Woensdag 28 juli

Toen Knutas de volgende ochtend wakker werd, was hij zo benieuwd wat de pers had opgepikt over de moord op Mellgren dat hij niet wist hoe vlug hij naar zijn werk moest komen. Hij bad in stilte dat de media ook deze keer geen lucht hadden gekregen van het rituele aspect. De vorige avond was meteen na het verslag van Regionalnytt, waarin Johan Berg refereerde aan meerdere betrouwbare bronnen die bevestigden dat de beide slachtoffers een verhouding hadden, zijn mobiele telefoon gaan rinkelen. Puur uit zelfbescherming had Knutas zijn mobiele telefoon na het derde gesprek uitgezet. De woordvoerder, Lars Norrby, was de enige die echt beschikbaar moest zijn voor de media. Knutas had de vorige avond een lang gesprek met hem gehad waarin ze het eens werden over de informatie waarmee ze naar buiten zouden komen. De politie zou bijvoorbeeld niets zeggen over een eventuele verhouding tussen Martina Flochten en Staffan Mellgren. Vanmorgen om zes uur had hij naar het nieuws van de zender Eko geluisterd, waarin gelukkig werd gezwegen over een rituele moord en niets over de verhouding tussen Mellgren en Martina was gezegd. Hij ging daarna achter de computer zitten en bekeek de onlinekranten. Toen de voorpagina's van de avondkranten op het scherm tevoorschijn kwamen, zuchtte hij.

Beide kranten hadden twee grote foto's op de voorpagina, een van Martina Flochten en een van Staffan Mellgren. Een van de kranten had een rood hart rond de foto's getekend.

Het is niet waar, dacht Knutas en hij klikte verder. De zwarte koppen wekten zijn ergernis: doodde voor zijn liefde, politie vermoedt jaloeziedrama, waarna eindeloze speculaties volgden. De meesten baseerden zich op het verslag van Regionalnytt van de vorige avond. Het was catastrofaal voor het onderzoek en hij vroeg zich af wie Johan Berg op dit spoor had geholpen. Zonder zich erom te bekommeren dat het nog maar halfzeven 's ochtends was, toetste hij het nummer van de verslaggever in.

"Waar bent u mee bezig?" vroeg hij verbeten toen hij Johans slaapdronken stem aan het andere einde hoorde.

"Met wie spreek ik?" vroeg Johan opstandig.

"Met commissaris Anders Knutas, mocht u dat niet gehoord hebben. Wat denkt u wel niet, om met zulke gevoelige informatie als in het verslag van gisteravond naar buiten te komen zonder eerst met mij te praten? Beseft u niet dat u het hele onderzoek saboteert?"

"Ik ben toch niet verantwoordelijk voor uw onderzoek? Ik heb de informatie bevestigd gekregen en die is zo interessant dat we het wel moesten publiceren. In een paar weken tijd zijn er twee moorden gepleegd en nu blijkt dat de slachtoffers in het geheim geliefden waren. De mensen zijn doodsbang omdat de moordenaar nog steeds op vrije voeten is, dan is het toch logisch dat dit verteld moet worden?"

Johan sprak met ingehouden woede.

"Maar begrijpt u niet wat voor consequenties dit heeft voor ons werk? Hoe moeten we de dader te pakken krijgen als er de hele tijd geheime informatie in de pers lekt? Dit is geen speeltuin; het gaat om een dubbele moordenaar of in het ergste geval een seriemoordenaar die hier los rondloopt!"

Knutas sprak steeds luider aan de telefoon.

"Luister, ik doe gewoon mijn werk", zei Johan afgemeten. "Ik kan geen belangrijke informatie achterhouden vanwege uw onderzoekswerk. Zorgt u voor uw werk, dan zorg ik voor het mijne. Ik heb nu helaas geen tijd om nog langer met u te praten."

Tot Knutas' grote ergernis hing Johan op.

Hij trilde over zijn hele lichaam na het gesprek. Line kwam van de eerste verdieping naar beneden.

"Ben je zo vroeg al aan het bellen?" vroeg ze en ze woelde door zijn haren.

"Die verdomde journalist", zei Knutas, en hij pakte zijn jasje, hoewel hij dat buiten helemaal niet nodig zou hebben.

Line kwam de hal in toen hij wilde vertrekken.

"Moet je geen ochtendeten hebben?"

"Het heet 'ontbijt' in het Zweeds", zei hij geïrriteerd. "Ik eet op het bureau. Dag."

Hij liep naar buiten zonder haar te omhelzen. Het was een heerlijke zomerochtend, maar het enige wat hij voelde was de zon die op zijn rug brandde. Hij besefte dat hij zweterig zou worden voordat hij überhaupt op het bureau was aangekomen en ging wat langzamer lopen. Nu schaamde hij zich over het gesprek met Johan. Dat hij niet wat evenwichtiger kon optreden, het was toch gênant. Hij herkende zichzelf niet. Misschien was het de frustratie dat ze niet verder kwamen, die hem uit zijn evenwicht haalde. Maar het was ook zo dat hij het laatste halfjaar niet reageerde als zijn oude ik. De zaak van afgelopen winter had zijn sporen nagelaten en hij had er nog altijd moeite mee om zich ervan te bevrijden. Zelfs zijn huwelijk werd negatief beïnvloed, hoewel hij en Line het eigenlijk goed hadden samen. Hij hield van haar en zij had hem geen aanleiding gegeven aan haar gevoelens te twijfelen. Knutas was ontevreden met zichzelf. Hij had het gevoel alsof hij een stap terug had gedaan en dat verontrustte hem. Hij had zomervakantie van de psycholoog, maar hij dacht erover om haar in elk geval even te bellen. Als ze niet op reis was kon hij haar misschien even spreken.

Eén concrete stap voorwaarts had hij tenminste gemaakt. Hij was niet meer bang om hulp te vragen.

 

Toen hij op het politiebureau kwam was het een en al drukte in de gangen. Ze hadden vanuit Stockholm nog meer versterking gekregen en dat waren kennelijk ochtendmensen.

Zelfs Kihlgård was al op zijn plek. Hij stond bij de koffieautomaat en praatte enthousiast met een van de agenten uit de hoofdstad. Hij onderbrak het gesprek toen Knutas de gang in kwam lopen.

"Goedemorgen, Knutte."

Knutas groette terug. Hij had geen zin in een kletspraatje en werd gelukkig gered doordat Karin in aantocht was.

"Hallo", zei hij, "ik moet je even spreken."

Hij pakte haar stevig bij haar arm. Karin zag er verbaasd uit, maar liet zich meetrekken, Knutas' kantoor in.

"Wat is er?" vroeg ze. "Is er iets gebeurd?"

"Nee, behalve dan dat de hel losgebarsten is. Wist je dat er informatie naar de media is uitgelekt over de verhouding tussen Martina Flochten en Staffan Mellgren?"

"Dat was toch gewoon een kwestie van tijd?"

Ze haalde haar schouders op.

"Hoe kun je dat zo luchthartig opnemen?"

Knutas kon met moeite zijn ergernis verbergen.

"Kom nou, Anders."

Karin keek hem medelijdend aan.

"Wat doet het er eigenlijk toe? Ze zijn allebei dood en daar kunnen we niets meer aan doen. Misschien is het zo simpel dat Susanna Mellgren de moordenaar is. Haar alibi voor de avond van de moord is vrij zwak. Ze is meer dan vier uur weggeweest volgens haar ouders en de enige die kan getuigen dat ze in het café was, is die barkeeper. Wie weet of het waar is wat hij zegt? Misschien hebben ze iets samen of misschien wil hij haar beschermen. Bovendien komt haar schoenmaat overeen met de afdruk op de plaats delict. We houden haar in de gaten. Misschien vergaloppeert ze zich vrij snel en dan is het geval opgelost."

"De paarden dan, hoe verklaar je die?"

"Ze kan het als een dwaalspoor hebben opgezet, zoals we eerder hebben gezegd. Ik ben namelijk nog iets anders over Susanna Mellgren te weten gekomen."

"Oké, laat horen", zei Knutas, die kalmeerde.

"Ze heeft vroeger als rijmeester gewerkt. Vijf zomers achter elkaar heeft ze op manege Dahlhem op de paardrijkampen gewerkt en in de herfst zelfs cursussen gegeven. Precies tien jaar geleden is ze ermee gestopt. Hun oudste zoon is tien, dus dat valt goed samen. Waarschijnlijk is ze in verband met haar zwangerschap gestopt."

"Wat bewijst dat?"

Knutas keek Karin wantrouwend aan.

"Niets, behalve dat ze aan paarden gewend is en dat is vast geen nadeel als je er een wilt doden." "Dat is niet voldoende."

"Natuurlijk niet, maar er is nog iets."

"O?"

"Susanna Mellgren heeft met regelmatige tussenpozen ook in de supermarkt gewerkt. Raad eens op welke afdeling?"

Knutas zei niets.

"Ze werkte in de slachterij."

"Op die manier. Interessant. Maar ik vraag me af of dit voldoende is om haar aan te houden."

Karin wierp een blik op de klok.

"Over vijf minuten begint de bespreking, dus we zullen het meteen weten. Birger kennende, zit hij er al."