dodgson
Een paar meter van de rivieroever klom Lewis Dodgson in de verbouwde jeep en sloeg het portier dicht. Naast hem zat Howard King, handenwringend. 'Hoe kon je haar dat aandoen?' zei hij. 'Wat aandoen?' vroeg George Baselton vanaf de achterbank. Dodgson gaf geen antwoord. Hij draaide de contactsleutel om. De motor sloeg aan. Hij zette de vierwielaandrijving in zijn vooruit en reed de heuvel op, de jungle in, weg van de boot aan de oever. 'Hoe kon je?' zei King weer, geagiteerd. 'Ik bedoel... Jezus!' 'Het was een ongeluk,' zei Dodgson. 'Een ongeluk? Een ongeluk?'
inderdaad, ja, een ongeluk,' zei Dodgson kalm. 'Ze viel overboord.' ik heb niets gezien,' zei Baselton.
King schudde zijn hoofd. 'Jezus, als iemand vragen komt stellen en...'
'En wat dan nog?' onderbrak Dodgson hem. 'We zaten in ruw water, ze stond bij de boeg, er spoelde een grote golf over ons heen en ze sloeg overboord. Ze kon niet goed zwemmen. We hebben nog een tijdje rondgevaren om haar te zoeken, maar er was geen hoop. Een bijzonder betreurenswaardig ongeluk. Dus waar maak je je zorgen over?'
'Waar ik me zorgen over maak?'
'Ja, Howard. Waar maak je je in godsnaam zo druk over?'
ik zag het, nondeju...'
'Nee, je zag het niet,' zei Dodgson.
ik heb niets gezien,' zei Baselton. ik heb de hele tijd in het vooronder gezeten.'
'Dat is dan heel fijn voor jou,' zei Howard King. 'Maar wat doen we als er een onderzoek ingesteld wordt?'
De jeep hobbelde het zandpad over, dieper de jungle in. 'Er komt geen onderzoek,' zei Dodgson. 'Ze is in alle haast uit Afrika vertrokken, en ze heeft niemand verteld waar ze heen ging.' 'Hoe weet je dat?' jammerde King.
'Omdat ze dat zelf gezegd heeft, Howard. Zo weet ik dat. Hou op met dat gezanik en pak de kaart. Je wist wat er op het spel stond toen je meeging.'
'Ik wist niet dat je iemand ging vermoorden, god nog aan toe.' 'Howard,' zuchtte Dodgson, 'er gebeurt niets. Pak die kaart.'
'Hoe weet je dat?' zei King.
'Omdat ik weet wat ik doe,' antwoordde Dodgson. 'Daarom. In tegenstelling tot Malcolm en Thorne, die hier op dat eiland maar wat aanrommelen, zodat je je afvraagt waar ze nou helemaal mee bezig zijn in die klotejungle.'
Bij het horen van die namen werd King weer onrustig. Heen en weer schuivend op zijn stoel zei hij: 'Misschien lopen we ze tegen het lijf...'
'Nee, Howard, dat gebeurt niet. Ze zullen niet eens weten dat we hier ooit geweest zijn. We blijven maar vier uur aan land, weet je nog? Aan land om één uur, terug bij de boot om vijf uur. In de haven om zeven uur. Om middernacht terug in San Francisco. Knal. Klaar. Finito. En dan heb ik eindelijk, na al die jaren, wat ik tijden geleden al had moeten krijgen.' 'Dinosaurus-embryo's,' zei Baselton. 'Embryo's?' vroeg King verbaasd.
'O, die embryo's interesseren me al niet meer,' zei Dodgson. 'Jaren geleden heb ik geprobeerd ingevroren embryo's te pakken te krijgen, maar momenteel hoeven we ons daar niet mee bezig te houden. Bevruchte eieren, dat wil ik. En over vier uur hebben we eieren van alle soorten op het eiland.' 'Hoe krijg je dat in vier uur voor elkaar?'
'Doordat ik de broedplaatsen van alle dinosaurussen op het eiland weet. De kaart, Howard.'
King vouwde de kaart open. Het was een grote topografische kaart van het eiland, zestig centimeter bij een meter, waarop de hogergelegen plekken in blauw waren aangegeven. Op verschillende plaatsen in de lagergelegen valleien stonden dichte rode concentrische cirkels. Op sommige plekken stonden meerdere cirkels bij elkaar. 'Wat is dat?' zei King.
'Waarom lees je niet gewoon wat er staat?' zei Dodgson. King keerde de kaart om en keek naar de legenda. '"Sigma data Landsat/Nordstat gemengde spectra vsfr/faslr/iffvr". En dan een stel getallen. Nee, wacht even, data.' 'Correct,' zei Dodgson. 'Data.'
'Passeerdata? Is dit een overzichtskaart, waarop gegevens van verschillende observaties gecombineerd zijn?' 'Correct.'
King fronste zijn voorhoofd. 'En het ziet eruit als... zichtbaar spectrum, en valse openingsradar, en... wat?'
'Infrarood. Breedband thermische vr.' Dodgson glimlachte. 'Dat heb ik allemaal in een uur of twee voor elkaar gekregen. Alle satellietdata "gedownload", samengevoegd, en toen had ik de antwoorden die ik wilde.'
'Ik snap het,' zei King. 'Die rode cirkels zijn infraroodsignaturen!' 'Ja,' zei Dodgson. 'Grote dieren laten grote signaturen achter. Ik heb alle satellietvluchten van de afgelopen paar jaar boven het eiland opgehaald en de locatie van de warmtebronnen in kaart gebracht. En de locaties overlapten elkaar telkens weer, zo zijn die rode concentrische cirkels ontstaan. Dat betekent dat de dieren op die bepaalde plekken zitten. Waarom?' Hij keek naar King. 'Omdat daar hun nesten zitten?' 'Ja. Dat moet wel,' zei Baselton. 'Misschien zijn dat hun voederplaatsen,' zei King. Dodgson schudde geïrriteerd zijn hoofd. 'Natuurlijk zijn dat geen voederplaatsen.' 'Waarom niet?'
'Omdat die beesten per stuk zo'n twintigduizend kilo wegen, daarom niet. Bij een kudde dino's van twintigduizend kilo heb je het al gauw over een kwart miljoen kilo die door het oerwoud dendert. Zo'n grote groep reuzen eet een heleboel planten in de loop van de dag. En de enige manier waarop ze dat kunnen doen, is in beweging blijven. Toch?' 'Dat zal wel, ja...'
'Dat zal wel? Kijk om je heen, Howard. Zie je kale stukken bos? Nee. Ze eten een paar blaadjes en gaan dan verder. Geloof me, die beesten moeten blijven lopen om te eten. Maar wat ze niet verplaatsen, dat zijn hun nesten. Die rode cirkels moeten dus nesten zijn.' Hij keek op de kaart. 'En als ik me niet vergis, zit het eerste nest net over dat heuveltje, aan de andere kant.' De jeep slipte in een modderpoel en zwoegde verder de heuvel op.