich naar me om en schreeuwde een heleboel woorden die niet zo aardig klonken. Ik dacht onder andere de term ‘Stomme idioot’ op te vangen.

Nou ja, genoeg voorspel. Ik zei: ‘Ik ga terug. Blijf jij er nog in?’

Ze antwoordde niet en zwom met een krachtige crawl terug naar de kant.

Ze was snel, maar ik haalde haar in en we hitsten elkaar op om als eerste het strand te bereiken. Ik denk dat we allebei erg competitief zijn en dat houdt onze relatie ook zo interessant. Bovendien is eentje van ons een nooit volwassen geworden idioot en de ander niet, dus vullen we elkaar min of meer aan, als een alfamannetje bij de bavianen en zijn vrouwelijke oppasser.

Ik geloof wel dat Kate een beetje kwaad op me was, dus liet ik haar als eerste de kust bereiken, en toen ik het strand op liep, stond ze zich af te drogen met mijn broek en jasje.

Het was echt koud, zo uit het water, met dat koele briesje, en mijn tanden klapperden toen ik tegen haar zei: ‘Dat was een verfrissende duik.’

Geen reactie.

Ik probeerde een andere benadering. ‘Hé, jij kunt fantastisch zwemmen. Wil je vrijen?’

Ze was bezig haar kleren van het zand op te rapen en leek me niet te horen.

‘Kate? Hallo?’

Ze draaide zich naar me om. ‘Ik heb in mijn hele leven nog geen volwassen man gehad die zo kinderachtig is, zo stom, zo imbeciel, zo onbezonnen, zo roekeloos, zo –’

Ik onderbrak haar. ‘Dus een potje pijpen zit er niet in?’

‘Een wat? Ben je gek geworden?’

‘Nou ja… ik dacht dat je zei –’

‘Praat niet tegen me.’

‘Oké.’

En daar stonden we dan, op dat kleine strand, allebei naakt en ze zag er verdomme fantastisch uit, ondanks haar natte haren en blauwe lippen. Ze heeft een van die atletische en toch welgevormde lichamen, met borsten die de wet van de zwaartekracht lijken te ontkennen en een buik zo plat en stevig als een barblad, lange benen die mooier zijn dan ik ooit heb gezien, inclusief die van mezelf, en een plukje schaamhaar waar ik helemaal gek van word. Plus dat ze een kont heeft die zo stevig is dat ik er nauwelijks mijn tanden in kan zetten.

Ze keek ook naar mij en ik wist dat ze ondanks de buitentemperatuur een beetje heet begon te worden. We voelen ons echt lichamelijk tot elkaar aangetrokken en het klikt seksueel gezien, dus zelfs als ze niet met me wil praten, wat ongeveer twee keer per week voorkomt, kunnen we toch nog met elkaar vrijen. En om u de waarheid te vertellen, vind ik dat soms helemaal niet erg.

Goed, ik bewoog als eerste en zij aarzelde, liet toen haar kleren vallen en deed een stap in mijn richting.

Ik voelde wat warm bloed in de richting van mijn verschrompelde pielemans stromen.

We stonden enkele decimeters van elkaar vandaan, recht tegenover elkaar, en toen staken we allebei onze handen uit en streelden elkaar. Big John stak zijn kopje op en ze pakte hem in haar hand en zei: ‘Dat is heet.’

Ik schoof mijn vingers tussen haar benen. ‘Daar ook trouwens.’ We waren inmiddels allebei zo heet als een net afgevuurd pistool, wat maar weer eens bewees dat je bij een ruzie met je partner beter het gesprek kunt overslaan en gelijk aan de seks kunt beginnen.

We liepen dichter naar elkaar toe en ik kon haar borsten tegen mijn borst voelen, en haar dijen tegen de mijne, en haar handen op mijn billen die me dichter tegen zich aantrokken.

Ik viel op mijn knieën en kuste haar blonde pruikje en ik wilde me net op mijn rug laten vallen zodat zij me kon berijden, toen ze zich plotseling omdraaide en zei: ‘Kus me waar je me gebeten hebt.’

Oké, ik herinnerde me niet meer waar ik haar gebeten had, dus bestreek ik het hele gebied.

Toen draaide ze zich opnieuw om en zei op strenge toon: ‘Zeg dat het je spijt.’

Dus zei ik, nog steeds op mijn knieën gezeten: ‘Het spijt me.’

‘Kus mijn tenen.’

Nou ja, oké. Ik kuste haar zanderige tenen.

‘Ga op je rug liggen.’

Ik rolde op mijn rug en lag op het zand.

Kate knielde tussen mijn benen en nam Big John in haar hand, met de opmerking: ‘Aan deze knaap moet nog wat gewerkt worden.’ Ze legde haar andere hand op mijn scrotum. ‘Waar zijn die gebleven?’

‘Ergens op een warm plekje.’

Ze stopte haar hoofd tussen mijn benen en binnen enkele minuten waren testikel A en B weer neergedaald op hun vertrouwde plekje terwijl Big John recht overeind stond en naar Pegasus wees.

Kate liet zich op me zakken, strekte haar rug en bewoog haar heupen in haar eigen tempo tot ze een van haar kalme, maar hevige orgasmes had.

Ze rolde van me af, stond op en begon zich aan te kleden.

Ik voelde me nogal gebruikt. ‘Ik geloof dat je mij vergeten bent.’ Ze verwijderde het zand uit haar beha. ‘Je bent veel aardiger voor me als je geil bent.’

‘Nou, ik kan anders behoorlijk gemeen worden als ik geil ben.’

Ze glimlachte. ‘Nee hoor, jij bent echt een jonge hond.’

Ik ging overeind zitten. ‘Ik ben er bijna. Ik heb nog maar een minuutje van je tijd nodig.’

Ze trok haar rok en sweater aan en zei: ‘Als je kunt wachten tot we onder een lekker hete douche staan, zal ik zorgen dat het het wachten waard was.’

‘Afgesproken.’ Ik kwam snel overeind en trok mijn vochtige kleren aan.

We stapten weer in de Jeep en Kate zette de verwarming vol aan. We reden het staatspark uit en sloegen vervolgens in westelijke richting af, terug naar de B&B.

Kate zei: ‘Als ik een longontsteking heb opgelopen, is het jouw schuld.’

‘Ik weet het. Het spijt me.’

‘Ik dacht echt dat ik door een haai werd gebeten.’

‘Ik weet het. Dat was stom. Het spijt me.’

‘En je mag nooit, nooit meer doen alsof je verdrinkt.’

‘Dat was onvergeeflijk, ik weet het. Het spijt me.’

‘Je bent volkomen gestoord.’

‘Weet ik. Zullen we neuken?’

Ze lachte.

Dus reden we over de verlaten snelweg, hielden elkaars hand vast en luisterden naar een of ander radiostation uit Connecticut dat Johnny Mathis, Nat King Cole en Ella Fitzgerald draaide.

We kwamen terug bij de B&B en toen leek die stomme sleutel niet te werken zodat ik bijna de deur intrapte, maar Kate kreeg hem van het slot en we renden de trap op als twee tieners die net een uur geleden de seks hadden ontdekt.

En niet om het een of ander, maar de hete douche was beter dan de koude baai en Kate hield haar woord en maakte het wachten de moeite waard.