Zaterdag 7 augustus

Toen Johan wakker werd wist hij eerst niet waar hij was. Toen voelde hij naast zich een klein lichaampje en hij begreep dat hij thuis was bij Emma en Elin. Zijn dochtertje sliep met regelmatige ademhalingen, heel dicht bij hem. Emma sliep ook. Allebei lagen ze op hun zij met hun gezicht naar hem toe en het trof hem hoe ze op elkaar leken.

De verslaggeving van de laatste dagen rond de moord op Gunnar Ambjörnsson was intensief geweest en dat had veel van zijn krachten gevergd. Hij ergerde zich eraan dat het hem zelf niet was gelukt informatie over de onthoofde paarden te krijgen, maar dat was voor alle journalisten gelijk geweest. Dat had de politie echt voor zich weten te houden. Eigenlijk indrukwekkend.

Er waren gelukkig meerdere svt-verslaggevers naar Gotland gekomen om te helpen met de berichtgeving. Johan had gevraagd om het weekend aan zijn reportage over de diefstallen van archeologische vondsten te mogen besteden, ook al leek dat een zijspoor te zijn. Grenfors had er echter niet moeilijk over gedaan. Dit zou met de moorden te maken kunnen hebben.

De ontmoeting met de heler was de dag voordat Ambjörnsson was gevonden afgesproken en Johan wilde de gelegenheid om hem onder vier ogen te spreken niet missen. Hij zette koffie, douchte en haalde vervolgens de ochtendkrant voordat hij Emma met een kus wekte.

"Goedemorgen. Ik kan Elin wel verschonen", bood hij aan.

"Dank je", mompelde ze en ze draaide zich om en kroop nog dieper onder het dekbed.

Op weg naar de badkamer zoende hij de slaapwarme zachte wangetjes van zijn dochter en blies haar in haar nek. Het verschoonmoment op de commode was altijd gezellig, vond Johan.

Dan praatte hij met Elin en knuffelde haar terwijl hij haar achterste even luchtte.

Toen hij klaar was met verschonen tilde hij haar op, droeg het kleine mensje dicht tegen zich aan en neuriede zacht in haar oor.

Voordat hij een kind had gekregen had hij zich nooit kunnen voorstellen hoe leuk het was. Wat hij vooral had gehoord van ouders met kleine kinderen was dat het vermoeiend en lastig was: doorwaakte nachten en luiers verschonen, geschreeuw en kolieken. Natuurlijk begreep hij dat het anders was als je de hele tijd voor een baby moest zorgen, maar Emma zei hetzelfde, Elin was een ongewoon tevreden en makkelijke baby.

Ze ontbeten en lazen in alle rust de krant. Er was geen nieuws over de moord op Ambjörnsson. Volgens de woordvoerder werkte de politie grootschalig en volgde ze meerdere sporen, maar tot nu toe hadden ze nog geen verdachte voor de misdaad. De politie gaf daarentegen toe dat ze ervan uitgingen dat dezelfde dader achter de drie moorden zat. Dat er bij twee van de slachtoffers kort voor hun dood een paardenhoofd was gevonden, wilden ze nog steeds niet bevestigen, ze meldden alleen dat het onderzoek in een gevoelig stadium was.

In een gevoelig stadium, dacht Johan. Ik vraag me af wat dat betekent.

Na het ontbijt legde hij Elin in bed, die na de tweede borstvoeding weer in slaap was gevallen. Haar wieg stond naast het bed en ze sliep meestal zonder problemen snel in. Johan pakte Emma vast, die alleen in ochtendjas was gekleed, en trok haar naar zich toe. Hij keek in haar warme ogen, er was iets kwetsbaars in te lezen, wat haar verschrikkelijk aantrekkelijk maakte. Zo was het ook geweest toen hij haar de eerste keer had ontmoet.

Hij omhelsde haar en ze drukte zich tegen hem aan. Zonder dat ze meer hoefde te doen begreep hij wat ze wilde. Haar respons was krachtig toen hij haar kuste. Johan was duizelig en meteen verschrikkelijk opgewonden. Ze vielen op het bed neer en kusten elkaar hartstochtelijker dan hij zich kon herinneren.

Ze reikte naar hem, drukte zich tegen hem aan alsof hij haar leven moest redden. De hartstocht verraste hem en hij verloor elk gevoel voor ruimte. Hij hoorde zichzelf kreunen en trok haar ochtendjas los. Haar lichaam was nog warm van de slaap en zacht, ze was ronder dan gewoonlijk en haar borsten waren gezwollen van de melk. Hij begroef zich in haar, boorde zijn vingers in haar vlees en streelde haar borsten met zijn lippen. Alsof het de eerste keer was dat hij in haar drong. Hij verloor bijna het bewustzijn toen hun liefde het hoogtepunt bereikte.

 

Nog nooit had Knutas op een zaterdag zoveel heen-en-weer geren in de gangen meegemaakt. Het onderzoek werd alleen maar groter en het werk nam alle tijd in beslag.

Deze zomer was de treurigste geweest die hij in jaren had meegemaakt. Die hij überhaupt ooit had meegemaakt. Hij had alleen een paar keer in zee gezwommen en de keren dat het hele gezin samen had gebarbecued, waren op één hand te tellen, hoewel het een van de mooiste zomers sinds tijden was geweest.

Nu leek het er in elk geval op dat het onderzoekswerk eindelijk tot een oplossing kwam, er hing absoluut nieuwe energie in de lucht.

Toen Knutas na de lunch terugkwam had iemand de passagierslijsten van Destination Gotland waar hij om had gevraagd op zijn bureau gelegd. De lijsten waren weliswaar al die vrijdag gecontroleerd zonder dat de naam van Ambjörnsson of van iemand die een relatie met hem had, was opgedoken, maar Knutas wilde ze voor de zekerheid zelf nog een keer doornemen. De namen van de passagiers van alle vertrekken vanaf zondag 1 augustus stonden erop, de datum dat Ambjörnsson van zijn buitenlandse reis werd terugverwacht.

Hij vulde een kop met koffie bij de automaat en ging achter zijn bureau zitten.

Zijn blik gleed over de rijen met personen die van Nynashamn naar Visby waren gereisd op dezelfde dag dat Ambjörnsson zou zijn teruggekeerd. Knutas ontdekte geen naam die hem verder zou kunnen brengen.

Hij kon natuurlijk onder een andere naam hebben gereisd, maar waarom? Misschien als hij daartoe werd gedwongen, iemand had hem kunnen bedreigen. De dader had dan wel een groot risico genomen als Ambjörnsson levend zou zijn teruggereisd. Hij had de aandacht getrokken en iemand had hem kunnen zien en hem kunnen herkennen. Nee, zo kon het niet gegaan zijn. Knutas zuchtte en legde de papieren aan de kant.

Het lichaam van Ambjörnsson was naar de afdeling forensische geneeskunde in Solna gebracht en het voorlopige sectierapport werd in de loop van maandag verwacht.

Knutas besloot een wandeling te maken om zijn zinnen te verzetten. Het was een mooie middag, er was vanuit het oosten een nieuw hogedrukgebied gekomen, wat een warme middeleeuwse week beloofde. Het evenement in de stad was begonnen; vanaf Strandgardet kon hij de stem van de speaker horen en het applaus bij het torenspel dat in klassieke ridderstijl werd gehouden. Een groep potsenmakers trad op bij de Österport en in de Hästgatan werd Knutas bijna ondersteboven gelopen door een in middeleeuwse kleding gestoken groepje mensen dat door de stegen trok.

Hij stak Stora Torget over en besloot een omweg naar de zee te maken. Op weg ernaartoe liep hij door de Skogränd waar Aron Bjarke woonde. Bij het huis van de docent ging hij langzamer lopen en hij kreeg plotseling de behoefte om even bij hem langs te gaan. Hij belde een aantal keren aan, maar er werd niet opengedaan. Bjarke was kennelijk niet thuis. Toen hij daar in het overdekte voorportaaltje stond viel zijn blik op een voorwerp in de vensterbank. Tussen wat potten en oude blikken stond een houten figuur van ongeveer drie turven hoog.

Hij liep naar het raam om te kijken en hij begreep wat er zo opvallend aan was: het was een mannelijke figuur met een buitenproportioneel grote penis in opgerichte staat. Knutas wist zeker dat hij hem eerder had gezien en zocht koortsachtig in zijn geheugen, kreeg het gevoel dat het een betekenis kon hebben. Er flitste iets door zijn achterhoofd, maar dat verdween net zo snel weer.

Hij belde een laatste keer aan en wachtte even af, maar het leek donker en stil daarbinnen. Zijn blik viel opnieuw op de figuur voor het raam. Ergens had hij die eerder gezien.

's Middags om vier uur had Johan met de onbekende verkoper afgesproken. Hij was de hele dag gespannen en belde een paar keer met Pia om na te gaan of ze alles onder controle hadden. Hij had de verkoper duidelijk gemaakt dat hij bij de eerste ontmoeting geen geld bij zich zou hebben. Puur een voorzorgsmaatregel. Eerst wilde hij een paar voorproefjes zien van welke Gotlandse archeologische voorwerpen er werden aangeboden.

De camera lag op de redactie. Pia zou hem ophalen en mee naar Johan thuis in Roma nemen om te oefenen. Hij had nog maar weinig gefilmd en alle hulp die hij kon krijgen was welkom. Johan had afgesproken dat hij, als hij tevreden was met de voorwerpen, die maandag contant zou betalen.

Hij was ervan uitgegaan dat hij gecheckt zou worden en had een valse naam en adres opgegeven. Gelukkig had hij een goede vriend in Skåne die vermogend en van adel was. Het was niet de eerste keer dat hij in zijn werk diens identiteit gebruikte. Het had zijn voordelen in het adelboek te staan en ook nog bij de rijkste mensen in Zweden te horen. Nu ging het er alleen nog om zijn rol goed te spelen als hij de heler zou ontmoeten.

 

Knutas las de passagierslijsten nog een keer door voordat hij naar huis ging. Het kon dat hij ondanks alles Ambjörnsson over het hoofd zag. Eerder had hij alleen maar op de eerste letter van de achternaam gekeken, maar nu las hij de hele lijst nog een keer door en volgde met zijn wijsvinger nauwkeurig de namen om niets te missen.

Plotseling viel zijn blik op een naam die hij herkende. De naam van Aron Bjarke. De archeologiedocent was op maandag 2 augustus van Nynashamn naar Visby gereisd. Bjarke was op hetzelfde tijdstip dat Ambjörnsson vanuit Marokko thuis werd verwacht, in Stockholm geweest.

Met een sneller kloppend hart zocht Knutas naar de passagiers die vanuit Visby naar Nynashamn waren gereisd. Hij had de lijsten van zondag 1 augustus, maar kon Bjarke niet vinden. Hij belde de contactpersoon bij Destination Gotland die de lijsten had gestuurd en vroeg naar de passagierslijsten van zaterdag 31 juli. Op die datum had hij met Bjarke in zijn tuin koffiegedronken, deze had dus niet eerder kunnen vertrekken.

De lijst met namen zou binnen een halfuur opgestuurd worden.

Hij leunde achterover in zijn stoel en wachtte, terwijl de gedachten in zijn hoofd maalden. Aron Bjarke, archeoloog en docent op de hogeschool. Daardoor was er een verband met zowel Martina als Staffan. Bleef de vraag over welk verband er met Ambjörnsson was. De mail van Destination Gotland kwam al na een paar minuten en hij vond de naam bijna onmiddellijk. Bjarke had op zaterdagmiddag 31 juli het eiland met de auto verlaten. Knutas keek op van de computer en keek door het raam naar buiten. Opnieuw flitste er een vaag gevoel door hem heen, maar hij kon het niet grijpen. Dat irriteerde hem.

Hij vroeg zich af wat Aron Bjarke met Gunnar Ambjörnsson gemeenschappelijk kon hebben. Met Staffan Mellgren was er immers een logisch verband, allebei doceerden ze in de archeologie en ze waren beiden Martina Flochtens docent geweest.

Op het moment dat hij dit dacht, drong tot hem door wat hij over het hoofd had gezien; het figuurtje in Aron Bjarkes keukenraam. Nu besefte hij wat het voorstelde: Freyr, de vruchtbaarheidsgod binnen de Oudnoordse godenleer. Vandaar de penis. Net zo'n godsbeeld was hem thuis bij Mellgren opgevallen. Hij pakte de telefoon en gaf opdracht het figuurtje onmiddellijk op te halen.

Zelf had hij geen tijd. Hij moest dringend Aron Bjarke te pakken krijgen.

 

Johan vertrok ruim op tijd voor de ontmoeting met de heler. Hij had de hele middag met de camera geoefend die aan een riem om zijn middel vastzat. Dat hij het risico liep herkend te worden was een probleem. Hij gaf zich uit voor iemand van adel uit Skåne, maar het zou kunnen dat de heler hem op de televisie had gezien. Af en toe toonde Johan zijn gezicht, als hij een rechtstreekse uitzending verzorgde of een stand-up deed.

Zijn vermomming bestond uit een grote zonnebril en een pet waar hij zijn donkere krullen onder stopte. In de spiegel leek hij een ander mens.

Op de weg naar Visby was veel verkeer, veel mensen wilden de stad in om deel te nemen aan of te kijken naar een van de talrijke evenementen die er op de eerste dag van de middeleeuwse week werden georganiseerd. Hij had Emma's auto geleend en was twintig minuten voor de afgesproken tijd bij de ijshal. Hij voelde zich een echte bandiet, een onderdeel van een criminele transactie. Alleen al door de gedachte voelde hij zich schuldig.

Johan werd behoorlijk nerveus terwijl hij wachtte en hij schrok toen er even later een rode pick-up kwam aanrijden. Hij maakte een discrete beweging aan de binnenkant van zijn jasje en zette de camera aan. De man die de auto reed droeg ook een donkere zonnebril. Hij had grijze baardstoppels en een beetje overgewicht, en was rond de vijftig.

Zonder iets te zeggen strekte hij zich naar voren en opende het portier aan de passagierskant. Met een zekere aarzeling ging Johan in de auto zitten.

Ze begroetten elkaar kort.

"Als we voorzichtig zijn dan kunnen we hier naar de spullen kijken, maar het moet snel gaan", zei de man in onmiskenbaar Gotlands en hij wierp steelse blikken uit het autoraam en in de achteruitkijkspiegel. Hij leek gestrest. Niet meteen een ruw gangstertype. Misschien was hij nieuw.

De heler trok een gereedschapskistje naar voren dat tussen de stoelen ingeklemd stond. Hij maakte het kistje open en haalde er een in elkaar gewikkelde vilten doek uit, waaruit hij een reeks verschillende voorwerpen tevoorschijn haalde: een beitel, een paar bladen van een bijl, meerdere zilveren munten, speerpunten en een ringgesp.

Johan zette een professioneel gezicht en tilde langzaam, een voor een, de voorwerpen op.

Niklas had hem een paar tips gegeven over welke opmerkingen hij zou kunnen maken. De heler bekeek hem waakzaam.

"Dit hier is, zoals ik al door de telefoon heb gezegd, een voorproefje. Ik heb veel meer. Ik weet niet hoe geïnteresseerd u bent?" "Nu ik heb gezien wat u hebt, en dat het echte spullen zijn, kan het om heel wat gaan", zei Johan.

"Waar hebben we het over?"

"Daar wil ik nu niet op ingaan. Eén zaak per keer. Wat moet u hiervoor hebben?"

"Alles?"

"Yes."

"Honderdduizend."

"Dat is te veel. U krijgt vijftigduizend."

Niklas had hem vooraf gewaarschuwd dat er waarschijnlijk een te hoge prijs zou worden gevraagd, al was het alleen maar om hem op de proef te stellen.

"Negentig."

"Ik kan niet verder gaan dan vijfenzeventigduizend, alleen maar om deze eerste keer mijn goede wil te tonen. En ik zou het in het vervolg op prijs stellen als u mij meteen redelijke prijzen geeft."

"Wanneer kan ik het geld krijgen?"

"Maandag."

"Contant?"

"Dat hadden we afgesproken, toch?"

 

Aron Bjarke nam zijn vaste telefoon niet op, en ook zijn mobiele telefoon niet.

Knutas zette zijn computer aan en zocht zijn persoonsgegevens na. Hij was in 1961 geboren in het ziekenhuis van Visby, had de middelbare school op de Säveskolan in Visby gevolgd en later aan de universiteit van Stockholm archeologie gestudeerd. Een lange tijd had hij in Hägersten gewoond, een van de zuidelijke voorsteden van Stockholm. Knutas kreeg bevestigd dat Aron nooit getrouwd was geweest of als samenwonend was geregistreerd, en dat hij geen kinderen had. Sinds een paar jaar was hij terug op Gotland en woonde in de Skogränd.

Aron Bjarke had een oudere broer, die Eskil Rondahl heette. Hun ouders waren nog maar een jaar geleden bij een brand omgekomen. Knutas herinnerde zich de brand in Hall nog goed. Die kon snel worden gedoofd, toch stierven er twee mensen, Arons ouders dus. Hij fronste zijn voorhoofd bij dit merkwaardige toeval. De politie had een grondig technisch onderzoek verricht, maar de oorzaak van de brand was nooit opgehelderd.

Het bleek dat zijn oudere broer nog op de ouderlijke boerderij in Hall woonde.

Misschien zou hij Aron daar ook vinden.

 

De spanning die Johan had gevoeld voor de ontmoeting met de heler gleed van hem af toen hij in zijn auto ging zitten. Hij voelde zich slap in zijn benen en was misselijk. Niet omdat de man een bijzonder angstaanjagende indruk had gemaakt, maar eerder door diens bescheidenheid.

Hij schoof de gedachte aan eventuele gevolgen zolang van zich af. Zette de camera uit, hoopte dat alles op de film stond en zette zijn bril en pet af.

In Gråbo pikte hij Niklas Appelqvist op, die twee flessen goede wijn en een boeket bloemen voor Emma bij zich had. Johan was onder de indruk, dat had hij niet gedacht van zijn vriend.

Toen ze bij het huis kwamen, werden ze door luide muziek ontvangen. Pia en Emma zaten met een glas wijn op de bank te luisteren naar Ebba Grön. Het was lang geleden dat hij Emma zo vrolijk had gezien. Ze moest ontspannen. Misschien berustte haar onzekerheid wat hun relatie betreft ook op vermoeidheid.

Hij besloot onmiddellijk haar op een reis te trakteren, of ze nu wilde of niet. Het moest een verrassing worden, al geboekt en voorbereid. Elin moest natuurlijk mee, maar hij zou alle verantwoordelijkheid nemen. Emma zou haar alleen maar hoeven voeden.

Toen ze Johan zag, danste ze met een ondeugende lach op hem af en gaf hem een kus. Hij kreeg het gevoel dat ze zijn gedachten had gelezen.

Na het eten gingen ze op de bank in de woonkamer zitten om naar de film te kijken. De beeldkwaliteit liet voor een deel te wensen over, de beelden waren schokkerig, maar ze konden duidelijk horen wat er op de band werd gezegd.

Johan haalde opgelucht adem toen hij zag dat het materiaal goed genoeg was om voor een tv-verslag te gebruiken. Toen kwam het gezicht van de heler in beeld, eerst wazig, daarna duidelijker. Niklas schreeuwde het uit.

"Verdomme! Dat is die vent van het magazijn, Eskil, Eskil nog iets."

Ze keken allemaal verbaasd naar Niklas.

"Ja, Eskil Rondahl heet hij. Hij werkt in het magazijn van Fornsalen, al sinds eeuwen. Niet zo vreemd dat hij aan spullen kan komen."

"Ja, maar natuurlijk!" riep Johan opgewonden uit. "Ik heb hem nota bene telefonisch geïnterviewd over die diefstallen. Mijn hemel, dit droge en trieste mannetje? Weet je zeker dat hij het is?"

"Natuurlijk weet ik dat. Iedereen die archeologie studeert heeft een paar lessen van hem gehad. Hij laat zien hoe de archeologische vondsten worden verzorgd en gearchiveerd."

"Dus het is het werk van een insider. Als hij spullen verkoopt zijn er misschien meer mensen die zich daarmee bezighouden."

"Dit is verdomme toch complete waanzin." Niklas schudde zijn hoofd. "Ik vraag me af hoe lang hij daar al mee bezig is."

"Wat weet je van hem?"

"Niet veel. Hij lijkt akelig anoniem, verschrikkelijk in zichzelf gekeerd en zwijgzaam. Zegt amper iets. Een vreemde snuiter, heel simpel."

"Weet je of hij een gezin heeft of waar hij woont?"

"Geen flauw idee, hoewel ik me moeilijk kan voorstellen dat hij een gezin heeft."

"Ik moet het nakijken."

Johan stond op en zette de computer aan die Emma in de werkkamer had staan. Hij zocht Eskil Rondahl in het persoonsregister en kreeg zijn adres.

"Hij woont in Hall, dat ligt toch in het noorden?"

"Wat is het adres?" vroeg Niklas, die hem was gevolgd en meekeek op het scherm.

"Er staat alleen Sigvards, Hall."

"Waar ligt dat? Grote delen van Hall zijn natuurreservaat bij de stenen kust. Daar is nauwelijks iets, het is er desolaat en kaal."

Johan keek op de klok. Het was kwart over negen.

"Ik ga ernaartoe."

"Nu meteen?"

Johan schreef de informatie over Eskil Rondahl op.

"Ik ga mee", zei Niklas beslist.

"Nee, het is beter dat Pia meegaat zodat zij kan filmen als het nodig is", zei Johan. "Jij kunt zolang bij Emma blijven."

 

Pia was opgewonden en overschreed de snelheidslimiet ruimschoots. Ze had rustig aan gedaan met de wijn, omdat ze de volgende dag vroeg op moest en daar was ze nu blij om. Ze reden via Visby, en verder naar het noorden voorbij Lickershamn. Het was nog steeds licht. Toen ze Ireviken passeerden begon het landschap te veranderen. De natuur werd kaler met wat lage vegetatie. Hier en daar zagen ze dode bomen die hun naakte takken naar de hemel uitstrekten. Ze zochten een tijdje en moesten de weg vragen naar de boerderij die ze tenslotte aan het einde van de weg vonden. De duisternis begon te vallen en ze durfden niet verder te rijden. Zodra de boerderij achter een bocht opdook trapte Pia op de rem en reed achteruit. Ze parkeerde een stukje verderop in het bos.

De boerderij was van een indrukwekkende grootte, maar moest duidelijk gerenoveerd worden. Tot hun verbazing zagen ze dat er vijf, zes auto's buiten op het erf stonden. Eskil Rondahl had kennelijk bezoek. Een eindje verderop was een rode pick-up te zien en een oude, roestige paardentrailer. Pia droeg de kleine camera bij zich voor het geval ze zou kunnen filmen. Het moest wel binnenshuis zijn, buiten was het te donker. Ze naderden voorzichtig het huis en observeerden het toen ze plotseling achter zich het geluid van een motor hoorden. Johan schrok; nog een bezoeker?

Hij stond perplex toen hij zag wie er uit de auto stapte. Het was Anders Knutas. Hij was alleen en in een civiele auto. Was hij de diefstallen ook op het spoor? Johan wierp een snelle blik op zijn horloge. Het was bijna tien uur.

Knutas leek Johan en Pia, die in de beschutting van een paar hoge struiken stonden niet te hebben gezien en toen Johan naar voren stapte schrok hij.

"Wat doet u verdomme hier?"

Hij siste de woorden eruit. Wat een absurde situatie. Hier stonden ze elkaar dom aan te staren, op een donkere avond midden in de natuur bij een eenzame boerderij.

"Wat doet u hier zelf?" vroeg Johan.

"Dat is mijn zaak", snauwde Knutas. "Wat gebeurt er?" vroeg hij met een knik naar de geparkeerde auto's.

"Geen idee, we zijn hier net."

Pia stapte ook naar voren en Knutas groette.

"Leg me nu maar eens uit hoe het kan dat jullie twee hier zijn."

Johan vertelde kort hoe hij de Amerikaanse website had gevonden en over de ontmoeting met de heler. Toen hij vertelde dat de heler Eskil Rondahl was, zette Knutas grote ogen op.

"Niet slecht."

Hij klonk zelfs onder de indruk.

"Maar u bent hier om een andere reden?"

Knutas aarzelde even. Misschien was het de intimiteit zoals ze daar in het donker stonden, misschien was het omdat hij zo moe, zo uitgeput was na de gebeurtenissen van de laatste tijd; iets zorgde ervoor dat hij ervoor koos zijn ontdekking te onthullen.

"Aron Bjarke, die docent is op de hogeschool, bevond zich in Stockholm toen Gunnar Ambjörnsson van zijn buitenlandse reis werd thuis verwacht. Het is niet eerder naar voren gekomen, maar Aron Bjarke en Eskil Rondahl zijn broers. Aron Bjarke heeft twintig jaar geleden zijn naam veranderd toen hij in Stockholm studeerde. Eerder heette hij Aron Rondahl."

"Verdenken jullie Aron van de moorden?"

"Ja, en nu komt u nog met een heel nieuw aspect; deze diefstallen. Als op een presenteerblaadje aangeboden hebben we nu dus misschien ook de oplossing van de diefstal uit Fornsalen."

Pia porde Johan in zijn zij.

"Kijk, er lijkt iets aan de gang te zijn."

In het huis zagen ze mensen heen en weer lopen. Johan hoorde hoe iemand de deur van binnenuit vergrendelde. Merkwaardig, dacht hij. Hier op het platteland sluit toch niemand af.

Voorzichtig slopen ze naar voren om door een raam te kijken. Ze keken recht in de keuken, die ouderwets was en slecht uitgerust leek te zijn. Een versleten fornuis en een kleine koelkast met vriezer waren de enige elektrische apparaten. Er stond een aanzienlijke hoeveelheid afwas, glazen en flessen. Johan sloop langs de muur en bukte om niet gezien te worden. Hij liep om de hoek van het huis heen, vatte moed en richtte zich ver genoeg op, zodat hij ongehinderd naar binnen kon kijken.

Het was een grote kamer, bijna een zaal maar spaarzaam gemeubileerd. Een tiental mensen bevonden zich daarbinnen, mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. Iedereen was gekleed in gelijke, lange, op een mantel lijkende kledingstukken. Zijn eerste gedachte was dat ze een soort ceremonie hielden in verband met de middeleeuwse week, maar onmiddellijk begreep hij dat het om iets anders ging. Er kwam een man binnen, slechts gekleed in korte broek, hij hield een platte met huid beklede trommel vast, die op een tamboerijn leek, en sloeg daarop met een houten trommelstok, die aan het uiteinde met leer was omwikkeld. Ondertussen zong hij een eentonig lied zonder melodie, maar dat vooral uit monotoon geluid bestond. Johan kon geen woorden opvangen, maar hij kreeg het gevoel dat de trommelslager bezweringen uitsprak of hogere machten aanriep.

Een andere man, wiens gezicht verborgen was achter dat van de anderen, ging in het midden van de groep staan. Als op afspraak werd er een kring om hem heen gevormd. Hij draaide zich naar verschillende richtingen terwijl hij sprak en de anderen in de groep leken te antwoorden. Knutas was naast Johan gaan staan.

"Wie is dat met die trommel?" fluisterde Johan. "Hij ziet eruit als een sjamaan."

"Ja, maar ik weet niet wie het is. Maar moet je hem in het midden eens zien, die de leider lijkt te zijn. Dat is Aron Bjarke."

Op hetzelfde ogenblik keek Bjarke hun richting op en even dacht Johan dat ze ontdekt waren, maar Bjarke ging onverstoorbaar verder.

Toen zag Johan Eskil Rondahl. Hij stond aan de rand van de groep, had zijn ogen dicht en mompelde net als de anderen. Hij was totaal anders dan toen Johan hem eerder die dag had gezien. Bijna een ander mens. Hij leek in trance te zijn en Johan kreeg het gevoel dat de trommelaar de anderen en zichzelf in een soort extase bracht.

Plotseling danste er een luchtig geklede vrouw de kamer in. Ze had middellang rood krullend haar en was net als de sjamaan bijna naakt. Om haar heupen droeg ze een stuk korte stof en op haar bovenlichaam slechts een topje. Ze danste om de trommelslager heen en zwaaide met haar haar. In haar handen droeg ze iets wat eruitzag als een hoorn, die ze aan de anderen in de kring aanbood om eruit te drinken.

Toen iedereen had gedronken werd er een schaal gehaald. De vrouw droeg die voorzichtig in haar handen en Johan en Knutas leunden instinctief naar voren om beter te kunnen kijken. Ze zwaaide met de schaal heen en weer en de deelnemers kregen een extatische blik in hun ogen. Iedereen staarde naar de schaal. Toen hield ze die zichzelf voor terwijl de man met de trommel heftiger met het stuk hout sloeg en zijn stem verhief. Nu drong het geluid naar buiten, maar ze konden nog steeds geen enkel woord onderscheiden. Zoiets hadden ze nog nooit gezien. De vrouw dronk van de inhoud van de schaal terwijl de sjamaan het uitschreeuwde. Een donkere vloeistof stroomde langs de kanten van de schaal naar beneden.

Knutas en Johan wisselden een blik van walging.

"Vraag me af wat ze drinken", fluisterde Johan. "Ik durf er wat om te verwedden dat het bloed is."

"Het zou me niet verwonderen", zei Knutas en hij trok uit de binnenzak van zijn colbert zijn mobiele telefoon tevoorschijn. Deze mensen leken tot alles in staat. Hij alarmeerde de dienstdoende agent in Visby zonder zijn ogen van het schouwspel te halen.

Plotseling besefte Johan dat Pia was verdwenen. Hij deed een stap naar achteren en keek om zich heen. Ze was nergens te zien. Hij raakte geïrriteerd en werd onrustig. Deze mensen leken niet toerekeningsvatbaar. Wat zouden ze wel niet kunnen doen als ze Pia met een camera buiten voor de ramen zagen rondsluipen?

Knutas belde ook Karin, die toevallig in Tingstäde bij haar ouders was, niet zo ver daarvandaan. Martin Kihlgård was bij haar en ze zouden onmiddellijk vertrekken.

Johan vroeg zich af wat Knutas van plan was, zou hij Aron Bjarke oppakken en in dat geval, op welke gronden? Dat hij zich op hetzelfde moment als Ambjörnsson in Stockholm bevond was amper voldoende.

Nu begonnen de anderen daarbinnen van de inhoud van de schaal te drinken. Zodra ze gedronken hadden, begonnen ze ritmisch op de vloer te stampen. Allemaal volgden ze hetzelfde ritme.

Een van de sekteleden maakte zich los uit de groep en doopte iets wat eruitzag als een klein godsbeeldje in de schaal, om het vervolgens voor alle anderen omhoog te houden. Johan vond dat het beeldje deed denken aan een Oudnoordse god, misschien Thor of Odin. Het godsbeeld ging van hand tot hand en de rode vloeistof besmeurde de deelnemers, die hun vingers over hun gezichten trokken. Het zag er macaber uit.

Johan leunde naar Knutas toe.

"Ze lijken het nog uren vol te kunnen houden. Ik ga even kijken waar Pia is gebleven. Fluit maar als er iets gebeurt."

Hij maakte een rondje om het huis. Achter alle ramen op de begane grond brandde licht, maar op de bovenverdieping was het donker. Hij stak het erf over en deed de staldeur open. Het was daarbinnen pikkedonker en het rook er vochtig en bedompt. Het lichtknopje zat aan de binnenkant en hij vond het na even in het donker te hebben getast. Aarzelend knipperend ging er een tl-buis aan het plafond branden, deze gaf een zwak licht. In een hoek lagen een stapel rotzooi en een paar balen isolatiemateriaal.

Tegen een van de muren stond een grote vriezer. Hij zag dat de stekker erin zat en zijn nieuwsgierigheid dreef hem ertoe die te openen. Het deksel was groot en ging moeizaam open, het handvat was een beetje kapot. De koude lucht sloeg hem tegemoet toen hij in de vriezer keek, een paar vierkante plastic verpakkingen was het enige wat hij zag. Hij tilde een van de bakjes op en schraapte de rijp van het deksel. Er zat een etiket op geplakt. Hij moest zich inspannen om te zien wat erop stond, een gedeelte van de met zwarte inkt geschreven tekst was uitgesmeerd. Direct daarna kwamen de letters tevoorschijn en werden ze leesbaar. Het was een naam de hij herkende: mellgren. Instinctief keek hij op om te controleren of er niemand in de buurt was die zag waar hij mee bezig was. Hij draaide en wendde het kleine plastic bakje. Het leek een bruine, gestolde vloeistof te bevatten. Zijn maag draaide zich om toen hij besefte dat hij waarschijnlijk Mellgrens bloed in zijn handen hield. Hij tilde een ander bakje op en schraapte de rijp eraf, maar werd door een geluid vanbuiten onderbroken.

Hij keek naar de staldeur en zag hoe de deurklink langzaam naar beneden werd gedrukt.

 

Karin en Kihlgård reden door de duisternis van de augustus-avond naar Hall. De weg versmalde steeds meer naarmate ze hoger kwamen en ze kwamen slechts enkele auto's tegen. Ze passeerden de afslagen naar Lickershamn en Ireviken en misten bijna de afslag naar de boerderij. Karin moest abrupt remmen en reed het weggetje in. Nu was het pikkedonker om hen heen, hier waren geen straatlantaarns of huizen. Het laagbegroeide bos werd dichter en hier en daar vingen ze een glimp op van dode bomen met naakte, verwrongen takken.

"Weet je zeker dat je goed bent gereden?" vroeg Kihlgård ongerust.

"Absoluut. Ik heb het op de kaart nagekeken, het kan alleen maar deze weg zijn. Hoewel ik moet bekennen dat ik, al ben ik Gotlandse, nog nooit eerder hierboven ben geweest."

"Het is verdraaid afgelegen, net een spooklandschap."

"Ja", beaamde Karin. "Je hebt het gevoel dat je niet verder van de beschaafde wereld kunt komen dan hier."

De auto hobbelde over het onbegaanbare terrein en Karin begon zich af te vragen of ze wel verder konden rijden zonder ergens vast te komen zitten. Net toen ze naar een plek begon te zoeken om te keren ontdekten ze een auto die een stukje het bos in geparkeerd stond, verderop stond er nog een. Ze herkende die laatste als Knutas' oude Mercedes.

Karin parkeerde ernaast en ze slopen zo stil mogelijk naar de boerderij.

 

Eskil Rondahls gezichtsuitdrukking veranderde nauwelijks toen hij Johan met een bakje in zijn hand betrapte. Alleen zijn ogen onthulden een verbaasde glimp. Voor de tweede keer deze dag zagen ze elkaar.

"Wat doet u hier, verdomme?"

"Ik wilde u net hetzelfde vragen."

Johan hield hem de bakjes voor.

Rondahl antwoordde niet. Zijn armen hingen onbeholpen langs zijn zij, alsof hij niet wist waar hij ze moest laten.

Ze stonden elkaar een tijdje op te nemen.

"Wie bent u?"

"Ik heet Johan Berg en ben journalist."

"Waar?"

"Bij de televisie, Sveriges Television, Regionalnytt."

"Bent u me gevolgd?"

Hij kwam langzaam dichterbij terwijl hij praatte. Johan deed een stap terug en keek voorzichtig alle kanten op. Waar was Knutas verdomme? En Pia?

Rondahl liep om hem heen als een roofdier dat bezig is zijn prooi aan te vallen.

Johan werd radeloos. De deur was dicht en hij had geen andere uitgang gezien. Buiten leek het stil. Plotseling bevond hij zich in een situatie die hij helemaal niet beheerste. Hij had er geen rekening mee gehouden zelf in de gevarenzone terecht te komen. Beelden van zijn dochter flitsten langs. Hij vervloekte zijn domheid. Hoe had hij in deze situatie verzeild kunnen raken zonder aan de consequenties te denken? Het ging om drievoudige moord. Hij zag Emma's gezicht voor zich.

Hij zag de witte muren met afgebladderde plamuur, de oude boxen waar de koeien hadden gestaan, naast elkaar vastgeketend, geboeid zonder een mogelijkheid om te vluchten, zoals hijzelf.

De ramen waren zwart, de duisternis daarbuiten kwam naar binnen, greep zijn hart en blokkeerde zijn hersenen. Toen ontdekte hij het lemmet van een mes in de handen van de man. Eerst dacht hij dat hij het verkeerd had gezien, maar toen zag hij het weer flikkeren. IJskoude ontzetting sloot zich als een band om zijn keel. Hij stond doodstil. Zijn gedachten kruisten elkaar zonder elkaar te raken en gaven geen instructies. Hij wist niet hoeveel seconden of minuten hij daar vastgevroren had gestaan. Toen werd hij uit zijn tijdelijke schok wakker en hij deed een uitval naar de deur in een hopeloze poging om te vluchten. Op hetzelfde ogenblik wierp de man zich over hem heen en voelde hij een brandende pijn in zijn buik.

Johan zakte op de grond in elkaar.

 

Karin en Kihlgård haastten zich naar de boerderij en zagen Knutas die zich tegen de muur aan drukte.

"Wat gebeurt hier?" siste Karin, terwijl ze nieuwsgierig door het raam keek.

"Ze zijn bezig met een soort rite. Zowel Eskil Rondahl als Aron Bjarke zijn daarbinnen en Bjarke lijkt de leider te zijn, zoals jullie zien. Ik weet niet wat het betekent, maar het ziet eruit alsof ze bloed drinken."

"Meen je dat?"

Kihlgård kroop zo goed hij kon met zijn grote lichaam in elkaar.

Knutas begon behoorlijk ongerust te worden. De versterkingen die hij had opgeroepen, lieten op zich wachten en hij vroeg zich af waar Johan en Pia naartoe waren gegaan.

"Wie is Rondahl?" vroeg Karin.

Knutas bukte en zocht met zijn ogen tussen de mysterieuze figuren in de ruimte. Hij kon Rondahl nergens ontdekken. Hij had kennelijk de kamer verlaten zonder dat Knutas het had gemerkt.

"Johan en Pia zijn ook verdwenen", zei Knutas verbeten. "En dat is al een behoorlijk poosje geleden."

Pia lag in de meest onaangename houding die je je maar voor kon stellen. Ze had aan de buitenkant tegen de gevel van het huis een ladder gevonden, was op de zolder geklommen en had een luik gevonden dat opzij kon worden geduwd zodat ze volledig zicht had op de woonkamer.

Daar kon ze ongestoord liggen filmen zolang geen van de deelnemers op de gedachte kwam omhoog te kijken achter een van de kristallen kroonluchters die aan het plafond hingen.

Ze had nooit kunnen dromen dat de zaken die zich in de kamer afspeelden, echt gebeurden.

Verschillende deelnemers hadden figuren in hun handen die ze in schalen doopten waarvan de inhoud eigenlijk het meest aan bloed deed denken. Ze probeerde in te zoomen op de sculpturen om te onderscheiden wat ze voorstelden. Een vrouw kuste haar sculptuur en tot Pia's ontzetting begon ze vervolgens het bloed eraf te likken.

Ze herkende Aron Bjarke. Ook hij gedroeg zich op een totaal onverwachte manier. Met een verwrongen gezicht en een starre blik hief hij zijn armen in de lucht en sprak hij bezweringen die ze niet verstond.

Ze liet de camera draaien en hoopte dat de beelden scherp zouden worden.

Plotseling gebeurde er iets. De deur werd geopend en de man die een poosje eerder de kamer had verlaten kwam terug. Hij zag er gejaagd uit. Nu herkende ze hem: het was Eskil Rondahl, de man van de film. Ze zag dat hij bloed op zijn handen en zijn kleren had. Ze kon zich niet herinneren dat dat ook al zo was geweest toen hij de kamer verliet, maar het kon zijn gebeurd toen de schalen waren rondgegaan.

Hij liep naar Aron en fluisterde iets in zijn oor. Arons gezichtsuitdrukking veranderde snel. Hij draaide een halve slag naar Eskil en ze spraken onhoorbaar met elkaar. Pia vloekte in zichzelf. Nu was alleen zijn rug te zien.

Plotseling zag ze door de ogen van de filmcamera hoe Aron iets tegen de man met de trommel zei, de ritmische slagen hielden abrupt op. Een voor een merkten de deelnemers dat het getrommel was verstomd en de bewegingen hielden op terwijl ze verward om zich heen keken. Aron hief zijn hand op en begon te praten. Pia hoorde hoe hij de aanwezigen beval naar huis te gaan en de volgende avond terug te komen wanneer er volle maan werd verwacht, om de rite te voltooien. Als ze allemaal terugkwamen zouden ze iets bijzonders meemaken.

Iemand probeerde te vragen wat Aron bedoelde maar Aron hief alleen zijn hand op en lachte vaag.

 

Op hetzelfde moment dat ze hadden beseft dat Eskil Rondahl was verdwenen, kwam hij terug. Ze zagen hoe hij naar zijn broer liep, hoe Aron tegen de groep sprak en hoe er een zekere verwarring ontstond toen de rite werd afgebroken. Een voor een verlieten de deelnemers het huis. De maneschijn dwong de drie politiemensen zich zo ver mogelijk tegen de gevel van het huis terug te trekken, waardoor ze niet konden horen wat er werd gezegd en niet konden zien wie er naar buiten kwamen. Noch Knutas noch Karin had de mensen in de mysterieuze sekte herkend, behalve Aron en Eskil. Omdat hun gezichten geverfd waren, was het moeilijk om gelaatstrekken te onderscheiden.

Knutas' ongerustheid om Johan en Pia nam toe. Waar waren ze naartoe gegaan? Hij was bang dat er iets met hen was gebeurd.

Waar bleven die politieauto's in hemelsnaam?

Ze besloten met een inval te wachten totdat de gasten waren vertrokken. Op het moment dat de laatste auto om de bocht verdween, werd de deur van het woonhuis geopend en kwamen de beide broers naar buiten. Ze liepen in hoog tempo over het erf naar de donkere stal. Met verbeten en ernstige gezichten trokken ze zorgvuldig de deur achter zich dicht. Het licht ging aan.

Knutas kreeg een ijskoud gevoel in zijn maag en hij maande zijn collega's om zich te haasten. Ze renden alle drie naar de stal. Toen Knutas door het raam naar binnen keek, werden zijn bange vermoedens bewaarheid. De beide broers stonden over iemand heen gebogen en Aron hield een mes vast.

De man op de grond was Johan. Het duurde maar een paar seconden voordat Knutas, gevolgd door zijn collega's, met getrokken pistolen naar binnen stormden.

"Politie", schreeuwde Knutas. "Handen omhoog en laat het wapen vallen!"

Aron en Eskil, die met hun rug naar de deur stonden, verstijfden in hun gehurkte houding.

"Laat dat mes vallen!" herhaalde Knutas.

Hij probeerde te kijken of Johan nog leefde, maar kon het niet zien. Langzaam stonden de beide mannen op en draaiden zich om. Hoewel Knutas Aron een paar keer had ontmoet, herkende hij hem bijna niet. Zijn gezicht was veranderd, maar hij kon er niet achter komen op welke manier. De uitdrukking was een andere, het masker was gevallen en het viel hem op hoeveel beide broers op elkaar leken.

Aron maakte geen aanstalten om het mes los te laten. Hij keek met een afstandelijke blik naar Knutas alsof deze niet echt in de kamer aanwezig was.

"Laat het wapen vallen", riep Knutas voor de derde keer.

Hij voelde Karins en Kihlgårds aanwezigheid vlak achter hem. Ze hielden hun wapen op de beide broers gericht.

Knutas moest zich tot het uiterste inspannen stil te blijven staan. Er werd kostbare tijd verspeeld terwijl het leven uit Johan stroomde, die roerloos op de grond lag. We moeten een ambulance bellen, dacht hij. Hij ligt hier misschien dood te gaan.

Langzaam verslapte Arons greep om het mes en met een holle klank viel het op de grond. Onmiddellijk stormden de politiemannen naar voren en pakten de man.

Op de grond lag Johan met een wit gezicht en gesloten ogen. Zijn trui was donkerrood van het bloed dat door zijn kleren heen drong en over de grond was gestroomd.

"Zijn pols is zwak", zei Karin.

De deur ging open en Pia kwam binnen met de camera in haar hand. Toen ze Johan ontdekte, schreeuwde ze en ze rende naar hem toe.

"Hij leeft", zei Karin. "Maar hij is er slecht aan toe."