33
In de gang hing de stank van benzine. Nog steeds rinkelde het alarm. Jo staarde naar Geli Meyer. Haar handpalmen gloeiden.
Meyers blik schoot vuur. ‘Pray kon niemand aanvallen. Hij heeft de hele tijd in Quentin gezeten. Hij heeft geen contact met de buitenwereld, behalve dan met zijn advocaten en...’ Ze hield haar mond.
‘En met Skunk. En jou,’ zei Jo.
Een gevangene. De puzzelstukjes vielen in elkaar.
‘Hij is niet eens bij machte om erachter te komen wie hem heeft verwond. Wie zou hem daarbij helpen? De politie? De officier van justitie? Hij is maar een gedetineerde. Niemand is geïnteresseerd in onrechtvaardigheden die een gevangene zijn aangedaan.’
‘Waarom zit hij achter de tralies?’ vroeg Jo.
‘Vraag dat maar aan die fijne Dirty Secrets Club van je. Die gore klootzakken hebben hem te grazen genomen. Ze speelden hun spelletjes, alsof hij voor hen niet meer was dan een personage in een videospel.’ Onder de deken ging Meyer rechter op zitten. ‘Maar hij houdt zich goed. Hij zit zijn tijd uit. Het enige wat hij wil is die mensen vinden die zijn leven kapot hebben gemaakt.’
Jo hoorde wat Meyer zei, maar haar verstand ging razendsnel. Nu was alles logisch voor haar. Daarom gebruikte Pray Skunk als zijn marionet. Hij kon zelf niet op die mensen afgaan. Een stinkend knaagdier om uit te voeren wat hij wilde doen.
‘Hij is helemaal alleen, in een vreselijke situatie. Kun je je voorstellen hoe het in de gevangenis is?’ vroeg Meyer.
Het was net een schilderij van Jeroen Bosch. Verdorvenheid, wanhoop, veel meer gevaar dan buiten de muren.
‘Ik heb in San Quentin gewerkt. Ik weet hoe het er is,’ zei Jo.
De lift piepte en een brandweerploeg arriveerde. Hun blauwe uniformen en gele jassen die ze droegen als ze uitrukten, vormden een duidelijke geruststelling.
‘Hoe heet hij?’ vroeg Jo.
Meyer verzette zich nog een paar seconden langer. Op rustige toon zei ze: ‘Perry Ames.’
‘Heb je hem ontmoet toen je vrijwilligerswerk deed in San Quentin?’
Meyer schudde haar hoofd en lachte zelfgenoegzaam, alsof ze Je begrijpt het nog steeds niet wilde zeggen.
Jo voelde een heftige woede. Dom, dom meisje. Meyer bewaarde een foto van Pray in haar portemonnee. Jo durfde te wedden dat ze er elke avond naar keek voordat ze naar bed ging. En er liefhebbend met haar duim over wreef en naar bed ging om van hem te dromen.
‘Hoe zou je je relatie met hem beschrijven?’ vroeg Jo.
‘Ik ben zijn pleitbezorger.’
Jo zuchtte. Had Meyer enig idee hoe belastend die omschrijving in de rechtszaal voor haar zou kunnen zijn?
Voor Jo begonnen de zaken nu op zijn plaats te vallen. Niet alleen de reden waarom Pray Skunk had gestuurd, en misschien Meyer, als zijn troepen in het veld, maar de reden waarom hij de leden van de Dirty Secrets Club ertoe had aangezet om zelfmoord te plegen. Het was een afstandelijke methode, omdat hij fysiek niet bij ze in de buurt kon komen.
Ze vermoedde dat er meer achter zat. Ze vermoedde dat Pray niet wilde dat zijn handlangers mensen zouden vermoorden, dat hij er bevrediging uit putte door mensen zo’n totaal verderf voor te spiegelen dat ze er in plaats daarvan voor kozen om zich met geweld van het leven te beroven.
Meyer zag er koortsig uit. Ze zat weggezakt in haar deken, alsof ze zich had opgewarmd om Perry Ames te verdedigen en ze al haar kracht wilde geven om hem te beschermen. Ze probeerde ongetwijfeld nu zichzelf te beschermen, maar al haar emotionele kapitaal was geïnvesteerd in de man die ze Pray noemden.
Het brandalarm viel stil. Stilte vulde de intensive care. Jo hoorde voetstappen en gehijg. Amy Tang verscheen en zag er verslagen uit. Ze schudde haar hoofd. Ze hadden Skunk niet te pakken gekregen.
Jo stond op, liep de ruimte door en gaf haar Meyers fotootje van Pray. ‘Kom maar even op adem. Je moet straks wat telefoontjes plegen.’
Tang hield het fotootje vast. ‘Goeie...’
Jo trok haar de hoek om, ver genoeg dat Meyer haar niet kon horen en vatte in een halve minuut samen wat ze wist.
‘Een gevangene. Dit klopt absoluut niet,’ zei Tang.
‘Dit is goed. Hij geeft Skunk aanwijzingen. We kunnen contact opnemen met San Quentin en zijn communicatielijnen afsnijden. We kunnen hier een einde aan maken.’
Tang knikte, terwijl haar ogen heen en weer schoten en ze nadacht. ‘Maar Skunk loopt nog vrij rond.’
‘Misschien kunnen we Pray gebruiken om hem op te sporen. Amy, zoek uit hoe Pray contact met hem opneemt en stuur dan een boodschap dat Skunk om vijf uur vanmiddag ergens moet zijn. Dan lokken we hem in de val.’
Tangs blik klaarde op. Heel even zag Jo haar glimlachen.
Ze liepen terug, de hoek om naar de wachtruimte, en zagen dat de moederlijke verpleegster Meyer terugduwde, de deur door, naar haar kamer. Jo volgde hen. Vanuit de rolstoel keek Meyer nors naar Jo.
‘Je begrijpt het nog steeds niet. Perry is van me afhankelijk. Ik móét hem helpen.’
‘Rust maar uit. Je hebt je kracht nodig als de politie je komt ondervragen,’ zei Jo.
‘Dat gaat niet gebeuren.’
‘Geli, het is voorbij. We maken een einde aan Perry’s praktijken. En jij ontspringt de dans niet. De foto brengt jou met hem in verband. Het brengt hem met alle dode leden van de Dirty Secrets Club in verband. Het is allemaal afgelopen. Je bent verslagen.’
‘Ze kunnen me niet dwingen om te getuigen.’
‘Groupies krijgen geen immuniteit, lieverd.’
Meyers gezicht rimpelde van afkeer. Het was een onbewuste, instinctieve reactie en Jo besefte dat ze de plank volledig had misgeslagen. Meyer was niet Prays groupie. Ze was niet zijn minnares.
Jo veegde haar haar uit haar gezicht. Toch klopte er nog iets niet. Waarom had Skunk een molotovcocktail in de kamer naast die van Meyer gegooid? Ze keek rond in de kamer. Monitoren, ondersteek, rommelig bed. Er stond een tweede, lege rolstoel in de buurt van de deur. Waar kwam die vandaan?
Een duidelijk besef maakte zich van haar meester. Skunk was niet hierheen gekomen om Geli te vermoorden. Hij was gekomen om haar mee te nemen. Niet om haar te redden, maar om te voorkomen dat de politie te weten kwam wat zij wist.
Angst maakte zich van haar meester. Ze draaide zich om. ‘Geli, wie is hij?’
Geli speelde met iets onder de deken. De verpleegster maakte de zuurstofcanule weer in orde, stelde de dosering af, zodat Geli weer naar bed kon.
‘O, shit,’ zei Jo.
Geli keek naar haar. ‘Ik zal nooit tegen hem getuigen. Hij is mijn vader.’
Geli pakte de zuurstoflijn. Haar andere hand kwam onder de deken vandaan. Ze hield een aansteker vast.
Met gerinkel van sleutels maakte de gerechtsdienaar de deur van de tijdelijke cel open. De gerechtsdienaar, een logge zwarte man gekleed in het groene uniform van de Sheriff’s Department, gebaarde naar Pray.
‘Jouw beurt. Kom mee.’
Perry Ames stond op, streek zijn goedkope, blauwe das recht en duwde de stemsynthesizer tegen zijn keel. ‘Maak mijn handen alstublieft niet vast aan mijn voeten. Dan kan ik m’n stemsynthesizer niet tegen mijn keel houden. Dan kan ik niet praten.’
Hij zag de gebruikelijke reactie op het robotachtige gezoem van de elektrolarynx. De gerechtsdienaar vocht tegen een rilling van afkeer.
‘Handen naar voren,’ zei de man.
Pray stopte de synthesizer in zijn zak. De simkaart was veilig terug in het kleine apparaatje. Hij stak zijn handen uit.
De gerechtsdienaar deed hem de handboeien om. ‘Niets aan de hand. Volgens de aanklager doen we u de boeien af voordat u de rechtszaal binnengaat.’ Hij leidde hem naar buiten. ‘U moet er achtenswaardig uitzien als u getuigt tegen een stel ordinaire oplichters.’
Ordinaire oplichters, inderdaad. Ze hadden mensen geld afhandig gemaakt door gestolen creditcards te gebruiken en goederen over de grenzen van de staat te versturen. Dat maakte het een federale zaak. Perry knikte gehoorzaam en liet de gerechtsdienaar hem de gang door leiden. Getuigen, natuurlijk. In ruil voor een strafvermindering en een vervroegde voorwaardelijke invrijheidstelling. Hij trok een neutraal gezicht en liep naar de rechtszaal, hier in het federale hof, in het Civic Center van San Francisco.
Jo zat in het restaurant van het St. Francis en hield een reuzenkop koffie vast. Het restaurant was helemaal versierd vanwege Halloween, met pompoenen en nepspinnenwebben. Achter de balie serveerden Dracula en Marge Simpson gehaktbrood.
Amy Tang kwam binnen en zag eruit als een kabouter die een dag lang hard had gewerkt in de zoutmijn. Ze liep naar Jo toe, viel in een stoel aan de tafel en knikte naar de koffie.
‘Lekker?’
‘Hou je van motorolie?’
Tang grijnsde, verontschuldigde zich en kwam terug met een nog grotere mok. ‘Ze hebben Angelika Meyer overgebracht naar de afdeling Psychiatrie.’ Ze nam een flinke slok koffie en keek naar Jo. ‘Jij bent razendsnel.’
Jo haalde haar schouders op.
‘Als ik langzamer was geweest, had Meyer zichzelf, de verpleegster en jou in de fik gestoken. Die zuurstoflijn zou enorm hebben gebrand.’
‘Vechten of vluchten,’ zei Jo. ‘Als je snel moet ingrijpen, dan doe je dat.’
‘Ja, maar jij gaf haar een klap met de ondersteek.’
‘Die stond dichtbij.’ Ze nam nog een slok koffie. ‘Ben je nog iets te weten gekomen?’
Tang haalde haar kleine notitieblokje tevoorschijn. ‘Perry Ames heeft acht jaar gezeten wegens fraude en afpersing. Hij leidde een illegale gokorganisatie. Hoge inzetten. Gaf grote gokkers krediet en als ze niet konden betalen, accepteerde hij afbetalingen door ze zijn kosten via hun bedrijven te laten verrekenen. Dan hebben we het over auto’s, vliegtickets, alles. De slachtoffers konden hun schulden natuurlijk niet meer betalen en gingen failliet.’ Ze klapte haar notitieblokje dicht. ‘Hij moet nog zes jaar zitten.’
‘En die eerdere misdaad?’
‘Die aanval op hem? Daarvan bestaan geen wettelijke documenten. Alleen geruchten. Of, zoals Geli Meyer zegt, legenden.’
‘Hoe heeft hij contact met haar opgenomen? Gevangenen moeten collect bellen.’
‘We hebben de gevangenis gebeld. Ze hebben toegezegd dat ze Ames’ cel zouden doorzoeken om die gesmokkelde telefoon te vinden. Het is mogelijk dat hij er eentje heeft geleend van iemand van het personeel. Een kok, een cipier. Of van zijn advocaat. Heeft Meyer je haar theorie verteld dat Pray mensen niets kan aandoen omdat hij opgesloten zit?’
‘Cognitieve dissonantie. Uiteindelijk zal ze dat wellicht inzien. Misschien vertelt ze ons dan meer.’
‘Ze is nog steeds behoorlijk zwak.’ Tang keek op. ‘Wat denk je dat er gebeurd is op de avond dat Callie Harding stierf?’
‘Ik weet het niet. Ik probeer mijn gedachten te ordenen, om dat te kunnen verklaren.’
Jo stak haar hand in haar tas om de anonieme brief te pakken die haar verwelkomde bij de Dirty Secrets Club. Die gaf ze aan Tang. De agente staarde ernaar, staarde er nog wat langer naar, en verrassing veranderde in bezorgdheid. Met een doordringende blik keek ze op.
‘Die is toch niet naar je huis gestuurd, hè?’
‘Naar UCSF. Mijn vaste lijn en adres staan niet in het telefoonboek.’
Tang knikte. ‘Dat is goed. Denk je dat Pray die heeft gestuurd?’
‘Of de Dirty Secrets Club, die een van hun spelletjes met me wilden spelen.’
Tang hield het plastic zakje vast en koos haar woorden met zorg. ‘Ik neem aan dat ze geen incriminerende bewijzen hebben voor deze beschuldiging?’
‘Mijn echtgenoot is overleden...’ Wezenloze warmte omringde haar. ‘... bij de crash van een traumahelikopter. Die boodschap is bedoeld om me te kwetsen.’
‘Klootzakken.’
‘Laten we hopen dat dat alles is.’
‘Ik laat de brief controleren op vingerafdrukken en de envelop op dna.’ Ze keek naar Jo en haar gezicht zag er afgetobd uit. Haar ogen vulden zich met medelijden. ‘Sorry, dat wist ik niet.’
Ze legde het zakje neer. Het gleed over tafel. Terwijl het op Jo afkwam, leek het licht te veranderen, het tafelblad trilde. Ze legde haar handen plat op het hout. Het gebouw kraakte. Tang keek naar het plafond.
‘Wat was dat?’ vroeg ze.
Jo keek om zich heen. Alle aanwezigen in het restaurant keken om zich heen. Zij en Tang keken naar het buffet voor de lunch. De warme lampen slingerden heen en weer.
‘Naschok,’ zei Tang.
‘Of voorloper.’
Het was achter de rug. Mensen pakten hun gesprek weer op of aten verder.
Tang ging staan. ‘Laten we afrekenen. Ik krijg de rillingen van die uitgeholde pompoenen.’
De pompoenen hadden allemaal opgewekte, glimlachende gezichten. ‘Hij had hooguit de kracht van 3,0.’
‘Nee, het gaat om die bizarre pompoenen. Draderige ingewanden en die enorme zaden. Daar krijg ik kippenvel van.’
‘Happy Halloween.’
‘En later vanavond al die kleine vandalen die met eieren gaan gooien.’
Jo wierp een zijdelingse blik op haar. ‘Ben je bang voor eieren?’
‘Weerzinwekkende dingen. Al die stroperige gele smurrie... en er zitten geen gaten in, heb je dat wel gemerkt? Ze zijn niet natuurlijk.’ Ze deed of ze huiverde. ‘Ergste feestdag van het jaar.’
Jo probeerde niet te glimlachen.
Tang pakte de anonieme brief. ‘Trek het je niet aan. Die klootzakken zijn er geweest. Zodra Meyer sterk genoeg is, wordt ze gearresteerd. Er is een arrestatiebevel uit gegaan voor Levon Skutlek, onze vriend Skunk. En Pray zit veilig achter de tralies.’ Ze stak de brief in haar zak. ‘Wat betreft de Dirty Secrets Club: dat zijn maar een stel aanstellers. De aanklager gaat alle zaken vervolgen die hij maar kan. En als hij het niet doet, doe ik het. Ga naar huis, Jo. Schrijf je verslag. We hebben dit opgelost.’
‘Dank je, Amy.’
Eenmaal buiten het ziekenhuis zwaaide Jo haar tas over haar schouder. De zon scheen, de bries was fris. Waarom had ze dan het gevoel alsof een zware schaduw haar achtervolgde?