Vrijdag 23 juli
Bijna twee weken waren er voorbijgegaan sinds de diefstal uit Fornsalen. Er was nog niemand gepakt, noch voor de moord op Martina Flochten, noch voor de paardenincidenten of de diefstal. Eigenlijk dacht Knutas niet dat er een verband tussen de daden was, maar hij had de rechercheur die de diefstal onderzocht, gevraagd hem op de hoogte te houden over de voortgang van het onderzoek. Eén ding hadden de zaken echter gemeen: ze leken allemaal ver verwijderd van een oplossing.
Knutas was van mening geweest dat hij niet naar zijn gezin kon reizen, dat met vakantie in Denemarken was, zolang de moord op Martina Flochten nog niet was opgelost. Maar hij had veel over voor een vakantie waarin hij kon golfen en vissen en met een glas wijn en een goed boek op de veranda kon zitten. Hij was afgemat en begon zich langzamerhand behoorlijk gefrustreerd te voelen. Niets was gelopen zoals hij had gehoopt. Hij had gedacht dat het recherchewerk misschien wel zou meevallen toen het onthoofde paardenhoofd bij Gunnar Ambjörnsson werd gevonden, maar dat was niet zo. Inmiddels waren Line en de kinderen teruggekomen van vakantie, mooi bruin en uitgerust, zonder dat hij ook maar één positief bericht kon geven over het onderzoek.
Feit was dat ze steeds min of meer een pas op de plaats maakten. De enkele buren van Ambjörnsson die die bewuste avond thuis waren geweest, hadden niets gehoord of gezien, behalve een oudere dame die een auto op straat had opgemerkt die ze niet herkende. Ze kon niet zeggen wat voor merk of welk model het was geweest. Alleen dat hij rood en vrij groot was geweest. Misschien was het de auto van de dader, een paardenhoofd was niet iets wat je lopend met je meesleepte.
Nog steeds had de politie geen aangifte van een vermist paard of van een verminkt paardenlichaam ontvangen. Knutas vroeg zich af hoe dat kon. Hij kende maar een plek waar een paard zou kunnen verdwijnen zonder dat iemand dat snel zou ontdekken en dat was de verblijfplaats van de Gotlandpony op de Lojsta-heide; het punt was alleen dat het hoofd niet van een Gotlandpony was.
De politie had niet met een politiebericht naar buiten willen komen, aangezien de gebeurtenis dan bij het publiek bekend zou worden. Een paardenhoofd op een paal gespietst voor de deur van een zeer gewaardeerd politicus zou ongetwijfeld tot onrust leiden onder zowel de vaste bewoners als de toeristen. In het ergste geval kon het de doodssteek voor de hotelbouw betekenen. De buitenlandse financiers zouden zich misschien terugtrekken en dat kon Gotland zich niet veroorloven. Knutas had met de korpschef, de commissaris van de koning en de voorzitter van het gemeentebestuur gesproken en ze waren het er roerend over eens geweest dat de gebeurtenis geheim gehouden moest worden.
Dat de media nog geen lucht van de zaak hadden gekregen, was een gelukkige bijkomstigheid. Misschien had het ermee te maken dat de misdaad midden in de vakantietijd was gebeurd en dat veel van de plaatselijke verslaggevers vakantie hadden en door invalkrachten waren vervangen. Knutas was er erg van onder de indruk dat alle betrokkenen hun belofte om niets te zeggen, daadwerkelijk hielden.
Daarentegen was hij niet zo tevreden met het werk van de politie. Wat Martina Flochtens wrede dood betrof tastten ze nog steeds in het duister. De paar kennissen die ze op Gotland had waren door de politie gehoord, onder hen de hoteleigenaar Jacob Dahlén. Hij had hen helaas niet verder kunnen helpen en beweerde dat hij Martina deze zomer niet eens had gezien.
Ook de rechercheurs van de rijksrecherche hadden weinig kunnen bijdragen. Agneta Larsvik was voor het weekend naar Stockholm vertrokken en hoewel Kihlgård bekwaam was, was zijn inzet wat het politiewerk betrof op zijn zachtst gezegd beperkt. Het was hem daarentegen wel gelukt Karin wat op te vrolijken. Ze was veel vrolijker sinds hij naar Gotland was gekomen. Soms had Knutas het idee dat er tussen die twee iets meer was, maar waarschijnlijk speelden zijn eigen oude gevoelens voor Karin op zulke momenten door zijn hoofd.
Johan en Pia hadden een serie reportages over de oververhitte woningmarkt in Visby gemaakt, die op de redactie van Regionalnytt in Stockholm goed was ontvangen. Het was moeilijk om tijdens de hoogzomer interessante onderwerpen te vinden die niet over het toerisme, het uitgaansleven of de kwaliteit van de badstranden gingen.
In Stockholm was redacteur Grenfors met vakantie en hij werd vervangen door een verslaggever die altijd als redacteur insprong als dat nodig was. Meestal liet hij Johan in alle rust werken. Johan zou maar een paar snipperdagen kunnen krijgen, omdat hij in de zomer de enige op Gotland was. Pas in september kon hij langer vrij nemen. Voorzichtig had hij het er met Emma over gehad dat het leuk zou zijn om samen ergens heen te gaan. Ze leek te twijfelen. Misschien was Elin te klein om te vliegen.
Soms werd Johan echt moe van Emma. Ze kon nooit besluiten dat ze bij elkaar hoorden en hem bij haar laten intrekken. Niet dat hij zich erop verheugde in het huis te wonen waar zij en Olle hun leven hadden gedeeld, maar het was een begin. Vanwege Sara en Filip moest hij zich er wel in vinden. En daartoe was hij bereid. Emma's gezeur over haar ingewikkelde leven begon hem langzamerhand de keel uit te hangen. Hij was er zelf ook nog. Voor haar had hij alles opgegeven. Zijn baan, appartement, vrienden en zijn hele leven in Stockholm. Alles had hij achtergelaten om zich op een eiland te vestigen waar hij nauwelijks iemand kende. Hij klaagde nooit, maar het leek alsof er voor hem geen ruimte was.
In het begin had hij het nog acceptabel gevonden. Emma was hoogzwanger geweest en daarna was de bevalling gekomen met alles wat daarbij hoorde. Maar ze moest wel een keer bereid zijn om verder te gaan met haar leven. En hem zijn plek laten innemen. Ze hadden de vorige avond ruzie gemaakt toen hij het onderwerp ter sprake had gebracht en sindsdien hadden ze elkaar niet meer gesproken. Op dit moment had hij vooral zin om uit te gaan en zich te bezatten.
Zijn gedachten werden onderbroken doordat Pia de redactie binnenkwam.
"Hallo."
Ze zette de camera, het statief en de cameratas neer.
"Waar ben jij geweest?"
"Ik heb buiten een paar coole zomerscènes geschoten die we volgens mij als eindshots kunnen aanbieden. Zoiets is altijd leuk en ik was verder toch niets bijzonders van plan. Jij komt nu ook niet bepaald met briljante ideeën."
Ze lachte plagerig en ging voor de computer zitten om de beelden te downloaden.
Johan bekeek haar terwijl ze aan het werk was. Pia was lief, echt lief. Het was alsof hij dat nu voor het eerst zag. Natuurlijk was haar verschijning naar zijn smaak wat te veel punk, maar ze was zowel zacht als vrouwelijk en tegelijkertijd wist ze wat ze wilde. Dat kon hij wel waarderen. Ze had altijd een goed gefundeerde mening over verschijnselen die zich in de maatschappij voordeden. Was betrokken. Wanneer hadden hij en Emma voor het laatst over een actueel maatschappelijk onderwerp gediscussieerd? Was ze überhaupt wel geïnteresseerd in wat er om haar heen gebeurde? De gedachte was niet eerder bij hem opgekomen. Hij probeerde in zijn herinnering op te roepen wanneer ze voor het laatst een discussie over politiek of over een actueel wereldprobleem hadden gehad. Het zette hem aan het denken. De verliefdheid had zoveel overschaduwd dat hij eigenlijk niet eens zeker wist waar ze politiek gezien stond.
"Wat ben je stil." Pia draaide zich naar hem toe en keek hem aan. "Wat is er?"
Hij schrok wakker. Hij was zo in zijn overpeinzingen verzonken geweest dat hij haar zonder het te merken zeker dom had zitten aanstaren.
"Ach niets."
Hij haalde zijn schouders op; die nieuwe gedachten irriteerden en schuurden.
"Volgens mij kun jij wel een oppepper gebruiken. Zullen we een biertje gaan drinken?"
"Graag."
Ze verlieten de redactie en liepen de mediterraan warme zomeravond in. Het was even over zevenen en de restaurants en de bars begonnen vol te lopen met zongebruinde toeristen die zin in feest hadden. Ze liepen naar een bar bij Stora Torget en gingen buiten op het terras zitten.
"Hoe is het eigenlijk met je?" vroeg Pia toen ze ieder hun grote glas ijskoud bier hadden gekregen.
"Wel oké. Er is de laatste tijd zoveel gebeurd dat ik het soms niet meer weet."
"Het is ook nogal wat om vader te worden, dat is wel duidelijk." Pia nipte aan het bier. "Waarom ben je trouwens vanavond niet bij Emma en Elin?"
"Emma zou haar andere kinderen, Sara en Filip, thuis hebben. Ze zijn met hun vader met vakantie in het buitenland geweest, dus ze hebben elkaar een tijdje niet gezien. Daarom wilde ze alleen met ze zijn."
"Aha. Dat is begrijpelijk."
"Ja, maar ik heb soms het idee dat ik niets anders doe dan rekening houden met haar en haar andere gezin."
"Bah, dat lijkt me verdomde vermoeiend", zei Pia meelevend. "Alsof het al niet moeilijk genoeg is om een zogenaamde gewone relatie te onderhouden."
Ze sloeg haar ogen ten hemel.
"Hoe is het eigenlijk met jou?" vroeg Johan nieuwsgierig. Pia had nooit iets over een partner gezegd en hij was niet op het idee gekomen om het te vragen. "Heb jij iemand?"
"Ach, er is hebben en hebben. Je zou het zo kunnen uitdrukken dat ik af en toe wat met een vent rommel als het uitkomt."
"Hebben we het over seks onder vrienden?"
"Nee, ik ben echt gek op hem, maar meer zal het nooit worden, als je begrijpt wat ik bedoel. We blijven op dezelfde plek staan en komen nergens."
"Ongeveer zoals Emma en ik dus."
"Maar jeetje, jullie hebben toch net een kind gekregen!"
"Jazeker. Maar op een de een of andere manier voelt het alsof dat niet zoveel voor de relatie zelf heeft betekend. Hoe wonderlijk dat ook mag klinken. Emma heeft duizend argumenten waarom ze bijvoorbeeld niet wil dat we gaan samenwonen."
"Je moet haar de tijd gunnen, dat snap je toch wel. Haar gezin ligt uit elkaar en ze heeft twee andere kinderen met wie ze rekening moet houden. Plus het probleem om alles met haar ex een beetje soepel te laten lopen. Zo vreemd is het niet dat ze er niet gewoon op los kan rennen. Elin is nog maar een paar weken oud toch?"
"Ja, natuurlijk", zei Johan, beteuterd omdat hij geen steun kreeg. Net nu hij die wel had kunnen gebruiken. Hij leegde zijn glas en stond op.
"Wil je er nog een?"
"Graag."
Het was druk rond de bar en de muziek stond op het hoogste volume. Johan genoot ervan om onder de mensen te zijn. Visby bruiste 's zomers van het leven en als hij Emma niet had gehad, was hij zeker elke avond uitgegaan. Terwijl hij wachtte om te kunnen bestellen gleed zijn blik langs de toog.
Plotseling zag hij iemand die hij meende te herkennen. De man stond met zijn rug naar Johan toe te praten met een knappe, blonde meid die hooguit vijfentwintig jaar kon zijn. Hij lachte naar haar en nipte aan een glas dat mousserende wijn of wellicht champagne leek te bevatten. Toen hij met zijn jonge gezelschap toostte, draaide hij zich zo ver om dat Johan zijn profiel kon zien.
Het was Staffan Mellgren.