22

Jo werd wakker met een oud gemis. De zon en de misthoorn waren weer met elkaar in conflict en ze deed haar ogen open, zag het witte plafond, het rode dekbed om haar heen, oranje kussens op een hoop bij haar knieën, het bed warm en van alles voorzien behalve haar man. Shít. Volgens de klok was het twintig voor zeven op 31 oktober. Halloween. Ze draaide zich om en herinnerde zich levendig hoe het voelde toen Gabe Quintana haar tegen hem aan hield.

Verward gooide ze het dekbed van zich af en stond op. Dit was niet het juiste moment. Deze ochtend aan Quintana denken zou haar alleen maar verdriet bezorgen. Ze sprong onder de douche. Toen ze onder de douche vandaan kwam, trok ze een spijkerbroek en een wit T-shirt aan met lange mouwen. Ze deed de blinden open en zag hoe de dageraad tegen de muren van de huizen in haar straat opklom. De dag was goud en blauw. Bij Ferd, het huis naast het hare, stond de deur naar het balkon open en de gordijnen waaiden van binnen naar buiten. Ze draaide zich weg van het raam, maar beweging op het balkon trok haar aandacht.

Ferds aapje zat op het hoofd van een van de Romeinse beelden. Het zat ineengedoken als een gargouille aan de Notre Dame en klauwde aan een sinaasappel. Zijn kleine vingers schilden de vrucht met de precisie van een neurochirurg. Een neurochirurg die crystal meth had gerookt.

Ferd kwam naar buiten gestormd en knoopte zijn badjas dicht. ‘Mr. Peebles, hoe heb je de deur opengedaan?’ Zijn gezicht was bedekt met scheerschuim en zijn bril gleed van zijn neus. Hij greep de aap vast. ‘Je hebt me laten schrikken. Niet doen.’

Ferd stapte voorzichtig over het koude balkon, alsof hij op hete kolen liep, rende weer naar binnen en deed de deur dicht.

Jo maakte koffie en bekeek haar e-mail en beluisterde haar voicemail. Haar moeder, Tina, haar oudere zus, Momo, haar vader, Rafe, een hele reeks familieleden, informeerden allemaal op de een of andere manier naar haar. Ze e-mailde ze allemaal terug, schonk haar koffiekop opnieuw vol en belde Amy Tang.

‘Is er nieuws?’ vroeg Jo.

‘Dokter David Yoshida is aan een overdosis barbituraten overleden.’

‘En zijn zoon?’

‘Fentanyl. Twee dagen eerder.’

Fentanyl is een synthetisch opiaat dat op recept verkrijgbaar is en sterker is dan heroïne. ‘Was hij een bekende gebruiker?’

‘Niet van heroïne, maar van andere drugs. Een paar jaar geleden heeft hij in een afkickkliniek gezeten. De familie dacht dat hij clean was,’ zei ze. ‘We onderzoeken de omstandigheden.’

‘Ik ga ervan uit dat ze verdacht zijn. We weten dat Skunk Scott Southerns zoontje bedreigde.’

‘Als ze een bedreiging tegen Yoshida’s zoon hebben uitgevoerd... Christus, dat is keihard.’

‘Deze hele zaak is keihard.’

Tang begon met haar potlood op het bureau te tikken. ‘Die vrouw die je gisteren in het Aquatic Park hebt ontmoet...’

‘Xochi Zapata. We moeten haar waarschuwen.’

‘Ik ga wel bij haar langs,’ zei Tang.

‘Als ze jou ziet, neemt ze meteen een advocaat in de arm of ze slaat op de vlucht. Laat mij maar gaan. Misschien slaat ze sowieso op de vlucht, maar het is de moeite waard om het te proberen. Ik zal haar je kaartje geven. Goed genoeg?’

‘Neem het gesprek op.’

Jo draaide de koffiemok op tafel. ‘Ik bel je.’

Ze zei gedag, bleef haar mok ronddraaien op tafel, en keek op de klok. Advocaten in Santa Barbara waren vroeg op kantoor. Ze had een advocaat nodig die haar zonder veel gedoe kon vertellen of wat ze van plan was toegestaan was. En die haar kon helpen om net binnen de grenzen van het aanvaardbare te blijven, mocht dat nodig zijn. Ze pakte opnieuw de telefoon.

Jesse Blackburn klonk verbaasd om van Jo te horen. ‘Jo. Hoe is het?’

‘Je stond bij me in het krijt, weet je nog? Dit is je kans om me te helpen. Ik heb een vraag over openbaarmaking en zwijgplicht.’

‘Ga je gang.’

Jesse was een vriend uit haar studietijd aan UCLA. Hij was scherpzinnig, helder en erg intelligent. Het jaar daarvoor had hij van haar deskundigheid op het gebied van forensische psychiatrie gebruikgemaakt om hem te helpen bij een zaak die hij behandelde. Nu was het zijn beurt haar te helpen.

‘Ik werk aan een psychologische autopsie.’

Ze schetste de zaak voor hem. Hij zei: ‘Vreemd.’

‘Ik zit met het volgende. Als ik mensen ondervraag, leg ik dat altijd vast. Dat soort gesprekken ondersteunen mijn rapport, dat als bewijs kan worden gebruikt in de rechtszaal.’

‘Maar deze keer is het anders?’

‘Ik heb informatie nodig en die krijg ik niet tenzij het geheim blijft.’

‘Wil je de autoriteiten informatie onthouden? Waar trek je dan de lijn?’

‘Ik wil de identiteit van de bron beschermen. Wat betreft de informatie: dat weet ik niet. Ik volg natuurlijk de Tarasoff-richtlijnen.’

Als een patiënt iemands leven bedreigt, heeft een therapeut de plicht om het beoogde slachtoffer te waarschuwen, ook al schendt hij daarmee de geheimhoudingsplicht tussen behandelaar en patiënt. Hoewel het hier niet om een arts-patiëntrelatie ging, zou Jo zulke informatie nooit geheimhouden.

‘Wat heb je de politie beloofd?’ vroeg Jesse.

‘Dat ik de zaak-Callie Harding tot op de bodem zou uitzoeken.’

‘Lieg je tegen iemand?’

‘Vandaag niet.’

Hij lachte. ‘Je zegt dat de politie je het groene licht geeft om gebruik te maken van alle informatie die je nodig hebt. Doe daar je voordeel mee. Pak wat je pakken kunt. Het klinkt alsof je probeert om iets ergers te voorkomen.’

‘Je slaat de spijker op de kop.’

‘Vooruit dan. Zonder enige gewetensbezwaren.’

Ze zuchtte. ‘Dank je.’

‘Maar dat is niet het enige wat je dwarszit.’

‘Nee. Zou de politie me kunnen dwingen om de identiteit van mijn bron te onthullen?’

‘Ja. Dit valt niet binnen de vertrouwelijke arts-patiëntrelatie, Jo.’

‘Dus ik klim zonder zekering, zeg je.’

‘Daar komt het op neer, ja. Dat is een risico, zowel voor jou als voor je bron. Dat moet je haar vertellen.’

Jesse wist alles van risico. Hij was een zwemmer van wereldformaat geweest tot de dag dat hij getuige was van een misdrijf. De daders probeerden hem te vermoorden, en nu werkte hij vanuit een rolstoel.

Ze wreef over haar voorhoofd. ‘Ik wist dat ik op jou kon rekenen en dat je een emmer ijskoude realiteit over me zou uitstorten.’

‘Je kunt heel goed met de realiteit omgaan, Jo. Je wilde alleen maar dat ik zou bevestigen wat je al vermoedde. Succes.’

Ze zei gedag. Dronk haar koffie op. Belde de televisiezender en werd doorverbonden.

‘Xochi. Ik wil je iets voorstellen.’

Jo liep langs het water in het Aquatic Park. De hemel was even blauw als een verse blauwe plek. Tegen de wind droeg ze een loden jas, een rode sjaal en haar stevige zwarte schoenen. In haar ene hand had ze haar roestvrijstalen koffiemok van Java Jones en in haar andere een papieren beker, die ze aan Xochi Zapata gaf.

Zapata schudde haar hoofd. ‘Scott, dood... Niet te geloven.’ Haar gezicht werd nors. ‘En een gigantisch verhaal. Jezus.’

Zapata droeg een verschoten grijs joggingpak en oude gymschoenen. Ze had een Giants-honkbalpet diep over haar voorhoofd getrokken. Haar bruine haar sloeg heen en weer in de wind. Zonder make-up zag haar huid er vlekkerig uit. Ze leek een schim van zichzelf.

‘Ik weet dat je je vreselijk alleen voelt. Maar dat hoeft niet,’ zei Jo.

‘Ik kan niet naar de politie gaan met dit verhaal. Dat moet je begrijpen. Je moet dit verhaal geheimhouden.’

‘Dat beloof ik. Tenzij je me vertelt dat je van plan bent een moord te plegen,’ zei Jo.

‘Echt?’

‘Echt.’

Zapata’s schouders zakten naar beneden. Het was een gebaar van overgave.

‘Vertel me over de Dirty Secrets Club,’ zei Jo.

Ze staarde naar haar koffie. ‘Zoals ik gisteren al zei: het is een plek om te biechten. Een manier om alles eerlijk te bekennen.’

Jo keek naar Zapata’s sweatshirt. De rits stond open om haar decolleté te laten zien. Ze vermoedde dat ‘zich blootgeven’ psychologische implicaties had voor deze vrouw. Ze voelde dat Zapata een sterke aandrang had om te biechten. Het leek een onderdeel van een cyclus: wangedrag, schaamte, biechten, opluchting, gevolgd door een aandrang om zich opnieuw te misdragen. Zapata’s hanger met zwarte diamant glinsterde in het zonlicht.

‘Dat is niet het enige doel van de club,’ zei Jo. ‘Jullie zitten niet in een kring om van jullie vrienden morele vergiffenis te ontvangen.’

‘Nee.’ Zapata’s gezicht werd nog vlekkeriger. ‘Sommige mensen scheppen op over de dingen die ze hebben gedaan. Voor hen is het een egotrip. En voor sommige mensen is het een spelletje.’

‘Wat voor soort spelletje precies? Zijn er regels? Wedstrijden? Prijzen?’

Zapata hield haar handen om de beker en haalde haar schouders op. ‘Tuurlijk. Prijzen voor het beste geheim, smerigste geheim, grootste risico. Dat soort dingen. Onschuldig.’

Jo knikte naar de hanger met de zwarte diamant. ‘Wat moet je doen om er zo eentje te krijgen?’

Zapata bracht de beker naar haar lippen, maar dronk niet. Het leek wel alsof ze niet kon slikken. Haar gezicht rimpelde, als een verfrommeld stuk papier.

‘Stel je voor dat ik de volgende ben,’ zei ze met verstikte stem.

‘Waarom denk je dat?’

‘Maki.’ Ze veegde met haar afgekloven duimnagel over haar ooghoek. ‘Ik heb hem bij de club gehaald. Betekent dat dat ik nu aan de beurt ben?’

‘Dat weet ik niet. Hoe heb je hem bij de club gehaald?’ vroeg Jo.

‘Ik interviewde hem voor een reportage over nepmerkkleding. Ik heb zowel hem als zijn vriend ontmoet.’

‘En je hebt hem uitgenodigd om bij de club te komen?’

‘Ze waren net water en vuur, snauwden en kirden voortdurend tegen elkaar. Maki leek me een leuke man, dus heb ik hem aan de tand gevoeld. Heb hem verteld over mijn wilde jeugd, en hij vond het fantastisch. Ten slotte zei ik dat ik hem wel kon introduceren als hij wat mensen wilde ontmoeten.’

‘Merkte je dat hij een verhaal had dat hij zou willen vertellen?’

‘Ja.’ Ze keek naar Jo. ‘Hoe is zijn boot in brand geraakt? Weet je dat?’

‘Nee.’

‘Wat een vreselijke manier om te sterven. Verbranden... Ik kan niets ergers bedenken.’ Ze wreef opnieuw in haar ogen.

Jo gaf haar even. ‘Gisteren hield je bij hoog en laag vol dat de club honderd procent waterdicht was. Waarom?’

‘Omdat we altijd alleen maar met z’n tweeën of drieën samenkomen. En er is nergens vastgelegd wie al de leden zijn. Niemand van ons weet alles. Het is net een krans van madeliefjes: je ontmoet nooit meer dan drie leden van de club. Op die manier is de vertrouwelijkheid van de club zogenaamd gewaarborgd.’

Geen van beiden hoefde te zeggen wat voor de hand lag: de cellenstructuur van de club zat vol gaten.

Jo dronk haar koffie. ‘Je wilde jeugd?’

Zapata boog haar hoofd achterover. ‘Je moet begrijpen. Voordat ik de journalistiek in ging, heb ik dingen gedaan. Voor de camera.’

‘Was je dan niet altijd een revolutionaire krijgster?’

‘Zapata is de naam van mijn ex-echtgenoot. En Xochi klinkt beter dan Susan. Kom op, je snapt toch wel wat voor indruk een naam kan maken, dókter?’

‘Ik snap het.’

‘Trouwens, ik maak me geen zorgen om die huis-tuin-en-keuken-seksfilms. Niks aan de hand, dat doet iedereen. Dit was iets anders.’ Ze pauzeerde even.

‘Ik luister.’

‘Dit waren geen gewone pornofilms. Ze waren voor een speciale doelgroep bedoeld.’

Jo tilde nieuwsgierig een wenkbrauw op.

Zapata’s glimlach leek ironisch. ‘Laten we het zo zeggen: ik was een religieuze extremist.’

‘Sorry?’

‘Het was nonnenporno. We verkleedden ons allemaal als religieuze figuren.’

‘Dat meen je niet.’

Haar uitdrukking werd zakelijk. ‘Nee, echt. Er is een duidelijke markt voor die films. Met een heel toegewijde groep fans.’

‘Nee, maar.’

‘Het is een combinatie van genres. Bondage, katholicisme, nonnen en priesters. We draaiden in een oud huis in de San Fernando Valley.’ Ze kreeg weer rode vlekken in haar nek. Alsof ze haar decadentie af wilde zwakken, zei ze: ‘Ik droeg een zwart rubberen Cat-woman-masker.’

‘Dus je gezicht was niet te zien?’

‘Ik was niet bekend vanwege mijn gezicht.’

‘Juist.’ Jo concentreerde zich op haar koffie, zodat ze niet hoefde te reageren.

‘Over het masker droeg ik een nonnenkap. En naaldhakken van tien centimeter. En een rozenkrans als string.’

Jo dacht dat ze niet te choqueren was. En ze was gewend aan het Californische exhibitionisme: de mensen hier waren te allen tijde bereid om hun emoties te tonen, alsof het voorverpakte salade was. Sla, croutons, een korsettenfetisj, Parmezaanse kaas. Maar Xochi Zapata’s onomwonden bekentenis dat ze een pornoster was geweest in het kinky genre deed haar blozen.

‘Helaas zijn sommige van die films cultklassiekers geworden,’ zei Zapata. ‘Baptism by Flier, met een man die piloot is. Holy Orders, waarin Onze Vrouwe van de Pijn het college van kardinalen leert te gehoorzamen, en ik bedoel totdat ze haar Jimmy Choo’s likken. Het grootste succes was Holy Cummunion.’

Jo blies haar koffie via haar neus weer naar buiten.

Zapata had de beleefdheid om gegeneerd te kijken. ‘Ja, het is legendarisch.’

Jo veegde haar gezicht af. ‘Sorry.’

‘Er is een groep geobsedeerde fans die die films maar blijven bekijken. Ze zouden maar wat graag mijn identiteit te weten komen.’

Jo vond een tissue in haar zak. Ze had nog nooit eerder op zo’n belachelijke manier inbreuk gemaakt op haar professionele houding. ‘Kennen de fans die niet?’

‘Ik droeg altijd dat masker. Daar herkenden ze me aan.’

‘Dat is het geheim waarmee je toegang kreeg tot de club?’ vroeg Jo.

‘Nu begrijp je waarom het geheim moet blijven.’

Jo herinnerde zich Zapata’s eerdere bewering dat geïnteresseerden bewijs moesten leveren van de dingen die ze hadden gedaan. In haar hoofd hoorde ze een smakeloze jarenzeventigpornosoundtrack. En de melodie was erg genoeg Schuberts Ave Maria.

‘Als je gezicht bedekt was, hoe kon je dan...’

‘Ik heb een tatoeage.’

‘Natuurlijk.’

‘Hij was altijd op een of ander moment zichtbaar in de film. Ik was heel lenig. Dus heb ik een filmfragment ingeleverd met mijn cv en tijdens het vraaggesprek heb ik mijn tatoeage laten zien.’ Ze had haar ogen neergeslagen. ‘Het is een slang. Erfzonde, noem ik hem.’

Ze was gegeneerd, maar kon zich niet inhouden en moest het wel vertellen. Jo had van haar leven nog nooit zo’n exhibitioniste meegemaakt.

‘Destijds leek het allemaal leuk. Ik was zuster Mary Erotica of moeder Ignatius Rollova. Ik kastijdde ongehoorzame misdienaren met mijn rozenkrans. Ik gaf ze ervan langs met mijn zweep of ik bond ze vast.’ Ze bleef naar de grond staren. ‘Ik hing ze op, soms wurgde ik ze.’

‘Echte wurgseks?’ vroeg Jo.

Zapata knikte en keek weg. Haar mond rimpelde.

‘Xochi?’

Jo voelde dat ze nog meer te vertellen had, maar Zapata had eindelijk de grens bereikt van wat ze kwijt wilde.

De wind blies door Jo’s haar. ‘Ik moet weten hoe de DSC in zijn werk gaat.’

‘Dat heb ik je al verteld, het is een soort biechtstoel.’

‘Dus jullie zitten alleen maar bij elkaar om te kletsen? Snijden jullie houten beeldjes of naaien jullie een quilt tijdens de biecht?’

‘Nee. Het heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld.’ Nog even leek ze gespannen, maar toen maakte voorzichtigheid plaats voor angst. Opnieuw liet ze haar verdedigingslinies zakken. ‘We daagden elkaar uit om rare stunts uit te halen om punten te verdienen en op een hoger niveau terecht te komen.’

Ze maakte haar handtas open en haalde er een klein juwelendoosje uit. Ze gaf het aan Jo. Erin zat een perfecte zwarte diamant.

‘Die was voor Scott bedoeld,’ zei ze. ‘Hij was geaccepteerd.’

Hij was prachtig. Het zonlicht werd erdoor gebroken, maar de diepten in de steen bleven ondoordringbaar.

‘Hij had vorige week een stunt uitgehaald. Hij en Callie... hadden geposeerd... op het dak van een wolkenkrabber in het centrum. Na de aardbeving.’ Ze keek treurig. ‘Onze nieuwshelikopter heeft er zelfs nog wat beeldmateriaal van gemaakt. Het was spectaculair. Daarbij vergeleken leek mijn pornocarrière maar ordinair.’

‘Juist, ja.’

‘Xochi, waarom wordt de club bedreigd?’

‘Ik denk dat een van de stunts verkeerd is gelopen. Iemand is slachtoffer geworden. De verkeerde persoon.’

‘En hij neemt wraak?’

‘Ja.’

‘Wie dan?’

‘Dat weet ik niet.’

Zapata’s mobiele telefoon rinkelde. Ze wendde zich af om het telefoontje aan te nemen, en Jo hoorde: ‘Ik ben zo op kantoor.’ Ze hing op. ‘Nieuwe ontwikkelingen in een verhaal. Ik moet gaan.’

‘Geef je me de namen van de andere leden van de club, zodat we die kunnen waarschuwen?’ vroeg Jo.

‘Ik ken ze niet. Zoals ik al zei: het is een krans van madeliefjes.’

‘Wil je alsjeblieft met de politie praten?’

‘Nee. Als je ze op me afstuurt, dan ontken ik alles. Maar bedankt voor de waarschuwing.’ Ze nam de diamant terug. ‘Wat moet ik hier nu mee doen? Het op zijn doodkist leggen tijdens de begrafenis? Wat zonde.’

Jo liep terug naar haar truck toen haar telefoon ging.

‘Dokter Beckett, met Gregory Harding.’

Ze vertraagde haar pas. ‘Wat kan ik voor u doen?’

‘Allereerst mijn excuses aanvaarden. Mijn gedrag gisteren was onvergeeflijk.’

Hij klonk gespannen. Zeemeeuwen cirkelden wit tegen de ochtendhemel boven het gras.

‘Ik werd overweldigd door de situatie. Maar dat was geen reden om mijn zelfbeheersing te verliezen.’

‘Excuses aanvaard. Dank u.’

‘Ik moet u spreken. Ik heb een aantal schokkende dingen aangetroffen in Callies woning.’

‘Ik ben een en al oor.’

‘Kunnen we elkaar ontmoeten? Ik ben in de stad voor een paar vergaderingen in het Fairmont. Er is een restaurant met een dakterras. Ik meen het echt, u moet deze dingen zien.’

Ze twijfelde even, maar niet lang. ‘Ik kom eraan.’