de rivier

Eddie klom de Explorer in. Thorne en Malcolm klommen in de ca­bine van de trailer. Even later klikte de radio. Eddie zei: 'Ga je de database opzetten, Doe?' 'Ja, net mee bezig,' zei Thorne.

Hij schoof de optische schijf in de gleuf in het dashboard. Op het schermpje tegenover hem zag hij het eiland verschijnen, maar het was grotendeels onzichtbaar vanwege de dichte bewolking. 'Wat heb­ben we daar nou aan?' zei Malcolm.

'Wacht even,' zei Thorne. 'Het is een systeem. Het gaat gegevens

verzamelen.'

'Waar vandaan?'

'Radar.' Even later schoof er een satellietradarbeeld over de foto heen. De radar kon door de wolken heen kijken. Thorne drukte op een knop en de computer tekende omtreklijnen, verduidelijkte de­tails, markeerde het vage, kronkelende spoor van een wegenstelsel. 'Indrukwekkend,' zei Malcolm. Maar Thorne vond dat hij gespan­nen klonk.

'Hebbes,' zei Eddie door de radio. Malcolm zei: 'Ziet hij hetzelfde beeld?' 'Ja. Op zijn dashboard.'

'Maar ik heb geen gps,' zei Eddie bezorgd. 'Werkt hij niet?' 'Jongens,' zei Thorne. 'Even geduld. De schijf wordt gelezen. Er ko­men punten op.'

In het dak van de trailer zat een kegelvormige positiezoeker, de Glo­bal Positioning Sensor. Aan de hand van radiogegevens van navigatiesatellieten die duizenden kilometers boven het aardoppervlak rond de aarde draaiden, kon die positiezoeker of gps de positie van de wagens berekenen met een afwijking van niet meer dan een paar meter. Even later verscheen er een knipperende rode x op de kaart van het eiland.

'Oké,' zei Eddie over de radio. 'Ik heb hem. Ziet eruit als een weg van de open plek naar het noorden. Gaan we daarheen?' 'Laten we dat maar doen,' zei Thorne. Volgens de kaart liep de weg al kronkelend een paar kilometer over het eiland en kwam tenslot­te uit op de plek waar zo te zien alle wegen uitkwamen. Het leek alsof daar gebouwen stonden, maar dat viel moeilijk te zeggen. 'Oké, Doe. Daar gaan we.'

Eddie passeerde en ging voorop rijden. Thorne trapte op het gas­pedaal en de trailer kwam zoemend in beweging, achter de Explo­rer aan. Naast hem zweeg Malcolm. Hij speelde met een kleine no­tebook op zijn schoot. Hij keek niet uit het raam. Even later lag de open plek achter hen en reden ze door dicht oer­woud. Er flitsten lichtjes op Thornes paneel: de wagen reed nu op de batterijen. Er kwam niet genoeg zonlicht door het bladerdak heen om de wagen van stroom te voorzien. Ze reden verder. 'Hoe gaat het, Doc?' zei Eddie. 'Krijg je nog stroom?' 'Geweldig, Eddie.' 'Hij klinkt nerveus,' zei Malcolm. 'Hij maakt zich zorgen om zijn apparatuur.' 'Om de dooie dood niet,' zei Eddie. 'Ik maak me zorgen om mezèlf.' Hoewel de weg overwoekerd was en in slechte staat verkeerde, kwa­men ze snel vooruit. Na een minuut of tien kwamen ze bij een klein riviertje met modderige oevers. De Explorer reed het water in, en stopte plotseling. Eddie stapte uit, klom over rotsblokken heen en liep terug in de richting waar hij vandaan gekomen was. 'Wat is er?' 'Ik zag iets, Doc.'

Thorne en Malcolm stapten uit de trailer en kwamen op de rivier­oever staan. In de verte hoorden ze kreten van iets wat als een vo­gel klonk. Malcolm keek met gefronst voorhoofd op. 'Vogels?' vroeg Thorne. Malcolm schudde zijn hoofd: nee.

Eddie bukte en viste een stukje stof uit de modder. Het was don­kergroene Gore-Tex, met een strook leer langs een rand. 'Dat is van een van onze expeditierugzakken,' zei hij. 'De rugzak die we voor Levine gemaakt hebben?' 'Ja, Doc.'

'Had jij een sensor ingebouwd?' vroeg Thorne. Meestal naaiden ze

eeen locatiesensor in de expeditierugzakken in.

'Ja.'

'Mag ik eens kijken?' vroeg Malcolm. Hij nam het strookje stof en hield het tegen het licht. Nadenkend betastte hij de gescheurde rand. Thorne haakte een kleine ontvanger van zijn riem los, iets als een flinke semafoon. Hij keek naar het lcd-schermpje. 'Ik krijg geen signaal...'

Eddie staarde naar de modderige oever. Hij bukte nogmaals. 'Hier is nog een stukje stof. En nog een. Het ziet ernaar uit dat de rug­zak aan flarden gescheurd is, Doc.'

Weer dreef er een vogelkreet naar hen toe, veraf, onaards. Malcolm

staarde in de verte en probeerde te bepalen waar het geluid van­daan kwam. En toen hoorde hij Eddie zeggen: 'O-oh. We hebben gezelschap.'

Een stuk of vijf, zes heldergroene hagedisachtige dieren stonden in een groep naast de trailer. Ze waren ongeveer zo groot als kippen, en ze tsjilpten opgewonden. Ze stonden rechtop op hun achterpo­ten en hielden zich met gestrekte staart in evenwicht. Als ze liepen, bewogen hun koppen met zenuwachtige rukjes op en neer, net als kippen. En ze maakten een eigenaardig piepend geluid, net vogels. Toch zagen ze eruit als hagedissen met lange staarten. Ze hadden vragende, wakkere gezichten en ze hielden hun kopjes schuin toen ze naar de mannen keken. Eddie zei: 'Wat is dit, een salamanderconventie?' De groene hagedissen stonden te kijken. Er verschenen er nog een paar, van onder de trailer en uit de bosjes eromheen. Algauw stond er een tiental hagedissen tsjilpend naar hen te kijken. 'Compy's,' zei Malcolm. 'Procompsognathus triassicus is de officië­le naam.'

'Dan zijn dit dus...'

'Ja. Dit zijn dinosaurussen.'

Eddie fronste zijn voorhoofd en staarde. 'Ik wist niet dat er zulke kleintjes waren,' zei hij na verloop van tijd.

'De meeste dinosaurussen waren klein,' zei Malcolm. 'Iedereen denkt

altijd dat ze gigantisch waren, maar de gemiddelde dinosaurus was

zo groot als een schaap of een kleine pony.'

Eddie zei: 'Het zijn net kippen.'

'Ja, ze hebben veel van vogels.'

'Zijn ze gevaarlijk?' vroeg Thorne.

'Niet echt,' antwoordde Malcolm. 'Het zijn kleine aasdieren, net als jakhalzen. Ze leven van dode dieren. Maar ik zou er niet te dicht­bij komen. Hun beet is licht giftig.'

'Daar kom ik niet dichtbij,' zei Eddie. 'Ik vind ze doodeng. Ze zijn gewoonweg helemaal niet bang.'

Dat had Malcolm ook opgemerkt. 'Dat zal wel komen doordat er geen mensen op het eiland geweest zijn. Die dieren hebben geen en­kele reden om de mens te vrezen.'

'Nou, dan geven we ze een reden,' zei Eddie. Hij raapte een steen op.

'Hé!' zei Malcolm. 'Niet doen! We moeten juist...'

Maar Eddie had de steen al gegooid. Hij landde vlak naast een 

groepje compy's, en de hagedissen schoten weg. Maar de andere be­wogen amper. Een paar dieren begonnen op en neer te springen, zichtbaar geagiteerd. Maar als groep bleven ze waar ze waren. Ze tsjilpten en hielden hun koppen scheef. Typisch,' zei Eddie. Hij snoof. 'Ruiken jullie dat?' 'Ja,' zei Malcolm. 'Ze hebben een kenmerkende geur.' 'Een rotgeur eerder,' zei Eddie. 'Ze ruiken bedorven. Als iets dat dood is. En als je het mij vraagt: het is niet gezond, dieren die ab­soluut niet bang zijn. Als ze nou eens rabies hebben, of zo?' 'Dat hebben ze niet,' zei Malcolm. 'Hoe weet je dat?'

'Alleen zoogdieren dragen rabies.' Maar nog voordat hij uitgespro­ken was, vroeg hij zich af of dat wel waar was. Warmbloedige die­ren droegen rabies. Waren de compy's warmbloedig? Hij wist het niet zeker.

Hij zag een beweging in de boomkruinen, toen onzichtbare kleine diertjes van tak naar tak sprongen. Hij hoorde gepiep en getsjilp, onmiskenbare diergeluiden.

'Dat zijn geen vogels, daarboven,' zei Thorne. 'Apen?' 'Misschien,' zei Malcolm. 'Ik betwijfel het.' Eddie huiverde. 'Ik stel voor dat we hier weggaan.' Hij keerde terug naar de rivier en klom weer in de Explorer. Mal­colm liep voorzichtig met Thorne terug naar de trailer. De compy's gingen opzij, maar liepen nog steeds niet weg. Ze bleven gewoon op hun achterpoten staan, opgewonden kwetterend. Malcolm en Thor­ne klommen naar binnen en sloten de portieren, voorzichtig, zodat de diertjes geen klap kregen.

Thorne ging achter het stuur zitten en startte de motor. Voor hen zagen ze Eddie al door de rivier rijden en de steile oever aan de overkant op rijden.

'Die, eh... procomso-dingesen,' zei Eddie over de radio. 'Die zijn toch echt, hè?'

'Nou en of,' zei Malcolm zacht. 'Ja, die zijn echt.'

De Verloren Wereld
Michael Crichton - Lost World.htm
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml