KING
Zwarte rook uitbrakend stampte de vissersboot de haven uit op weg naar de open zee. Howard King voelde de scheepsmotoren onder zijn voeten dreunen en hoorde het kraken van het hout. Hij luisterde naar het geroep van de Spaanstalige bemanning. King keek om naar het plaatsje Puerto Cortés, een kluitje huisjes langs de oever. Hij hoopte dat dat rotschip zeewaardig was, want ze waren nu van god en iedereen verlaten.
En Dodgson speelde weer op onveilig. Nam weer risico's. Dat was de situatie die King het meest vreesde. Howard King kende Lewis Dodgson al bijna tien jaar, sinds hij bij Biosyn was komen werken als pas gepromoveerde, veelbelovende onderzoeker met voldoende energie om de hele wereld aan te kunnen. King had zijn proefschrift geschreven over bloedstollingsfactoren. Hij was bij Biosyn gekomen op een moment dat er grote belangstelling was voor die factoren, omdat die van cruciaal belang leken te zijn bij het oplossen van bloedstolsels bij patiënten met een hartaanval. Er was een race gaande onder de biotechnische bedrijven om een nieuw, levens reddend geneesmiddel te ontwikkelen waarmee een fortuin verdiend kon worden.
Aanvankelijk had King gewerkt aan een veelbelovende stof met de naam Hemagluttin v-5, ook wel hgv-5 genoemd. Bij de eerste tests had de stof de samenklontering van bloedplaatjes ongelooflijk effectief bestreden. King werd de meest veelbelovende jonge onderzoeker bij Biosyn. Zijn foto stond vooraan in het jaarverslag. Hij kreeg zijn eigen laboratorium en een budget van bijna een half miljoen dollar.
En toen was plotseling alles misgegaan. Bij de eerste tests op menselijke proefpersonen had hgv-5 helemaal geen stolsels opgelost bij myocardische infarcten of longembolie. Erger nog, het had ernstige bijwerkingen: bloedingen in het maagdarmkanaal, huiduitslag, neurologische problemen. Nadat één patiënt stuiptrekkend overleden was, had het bedrijf verdere tests stopgezet. Binnen enkele weken was King zijn lab kwijt. Een nieuwe, Deense onderzoeker nam zijn werk over. Hij ontwikkelde een extract uit het speeksel van de Sumatraanse gele bloedzuiger, dat er beter uitzag. King werd overgeplaatst naar een kleiner lab, besloot dat hij bloedfactoren beu was, en richtte zijn aandacht op pijnstillers. Hij had
een interessant ingrediënt, de l-isomeer van een eiwit uit de Afrikaanse gehoornde pad, dat een verdovende werking leek te hebben. Maar hij was zijn zelfvertrouwen kwijt, en toen het bedrijf zijn werk beoordeelde, werd er geconcludeerd dat zijn onderzoek onvoldoende gedocumenteerd was om tests aan te vragen bij de fda. Zijn hoornpad-project werd met één klap van de tafel geveegd. King was op dat moment vijfendertig en had tweemaal ernstig gefaald. Zijn foto stond niet langer in het jaarrapport. Er werd gezegd dat hij waarschijnlijk ontslagen zou worden bij de volgende evaluatieronde. Toen hij een nieuw onderzoeksproject voorstelde, werd het meteen verworpen. Het was een duistere periode in zijn leven.
En toen had Lewis Dodgson voorgesteld dat ze eens zouden gaan lunchen.
Dodgson stond niet goed bekend bij de onderzoekers. Ze noemden hem 'de afnemer', omdat hij het werk van anderen overnam en na enige verfraaiingen presenteerde als zijn eigen werk. In vroeger jaren had King niet met hem gezien willen worden. Maar nu liet hij zich door Dodgson meenemen naar een duur visrestaurant in San Francisco.
'Onderzoek is moeilijk,' zei Dodgson begrijpend. 'Zeg dat wel,' zei King.
'Moeilijk en riskant,' zei Dodgson. 'Vernieuwend werk is zelden lonend. Maar begrijpt de directie dat? Nee. Als het onderzoek mislukt, krijg jij de schuld. Dat is niet eerlijk.' 'Moet je tegen mij zeggen,' zei King.
'Maar zo gaat het nu eenmaal.' Dodgson haalde zijn schouders op en reeg een stuk krab aan zijn vork. King zweeg.
'Persoonlijk houd ik niet van risico's,' vervolgde Dodgson. 'En oorspronkelijk werk is riskant. De meeste nieuwe ideeën zijn slecht, en het meeste oorspronkelijke werk mislukt. Dat is de realiteit. Als je je gedwongen voelt om oorspronkelijk onderzoek te doen, kun je een mislukking verwachten. Dat geeft niet als je aan een universiteit werkt, waar mislukking geprezen en succes doodgezwegen wordt. Maar in de industrie... nee, nee. Oorspronkelijk werk in de industrie is geen verstandige keuze met het oog op carrière. Daar krijg je alleen maar problemen mee. En die heb jij momenteel, vriend.' 'Wat kan ik eraan doen?' zei King.
'Nou,' zei Dodgson. 'Ik heb zo mijn eigen wetenschappelijke methode. Ik noem het geconcentreerde wetenschappelijke ontwikkeling.
Als er maar een paar ideeën goed zijn, waarom zou je die dan zelf opzoeken? Veel te moeilijk. Laat andere mensen ze maar vinden, laat hen het risico maar nemen, laat ze proberen beroemd te worden. Ik wacht liever, en ontwikkel dan ideeën waar iets in zit. Ik pak wat goed is en maak het beter. Of tenminste, ik verander het zodanig dat ik er patent op kan aanvragen. En dan is het van mij.' King was verbijsterd over de open manier waarop Dodgson toegaf dat hij een dief was. Hij leek er helemaal niet mee te zitten. King speelde een tijdje met zijn salade. 'Waarom vertel je mij dat?' 'Omdat ik iets in je zie,' zei Dodgson. 'Ik zie ambitie. Gefrustreerde ambitie. En ik zeg je, Howard, jij hoeft niet gefrustreerd te zijn. Je hoeft niet eens bij de volgende evaluatieronde ontslagen te worden. En dat is precies wat er gaat gebeuren. Hoe oud is je zoontje?' 'Vier,' zei King.
'Vreselijk, geen baan, met een gezin met kleine kinderen. En het
wordt niet gemakkelijk om ander werk te vinden. Wie zal je nu nog
een kans geven? Op z'n vijfendertigste heeft een onderzoeker zijn
naam al gevestigd, en anders gebeurt dat niet meer. Ik zeg niet dat
dat eerlijk is, maar zo wordt erover gedacht.'
King wist dat ze zo dachten. Bij ieder biotechnologisch bedrijf in
Californië.
'Maar Howard,' zei Dodgson terwijl hij over de tafel leunde en zijn stem dempte, 'er ligt een wonderbaarlijke wereld op je te wachten als je de zaken anders bekijkt. Een heel andere manier van leven. Ik denk dat je echt moet nadenken over wat ik zeg.' Twee weken later was King Dodgsons persoonlijke assistent geworden in de afdeling Toekomstige Biogenetische Ontwikkelingen, zo noemde Biosyn zijn pogingen tot industriële spionage. En in de daarna volgende jaren had King opnieuw snel promotie gemaakt bij Biosyn, ditmaal omdat Dodgson hem mocht. Tegenwoordig bezat King alle uiterlijke kenmerken van succes: een Porsche, een hypotheek, een scheiding, een zoon die hij in de weekends zag. Allemaal omdat King had bewezen de perfecte tweede man te zijn. Hij maakte lange dagen, hield overzicht over de details, hield zijn mooipratende baas uit de problemen. En daarbij had King alle aspecten van Dodgson leren kennen: zijn charismatische kant, zijn visionaire kant, en zijn duistere, meedogenloze kant. King zei tegen zichzelf dat hij die meedogenloze kant wel aankon, dat hij die onder controle kon houden, dat hij dat in de loop der jaren geleerd had.
Maar soms was hij daar niet zo zeker van. Nu, bijvoorbeeld.
Want daar zaten ze, op een wrakkig stinkend vissersschip, op weg van een of ander verlaten dorp in Costa Rica de oceaan op, en op dat moment van spanning had Dodgson plotseling besloten een of ander spelletje te spelen, toen hij die vrouw ontmoet had en besloten had haar mee te nemen.
King wist niet wat Dodgson van plan was, maar hij zag die verdachte glans in Dodgsons ogen die hij maar een paar keer eerder gezien had, en het was een blik die hem verontrustte. Dat mens van Harding stond nu op het voordek, bij de boeg. Ze keek uit over de oceaan. King zag Dodgson om de jeep heen lopen en wenkte hem zenuwachtig. 'Luister,' zei King, 'we moeten even praten.' 'Tuurlijk,' zei Dodgson ontspannen. 'Waarover?' En hij glimlachte. Die charmante glimlach.