Een gewichtig besluit
Het hele verhaal begon toen Monica’s
vijftienjarige zuster Liane op een vredige vrijdag, in de winter,
in opstand probeerde te komen.
‘Eén ding moeten jullie goed weten,’ verklaarde ze tijdens het avondeten, zich eraan ergerend dat haar stem niet zo vast klonk als hij klinken moest. ‘Als jullie me vanavond om 9 uur naar bed willen sturen, dan staak ik!’
‘Maar „De straten van San Francisco” dat is toch om negen uur afgelopen,’ zei haar drie jaar jongere broer Peter, zonder enig begrip voor haar te tonen.
‘Ach, dat stomme programma wil ik ook helemaal niet zien! Op het eerste net is „Muiterij op de Bounty”, een oude film met Clark Gable, en alle anderen van mijn klas kijken ernaar!’ Liane’s groene ogen spoten vuur.
Daarop zei Max Smit, haar vader, iets wat duizenden vaders voor hem en met even weinig resultaat al gezegd hebben: ‘Met de anderen van je klas hebben wij niets te maken.’
‘Maar ik wel!’ snauwde Liane. ‘Ik wil niet altijd als een baby naar bed gestuurd worden!’
‘Nou, nou, een beetje kalmer mag ook wel, Liane,’ zei haar moeder vermanend. ‘Je weet best dat we voor jullie plezier naar die misdaadserie kijken.’
‘Maar dan zonder mij!’ Liane gooide haar servet op tafel. ‘Ik ga naar Carla!’
‘Jij gaat helemaal niets,’ zei haar vader nadrukkelijk.
‘Ik wil niet, dat je ’s avonds alleen in het donker over straat gaat.’
Liane wierp haar vader een hartverscheurende blik toe.
‘Ook niet als ik nu zo heel graag wil?’
Hij raakte even haar hand aan. ‘Ik verbied het je immers alleen maar, omdat ik niet wil dat je iets overkomt!’
De negenjarige Monica was de jongste van het span. Ze volgde het gesprek met gespannen aandacht, want ze wist dat het ook om haar ging. Maar om een beetje buiten schot te blijven, hield ze haar hoofd met het vuurrode haar dat ze achter de oren met een paar elastiekjes tot staartjes samengebonden had, dicht boven haar bord gebogen.
‘Je zou me toch kunnen afhalen,’ bedelde Liane, die bij vader op schoot was gaan zitten.
‘Daar zouden we toch niets mee opschieten.’ Mevrouw Smit schonk zichzelf nog een kopje thee in. ‘Als je laat thuiskomt, stoor je Monica…’ Monica spitste de oren.
‘Monica! Altijd Monica!’ Liane sprong op. ‘Ik haat het met dat nest op één kamer te moeten slapen!’
‘Zo is het wel goed.’ Vader overwon zijn kleine zwakheid voor zijn oudste dochter. ‘Nu ga je toch beslist te ver!’
Liane gooide haar lange blonde haar naar achteren.
‘Ach, jullie weten ook wel, dat ik het helemaal niet zo bedoel! Natuurlijk haat ik Monica niet en een nest is ze ook niet, maar het is echt belachelijk als je op je vijftiende nog geen eigen kamer hebt.’
Monica kon niet langer haar mond houden. ‘Denk je dat het voor mij dan zo prettig is?’
‘En dat zegt zij! Toen ik zo oud was als jij, had ik nog een kamer met Peter samen.’
‘Ja, dat verhaaltje ken ik al! Dat heb je me al duizend keer verteld. Maar de tijden zijn intussen veranderd.’
Liane was verbluft. ‘Wat heeft dat nu weer te betekenen!?’
‘Ach, ze kletst maar wat,’ meende Peter.
‘Helemaal niet! Iedereen zegt toch steeds maar dat de tijden veranderd zijn,’ verdedigde Monica zich, ‘nou, dan zal het toch wel waar zijn.’
Meneer Smit hield zijn hand voor zijn mond om zijn lachen te verbergen.
‘En toch wil ik vanavond beslist die film zien,’ hield Liane vol.
Monica stak haar vinger op, alsof ze op school zat. ‘Mag ik misschien een voorstel doen? Als ik nu eens bij uitzondering langer op mocht blijven, dan konden we toch allemaal naar de film kijken?’
‘Dat had je kunnen verwachten!’ Liane liet zich als verpletterd weer op haar stoel vallen.
Monica zette grote ogen op; ze waren net zo groen als die van haar zuster, maar maakten een lichtere indruk, omdat ze haar wimpers niet verfde.
‘Hoezo? Wat is daar nu zo verkeerd aan?’
‘Je weet heel goed dat je niet tot 10 uur mag opblijven! Je moet morgen vroeg naar school… of niet soms?’
‘O, maar ik bedoel alleen maar dat daar wel eens een uitzondering op gemaakt kan worden,’ zei Monica op onschuldige toon.
‘Wat?’ vroeg haar moeder. ‘Wil je niet naar school?’
‘Je zou me toch best een briefje met het een of andere excuus mee kunnen geven. Andere ouders doen dat ook.’
‘Het wordt wel steeds fraaier,’ stelde haar vader vast. ‘Ik zie het al voor me als niet iedereen een eigen kamer en een eigen t.v.-toestel krijgt, hebben we binnenkort laaiende ruzie in ons gezin.’
Monica wreef met haar wijsvinger langs haar wipneus.
‘Ik geloof dat je gelijk hebt, pap. Iedereen zijn eigen t.v., zou natuurlijk een beetje overdreven zijn, maar ons huis is doodgewoon te klein.’ Ze werd rood toen iedereen haar aanstaarde.
‘t Is toch zeker waar,’ verdedigde ze haar standpunt, ‘als Liane en ik ieder een eigen kamer zouden hebben, zouden we ook niet steeds ruzie hoeven te hebben. Peters kamer is ook te klein. Als hij een grotere kamer zou hebben, zou het er vast en zeker niet zo’n rommel zijn en zou mam zich niet steeds hoeven te ergeren.’ Ze keek van de een naar de ander.
Onverwacht kreeg ze steun van haar moeder. ‘En als ik dan over een behoorlijke ruimte kon beschikken,’ zei deze, ‘dan kon ik eindelijk weer eens pottenbakken. Ik zou het enig vinden mijn oude beroep weer uit te oefenen… en ik zou er geld mee kunnen verdienen ook, Max!’
‘Willen jullie hier echt weg?’ vroeg vader overrompeld.
‘Ja!’ antwoordden de anderen in koor.
‘Maar zo’n groot huis als jullie je voorstellen kost geld meer geld dan we kunnen uitgeven.’
‘Niet als we de stad uitgaan en op het platteland gaan wonen,’ zei zijn vrouw zacht.
‘Kijk me nu niet zo aan. Je wilde zelf toch ook op het platteland gaan wonen… een huis met een tuin is toch je ideaal! Daarvoor zijn we toch aan het sparen?’
‘Ja maar we hebben nog lang niet genoeg gespaard!’
‘Dat weet ik ook wel. Maar dat is toch geen reden om hier nog zo lang in een te klein huis op elkaar geperst te blijven zitten. Wat hebben we eraan, als we pas kunnen bouwen als de kinderen groot zijn! Laten we gewoon iets huren.’
‘Ja, een huis met een tuin!’ riep Monica geestdriftig, terwijl ze op haar stoel op en neer wipte.
‘En dan liefst nog met een stal ook!’
Ja, dan konden we paarden houden!’ riep Liane.
Hoe verschillend de beide zusters ook waren, in hun liefde voor paarden waren ze het roerend met elkaar eens.
‘Het mooiste zou een oude boerderij zijn!’ opperde Peter. ‘Zoiets moet toch te krijgen zijn. Als een boer zijn beroep opgeeft en naar de stad trekt, kan hij gemakkelijk zijn land aan een grotere boer verkopen… en het huis blijft dan over.’
‘Hoe weet je dat?’ zei Monica verbaasd.
‘Heb ik in de krant gelezen.’
‘De krant!’ riep Monica. ‘Die moeten we hebben! Staan zulke dingen niet altijd in de krant?’
‘Wat heb ik toch een slimme kinderen,’ stelde vader vast. ‘Geef me de krant eens aan; hij ligt op de kleine tafel.’
‘Vinden jullie niet dat we eerst de tafel moeten afruimen,’ stelde zijn vrouw voor.
‘Goed idee!’ Vader Smit stond op en zette zijn bril op zijn neus. ‘Jullie ruimen op en ik lees de onroerendgoedadvertenties na.’
‘De… wat?’ vroeg Monica.
‘Onroerend goed!’ herhaalde Liane met nadruk. ‘Dat zijn huizen en dergelijke. Dingen die je niet verplaatsen kunt. Daartegenover heb je de roerende goederen, de verplaatsbare dingen.’
‘O.’
De kinderen hielpen mam druk pratend en goedgemutst de tafel afruimen, met de afwas en het op orde brengen van de keuken, terwijl hun vader het zich gemakkelijk maakte in zijn stoel en aandachtig de advertenties doornam. Ze waren het er allemaal over eens dat het een fantastisch idee was naar het platteland te verhuizen. Niet dat het hun in de stad niet meer beviel, maar het viel toch niet te ontkennen dat hun flat werkelijk te klein geworden was. Daarbij kwam dat de drie kinderen er allang vurig naar verlangd hadden een huisdier te hebben. Een hond of tenminste een poes. Maar dat stond de huiseigenaar niet toe; dat stond uitdrukkelijk in het huurcontract. Bovendien vonden hun ouders dat het houden van een dier op de vijfde verdieping van een flatgebouw voor de mensen op zijn minst niet gemakkelijk was, maar dat het voor de dieren zelf nog erger was. Nu scheen de verwezenlijking van deze droom opeens heel dichtbij te zijn. Ze zouden gaan verhuizen!
Moeder probeerde hun geestdrift te temperen.
‘Zullen jullie er geen spijt van krijgen?’ vroeg ze. ‘Ik bedoel, met het oog op je vrienden en vriendinnen?’
‘Welnee,’ antwoordde Liane vlug, ‘die kunnen ons op het platteland komen opzoeken!’
‘Als ik een zitbank op mijn nieuwe kamer krijg,’ riep Monica, ‘dan kan Petra zelfs bij mij logeren! Dat mag ze toch wel, hè mam?’
Toen ze in de woonkamer terugkwam, had vader al een paar veelbelovende aanbiedingen aangestreept.
Ze rukten elkaar de krant uit de handen om die te lezen.
‘Morgenochtend ga ik erop uit om het een en ander te bekijken,’ beloofde meneer Smit.
Allemaal waren ze heel opgewekt. Het lukte Monica haar ouders ervan te overtuigen dat ze vandaag in geen geval om negen uur kon gaan slapen. Zo werd dan toch de grote uitzondering gemaakt: Monica mocht een uur langer opblijven. Het hele gezin keek gezellig naar de Hollywoodfilm en iedereen was na afloop van mening, dat het beslist de moeite waard was geweest.
Toen de zusjes uiteindelijk in hun stapelbed lagen, Monica boven en Liane onder, zuchtte de jongste voldaan: ‘Dat was een mooie dag!’
‘Zeg dat wel,’ zei Liane instemmend, ‘ook als het met dat huis niets wordt, dan hebben we tenminste Clark Gable gezien!’
‘Zeg zoiets toch niet!’ ging Monica geschrokken tegen haar in.
‘Het wordt wel wat… het móét gewoon wat worden.’